| |
| |
| |
Veilingen
Prent- en tekeningenveilingen
De prentveilingen bij Van Stockum (4 december, 488 kavels) en Van Gendt (11-12 december, 837 kavels) brachten weer de traditionele mengeling van veel rijp en groen. Voor een scherp oog schuilt daar altijd wel een aardige ontdekking.
Bij Van Stockum was de toeloop, zowel op de kijkdag als op de veiling, beduidend groter dan verwacht. Veruit het grootste gedeelte van het aanbod overschreed de taxaties en slechts weinig bleef onverkocht. Bij de tekeningen haalde het topstuk, een vriendschapsportret door Oscar Kokoschka, precies de verwachting: f 5.000,-. Een voorspelbare uitschieter was een scheepsportret, omschreven als stijl van J. Spin; de taxatie van f 400,- zal bij enkelen een onrustige nacht hebben veroorzaakt. De tekening, die overigens gesigneerd was door de Amsterdammer D.A. Teupken, werd voor f 2.900,- verkocht aan een verzamelaar. Het Museum van Oudheden te Leiden kocht 26 Egyptische scènes door W. de Famars Testas (f 1.700,-). De reeks zal daar over enige tijd deel uitmaken van een tentoonstelling over deze negentiende-eeuwse oriëntalist. Uitschieters waren verder: een ochtendstemming bij Brederode door P. Gabriël f 925,- (schatting f 150,-) en een pastel door P. Arntzenius, met 13 andere verkocht voor f 1.300,- (schatting f 180,-). De belangstelling voor de werken van Ch. Rochussen viel wat tegen. Opvallend was het lot van een groep tekeningen door A.J. Terwen, de zoon van J.L. van ‘Het Koningrijk der Nederlanden’. De collectie, vergezeld van een interessant document over zijn leertijd als staalgraveur te Darmstadt, vond vorig jaar voor f 11.000,- geen koper. Het geheel was nu verdeeld over 7 kavels en bracht iets meer dan dat bedrag op. De rubriek moderne grafiek was goeddeels afkomstig uit twee kunstenaarsnalatenschappen. De ruime kavels herbergden zo enig werk met opdrachten van collega's: Cantré, Molkenboer, Tholen en Zilcken. De absolute uitschieter van de veiling was Eschers 389 centimeter lange ‘Metamorphose’. De houtsnede in drie
kleuren deed f 23.000,- (schatting f 6.000,-). Dat ook in het Escher-spektakel kwaliteit blijft tellen, bewees een niet eigenhandig gesigneerde topografische litho uit het bezit van de kunstenaar R. van den Berg: opbrengst f 2.000,- bij een schatting van f 3.000,-.
Bij de topografie behaalden de opticaprenten in een goede staat prijzen die enkele jaren geleden alleen voor Duitsland mogelijk geacht werden: 2 × Dordrecht f 675,- (schatting f 150,-), 4 × New York f 975,- (schatting f 300,-), 3 × Padua f 400,- (schatting f 140,-), 3 × Brescia f 450,- (schatting f 150,-), 2 × Boston f 350,- (schatting f 200,-), etc. Een album met circa 980 topografische prenten, uit voornamelijk Nederlandse gezichten samengesteld in de tijd dat het nog allemaal kon, werd door de topografische kongsi aangekocht voor f 8.500,- (schatting f 10.000,-). Voor de merkwaardige, maar recente, collectie erotica kon voor f 6.000,- geen aspirant gevonden worden en dat was eigenlijk wel in verhouding met de taxatie van f 2.500,- voor het complete archief van de historische firma Pander zoals dat in de boekveiling een dag later onder de hamer kwam. De 180 fotoalbums en opdrachtboeken werden voor f 11.000,- ten koste van het Haagse Gemeentearchief ‘weggekaapt’ door een Amsterdamse handelaar, die verwacht op de internationale markt een koper voor het geheel te vinden.
