Het boek der psalmen, nevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik
(1774)–Anoniem Het boek der psalmen, nevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik– Auteursrechtvrijnevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik
Stem 5. | |
§1't behaag' U mij gehoor te geeven;
Ik zend mijn klaagstem tot uw' troon:
O Heer! dat zich uw hulp vertoon';
Laat mij voor 's vijands magt niet beeven;
Behoed mijn leven.
| |
§2Verberg mij voor de listigheden,
En voor den heimelijken raad
Der boozen, die geneigd tot kwaad,
Oproerig in hun doen en reden,
Steeds onrecht smeeden.
| |
§3Bescherm mij tegen 't wreed vermogen,
Van hun, wier tong is als een zwaard;
Wier taal, met bitterheid gepaard,
Tot pijlen dient op hunne boogen,
Om t' ooreloogen.
| |
§4Zij leggen laagen voor de vroomen,
Verschuilen zich voor hun gezicht,
En treffen straks hen met hunn' schicht;
Waardoor zij wreed hen om doen komen,
En niemand schroomen.
| |
§5't Is 't kwaad, waarin z' elkandren sterken,
Dat hun tot samenspraak verstrekt;
Hun strikken houden zij bedekt;
Zij zeggen van hun booze werken:
“Wie zal die merken?”
PAUZE.
| |
§6Hun drift, aan snood bedrog verbonden,
Spitst daaglijks zig op listigheên.
Hun hart, hun binnenst' peinst alleen
Op valsch' en eerelooze vonden,
Om elk te wonden.
| |
§7Maar God, aanschouwend' al hun laagen,
Die bloot zijn voor zijn aangezicht,
Zal ijlings met een' scherpen schicht
Hen treffen, en, door zwaare plaagen,
Hen straf doen draagen.
| |
§8Hun tong, die andren durfd' onteeren,
En waare vroomen trotsch versmaên,
Zal zelf met schande hen belaên:
Ia, elk zal hun den rug toekeeren,
En hen verneêren.
| |
§9Dan zullen alle menschen vreezen;
Het werk verheffen van den Heer;
Zijn' lof verbreiden en zijn eer,
En op zijn daên, alom gepreezen,
Oplettend weezen.
| |
§10't Rechtvaardig volk zal zich verblijden,
Betrouwend' op den HEER al-
| |
[Folio 35r]
| |
leen;
D' oprechten zullen, wel te vreên
Terwijl zij Hem hun harten wijden,
Zijn' naam belijden.
|
|