Antwoord Corporaal aan Zondergeld
Gjalt Zondergeld heeft natuurlijk gelijk dat het woord ‘Jordaanoproer’ in mijn artikel verkeerd gekozen is. Zoals uit de context hopelijk duidelijk wordt, verwijs ik daarmee niet naar 1934, maar naar de rellen rondom het Waterlooplein tussen WA'ers, Joden, Kattenburgers en Jordanezen begin februari 1941, achteraf gezien de aanloop naar de Februaristaking.
Zondergeld vindt verder dat je Wadman als tekenaar beslist geen uitzondering mag noemen, omdat aan zijn universiteit in Amsterdam (nu de UvA) maar liefst 22% van de studenten de loyaliteitsverklaring tekende, 8% meer dus dan het landelijk gemiddelde van 14%. Hij veronderstelt hier echter een causaal verband dat er niet is. Wadman kende in 1943 de cijfers uiteraard niet, en moest dus afgaan op wat hij uit zijn uitgebreide correspondentie wist: namelijk dat in Amsterdam vrijwel niemand de verklaring tekende en dat hij door het wel te doen in de minderheid zou zijn. Of je hem achteraf ook een uitzondering mag noemen, hangt verder niet af van de vergelijking die Zondergeld maakt, namelijk die met het ‘hoge’ aantal tekenaars aan de UvA, maar van een vergelijking met de universiteit waarvoor Wadman de loyaliteitsverklaring tekende en waar hij na de oorlog ook door een zuiveringscommissie werd berecht, de Rijksuniversiteit Groningen.
Joke Corporaal