The New York Fine Print Fair
In het weekend van 10-12 oktober werd in het Sheraton Exhibition Centre in New York voor de derde keer de New York Fine Print Fair gehouden. Voor slechts drie dagen was de wat ongezellige ruimte omgetoverd tot een waar mekka voor de liefhebbers van grafiek van oude en modernere meesters.
Er zijn maar twee beurzen per jaar in de wereld, waar alleen maar prenten en tekeningen te vinden zijn; deze beurs in New York en de London Print Fair, die in het voorjaar wordt gehouden.
Dit jaar waren er 64 deelnemers, waarvan acht van buiten de Verenigde Staten. Uit Londen kwam een sterke delegatie bestaande uit Frederick Mulder, Chris Mendez, Andrew Edmunds, Garton and Cooke, Nicholas Richardson, en William Weston. Uit Canada Jan Johnson en uit Nederland Goltzius bv, waarvoor ondergetekende aanwezig was. Het oude Europa zorgde aldus voor een goede bijdrage in de vorm van oude grafiek, karikaturen, de specialiteit van Edmunds, en een prachtige collectie modernere Engelse prenten.
Bij de Amerikaanse handelaren was een sterk aanbod te vriden van prenten van Amerikaanse kunstenaars, waarvan in Europa nauwelijks werk voorhanden is. De tentoonstelling in het Rijksprentenkabinet een paar jaar terug daargelaten, wordt er ook te weinig aandacht aan besteed. Verder kon men er goede oude grafiek bewonderen. Van Dürer, Pencz, Aldegrever, Raimundi, Rosa, Piranesi en natuurlijk ook van Nederlanders als Goltzius, Saenredam en Van der Velde waren mooie prenten te zien bij Hill Stone, R.E. Lewis, Goodfriend en Paul Mc.Carron. Goodfriend had ook een schitterende collectie Buhot meegenomen, niet verwonderlijk, daar hij het supplement op de catalogus van Bourcard heeft gemaakt. Er waren overigens veel prenten van de grote Franse negentiende- en twintigste-eeuwse meesters te zien op de beurs.
Slechts enkele standhouders hadden ter gelegenheid van de beurs een speciale expositie gemaakt. Jeannot Barr, één van de organisatoren, had een interessante collectie prenten onder de titel Whistler and His Influence bijeengebracht.
De beurs was kwalitatief van hoog niveau, de prijzen sloten zich daar ondanks de gezakte dollar bij aan, hoewel er zoals altijd ook prenten voor zeer redelijke prijs te koop waren.
Beurzen van dit soort bestaan er pas een paar jaar. Het jonge bestaan van de New York Print Fair was misschien debet aan de op sommige punten falende organisatie ervan. Vorig jaar klapte een uur voor de opening een deel van de stands als een kaartenhuis inéén. Dit jaar was de opbouw van de stands nog in volle gang, toen de deelnemers arriveerden om te gaan inrichten. Het schilderen duurde, met het door de vakbond verplichte uur lunchpauze nog tot twee uur, terwijl de voorbezichtiging om vier uur begon. Eén stand bleef zelfs geheel ongeschilderd. Het weekend, lang van te voren uitgezocht, viel helaas precies op Yom Kippur, een belangrijke Joodse feestdag, en de maandag aansluitend was het Columbusday, een nationale feestdag. Eén en ander maakte dat zelfs fanatieke prentliefhebbers er na enige druk van hun familie de voorkeur aan gaven om dit extra lange weekend in hun buitenhuis of anderszins door te brengen. Hierdoor hebben ze wel een beurs van hoog niveau gemist, waar prenten en ook tekeningen te zien en te koop waren vanaf de vroege zestiende eeuw tot heden.
Erik Ariens Kappers