| |
| |
| |
Veilingen
Sotheby's 29 maart
Op 29 maart veilde Sotheby's in twee zittingen 353 nummers prenten, tekeningen en boeken. Ook deze keer was het aanbod - vergeleken met wat er gewoonlijk in Nederland geveild wordt - van een zeer goed niveau. De veiling was merkbaar samengesteld uit een groot aantal kleinere inzendingen, die op de eigen wijze van Sotheby's deels afkomstig waren uit inboedels en deels afkomstig van verzamelaars waardoor zowel de wat meer decoratieve, ingelijste prenten als de specialistischer verzamelaarsgrafiek vertegenwoordigd was. In deze laatste categorie zijn gewoonlijk de meest interessante uitslagen te noteren. Bij de oude meesters deden vooral de prenten van Rembrandt in de definitieve (vaak postume) staten het goed. Het Portret van de goudsmid Johannes Lutma werd bij een taxatie van f 2.000-14.000,- ingezet op f 1.800,- maar klom al snel tot f 7.500,-. Aan de koopsom van f 8.625 inclusief de veilingkosten zal ook de herkomst hebben bijgedragen: de prent droeg een verzamelaarsmerk dat mogelijk dat was van het Winterpaleis te St. Petersburg. Van de groep van elf late Rembrandt-prenten ging De Goede Samaritaan in een 18de-eeuwse afdruk op 17de-eeuws papier voor f 5.800,- (taxatie f 4.000,-/5.000,-); een 19de-eeuwse afdruk van Joden in een synagoge ging voor f 2.300,(taxatie f 1.000,-/1.500,-); De dood van de H. Maagd in een wat beschadigd exemplaar bleef steken op f 2.600,- (taxatie f 3.000,-/4.000,-), terwijl het Zittend academienaakt uit 1646 en het Zelfportret uit 1633 hun taxaties van f 400,-/600,- met resp. f 1.400,- en f 2.000 ver achter zich lieten. Goede prijzen behaalden hier ook enkele landschapsprenten uit de 16de en vroege
17de eeuw: twee stuks door Hiëronymus Cock naar Hans Bol, f 1.200,- (taxatie f 600,-/800,-); drie stuks door Simon Frisius naar Mattheus Bril, f 1050,- (taxatie f 500/700,-); Hendrik Goudt naar Adam Elsheimer, Tobias en de Engel (kleine versie, in een goed exemplaar van de definitieve staat), f 2.800,- (taxatie f 1.500,-/2.500,-); Jan van de Velde, Januarius, een begerenswaardig dorpsgezicht met enkele schaatsers, f 1.400,- aan een Amsterdamse prenthandelaar (1ste staat; taxatie f 400,-/600,-).
Bij de moderne prenten ontbraken de twee topstukken, litho's door Rodolphe Bresdin en Odilon Redon, aangezien uiteindelijk bepaald was dat ze in Londen verkocht moesten worden. In de Amsterdamse veiling mochten wel drie etsen door James Ensor blijven: het in een aan Whistler ontleende stijl en dus zeer subtiel uitgevoerde Gezicht op het Grote Dok te Oostende uit 1888, f 3.800,- (definitieve staat; taxatie f 2.000,-/3.000,-); het historisch interessante Portret van Ernest Rousseau uit 1887, f 2.100,- (3de staat van 4; taxatie f 2.000,-/3.000-) en het wat saaiere Vissersboten, f 2.800,- (1ste staat van 2; taxatie f 2.000,-13.000,-). Het eerstgenoemde blad kon door het Rijksprentenkabinet verworven worden. In deze rubriek vielen de opbrengsten van de prenten door Samuel Jessurun de Mesquita enigszins tegen, waar bijvoorbeeld een gesigneerd exemplaar van de beroemde houtsnede Zabu f 200,- opbracht (taxatie f 300,-/500,-), een van de vijf exemplaren van de 1ste staat van de houtsnede Strelitia f 280,- (taxatie f 300,-/500,-) en de ets met Sensitivistische hoofden uit 1917 f 180,-. (taxatie f 300,-/500,-). Van de overige moderne grafiek behaalden de betere stukken, die overigens vrijwel zonder uitzondering van buitenlandse kunstenaars waren, over het algemeen degelijke prijzen: Marius Bauer, De Heilige Kameel, f 750,- (ingelijst en wat verkleurd exemplaar; taxatie f 300,-/500,-); idem, Paardenvolk, f 750,- (ingelijst; taxatie f 300,-/500,-); idem, Hyderabad, f 550,- (ingelijst; taxatie f 300,-/500,-); maar ook: idem, het mooie