Van Gendt viel vooral op door een uitgebreide verzameling grafiek uit de zestiende en zeventiende eeuw. Het grootste gedeelte was afkomstig uit het bezit van de Arnhemse arts W. van Dalfsen, wiens oude tekeningen een maand eerder bij Sotheby's verkocht werden. De ouderwets goede veiling bevatte daarmee veel schaarse prenten, hetgeen in de opbrengst van het geheel tot uiting kwam. Omdat de taxaties voor het tweede garnituur en mindere exemplaren nogal gepeperd waren, bleef toch ook een en ander onder de laagste schatting of onverkocht. De buitenlandse handel roerde zich en dat resulteerde onder andere in f 2.900,- voor een clair-obscur uit 1566, toegeschreven aan Boldrini (schatting f 500,-); f 3.200,- voor twee gravures door Prevost naar Caravaggio (schatting f 600,-); f 3.600,- voor een kleine, smal afgeknipte gravure door Allart Claesz (schatting f 600,-); f 4.000,- voor ‘De tovenaar’, een clair-obscur door H. Goltzius (schatting eveneens f 4.000,-); f 3.200,- voor de tweede en definitieve staat van Lastmans ‘Judith en Tamar’ (schatting f 1.500,-). De grote twaalf maanden-reeks van Van de Velde daarentegen, bracht bij een schatting van f 10/15.000,- niet meer dan f 5.000,- op. Deze tegenvaller werd gecompenseerd door de opbrengst van zestien van de negentien in kleuren gedrukte en zeer zeldzame Rijngezichten door Jan van Call. De reeks verhuisde voor f 13.000,- (schatting f 3.500,-) naar het Nijmeegse museum de Commanderie van St. Jan.
De negentiende-eeuwse Franse grafiek zorgde voor twee uitschieters met het portret van de verzamelaar-literator Edmond de Goncourt door Bracquemond in de laatste staat van acht (f 2.200,-, schatting f 600,-) en Odilon Redons ‘Profil de Lumière’ (f 22.000,-, schatting f 7.000,-). Ook de tekeningen herbergden enkele verrassingen, met name nr. 734 bestaande uit elf voornamelijk negentiende-eeuwse tekeningen, waartussen een stilleven van C. Saftleven (1607-1681) de aandacht van twee bieders had getrokken met als resultaat f 3.600,- (schatting f 250,-).
| |
| |
Voor de lezers van dit blad is het misschien interessant te weten dat het in de catalogus afgebeelde portret door Rienk Jelgerhuis de Arnhemse boekdrukker/verkoper Jan Troost (1766-1842) en zijn familie tot onderwerp heeft (f 1.600,-).
Het was echter niet het oude papier maar de recent aangeboorde schilderijenmarkt, die het veilinghuis de hoogste opbrengsten bezorgde. Het gezicht op de St. Bavo te Haarlem door Berckheyde bracht met f 140.000,- bijna de dubbele taxatie op. Een zeventiende-eeuws stilleven met roemer, haring, blaker en wat daar zoal meer bij komt kijken, deed f 52.000,- tegen een schatting van 20/30.000,-, en een zeventiende-eeuws Van Goyen-achtig riviergezicht bracht f 30.000,- op (schatting f 20/40.000,-).
Tot slot nog een enkel woord over de november-veiling van Paul Brandt. Hier kwamen onder meer werken uit de ateliernalatenschap van Charley Toorop onder de hamer. Behalve enige schilderijen werden er tekeningen en prenten van Charley en van haar vader Jan Toorop geveild. Een portret van Annie Hall uit Toorops Nijmeegse periode (nr. 125) ging voor f 3.200,- naar het zeer actieve museum de Commanderie van St. Jan. De eerste staat van het portret van Stefan George (nr. 126), dat in de catalogus als een roodkrijt tekening van Jan Toorop stond vermeld, werd, nadat Paul Brandt jr. de beschrijving ter veiling had gecorrigeerd, voor slechts f 320,- aan het Rijksprentenkabinet toegeslagen. De tekeningen van Charley (nrs. 122 en 123) brachten resp. f 4.800,- en f 2.200,- op. De zes getekende illustraties bij een sprookje van H.C. Andersen (in de catalogus onder nr. 123 per abuis als vijf tekeningen beschreven) waren de samenstellers van de oeuvre-catalogus van Charley Toorop alleen in reproductie bekend.
