Theologische collecties in Amsterdam
Theologie in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. Bijdragen over de collecties en verwante verzamelingen alsmede Doopsgezinde Adversaria verschenen bij het afscheid van Dr. Simon L. Verheus als conservator van de kerkelijke collecties. (Amsterdam: Universiteitsbibliotheek van Amsterdam, 1985, 200 blz., afgehaald bij de UB f 17,50, per post f 20,-. ISBN 90-6125-381-0).
De inhoud van deze bundel is onder drie rubrieken gerangschikt. i. Godsdienstige, kerkelijke en theologische literatuur in de Bibliotheek en het Theologisch Instituut van de Universiteit van Amsterdam. ii. Kerkelijke archieven bij de Gemeentelijke Archiefdienst Amsterdam. iii. Doopsgezinde adversaria.
In het openingsartikel verhaalt H. de la Fontaine Verwey belangrijke ervaringen, ontmoetingen en ontdekkingen waartoe zijn bestudering van de zestiende-eeuwse radicale reformatie hem leidde. Hij vertelt onder meer zijn spectaculaire vondst van het enige bekende exemplaar van de Amsterdamse druk van 1639 van het commentaar op Openbaring van H.J. Barrefelt alias Hiël. Van belang is ook wat hij vermeldt over de lotgevallen van de collecties Mensing en Van Baak vóór, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog.
P. Valkema Blouw leverde een interessante bijdrage over de tactieken waarmee zestiende- en zeventiende-eeuwse drukkers en boekhandelaars reageerden op het verbod op heterodoxe boeken en over de moderne typografische analyse die erop gericht is de identiteit van drukkers van drukwerk zonder impressum te achterhalen. De resultaten van deze typografische analyse zijn van eminent belang voor de kennis van de verbreiding van vroeg- en radicaalreformatorische geschriften in gedrukte vorm.
Mieke Krebber onthult de ins en outs van de catalogi die de literatuur over godsdienst en theologie in de algemene collectie van de ub ontsluiten. Haar glasheldere uiteenzetting maakt duidelijk, dat de catalogisering zo gecompliceerd is geworden, dat men er in veel gevallen het best aan doet, Mw Krebber persoonlijk te raadplegen. Een beschrijving van de Doopsgezinde bibliotheek in de Amsterdamse ub droeg, met tal van belangwekkende details, de scheidende conservator S.L. Verheus zelf bij. De geschiedenis van de bibliotheek van de Remonstrantse Gemeente Amsterdam wordt geschetst door S.B.J. Zilverberg; die van de boekerij van het Luthers seminarie door Th.A. Fafié. Voorts komen aan bod: de Begijnhofcollectie, het Réveil-archief, de Bibliotheca Rosenthaliana, de bibliotheek van het Theologisch Instituut der Universiteit van Amsterdam, de theologisch relevante bestanddelen in de handschriftencollectie van de ub en in de bibliotheek van de Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels, alsmede de kerkelijke archieven in het Gemeentearchief van Amsterdam.
A.K. Offenberg schreef over de Haarlemse doopsgezinde leraar Abraham de Vries, diens belangstelling voor judaica en de lotgevallen van zijn judaïstische bibliotheek. Tenslotte zij vermeld de bibliografie van Samuel Muller (1785-1875), professor aan het Doopsgezind Seminarie te Amsterdam, van de hand van Hans Forma.
Het voorwoord noemt deze bundel een ‘vogelperspectief van het theologische grondgebied binnen en buiten de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek’. Dat is een ongelukkige overdrijving, want Amsterdam telt nog minstens vijf belangrijke openbare theologische boekerijen die in dit boek geen enkele aandacht krijgen. Maar de vele informatie die de bundel wèl biedt, is waardevol en nuttig. De inhoud is nogal bont, bonter dan uit deze korte aankondiging blijkt, maar voor theologen, historici en boekenliefhebbers is de bundel boeiende lectuur. De prijs waarvoor deze degelijke en keurig gepresenteerde waar beschikbaar is, is ongelooflijk laag.
H.J. de Jonge