Optocht met olifanten, f 220,- (34 × 50 cm, ingelijst; taxatie f 300,-/500,-); George Hendrik Breitner, Cavalerie, f 650,- (gesigneerd & no. 53; met een ets door Opsomer; taxatie f 300,-/500,-); Jules de Bruycker, Gezicht op de Oude Markt te Gent, f 1.200,- (met opdracht van de kunstenaar, ingelijst; taxatie f 1.200,-/1.500,-); Edward Calvert, vier diverse prenten met opbrengsten tussen f 850,- en f 1.300,- (ingelijst; taxaties f 400,-/600,- en f 300,-/500,-); Jozef Israëls, Timmerman die zijn pijp aansteekt, ondanks de aantekening dat de prent in slechts drie exemplaren gedrukt is, onverkocht voor f 500,- (taxatie f 600,-/1.000,-); Käthe Kollwitz, Zelfportret, f 1.650,- (oeuvre-cat.nr. 122, definitieve staat; taxatie f 800,-/1.200,-) Marcel Vèrtes, Dancing, map met tien handgekleurde litho's, oplage 500 exemplaren, f 3.200,- (taxatie f 600,-/1.000,-). Een grote verrassing voor het veilinghuis leverde ook de opbrengst van het Album Taurel uit 1885 (oplage 125 exemplaren) met twaalf gravures naar tekeningen uit het bezit van André Benoit Taurel, waaronder enkele naar Ingres, dat echter vooral bijzonder was vanwege de unieke toegift. Deze bestond uit een getekend portret door Luigi Calamatta, gedateerd Parijs 1833 en geheel uitgevoerd in de stijl van diens leermeester Ingres. Er waren slechts twee bieders nodig om de prijs van f 200,- naar f 3.000,- te stuwen bij een taxatie van f 400,-/600,- (aan het Nederlandse werk van Calamatta uit de jaren 1832-1833, toen hij
logeerde bij de familie Taurel, zal overigens een artikel gewijd worden in een der volgende nummers van Delineavit et sculpsit, een door het Prentenkabinet te Leiden uitgegeven tijdschrift voor Nederlandse prent- en tekenkunst tot 1850).
Bij de tekeningen waren enkele aardige bladen, zoals een in de manier van Fragonard getekend landschap met ruïnes dat f 1.300,- deed (taxatie f 1.500,-/2.000,-), doch het meeste bleef in kwaliteit en opbrengst wat onder de maat. Dat gold ook voor een
| |
| |
groep van elf topografische schetsen in potlood, waarvan zes door Abraham de Haen. De taxaties tussen f 1.200,-/1.800,- en f 1.800,-/2.400,- waren stevig en slechts twee bladen vonden een koper: Walenburgh (Utrecht) voor f 1.000,- en Velsenvoor f 1.550,-. Een goede topografische tekening door Reinier Vinkeles stelde niet teleur: zijn gezicht op de achterzijde van het Stadhuis en de Nieuwe Kerk werd voor f 2.000,- verkocht (taxatie f 1.000,-/1.500,-). Bij een serie van negen lots met fraai geaquarelleerde modellen voor vogelprenten in: Exploration scientifique de l'Algérie pendant les années 1840-'42, Oiseaux, door A.J.B. Vaillant met de notitie ‘Bon a Graver’, lagen de taxaties eveneens wat hoog: van de drie lots die verkocht werden, lag de prijs per tekening tussen f 800,- en f 3.200,-. De roofvogels vonden daarbij geen aftrek.
