De Blauwvoet. Jaargang 2(1911)– [tijdschrift] Blauwvoet, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Zoo ver vervreemd... Zoo ver vervreemd in hun eenzaam goud Staan trotsch de boomen van 't beukenwoud. Zoo onbewogen als eenzamen zijn Die wijden aan god hun gouden pijn. Zoo stil en bang voor den storm vervaard, Hun donkre wortels gekromd in de aard; Hun stoere stammen, ten strijd gereed In fier verwachten van wintersch leed. O, 't laatste loof van het beukenwoud, De bevende twijg die 't tegenhoudt, De felste kleur die het eenzaam draagt, Is dat niet mijn hart, dat niet meer vraagt? Is dat niet mijn hart, dat geeft en wacht, En weereloos geeft, en zonder klacht, En ver vervreemd in zijn eenzaam goud De donkere wortels in de aarde houdt? Marie Metz-Koning Vaassen 1911. Vorige Volgende