R.J.A. te Rijdt
| |
Oude tekeningen geveild te Amsterdam
Op 18 november 1985 vond te Amsterdam zowel bij Sotheby's als bij Christie's de befaamde jaarlijkse veiling van oude tekeningen plaats. Aangezien beide firma's de goede Hollandse tekeningen een jaar lang bijeengaren voor deze ene dag in november, mocht men wel iets spectaculairs verwachten. Bij Christie's, 's ochtends, viel dat enigszins tegen. De kwaliteit was redelijk tot goed, maar er waren weinig werkelijke uitschieters. Gewone verzamelaars konden er heel redelijk terecht, ondanks de aanwezigheid van veel belangrijke buitenlandse kunsthandelaren. Veel nummers bleven onder de duizend gulden. Hiervoor gold echter dikwijls: 't is niet veel geld, maar je hebt er ook weinig voor.
Zodra er werkelijk goede kwaliteit aan bod kwam, vlogen de prijzen echter omhoog. Direct in het begin al steeg een mooie anonieme zestiende-eeuwse Vlaamse tekening met studies van vrouwenhoofden van f 6.000,- naar f 32.000,- (taxatie: 7.000/9.000,-). De daarop volgende zestiende-eeuwse tekening had die kwaliteit blijkbaar niet: hij kwam niet verder dan f 450,-. Weer twee nummers verder steeg een ‘kwarteljacht’ van Stradanus van f 8.000,- naar f 70.000,- (taxatie: 9.000/13.000,-). Een ‘naakt paar in een landschap’ door Jan Muller bereikte zelfs f 140.000,-, waarschijnlijk een record voor deze meester. Koper was een Londense kunsthandel. Twee interessante tekeningen van David Bailly verwisselden van eigenaar voor f 75.000,- (taxatie: 18.000/26.000,-) en f 50.000,- (taxatie: 9.000/13.000,-). Bepaald opvallend was een groep gevoelige landschapstekeningen van de volslagen onbekende ‘de Vries van Leeuwarden’. Ze deden sterk denken aan het werk van de Friese schilder Mancadam en er zat een zeker gokelement in. De eerste was, zoals wel meer gebeurt, de goedkoopste voor f 3.200,-. Daarna durfden anderen ook te bieden en de volgende nummers noteerden f 6.500,-, f 8.000,- en f 7.000,-. Een aardige Van Goyen bracht f 12.000,- op. Bij een groep tekeningen die eveneens aan Van Goyen werd toegeschreven, maar waarvan de kwaliteit veel lager lag, varieerden de opbrengsten van f 1.900,- tot f 4.200,-.
De enige echte Rembrandt kwam niet verder dan f 85.000,- (taxatie: 130.000/180.000,-). De oorzaak voor die lage opbrengst moet waarschijnlijk gezocht worden in de nogal pittige grijze toon die er later door een ander met de penseel aan was toegevoegd.
Een opvallende groep aquarellen van tulpen deed het uitstekend. De prijzen lagen tussen f 9.000,- en f 34.000,- per lot van vier bladen. Andere bloemen uit dezelfde collectie waren minder in trek. Een fraaie pioen groeide slechts tot f 1.400,-. Waarom is een tulp mooier dan een pioen? Merkwaardig genoeg wist men bij Christie's blijkbaar niet wat beter was: veilen in Amsterdam of in de Verenigde Staten. Op 14 januari 1986 werden nog eens tweeënvijftig vergelijkbare bladen op het New Yorkse adres geveild. Ze waren uit hetzelfde album afkomstig als de Amsterdamse. Bij het ter perse gaan van dit artikel waren de opbrengsten nog niet bekend en we moeten volstaan met het vermelden van de taxatieprijzen. Bij de tulpen was dat $3.000/5.000, terwijl een dubbele hyacinth slechts op $350/500 werd geschat.
Tot slot was er een aardige collectie Goll van Franckenstein-tekeningen, die goed in de markt lagen. Het Amsterdamse Gemeentearchief wist er twee te verwerven (nrs. 165 en 174). Dezelfde instelling slaagde er bovendien in Adolf van der Laans ontwerptekening (nr. 114) voor het rechter blad van de prent ‘Gezicht op de Korenmarkt te Amsterdam’ aan te kopen.
