Dat verhaal vertelde ik aan een collega, die zei zonder aarzelen: Te mooi om waar te zijn. Dat zou best eens kunnen kloppen. Uit de psychologie weten we dat ‘flash bulb memories’ (herinneringen die aan dramatische gebeurtenissen zijn gekoppeld, zoals de moord op Kennedy) vaak niet blijken te kloppen; ze zijn verdicht, vervalst, verfraaid, verzonnen. De anekdote is dus vermoedelijk niet waar maar is dat niet óók een ‘feit’?
Ik bedoel maar: biografen hebben ook een taak, ze moeten op z'n minst met die feiten een gesprek aangaan. Daarna kun je ze alsnog standrechtelijk executeren.
MS: Er wordt vaak veel te sjiek over biografieën gedaan. Biografieën lezen en schrijven doen we toch grotendeels gewoon uit nieuwsgierigheid? Waarom zouden we afgeven op zogenaamde triviale biografieën, zoals die van popsterren? De biografie van Justin Bieber vervult in wezen dezelfde functie als de biografie van Beckett - voor de lezer is het een spiegel, een reflectiemiddel, een manier om zijn of haar leven met dat van anderen te vergelijken.
JB: Ik zie de biografie vooral als een metafoor, als een manier om iets te vertellen over de wereld aan de hand van een figuur. Het leven van een mens is het instrument waarmee je iets kan duidelijk maken wat je op een andere manier misschien niet of niet goed kan laten zien.
Als biograaf stel ik het leven van een enkel individu voorop als instrument om de geschiedenis te meten. Het leven alleen, dat zelf geschiedenis is geworden en waarmee geschiedenis wordt gemaakt, ongrijpbaar, ondefinieerbaar, onbepaald en toch onmiskenbaar ‘leven’, vormt het materiaal waarmee je als biograaf werkt - al het andere, al die bronnen, al die herinneringen, al het materiaal waarmee een biografie wordt opgebouwd, het is allemaal van secundair belang, zelfs al is het het enige waarop de biograaf terug kan vallen. Het de ander waarmee het gevecht wordt aangegaan - maar vergis je niet: lezer en schrijver in gelijke mate.
MS: Virginia Woolf zei: een leven valt niet samen te vatten in een biografie. Daar ben ik het helemaal mee eens: je kunt onmogelijk alle geleefde seconden, alle gedachtespinsels en alle waarnemingen te boek stellen. Maar je kunt er wel een verhaal over vertellen, zoals we dat ook voortdurend zelf doen.
JB: Verhalen zijn geladen met het leven, maar het omgekeerde is ook waar: het verhaal biedt gezichtspunten en openingen om te handelen in een verder lege ruimte. Je moet je dat verhaal eigen maken, en hoeveel moeite kost dat niet? Hoeveel moeite kost het niet om grip te krijgen, zelfs op je eigen geschiedenis? Is in vergelijking met de autobiograaf, de taak van de biograaf niet veel eenvoudiger?
De biograaf is in het verhaal van de ander binnengedrongen en al kan hij de richting ervan niet bepalen, zijn aanwezigheid kan hij niet verbergen, al was het alleen maar, zoals Sam Dresden ooit schreef, doordat hij het verhaal interpreteert. Hij deint op de golven van de geschiedenis van een ander mee, hij is ingescheept als verstekeling, maar heeft het voordeel (of misschien is het een nadeel?) dat hij weet waar de reis eindigt.