Gedrukt voor de stad.
De Amsterdamse Stadsdrukkerij is één van de oudste gemeentediensten in die stad. Van 17 september tot en met 1 december aanstaande is in het prentenkabinet van het Amsterdams historisch museum een tentoonstelling ingericht onder de titel: ‘Gedrukt voor de stad. 250 jaar Stadsdrukkerij van Amsterdam te gast in het Historisch museum’. Dat ‘te gast’ slaat er op dat het de drukkerij, niet het museum, is die de tentoonstelling organiseert.
De 250 jaar begonnen op 29 januari 1735 toen het Amsterdamse stadsbestuur besloot het stedelijk monopolie voor de uitgave van de Amsterdamsche courant voortaan aan de stad te houden. Zo was de krant makkelijker te controleren, en de zaak bracht nog geld op ook. In 1796 werd besloten dat de ‘Stadscourantendrukkerij’ voortaan al het stedelijk drukwerk moest gaan verzorgen. De naam werd veranderd in ‘Stadsdrukkerij’, en zo is het tot heden gebleven.
De hoeveelheid uitgaven nam in de loop der jaren gestaag toe, zeker na 1851 toen (op grond van de Gemeentewet) het Gemeenteblad en de gemeentelijke jaarverslagen gingen verschijnen. Mooi was het allemaal niet. Dat gold zeker voor de Amsterdamsche courant. Daarvan vond een commissie in 1848 overigens niet alleen het papier slecht en de letters onleesbaar: ook het nieuws was steevast al elders verschenen. Vijf jaar later ging de krant in andere handen over.
Pas aan het begin van deze eeuw werd de drukkerij op moderne leest geschoeid; zoals dat hoort na een rapport met reorganisatievoorstellen. Het was vooral E.J. de Groot, die in 1901 directeur werd, die er vaart achter zette. In 1917 kwam een nieuw gebouw aan de Voormalige Stadstimmertuin gereed, waarin het bedrijf ook nu nog gevestigd is. Maar De Groots belangrijkste verdienste is wel dat hij de moderne typografische vormen bij de drukkerij introduceerde.
De tentoonstelling laat zien hoe in de twintigste eeuw de typografische modes elkaar opvolgden: een heldere stijl aan het begin voor de eeuw wijkt voor het overdadige Amsterdamse school-drukwerk in de jaren twintig en dertig, etc. De jaarlijkse kalenders, ontworpen door vooraanstaande vormgevers, ontbreken uiteraard niet op de expositie. Verder een overzicht van druktechnieken, werkomstandigheden en huisvesting van de Stadsdrukkerij. Bovendien toont de tentoonstelling hoe men in de achttiende eeuw de Amsterdamsche courant maakte, en hoe men het nieuws ervoor verzamelde.
adres: Kalverstraat 92, Amsterdam.
geopend: dinsdag tot en met zaterdag van 10.00-17.00 uur; zondag 13,00-17.00 uur.
In de week van 27 oktober tot en met 3 november is het museum gratis toegankelijk.