Het boek der psalmen, nevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik
(1774)–Anoniem Het boek der psalmen, nevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik– Auteursrechtvrijnevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik
Stem 24. | |
§1Mijn ziel is immers stil tot God;
Van Hem wacht ik een heilrijk lot:
Hij immers zal mijn rotssteen weezen,
Mijn heil, mijn hulp in mijn gebrek,
Mijn toevlugt en mijn hoog vertrek;
Ik zal geen groote wankling vreezen.
| |
§2Hoe lang, o wreedaarts! zoekt gij dan
Het kwaade nog van zulk een' man?
Uw kracht is veel te zwak en teder;
Haast sterft gij allen door Gods hand;
Zoo stort een ingeboogen wand,
Een aangestooten muur ter neder.
| |
§3Zij raadslaan slechts, vervoerd door haat,
Om hem uit zijnen hoogen staat
Te stooten met bedrog; en zoeken
Met lust hiertoe een' leugenvond;
Zij zeegnen wel met hunnen mond,
Maar 't godloos hart doet niets dan vloeken.
| |
§4Doch gij, mijn ziel, het gaa zoo 't wil',
Stel u gerust, zwijg Gode stil;
Ik wacht op Hem; zijn hulp zal blijken:
Hij is mijn rots, mijn heil in nood,
Mijn hoog vertrek; zijn magt is groot;
Ik zal noch wanklen, noch bezwijken.
PAUZE.
| |
§5In God is al mijn heil, mijn eer,
Mijn sterke rots, mijn tegenweer;
God is mijn toevlugt in het lijden.
Vertrouw op Hem, o volk! in smart;
Stort voor Hem uit uw gansche hart:
God is een toevlugt t' allen tijden.
| |
§6Gemeene lieden immers zijn
Slechts ijdelheid, een damp, een schijn;
De grooten anders niet dan logen:
Zij zouden, hoe hun hart zich vleit,
Nog ligter zijn dan d'ijdelheid,
In eene weegschaal opgewoogen.
| |
[Folio 34r]
| |
§7Vertrouwt, wat uw begeert' ook zij,
Nooit op geweld of rooverij,
En wordt niet ijdel, als 't vermogen
Geduurig aanwast: waakt en let,
Dat gij het hart er nooit op zet;
Zoo wordt ge door geen' schijn bedroogen.
| |
§8Eenmaal sprak God tot mij een woord,
Tot tweemaal toe, heb ik 't gehoord:
“Dat 's Heeren zijn de sterkt' en krachten.”
Ook is bij U de goedheid, Heer;
Dies heeft van U elk stervling weêr
Vergelding naar zijn werk te wachten.
|
|