Berichten
The Illustrated Bartsch voor Teylers Museum
Op 12 november 1985 werd tijdens een informele bijeenkomst in Teylers Museum een belangrijk geschenk van The Netherlands-American Amity Trust aan de Kunstverzameling van Teyler overgedragen: de door Arabis Books Inc. te New York uitgegeven geïllustreerde editie van Le Peintre Graveur door Adam von Bartsch.
Dit levenswerk van Bartsch, conservator van het Weense Keizerlijke prentenkabinet, verscheen tussen 1803 en 1821 in éénentwintig delen. Alle hem bekende prenten van een groot aantal Italiaanse, Duitse en Nederlandse meesters werden er in beschreven. Sinds 1821 werd het werk van Bartsch gecorrigeerd en uitgebreid, maar het is nog steeds een van de standaardwerken bij ieder onderzoek naar het grafisch werk van oude meesters.
In de laatste decennia werd als een der bezwaren gevoeld, dat het werk van Bartsch slechts uit beschrijvende tekst bestond, omdat conservatoren en verzamelaars steeds meer gewend raakten aan illustraties. Arabis Books te New York begon daarom enkele jaren geleden onder de krachtige leiding van W.L. Strauss met de uitgave van een geïllustreerde Bartsch. Tot dusver verschenen daarvan een zestigtal monumentale delen; er zullen er nog zo'n tachtig volgen. Het plan bestaat om in de nog te publiceren delen met commentaar ook alle aanvullingen op Bartsch, geïllustreerd, op te nemen. In hoeverre daardoor andere oeuvre-catalogi overbodig worden, is nog niet geheel duidelijk. Wel duidelijk is dat het werk reeds thans een belangrijk hulpmiddel is bij het beschrijven van prenten van de hand van de door Bartsch behandelde kunstenaars.
Drs. C. van Tuyll van Serooskerken, conservator van de kunstverzamelingen van Teyler, memoreerde in zijn dankwoord dat de drie opvolgende jaren 1776, 1777 en 1778 van groot belang waren voor deze gebeurtenis. Immers zonder de Declaration of Independance in 1776 was er geen Netherlands-American Amity Trust geweest. Zonder de aanstelling in 1777 door de Keizer van Oostenrijk van Adam von Bartsch tot conservator, was er geen ‘Bartsch’ geweest en zonder de stichting van Pieter Teyler van der Hulst in 1778 was er geen Teylers Museum geweest. De eigen verzamelingen van deze Pieter Teyler van der Hulst waren vermoedelijk niet erg indrukwekkend, maar na de aanstelling in 1785 van de kunstschilder Wybrand Hendriks als conservator, werd het snel anders. Heel belangrijk was de aankoop in 1790, via de in Rome verblijvende Haarlemmer Lestevenon, van een groot deel van de collecties van de in 1689 overleden Koningin Christina van Zweden. Een vreemde aankoop overigens: voor een groot bedrag (f 10.000,-) kocht men een ongenoemd aantal tekeningen en prenten van niet nader genoemde meesters, waaronder veel Italiaanse tekeningen, die in die tijd in Nederland weinig in trek waren. Uit zijn correspondentie met directeuren van Teyler blijkt dat Lestevenon er zelf ook weinig in zag. Waarschijnlijk, aldus Van Tuyll, kocht men het geheel uitsluitend met het argument ‘het is duur, dus het zal wel goed zijn’! De geschiedenis heeft geleerd dat het inderdaad goed was en mede dankzij deze aankoop bezit Teylers Museum een belangrijk aantal bladen van Rembrandt, Michelangelo en andere door Bartsch beschreven meesters. Al deze prenten zijn thans in Strauss' uitgave afgebeeld.
A.G. van der Steur
Johann Adam von Bartsch (1757-1821) door G. Leybold.
Rijksprentenkabinet, Amsterdam.