Den blijden-wegh tot Bethleem voor de Christelijcke jonckheyt
(1645)–Anoniem Blijden-weg tot Bethleem voor de Christelijcke jonckheyt– Auteursrechtvrijvermeerdert met vele nieuwe leysenen, lof-sanghen ende gheestelijcke liedekens
Op de wijse: Een Kindeken is ons gheboren.
Een kindeken is ons geboren,, Godt lof en danck,
Verheught u, uytverkoren,, Met spel en sanck.
TE Nazareth was besloten
Dees bloem in haeren bodt,
Die nu is uytghesproten,
Seer schoon verciert van Godt.
Te Bethlehem wordt ghevonden
Dit Hemels-broodt,
Dat ons gheneest van sonden,
En doodt de doodt.
Een kindeken, &c.
| |
[pagina 25]
| |
Den schijn van 's Vaders glori',
Sijns wesens Even-beelt,
Wt sijn vruchtbaer memori'
Eerst zonde vrouw gheteelt,
Is van een maeght gheboren,
Oock sonder man:
Dit vat heeft hy verkoren,
Die wonder kan.
Een kindeken, &c.
Maer siet, hoe dat onthaelt wordt
Godts Soon, Godts Woort, Godts schijn
Hoe quaelijck dat betaelt wort
Sijn min, sijn jonst, sijn pijn.
Hy gaet tot sijne vrinden,
Soeckt over al:
Gheen plaets en kan hy vinden,
Als inden stal.
Een kindeken, &c.
Comt alle creaturen,
[Dient] [die] u 't wesen gheeft;
Comt Enghels sijn ghebueren,
[Die door] hem eeuwigh leeft;
Comt menschen tot u broeder,
Soo kleyn, soo groot,
Wie u met sijn Moeder
Treckt uyt de doodt.
Een kindeken, &c.
Comt Branders nu beneden,
Met al u minne-vier:
Comt Volle-wetentheden,
V Meester die is hier:
Comt Throonen hem ontfanghen,
[D]aer ghy in rust.
| |
[pagina 26]
| |
Des wereldts groot verlanghen,
Des Hemels lust.
Een kindeken, &c.
Comt hooghe Heerschappijen,
Comt alle Cracht, en Macht;
Comt Princen hem bevrijen
Van't haetich Ioods gheslacht;
Comt hier Arch-enghels vlieghen,
Met soet gheschal;
Comt Engelkens hem wieghen
In desen stal.
Een kindeken, &c.
Maer boven al, ghy menschen,
Comt dienen uwen Heer,
Die u gheeft uwe wenschen,
En noch belooft veel meer:
Comt hier van alle kanten,
O Adams bloet:
Dit kindt comt in u planten
Het eeuwigh goet.
Een kindeken, &c.
|
|