's Avonds werden de tekeningen bij Sotheby's geveild, Hier waren wel degelijk uitschieters bij. Het succes van de Goltzius-tekening van 1984 (f 620.000,-) kreeg een herhaling met de weliswaar kleinere, maar intiemere ‘Venus, Adonis en Cupido’. Na een inzet op f 80.000,- liep hij in sneltreinvaart op tot f 900.000,- (+ 16% veilingkosten). Een Engelse privé-verzamelaar wreef zich vergenoegd in de handen. Deze keer was het hem gelukt. Blijkbaar zijn er toch nog particuliere verzamelaars, die het rijke Getty-museum in Malibu eruit kunnen bieden. Het aardige is dat zoiets dan in Amsterdam gebeurt. De opbrengsten lagen gemiddeld iets hoger dan in de ochtendveiling, maar de tekeningen waren over het algemeen ook belangrijker. Een aantrekkelijke groep, afkomstig uit de nalatenschap van de Blokzijlse huisarts Van Dalfsen, deed het uitstekend. Daarbij was een ‘eenhoorn’, geaquarel- | |
| |
leerd door Pieter Holsteyn, die het record voor deze tekenaar op f 22.000,- bracht. En dan te weten dat de vorige eigenaar hem jaren geleden aankocht voor f 200,-!
Met spijt in het hart zag de stad Weesp een van de belangrijkste gezichten op de stad, getekend door Simon de Vlieger voor f 98.000,- naar Boston verhuizen. Koper was de actieve verzamelaar Abrams. Na afloop toonde hij desgevraagd wel enig begrip voor Weesp, maar hij concludeerde toch: ‘dan hadden ze maar meer moeten bieden’.
Zoals te verwachten viel, werd een groot deel van de aangeboden tekeningen verworven door de buitenlandse kunsthandel. De indruk bestaat dat de ‘Nederlandse verzamelaar’ nog een beetje z'n kansen laat liggen en dat is jammer.
Th. Laurentius
| |
Veilingen in Brussel: Moorthamers en Simonson
Moorthamers' auctie van 12 oktober bood voor elk wat wils. Feeststukken vormden het dossier Eugène Ysaye, Belgisch componist en violist, dat 250.000 bf opbracht, Florentinus' Summa Teologia, Nürnberg, Anton Koberger, 1486-1487, 2 vol. in-fo, blindgestempeld kalfsleer op houten borden, drie versierde grote initialen, lombarden in rood en blauw, gerubriceerd, geen schutbladen, dat 190.000 bf vroeg, Die exellente cronike van Vlaenderen, Antwerpen, Vorsterman, 1531, fo, blindgestempelde kalfsleren band uit de tijd met twee messing sloten, dat 250.000 bf versierde en de Description générale et particulière de la France, Paris, Ph.-D. Pierres, 1781-1800, 6 vol. in-fo, kalfsleren banden van Bozérian jeune, dat 590.000 bf kreeg.
