De Blauwvoet. Jaargang 1
(1910-1911)– [tijdschrift] Blauwvoet, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMozaïekElke medewerker blijft verantwoordelijk voor voor zijn schrijven. XVIIIe Driejaarlijksche Wedstrijd in Nederlandsche Tooneelletterkunde. - Bij Koninklijk besluit van 29 Juli 1910 is de driejaarlijksche prijs in Nederlansche Tooneelletterkunde XVIIIe tijdvak (1907-1908-1909) toegekend aan den Heer E. De Schrijvere (Eug. Van Oye) voor zijn werk getiteld ‘Godelieve van Gistel.’ dramatische legende uit de XIe eeuw, in vier bedrijven. Het bedrag van den prijs, in geld toegekend aan den Heer E. De Schrijvere, is vastgesteld op duizend frank. Bekend van Dr Eug. Van Oye zijn de drie dicht bundels ‘Morgenschemer’ - ‘Vonken en Stralen’ ‘In 't blauw’ en het dramatische gedicht door de stad Antwerpen in 1906 bekroond ‘Balder 's dood.’ M. Karel Versmaeyen de voortreffelijke Vlaamsche letterkundige is in het begin der Oogstmaand in den ouderdom van 74 jaar te Etterbeek overleden. Geboren te Gent den 25 Maart 1836, oefende hij na zijne studiën aldaar voltrokken te hebben geruimen tijd te Brugge het ambt van secretaris van wijlen den bestuurder der pr. West-Vlaanderen, den Heer Vrambout uit. Vervolgens bezocht hij Parijs vanwaar hij na zich met den kunsthandel te hebben beziggehouden, naar zijn vaderland terugkeerde en zich ijverig in de journalistiek mengde. Van zijn pennenarbeid uit tooneelspelen, cantaten, novellen, liederen, studies, kritieken... enz. bestaande, noemen we - Maerlant Cantate 1860 - Jacob van Maerlant en zijn Werken 1861 - Gysbrecht Barlo 1863 - Berken de Diamantslijper Lijr. drama in 4 bedr. Muziek van H. Walput 1868 - De Reuzen van de Middeleeuwen, en een tot hiertoe nog niet in druk verschenen uiterst belangrijk toonelspel, naar Reinaert de Vos roman bewerkt vijf jaar in ouderdom meer tellend dan Edmond Rostand's ‘Chanteclair’ Vlaanderen verliest niet enkel in K. Versnaeyen den verdienstelijken, vruchtbaren schrijver, maar ook den oprechten, onvermoeid strijdenden Vlaming. De Nederlandsche Schouwburg ontsluit zijn deuren den 16n September. Naar oude jaarlijksche gewoonte komen binnen kort dus weer de kranige bestuurders met nieuwe verblindende beloften voor den dag. Zooals verscheidene plaatselijke bladen afkondigen zal het tooneelseizoen - niet door Edmond Rostand 's meesterwerk ‘Cyrano de Bergerac’ - een tijding, die eenige maanden geleden hier en daar gefluisterd werd - maar wel met een archiromantisch product van over het kanaal: ‘Als ik Koning was’ aanvangen. Wat er natuurlijk in den loop van 1910-1911 zal opgedicht worden weet niemand. Wel bazuint men uit: Björnstern Björnson 's ‘In Failliet’, ‘De Familie Klepkens’ van A. Hendrikx en ‘Monna Vanna’ van Maeterlinck - een der negen stukken welke de mild belovende bestuurders sinds de twee laatste tooneelseizoenen op hun kerfstok hebben, doch met de grootste welwillendheid kunnen we van die langs de vier windstreken uitgeschalde beloften weinig gelooven. Eene zaak weten we bijna zeker en deze is dat er wat meer Vlaamsche bedrijven zullen moeten gespeeld worden dan wel tijdens het mislukte, kale, verloopen tooneelseizoen, anders gaat er van wege de stad voor het paar geldstukke bestuurders een tweede berisping losbarsten, die deze maal niet zoo zachtvoetelig van stapel zal loopen als in de laatste bloemenmaand. De Heer Richard Millecam lid van den Belgischen drukpersbond is na een langdurende ziekte in den ouderdom van negen en veertig jaar overleden. Hij was hoofdopsteller van ‘Fondsenblad’ en schreef den lijvigen roman ‘Reus-Finhard en Liederiek Van Buk’. Van de HH. George P, M, Roose en Jan de Schuyter mogen we binnen ettelijke dagen een novellenbundel verwachten betiteld ‘Wat Bloed en wat Slijk’. Wie op dit mooie boek wil inteekenen, doet zijne inschrijving in de Jozef Balstraat, 10, Berchem Antw., geworden. De prijs beloopt slechts 2 frank. | |
[pagina 24]
| |
De N.V. Het Tooneel onder het bestuur van den talentvollen Heer Willem Royaards komt in Antwerpen de volgende prachtige boog in de Schoone Letteren aangeschreven tooneelwerken opvoeren: In medio - September: Marcias, mythische komedie van Balthazar Verhagen. Muz. van Alph Diepenbroek. Medio - October: Lucifer Treurspel van Joost van den Vondel. Muz. van Hubert Cuipers. Decor: Ontwerp van R.N. Roland Holst. Medio - December: Nero en Agrippina Historisch drama van Hendrik Van der Wal. De Regie wordt door de H.H. Willem Royaards, Alex Saalborn, Louis Crispijn en Daan van Ollefen uitoefend. Wat het spelend personeel aangaat dit bestaat uit 16 heeren en 16 dames, waaronder we de gunstigst gekende tooneelkunstenaars van Zuiden Noord Nederland - Constant van Kerckhoven, Louis de Vries, Louis Crispijn, Daan van Ollefen, Anton Verheyen... enz. aantreffen. Dat deze kunstvertooningen met de grootste belangstelling in onze Scheldestad worden verwacht, zal niemand durven betwijfelen. Die kende geen Nederduitsch. Toen Pichegru in Amsterdam
Met zijne Carmagnolen kwam,
Las er een hoofdman van 't gespuis
Het opschrift van: 't oud mannenhuis
En, hij begreep 't op éen, twee, drie
De sansculott las: tout m'ennuie.Ga naar voetnoot(1)
|
|