In de topografische sectie hielden de opbrengsten vrijwel zonder uitzonderingen gelijke tred met de schattingen. Dit was ook het geval bij de meer bijzondere en contemporain gekleurde stukken, zoals een omstreeks 1770 uitgegeven editie van een 17de-eeuwse wandkaart van Zeeland op negen bladen, die f 4.000,- opbracht (taxatie f 4.000,-/6.000,-); de laat 18de-eeuwse editie van Jan Barent Elwe van Johannes de Rams hemelkaart, f 1.800,- (taxatie f 1.500,-/1.200,-); de Heemraadskaart van het land van Woerden, f 2.000,- (exemplaar van de laatste editie; taxatie f 2.000,-/4.000,-); een 17de-eeuwse planetenkaart, f 2.000,- (taxatie f 2.000,-/4.000,-). De totaalopbrengst van de twee ‘antiquarensessies’ werd echter bepaald door het boekengedeelte. Een heruitgave, uit 1724, van het tweedelige Stedenboek van Italië van Joan Blaeu overschreed de taxatie van f 30.000,-/35.000,- ruim en bewees met f 55.000,- de levendigheid van de Italiaanse markt, die ook op het gebied van antiek en schilderijen zo merkbaar is. Een iets minder hoge prijs, maar des te groter verbazing wekte een boek voor de Japanse markt. Het vijfdelig Nieuw Verzameld Japansch en Hollandsch Woordenboek door den Vorst van het Landschap Nakats (Minamoto Masataka), uitgegeven te Yedo in 1810, en afkomstig uit de bibliotheek van de gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, steeg onverbiddelijk naar f 44.000,- (taxatie f 1.500,-/2.500,-). Gevoegdbij de opbrengsten van enkele andere pittige topografische plaatwerken in deze veiling kan men bij Sotheby's tevreden terugkijken op het twee jaar geleden genomen initiatief om weer boeken en prenten te veilen.
R.J.A. te Rijdt
| |
Beijers 13 en 14 maart of ‘koekjes bij de thee’
Als ik het gebouw bij Beijers binnen stap heb ik opeens het gevoel of ik bij m'n grootouders op visite ga: de brede deur, de brede mat - ‘goed m'n voeten vegen’, denk ik - ik meen goedkeurende blikken van het personeel te zien; alles heeft iets bedaagds, er wordt niet geschreeuwd, niet gehold - zo wilde oma 't altijd hebben - onwillekeurig kijk ik naar m'n nagels, het kan ermee door. Ruik ik daar niet het bedwelmende van juist uit de oven gehaalde appeltaart? Nee, dat ruik ik niet en voor een zoet ‘knabbeltje’ moet ik wachten tot de pauze. Afgezien van koekjes bij de thee vind ik het aangename van een veiling bij Beijers het feit, dat je - en hierin is het veilinghuis nog het enige in Nederland - alle boeken onbezorgd zelf mag bekijken; geen ingewikkeld ‘opvraagsysteem’, geen rijen wachtenden bij ‘inkijktafels’, heerlijk zelf op speurtocht, heerlijk alles aan mogen raken.
Minder leuk vind ik het bieden onder nummer; goed, ik begrijp best, dat dit voor de veilinghouder duidelijker zal zijn, maar ik ben ervan overtuigd dat velen in de zaal graag zouden weten wie dit of dat zojuist gekocht heeft. De catalogus laat zich plezierig lezen (soms slechts vier nummers op één bladzijde); het illustratiemateriaal is vrij willekeurig. Maar genoeg gekletst, op naar de thee: er moet geveild worden.
Zoals gewoonlijk was het aanbod gevarieerd. Begonnen werd met de leuke vondst in de catalogus: ‘Rara-Rariora-Rarissima’. De Bodoni's gingen alle voor ongeveer de geschatte prijzen naar dezelfde handelaar. Ook de emblemata, waaronder geen topmateriaal, vonden rond de schatprijzen hun weg naar de koper. Hetzelfde gold voor de topografie waarbij de Grosser Hand-Atlas über alle Theile der Erde van J. Meyer met veel plaatwerk met een opbrengst van f 6500,- (1800-2200) opvalt.
