Het boek der psalmen, nevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik
(1774)–Anoniem Het boek der psalmen, nevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik– Auteursrechtvrijnevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik
§1Dus heeft de HEER tot mijnen HEER gesprooken:
“Zit op den troon ter rechtehand naast mij;
Tot ik de magt uws vijands hebb' verbrooken,
En U zijn nek tot eene voetbank zij.”
| |
§2Uit Sion zal de HEER uw' scepter zenden,
Den scepter van uw oppermoogendheid,
En zeggen: heersch tot 's weerelds uiterst' enden,
Zoo ver de magt uws vijands zich verspreidt.
| |
§3Uw volk zal op uw' heirdag tot het strijden
Gewillig zijn, in heilig krijgssieraad;
U zal de daauw van uwe jeugd verblijden,
Gebooren uit den vroegen dageraad.
| |
§4U heeft de HEER, wien 't nooit berouwt, gezwooren:
“ 'k Heb U, mijn
| |
[Folio 66v]
| |
volk tot heil, mijn' naam ten prijz',
In mijnen raad het priesterampt beschooren,
Dat eeuwig duurt naar Melchizedeks wijz'.”
| |
§5De HEER zal steeds uw rechtehand verzellen;
Zijn moogendheid met U ten strijde gaan,
En koningen, die tegen U zich stellen,
Ten dage van zijn grimmigheid verslaan.
| |
§6Hij zal naar 't recht de woeste heidnen richten,
Met lijken 't veld bezaaien door zijn hand;
Zijn strijdbre hand zal straks het hoofd doen zwichten,
't Weêrbarstig hoofd van een zeer magtig land.
| |
§7Hij zal op weg eens drinken uit de beeken,
Daar Hij gevaar, noch strijd, noch moeit' ontziet;
Daarom zal Hij het hoofd naar boven steeken,
Met eer bekroond in 't godlijk rijksgebied.
|
|