Dodoens' Cruydt-Boeck, Leyden, Van Ravelingen, 1608, fo, moderne perkamenten band, waarvan een paar bladen in fotocopie en De Lobels Krudtboeck, Antwerpen, Plantin, 1581, fo, eigentijdse velijnen band, titel ontbrak, plukten respectievelijk 40.000 en 100.000 bf Voor Den onverwachten val van het nieuw-ghereformeerd Babylon door Arnhoudt van Geluwe, onghestudeerden Vlaemschen Boer van Hardoye, Antwerpen, Weduwe en erven van Jan Cnobbaert, 1656, kl. 4o, velijnen band uit de tijd met op de platten het vergulde wapen van Filips de Schone, met platen, exemplaar van Dansaert, die het vermeldt in zijn Armorial Belge du Bibliophile, diende je 20.000 bf neer te tellen. De Groots Nederlantsche Jaerboeken en Historiën, Amsterdam, Wwe J. van Sommeren, 1681, fo, blindgestempelde perkamenten band uit de tijd, zonder het auteursportret, maar met 46 andere illustraties kon je voor een gunstige 20.000 bf verwerven. Minder favorabele kopen waren: Baldaeus' Nauwkeurige Beschryvinghe van Malabar en Choromandel, Amsterdam, Jansonius van Waasberghe, 1672, fo, vergulde kalfsleren band uit de tijd, met slechts 35 van de 37 illustraties voor 30.000 bf, De Bruyns Reizen door de vermaardste deelen van Klein Asia, Delft, Henrik van Krooneveld, 1698, fo, verguld gemarmerd kalfsleer, compleet met frontispice, auteursportret, uitslaande kaart en 102 platen, maar lelijk gebruind, voor 45.000 bf en een evenzeer gebruind exemplaar van Nieuhofs Gezantschap der Nederlandsche Oost-Indische Compagnie aan den Grooten Tartarischen Cham, Amsterdam, Jacob van Meurs, 1665, fo, blindgestempelde
perkamenten band uit de tijd, volledig met 34 platen - de Paolinxci-pagode, staat in de tekst -, voor 35.000 bf. Een mooi exemplaar daarentegen van Vredius' Sigilla Comitum Flandriae, Brugis Flandorum, Kerchovium, 1639, fo, met de kaart, samengebonden in perkamenten band uit de tijd met Historia Flandriae Christianae, Amsteldaemi Waesbergios, 1686, wist slechts 10.000 bf op te halen. Ook het deel Frankrijk van de Groten Atlas van Blaeu, Amsterdam, (1654), fo, contemporaine perkamenten band, Nederlandse tekst, 64 van de 66 kaarten, ongekleurd, zonder titelblad, was met 60.000 bf goedkoop.
De drie mooie vergulde kalfsleren folianten van Le Roys Le Grand Théâtre Sacré de Brabant, La Haye, Gerard Block, 1734, overvloedig geïllustreerd, werden voor 100.000 bf toegewezen en Le grand théâtre profane du Duché de Brabant, La Haye, Chrétien Van Lom, 1730, gr. fo, verguld kalfsleer, met 195 buitentekstplaten, voor 60.000 bf, terwijl men eerder de prijzen andersom had verwacht. Barbaults Les plus beaux édifices de Rome moderne, en Les plus beaux monuments de Rome ancienne, Rome, Komarek, respectievelijk 1763 en 1761, gr. fo, uniforme vergulde gemarmerde kalfsleren banden uit de tijd, met 172 platen, vermag de koper dagelijks te bewonderen voor 120.000 bf Flandria Illustrata van Sanderus, Hagae Comitatum, Christian Van Lom, 1732, fo, drie contemporaine blindgestempelde perkamenten banden, iets gebruind, werd voor 210.000 bf geruild. Voor Alciatus' Emblemata-boek, Antverpiae, Ex off. Chr. Plantini, 1581, 8o, perkamenten band uit de tijd, bood men 33.000 bf Door middel van dezelfde 33.000 bf kon men zijn bibliotheek opluisteren met een werk dat doorgaat voor een van de fijnst geïllustreerde van de achttiende eeuw, namelijk Les métamorphoses d'Ovide, Paris, Leclerc, 1767-1771, 4 vol. in-4o, vergulde gemarmerde kalfsleren banden. Een Bazelse post-incunabel uit 1510, met houtsneden van Urs Graf, nieuw ingebonden in een zeventiende-eeuwse perkamenten band, versierde initialen, met een blad in fotocopie, wisselde voor een niet onaardige 130.000 bf van bibliofiele eigenaar.