Hieroglyphica of merkbeelden der oude volkeren van R. de Hooghe, 1735, folio(??), met 63 platen, leek me met f 1800,- goed betaald. Een mooi exemplaar van De La Fontaines Les amours de Psyché et de Cupidon, 1791, bleef voor f 4400,- in Utrecht, maar wel in een ander pand. Ook enige gezonde opwinding leverde de Sassenspiegel mit vele nyen Addicien usw. op; dit uiterst zeldzame in 1516 in Augsburg gedrukte boek kwam ondanks enige gebreken voor f 2600,- (800-1000) in particuliere handen. ‘Pittig’ mogen de prijzen in de rubriek ‘Medicine’ genoemd worden. Een paar voorbeelden: Aanmerkingen rakende de genees en de heelkunst van G. Fabricius Hildanus (de Duitse Paré), 1656, voor f 2200,- (350-400), De mulierum organis generatione inservientibus tractatus novus van R. de Graaf, 1672, f 2600,- (700-800) en P.A. Verduins Verhandeling van een nieuwe manier om ledematen af te setten, 1697; misschien niet zo'n jolig onderwerp, maar wel een leuk boekje met z'n zeven suggestieve platen en ik was dan ook jaloers op de koper die het werkje voor f 2600,- (180-220!!) mee mocht nemen. En toen was het eindelijk pauze: op naar de roomboterallerhande!!
Verkwikt en gelaafd zagen we vervolgens dat plantenboeken hinderlijk duur beginnen te worden: Nederlandsche Flora en Pomona, 1876-'79, 2 dln. met de 81 kleurenlitho's naar Wendel, toch echt geen zeldzaam boek, f 2300,- (1200-1400), een los deel van Le Jardin Fleuriste, 1851, f 600,-; ook andere terreinen van de natuurlijke historie deden het goed; Afbeelding Der Marmor Soorten, het beroemde in 1776 bij Sepp uitgegeven boek over dit onderwerp, bracht behoorlijk incompleet toch f 6500,- op en een schitterend exemplaar van De vogels van Nederland door H. Schlegel, 1854-'58, 4 dln. met 362 kleurenlitho's f 3900,- (2200-2500).
De afdeling geschiedenis en topografie gaf het vertrouwde beeld: bescheiden prijzen voor de historie en meer enthousiasme voor de plaatsbeschrijving. Zo
| |
| |
gingen Les guerres de Nassau van Baudartius, 1616, met 154 gravures, voor f 3.000,- en de eerste druk van P. Bors grote geschiedwerk (zes delen folio met circa 200 gravures) voor f 4000,- naar mijn smaak goedkoop weg. Een matige Slichtenhorst: XIV boeken van de Gelderse geschiedenissen, 1654, met 46 platen, maar zonder de algemene kaart, was toch goed voor f 2600,- (1800-2200), terwijl een Tegenwoordige Staat, althans de 23 delen die de Verenigde Nederlanden betreffen, met f 9500,- onder de schatting in vertrouwde handen kwam. Een matig exemplaar van M. Smalleganges Nieuwe cronyk van Zeeland, 1696, (waarom meldde de catalogus ‘Fine Copy’?) ging toch voor f 5000,- naar een commissiegever (misschien verhinderd op de kijkdag?).
Verrassingen leverde het werk van J.J. Rousseau op. Zijn Discours sur l'origine et les fondemens de L'inégalité parmi les hommes, 1755, een vroege visie op een helaas nog steeds actuele zaak, bracht f 2300,- (400-500) op, terwijl de Principes du droit politique, 1762, de eerste druk (type B) van de ‘Contral social’ nogal voorzichtig getaxeerd bleek (800-1000) gezien de opbrengst van f 8000,-!
Bij het ‘moderne werk’ viel ook nog wel iets te noteren. Verzamelaars van boekenweekgeschenken gaan ook steeds dieper in de beurs tasten: voor een bijna complete set, 1930-'89, met alle toeters en bellen werd f 2600,- neergeteld. Een fraai geheel vormden de 10 delen Standpunten & Getuigenissen, 1931-'33, alle in 10 of 15 ex. op hand-made paper; die had ik graag willen hebben; de koper ook; hij betaalde wel f 1600,-. De Hofman-banden bleven, ondanks het feit dat een selectie eruit een schitterende ‘back cover’ van de catalogus opleverde, onverkocht. Beter verging het de MERZ-alleveringen van K. Schwitters e.a.: de acht nummers gingen elk tussen de f 1400,- en de f 4000,- voor het viervoudige van hun schatting van de hand. Ook Lissitzky's PROSPEKT des Pavillions der UdSSR auf der Presse-Ausstellung in Kòln, 1928, werd met f 1500,- (400-500) goed verkocht. Bij de Nederlandse letterkunde bleek een matig exemplaar van Eline Vere, de zeer zeldzame druk van 1889, toch f 750,- (200-240) waard.
