liturgische en stichtelijke werken gedrukt. Vooral van de laatste categorie, die door het intensieve gebruik aan forse slijtage onderhevig was, zijn slechts enkele exemplaren behouden gebleven. Van menige druk is slechts een fragment of helemaal niets meer over. Koning bood via de veiling van 1828
twee exemplaren van de
Devote oefeninghe aan. Zij staan als nr. 74 en nr. 75 op p. 32 in de catalogus. Het eerste ging voor
f 1,75 aan de Amsterdamse boekhandelaar Tetrode in de Kalverstraat, het tweede voor
f 3,25 aan de Amsterdamse boekhandelaar Roos. Te voren echter had de inzender het laatste blad uit een der boekjes verwijderd en bij zijn ‘handschrift’ gevoegd. Koning noteerde hierbij dat het boekje uit 179 bladen of 358 bladzijden bestaat en dat ‘Dit werkje is versierd met 8 stuks zeer goed getekende en gegraveerde houtsneêfiguren, van welke wij eene alhier laten volgen’. Deze houtsnede is blad 180! In het standaardwerk
Blad +164 (Stadsbibliotheek Haarlem) laatste blad van Devote oefeninghe.
Foto E.H. Kuhlmann, Haarlem.
over de in Nederland aanwezige incunabelen, IDL, worden in totaal
zes bekende exemplaren van deze incunabel opgesomd. Autopsie leerde dat zij allemaal aan het einde onvolledig zijn en dat het Haarlemse blad
+164 uit geen van deze exemplaren afkomstig is. Het exemplaar in de U.B. te Amsterdam mist mèt vijf andere bladen het laatste blad; dit is ook met de beide exemplaren in de K.B. te Den Haag het geval. Van de exemplaren in Nijmegen (Berchmanianum) en Luik (U.B.) ontbreken de laatste twaalf resp. vijftien bladen. Van drs. G. van Thienen kreeg ik de informatie dat de Universiteitsbibliotheek te Cambridge sinds 1977 ook een exemplaar van
Een devote oefeninghe bezit, geschonken uit de Broxbourne Library. Ook van dit exemplaar ontbreekt het laatste blad! Aan de hand van fotokopiëen en andere gegevens uit Cambridge kon worden vastgesteld, dat het Haarlems blad
+164 evenmin afkomstig is uit dit exemplaar in de Universiteitsbibliotheek Cambridge (sign. 3659.8). De (ongekleurde) houtsnede op dit unieke Haarlemse blad
+164 is een voorstelling van de Gekruisigde, Maria, Johannes en de Honderdman. Deze komt in het boekje driemaal voor: op de verso-zijde van de titel, aan het begin van de gebeden voor de
noon (de recto-zijde bevat het einde van de
sext) en als laatste blad. Dit laatste blad is verso blanco. Omdat bl. 179 v
o met het colofon eindigt, vermoedde geen der bezitters nog een bedrukt blad. Campbell noteerde bij zijn beschrijving van deze incunabel dan ook:
F. 180
blanc. De achterzijde van het Haarlemse blad vermeldt een (doorgehaalde) provenance-inscriptie: ‘Item dit boecht hoert toe (onleesbaar)
dochter’.
Een tweede unicum is het laatste blad van: Bonaventura: Boeck vanden vier oefeninghen
Leiden: Hugo Jansz. van Woerden, (ca. 1502?), 8o (NK 4129).
Van dit stichtelijke werkje zijn twee exemplaren bekend: één in de Bibliothèque Nationale te Parijs (sign.: Rés. D. 26416) en één in La Bibliotheca Apostolica Vaticana (sing.: IV. 19). Zoals zal blijken, is vast te stellen uit welk exemplaar Koning dit slotblad ‘verwijderde’. Het blad is recto blanco en is verso met een houtsnede bedrukt, die de devote ziel verbeeldt, toegesproken en onderricht door een als vorst geklede magister. Volgens Konings notities bevindt zich dezelfde houtsnede op de titelpagina met aan