Het boek der psalmen, nevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik
(1774)–Anoniem Het boek der psalmen, nevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik– Auteursrechtvrijnevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik
§1Zingt, zingt een nieuw gezang den HEERE;
Zing, aarde, zing dien God ter eere;
Looft 's HEEREN naam met hart en mond;
Vermeldt zijn heil op 't weereldrond;
Dat dag aan dag zijn roem vermeêre.
| |
§2Nu moet uw tong de heidnen nooden;
Meld allen volken zijn geboden;
Vertelt zijn wondren en zijn eer:
Groot en prijswaardig is de HEER,
En vreeslijk boven al de goden.
| |
§3Al d'afgoôn zijn slechts ijdelheden;
Maar God, die van ons wordt beleeden,
Is 't, die de heemlen heeft gesticht,
En voor zijn godlijk aangezicht
Zet eer met majesteit haar treden.
| |
§4Hoe blinkt het alles door vertooning
Van sterkt' en sieraad in zijn wooning!
Geef dan, o allerlei geslacht!
Den roem van heerlijkheid en kracht
Aan Isrels grooten God en Koning.
PAUZE.
| |
§5Geeft d'eer aan't eeuwig Opperwezen:
Zijn naam wordt nooit genoeg gepreezen:
Verheft zijn deugden, blij te moê;
Brengt in zijn huis Hem offer toe,
Hem, dien de wolken moeten vreezen.
| |
[Folio 56r]
| |
§6Aanbidt Hem needrig al uw leven,
Hem, die, in 't heiligdom verheven,
Een godlijk licht van zich verspreidt.
Leer, aarde, voor zijn majesteit,
Leer voor zijn aangezichte beeven.
| |
§7Zeg, om de heidnen te verlichten:
De HEER regeert, die d'aard wou stichten,
Dies zij, bevestigd t'allen stond,
Nooit wanklen zal op haaren grond;
Hij zal naar 't recht de volken richten.
| |
§8Dat zich de hemelen verblijden;
Verheugd zij d'aard aan alle zijden,
Verheugd de volheid van de zee;
Het veld spring' op met al het vee,
En 't woud moet' juichend God belijden.
| |
§9't Iuich' al voor 't aangezicht des HEEREN;
Hij komt, die d'aarde zal regeeren
En richten vol van majesteit;
De weereld zal gerechtigheid,
Het menschdom zijne waarheid eeren.
|
|