De enige kleurenillustratie heeft zijn bruikbaarheid bewezen: de beide nummers waaruit een afbeelding gekozen was, werden redelijk goed verkocht; de 74 platen met hoeden ‘deden’ f 1200,- (350-400), terwijl de 24 dln. van Journal Des Demoiselles, 1849-1908, met 351 modeplaten f 3100,- (2000-2200) opbrachten. Misschien wel het meest curieuze nummer van de veiling was de grote collectie over het wel en wee van het Nederlands Voetbalelftal in de periode van 30 april 1905 (de eerste Nederlandse interland) tot 1 mei 1955; deze unieke collectie foto's, knipsels, toegangskaarten, programma's enz. werd gelukkig verkocht voor f 3800,-.
Toen ik tijdens het verlaten van het pand nog heimelijk even een blik op de groen-gedekte theetafels wierp, was de conclusie snel getrokken: geen krakeling meer te bekennen.
J.A. Borst
| |
Bubb Kuyper 8 en 9 mei
Wel een gedoe in het Hofje van Staats: een broeierige sfeer, t.v.-camera's op scherp, felle volgspots; ieder moment kan het show-orkest invallen en kunnen bij het crescendo van de muziek de lang-benige meisjes van het ballet het pand binnentrippelen... maar dat pakt wel even anders uit: op dat moment verschijnt Bubb Kuyper, andere benen, ander motoriek, andere bedoelingen.
De televisie wil er getuige van zijn hoe de collectie Stakenburg, een verzameling van manuscripten van de dichter Gerrit Achterberg (1905-1962), geveild zal worden. Veertig seconden later kunnen ze hun spullen weer inpakken, want de klus is geklaard: voor f 116.000,- is het ‘King medicinale pepermuntdoosje’ met de 300 blaadjes met 210 gedichten in handen van het Letterkundig Museum gekomen; en daar hoort het ook.
Geen gek begin voor een veiling die nog tot nummer 2366 zal duren (voor het gemak sla ik de 415 nrs. van de middagzitting maar over). Na deze openingsknal komt de collectie Hans Roest onder de hamer, moderne literatuur, veelal met opdrachten aan de verzamelaar. De prijzen zijn redelijk met enkele uitschieters: het handgeschreven gedicht Kus van G. Achterberg, f 800,- (dat betekent f 50,- per regel); van dezelfde dichter En Jezus schreef in 't zand, 1947, 1ste druk met een toegevoegd gedicht Avondmaal in handschrift f 1100,- (350-450), Gedichten van Hans Andreus, 1958, met uitvoerige opdracht, f 600,- (100), een handgeschreven brief van Bloem, f 600,- (200), idem van Bordewijk, f 600,- (200-300); relatief goedkoop leek mij Passé Défini van C. Buddingh, 24 blz. handschrift, waarvan in de oorlog een drukje in 20 ex. verscheen, f 850,-. Apart, maar niet echt goedkoop was het boekje van P. Kemp Garden 36, 22, 36 inches uit 1959, met uitvoerige opdracht, dat voor f 800,- (200) bij Reflex in goede handen is. Uit andere inzendingen valt een bijna complete set van uitgeverij AMO op; 84 delen in een zeer beperkte oplage blijven voor f 30.000,- onverkocht; eenzelfde lot treft een collectie eerste drukken van S. Vestdijk met veel extra's: niemand is bereid de bodemprijs van f 7000,- te betalen. De woensdagmiddag met zeer diverse rubrieken laat niet veel uitschieters zien, hoewel... drie boekjes over vioolbouw geschat op f 70-90,- brengen f 750,- op (catalogusnummer 1233) en ook de boeken van M. Hirschfeld over verschillende seksuele onderwerpen vinden belangstelling, met als opvallendste Die Transvestiten,
f 500,- (200).