Voor de liefhebbers van moderne boeken had op 23 november een niet te missen veiling van Boekhandel Simonson plaats. De topwerken konden bogen op dito prijzen. La Fontaines Fables, Paris, Terquem, 1928, 2 vol. in-4o, versierde blauwe marokijnen band van G. de Léotard, één van de 87 exemplaren, met naast de 238 etsen van G. Bofa een suite van de proeven met remarques, en daarenboven de 50 geweigerde etsen met remarques gedrukt in sanguine en een suite van de vignetten, zorgden voor sfeer met 550.000 bf. Bofa had klaarblijkelijk zijn fans aangetrokken: 70.000 bf voor Mac Orlans A l'hôpital Marie Madeleine, Paris, Edit. Les Amis de Nandette, 1928, 8o, beige marokijnband met mozaïekversiering van A.J. Gonon, één van de vijf op keizerlijk Japans, met drie suites, een originele ets en een tekening van G. Bofa, alsook een extra
| |
| |
potloodtekening die Mac Orlan uitbeeldt. De eerste druk van de originele editie van Prousts Du côté de chez Swann, Paris, Grasset, 1914, 12o, grijze marokijnband van Semet en Plumelle mocht tevreden zijn met 120.000 bf. Th. Gautiers La Chaîne d'or, Paris, A. Ferroud, 1896, 8o, versierde marokijnband van Joly fils, gedrukt in 200 exemplaren, kleurillustraties van G. Rochegrosse in tekst, met een suite in zwart, en Le Roman de la Momie, Paris, Carteret, 1901, 8o, groene marokijnband van R. Kieffer, spiegel ofte doublure versierd met mozaïek, één van 70 exemplaren op Japans, twee staten van de illustraties van A. Lunois gegraveerd door L. Boisson, gesigneerde aquarel op de Franse titel, werden respectievelijk voor 75.000 bf en 55.000 bf verhandeld. Een volle prijs ook voor Monsieur de Camors van O. Feuillet, Paris, Quantin, 1885, klein 4o, versierde groene marokijnband van Marius Michel, één van de 100 exemplaren op Japans, met dubbele suite van de etsen van S. Rejchan, gesigneerde brief van de auteur ingebonden en voor L'Honorable partie de campagne, Paris, NRF, 1927, 8o, groene halfmarokijnband, één van de 320 op Arches, 29 gekleurde etsen door Foujita, die beide 60.000 bf lieten noteren.
480.000 bf werd royaal gegeven aan hét nummer van de veiling: een velijnen chemise in-folio, in zuiver Jugendstil-ontwerp van Henry van de Velde, met op het voorplat het vergulde wapen met mozaïekversiering van de Onafhankelijke Congostaat, zesde teruggevonden Van de Velde-band, en gemaakt voor baron Ed. van Eetvelde. Bij de Moorthamers-veiling van oktober dook het ex-libris Wittock opvallend veel op, zodat men misschien mag aannemen dat de kas gespijsd werd om de Bibliotheca Wittockiana met een belangrijk werk te verrijken. De band kan zich alleszins geen beter thuis wensen. Nog een unicum was Ch. de Costers Blanche, Claire et Candide, Légende flamande, Bruxelles, 1889, door A. Lynen gecalligrafeerd en verlucht manuscript van 22 bladzijden gemaroufleerd op karton, 4o, bruine segrijnen band met mozaïekversiering naar een ontwerp van Henri Ottevaere en uitgevoerd door Louis Jacobs: 240.000 bf. Een ander door A. Lynen gecalligrafeerd manuscript La Légende de Liefkenshoeck, 26 bladen in-4o, 1922, met 31 originele aquarellen kreeg 90.000 bf los.
Ensor figureerde eveneens op de veiling. Hem was een hoofdrol toebedeeld: zijn Péchés capitaux, zeven etsen van de hoofdzonden - jammer dat er niet meer bestaan - en een frontispice, 1904, fo, proeven op Japans gekleefd op Hollands velijn, gesigneerd in de plaat en tegengetekend met potlood, gehoogd met aquarel en gouache, verleidden tot 1.450.000 bf. Durers Bewening van Christus, houtsnede uit de Grote Passie, 1511, tekst op verso, wat lichte vlekken, was minder zondig, dus minder duur: 67.000 bf Verschillende burijngravures door Frans Huys naar Bruegel, schepen voorstellend, voeren uit de veilingszaal voor 32.000 à 45.000 bf De Charitas-gravure, toegeschreven aan Ph. Galle, mocht je voor een goedertieren 42.000 bf inpakken. Ongeveer die prijs was ook een maand vroeger bij Moorthamers betaald voor de Rechtvaardigheid (40.000 bf) en het Geloof (45.000 bf). Zouden Bruegels Zeven Hoofdzonden met die van Ensor kunnen wedijveren?
Marc Cappaert
|
|