Veilingen
Van Gendt, 7 maart
Voor de voorjaarsveiling autografen, brieven en boeken op 7 maart was een vrij talrijk publiek naar de Overtoom gekomen. Zoals ieder veilinghuis heeft ook dit Amsterdamse een eigen huisstijl, waartoe o.a. een marketentster-achtige activiteit behoort, die met name tijdens de ochtendzitting voor enige complicaties zorgde. In plaats van de ‘zoete melk met room’ uit het aloude kinderliedje stelde de directie daarop koffie ter beschikking, hetgeen de gemoederen deed bedaren. Over het lofwaardig streven van Van Gendt Book Auctions om een vaste sector manuscripten in de veilingcatalogi te realiseren werd reeds eerder gesproken. Ook nu werd de zitting hiermee geopend. Overigens werd dit principe niet consequent gehandhaafd, want ook in het verdere verloop van deze veiling ontmoette men manuscripten (bijv. kavel 429, 443 en 606). Menigeen was benieuwd wat een zesregelige uitnodiging, gedateerd 3 april 1819, geschreven en ondertekend door Johann Wolfgang von Goethe, zou ‘doen’. Op grond van opbrengsten van soortgelijke autografen van de ‘Olympiër van Weimar’ (bijv. Tenner, november 1981) was de taxatie f 4.000-6.000 absoluut reëel te noemen. De inzender had blijkbaar een optimistischer verwachting van de kooplust van kapitaalkrachtige geïnteresseerden: het bod van f 6.400 beantwoordde hieraan kennelijk niet. Wel verkocht werd een met de hand gecorrigeerde, getypte toespraak van Thomas Mann, die hij in 1930 voor de Rotaryclub in Den Haag hield. De acht kwartoblaadjes werden voor f 2.600 door een Duitse collectioneur verworven. Meer dan het drievoudige van de taxatie brachten zes door A. Roland Holst met de hand geschreven gedichten uit de jaren 1912-1916 op; zij gingen vergezeld van een met de hand geschreven briefje uit 1952. Een particulier betaalde er f 1.700 voor. Ook voor twee gedichten in handschrift van Slauerhoff bleek grote belangstelling
te bestaan: zij gingen voor f 1.100 over in het bezit van een Nederlandse handelaar (taxatie 300/350). Slauerhoff genoot ook in het verdere verloop van deze veiling belangstelling. Vijf eerste drukken die duidelijk waterschade vertoonden maar waar enkele met de hand geschreven notities en een opdracht van de auteur waren bijgevoegd, gingen voor f 1.200 over in particuliere handen; gezien de toestand van het geheel een mooie prijs, waartoe het feit dat Slauerhoff nu niet bepaald de gewoonte had zijn werken te signeren, wel zal hebben bijgedragen (taxatie 1.500/1.800). Tijdens de middagzitting kwam eerst een tachtigtal voor het merendeel fraaie drukken uit de negentiende eeuw ter tafel. Een specimen van de Art Nouveau in de boekkunst is de Nederlandse uitgave van W. Crane, Claims of decorative art, onder de titel Kunst en samenleving. Voor een fraai exemplaar van dit werk (nr. 333) werd door een commissiegever f 550 neergeteld (180/200). Meer dan het drievoudige van de taxatie (600/800) bracht een met zeer fraaie kleurenlitho's geïllustreerde beschrijving van het Russische schiereiland De Krim op. Dit uit 1856 (het laar van de beeindiging van de Krim-oorlog) daterende werk van Bossoli (nr. 337) ging voor f 2.600 naar Maarssen. Fraai was ook het Franstalige herbarium van Drapies (nr. 339), bestaande uit acht delen in zes banden, met 600 met de hand gekleurde afbeeldingen. De set werd door een in dit soort botanica en zoölogica gespecialiseerde Nederlandse firma voor f 13.500 (8/10.000) verworven. Dezelfde onderneming bemachtigde voor f 1.250 (500/600) een mooi geïllustreerd exemplaar over de jacht (La Chasse au fusil van Magné de Marolles) met het zeldzame supplement daarop. Van de drie atlassen van Blaeu (nrs. 485-487) bleef het deel over de Nederlanden van de Duitse editie in een nogal matige staat juist
onder de taxatie. De foliant werd voor f 11.500 aan een commissie toegeslagen. Een prachtig exemplaar van het Stedenboek, de twee delen in drie banden, haalde het niet. Ondanks het opmonterende ‘Bieden wij nog?’ dat de veilingmeester regelmatig door de hal liet klinken, een zinsconstructie die ik in mijn docentenjaren aanduidde met ‘Pluralis hospitalis’ (‘Opa, nu gaan wij lekker slapen’), kwam hij niet verder dan f 110.000 voor het monumentale werk. Dit was weliswaar tien procent boven de taxatie (80/100.000) maar blijkbaar minder dan de inzender zich had voorgesteld. De stedenatlas werd opgehouden en het publiek troostte zich met het vooruitzicht, dat men op een latere kijkdag nogmaals in dit prachtige werk zal kunnen bladeren. Dit zal hoogstwaarschijnlijk noch met de derde Blaeu-atlas (nr. 487, met de kaarten van Schotland en Ierland), noch met nr. 491, een goed exemplaar van de Ortelius-atlas, Antwerpen 1612, mogelijk zijn, want beide werden verkocht: Schotland ca. voor f 8.500 (6/8.000) en Ortelius' Theatro del Mondo voor f 95.000 (taxatie 80/100.000).
G.J. Jaspers