De Nederlandsche Boomgaard van S. Berghuis, 1868, 2 dln. met 124 afbeeldingen, komt voor f 2200,- bij de Nederlandse handel. Moeizamer gaan de boeken over Haarlem, vele nummers gaan retour (die boeken kun je natuurlijk beter in Haarlem verkopen... maar wacht eens, waar zit ik hier eigenlijk?). Opmerkelijk mag ook de prijs voor een zestigtal foto's uit Ned. Indië omstreeks 1870 genoemd worden, bijna alle voorzien van het Woodbury & Page-stempel, f 5250,- (2000-2500).
De avondzitting kende weer de bekende drukte. Prenten stonden er op het programma. De grote pakken gingen zoals gewoonlijk voor goede prijzen weg,
| |
| |
maar opvallend waren de prijzen voor de kleine lotjes planten (wie is toch die commissie 56?), die meestal voor het dubbele van de schatting naar dezelfde commissiegever gingen. Het topografisch werk werd meestal dicht bij de schatting verkocht. Devotionalia wordt een rubriek om te onthouden, terwijl het met de posters op deze veiling sukkelen was. Welaan, tijd voor de echte boeken.
Ook bij dit onderdeel bleek Bubb weer mediagevoelig; dit keer geen televisie, maar nu de telefoon duidelijk in beeld. Als ik het allemaal goed heb begrepen, kunnen wij kopers binnenkort rustig thuis blijven en worden wij gebeld als de veilinghouder denkt dat het wel iets voor ons is! Hoe dan ook iemand/iets in Frankrijk moest telefonisch over de streep getrokken worden om een negentiende-eeuws manuscript dat er middeleeuws uitzag, maar het uiteraard niet was, voor f 38000,- te kopen; dit lukte.
Het uit het Engels vertaalde boekje van W. Bligh Verhaal van de muitery (...) Bounty, 1790, ging voor f 1100,- (200-300) naar Forum. Voor f 8000,- (3000-5000) verhuisde een zeer zeldzaam werkje van Calvijn Traitté des scandales, qui empeschent aujourd'huy etc. 1565, naar Dordrecht. Met f 800,- kwam een volksuitgave van Claes Compaan uit 1781, goed weg. Relatief goedkoop gingen de twee Coornhert-vertalingen in één band; een matig ex. van de Officia Ciceronis, 1561, en de zo mogelijk nog zeldzamere Deerste twaelf boecken Odyssee, dat is de dolinghe van Ulysse 1561; geen topexemplaren, maar dat is voor boeken van deze zeldzaamheid geen argument meer, nee, ik vond de te betalen f 4000,- zeer redelijk. Ook zeer smakelijk was van J. Fischart Binenkorb Des heyl. Röm. Imenschwarms, 1586!!, een zeer vroege vertaling van Marnix' Biencorf; de prijs? f 2700,- (700-900). Kwalitatief smullen was het met Deliciae naturae selectae, of uitgeleezen kabinet van natuurlyke zeldzaamheden, 1771, folio, fraaie band, schitterend geïllustreerd, maar wel f 16000,-.
Veel belangstelling gold A. Montanus' Gedenkwaerdige Gesantschappen der Oost-Indische Maetschappy in 't Vereenigde Nederland, aen de Kaisaren van Japan enz. 1669, incompleet, maar toch voor f 6000,- (1000-1500) naar het oosten van het land en waarschijnlijk daarna nog oostelijker. Klein leed: de verzamelaar van kinderboeken die het tegen de U.B. Nijmegen moet afleggen als het boekje Philosophie der tollen en ballen, 1768, van J. Newbery aan bod komt; de winnaar betaalt f 900,- (200-300). Eigen leed: het aardige boek van Plinius Secundus over oude filosofen en hun opvattingen over de natuur ± 1628, kwam voor f 1500,- (500-700) in verkeerde handen, bedoeld wordt: niet de mijne. C. Ripa's Iconologia, of uytbeeldingen des verstands, de eerste Ned. vertaling van 1644 met 196 houtsneden ging voor f 1700,- naar een commissie, terwijl dit keer de Zinne-poppen van Roemer Visscher onverkocht bleven; het kan niet altijd feest zijn.
Aardig vond ik het feit dat de rechterhand van Bubb, Jeffrey, de eerste golf betalingen regelde; heerlijk lijkt me dat: eventjes op de troon zitten; zo gaat dat bij kroonprinsen.
J.A. Borst
|
|