duizend archiefstukken en een tienduizend oude en moderne gedrukte werken.
Bijzonder rijk voorzien is de collectie Franse bijbeluitgaven en Nieuwe Testamenten. Hiertoe behoren bijvoorbeeld de twee Nieuwe Testamenten gedrukt door Antoine Maire te Leiden in 1602, het ene in het Frans, het andere in het Frans en het Nederlands in twee kolommen naast elkaar. Dit zijn de oudste uitgaven van het Nieuwe Testament in het Frans die in Noord-Nederland zijn gedrukt.
Talrijk zijn de aanwezige publikaties van Waalse predikanten. Hieronder treft men die van Conrad Busken Huet, Waals predikant te Haarlem van 1851 tot 1862, onder andere zijn Kanselredenen, Haarlem 1861, en tal van geschriften van M.A. Perk, de vader van de dichter Jacques, Waals predikant te Dordrecht (1855-), Breda (1868-) en Amsterdam (1872-1900). M.A. Perk schonk de Waalse Bibliotheek onder meer een exemplaar van de Gedichten van zijn zoon Jacques Perk, Sneek 1882. Ook van de kritische theoloog, historicus en filosoof Allard Pierson, Waals predikant te Rotterdam van 1857 tot 1865, bezit de bibliotheek leerredenen (Arnhem 1864), brochures en andere werken.
De vier aanwezige alba amicorum zijn die van Esaïe du Pré (hoofdzakelijk geschreven in 1608), Jean Bourgeois (1604-1609), Daniel de Marees (1618-1621) en Guillaume Rivet (1601-1603; afschrift).
Onder de archivalia zijn er de acta of handelingen van de Waalse synoden van 1563 tot op heden, slechts ten dele gepubliceerd, maar vooral vele archiefstukken uit individuele Waalse gemeenten, zowel van nog bestaande als van intussen opgeheven gemeenten. Hieronder zijn, behalve kerkeraadsacten, doop-, trouw- en lidmatenregisters. Voor een overzicht van de nog bestaande archieven van Waalse kerken kan men behalve de catalogus van de bibliotheek raadplegen: S.J. Fockema Andreae, ‘Archives des Eglises Wallonnes des Pays-Bas. Liste sommaire, avec quelques notices’, in het Nederlands Archievenblad lvii (1952-1953), 105-121.
Eén van de kostbaarste bezittingen van de Waalse Bibliotheek is een handschrift, geschreven op perkament, bevattende de Confession de Foy, een geloofsbelijdenis die in oorsprong in 1561 is opgesteld door de Waalse predikant Guy de Brès. De tekst van Guy de Brès is in Nederlandse vertaling de zogenaamde Nederlandse Geloofsbelijdenis geworden en is sinds 1571 door de meeste protestantse kerken in Nederland officieel erkend als gezaghebbende formulering van hun overtuiging en als maatstaf van de juiste leer. Het Amsterdamse exemplaar is een afschrift uit een vroege druk van de Franse grondtekst. Het is in 1580 vervaardigd door Jean Taffin, hofprediker van Willem van Oranje. Zijn belang ontleent het exemplaar aan het feit, dat het van 1580 tot 1618 ten teken van gemeenschap is ondertekend door allen die predikant werden in een Waalse gemeente. Het was daardoor tot 1619, toen de tekst gereviseerd werd, de meest autoritatieve en maatgevende tekstvorm van het document. Bij de eerste ondertekenaars staat Loiseleur, secretaris van de Prins van Oranje.
Vermelding verdient tenslotte een merkwaardig en zeer waardevol werkapparaat dat in de Waalse Bibliotheek is opgebouwd en bekend staat als het ‘Fichier Wallon’. Dit is een kaartsysteem van namen van Waalse en hugenootse vluchtelingen en hun nakomelingen, geëxcerpeerd uit twee miljoen acten in doop-, trouw- lidmaten- en overlijdensregisters, alsmede uit tal van andere archivalische bronnen, Waals en niet-Waals, van kerken en publieke overheden, binnen Nederland maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld van Franse hervormde kerken in Duitsland, in La Rochelle, Montauban, Sedan, St. Quentin, Paramaribo en Zuid-Afrika. Het uitgebreide en intensieve speurwerk naar en het opvragen van, de te copiëren archiefstukken was door de Commission de l'histoire begonnen in 1878. Tientallen jaren is aan het apparaat gewerkt. Toen de commissie een deel van haar collectie fiches in 1900 op de wereldtentoonstelling te Parijs exposeerde, trok deze aller aandacht en mocht de commissie voor haar werk een ‘mention très honorable’ van de jury in ontvangst nemen. De kosten van het omvangrijke copieerwerk, waarvoor minstens vijf copiisten werden ingezet, werden voor een groot deel door de leden van de commissie persoonlijk gedragen. Het resultaat is een instrument van grote betekenis voor het onderzoek van de emigratie uit Franstalige gebieden in de periode 1575-1811. In de eerste wereldoorlog werden de archieven van St. Quentin verwoest, in de tweede die van Sedan, Middelburg en van Waalse kerken in Zeeland waarvan de archieven in Middelburg werden bewaard. Bij gevolg zijn de uit die ge-