De Boekenwereld. Jaargang 2

[p. 70]

Agenda

Tentoonstellingen.

Jacques De Gheyn II als tekenaar

Van 14 december tot 9 februari aanstaande is in Boymans van Beuningen een tentoonstelling van ongeveer 100 tekeningen van Jacques de Gheyn ii (1565-1629) te zien. In een aangrenzende zaal wordt een aanvallende tentoonstelling van het prentwerk van De Gheyn gehouden, samengesteld uit het eigen bezit van het museum.

Bij de hoofd-tentoonstelling verschijnt een catalogus van de hand van A.W.F.M. Meij en J.A. Poot, waarin onder andere bijdragen van E.K.J. Reznicek over De Gheyn en Goltzius en van dr P. Smit over de diertekeningen van De Gheyn. Uiteraard is het boek vooral gebaseerd op het grote werk van J.Q. van Regteren Altena, Jacques de Gheyn three generations 3 dln (Den Haag etc. 1983); hierop worden echter enkele interessante aanvullingen gegeven.

De prenten-expositie wordt door een vouwblad begeleid.

De catalogus, als de tentoonstelling Jacques de Gheyn II als tekenaar getiteld, zal ca. f 25,- gaan kosten.
adres: Mathenesserlaan 18-20, Rotterdam
geopend: dinsdag tot en met zaterdag 10.00-17.00 uur, zondag 11.00-17.00 uur.

Honderd jaar private presses

In het Haagse museum Meermanno Westreenianum/ Museum van het Boek zal van eind november tot maart volgend jaar een selectie te zien zijn van bibliofiele boeken uit eigen bezit. De tentoonstelling loopt van William Morris tot heden.

adres: Prinsessegracht 30, Den Haag.
geopend: maandag tot en met zaterdag 13.00-17.00 uur; zon- en feestdagen gesloten.

Victor de Stuers ‘referendaris zonder vrees of blaam’

In de tentoonstellingsruimten van het Algemeen Rijksarchief en de Koninklijke Bibliotheek wordt van 13 november tot en met 10 januari 1986 een expositie gehouden over de man, die belangrijk is geweest voor het kunstbeleid van Nederland.

Victor de Stuers, die de eerste referendaris van de afdeling Kunsten en Wetenschappen was, heeft een grote invloed gehad op het Nederlandse kunstbeleid. Aan hem is het te danken, dat de toenmalige regering wat betreft monumentenzorg, kunst- en museumbeleid uit een diepe slaap werd wakker geschud en zich niet langer meer kon verschuilen achter het excuus, dat kunst ‘geene zaak van de Regeering’ was. Het is ook De Stuers geweest, die het archiefwezen in ons land organiseerde in de vorm die het nu nog heeft. Tevens bracht hij door zijn veelzijdige bemoeienissen met de Koninklijke Bibliotheek deze instelling tot grote ontplooiing.

Maar ook worden zijn activiteiten met betrekking tot o.a. de Rijksmusea, monumentenzorg, het teken- en kunstonderwijs behandeld.

De tentoonstelling is een ‘co-productie’ van het Algemeen Rijksarchief en de Koninklijke Bibliotheek. Het bronnenmateriaal, boeken, prenten en brochures worden als één geheel in beide expositieruimten getoond en aldus wordt een levendig beeld opgeroepen van de activiteiten van Victor de Stuers.

Bij de tenstoonstelling verschijnt een catalogus.

adres: Prins Willem Alexanderhof 5, Den Haag.
geopend: maandag tot en met zaterdag, 9.00-17.00 uur.

Amsterdam van binnen en van buiten

Dit jaar wordt uitgebreid aandacht besteed aan het Rijksmuseumgebouw dat honderd jaar bestaat. Het museum dat in 1885 aan de rand van Amsterdam verrees, werd wel beschouwd als een soort poort naar de oude stad. Het Rijksprentenkabinet wil dit jaar wat uitgebreider stilstaan bij de beroemde maar ook bij de minder bekende plekjes van de hoofdstad en laat daarom van 5 oktober 1985 tot en met 12 januari 1986 een tentoonstelling zien van prenten en tekeningen uit het eigen bezit, onder de titel ‘Amsterdam van binnen en van buiten’.

De tentoonstelling beoogt een globaal overzicht te geven van wat zowel binnen als buiten de vestingwallen aanwezig is in de verzameling van het Rijksprentenkabinet. Ook van interieurs of ontwerpen daarvoor zijn enkele voorbeelden opgenomen.

In grote lijnen wordt de ontwikkeling van het getekende en in prent gebrachte Amsterdamse stadsgezicht in chronologische volgorde getoond, te beginnen bij de reusachtige volgelvluchtkaart van Cornelis Anthonisz, uit 1544 en eindigend met werken van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Amsterdamse School zoals George Hendrik Breitner, Isaac Israels en Willen Witsen.

Op de tentoonstelling is een grote verscheidenheid aan prenten en tekeningen te zien. Zo hangen er de soms twee meter brede stadsprofielen uit het begin van de zeventiende eeuw, maar ook de fijn geëtste havengezichtjes van Reinier Nooms. Op het gebied van de tekeningen zijn er pronkstukken van Rembrandt, Ruisdael en Van Goyen, terwijl de grote kapitale bladen van Roghman, De la Tombe, Waterloo en Beerstraten evenmin ontbreken. De achttiende-eeuwse kunstenaars die hebben meegewerkt aan de beroemde Atlas van Amsterdam van Pierre Fouquet zijn met verschillende prenten en tekeningen van in- en exterieur vertegenwoordigd. Ook minder bekende werken zijn te zien zoals het zeldzame grachtenboekje

[p. 71]

met gevelaanzichten (in kleurendruk) dat werd uitgegeven door Cornelis Danckerts. Dit is te beschouwen als de voorloper van Caspar Philips' Grachtenboek. Ook zijn verschillende ontwerpen tentoongesteld voor behangsel en interieurdecoraties waaronder enkele van Jurriaan en Christiaan Andriessen. Het sluitstuk van de tentoonstelling vormen de schetsen, pastels en aquarellen van Breitner, Isaac Israels en Willem Witsen. Naast de grote aquarellen van de Dam, het Oosterpark, de Kromboomsloot en de bouwwerkzaamheden bij de Jacob van Lennepkade, zijn er ook een serie schetsboekjes van Breitner en Witsen te zien waarin zij hun eerste impressies vastlegden tijdens hun zwerftochten door de stad.

Op de tentoonstelling zijn alleen prenten en tekeningen uit de eigen collectie van het Rijksprentenkabinet te zien. Bij de expositie verschijnt een geïllustreerd vouwblad (nr. 22) met een korte inleiding op het onderwerp en een lijstje van de tentoongestelde werken (prijs: f 3,-).

adres: Stadhouderskade 42 (rechter hoofdingang), Amsterdam.
geopend: dinsdag tot en met zaterdag 10.00-17.00 uur; zondag 13.00-17.00 uur.

David Vinckboons, ‘De toren Swijgh Utrecht’, ca. 1600-1610.