is het niet alleen fascinerend om Noerejev in actie te zien, maar ook om grote sterren uit het verleden over hun vak te horen praten.
Ruimte voor kritische opmerkingen of beschouwingen laat de aanpak van Foy echter niet. Elke geïnterviewde schetst een positief beeld van Noerejev. Over de strekking van de documentaire heeft hij ongetwijfeld zelf veel te zeggen gehad.
Het gevolg is dat de documentaire eenzijdig blijft. Als Noerejev iets beweert wat niet klopt, wordt dat niet gecorrigeerd. Zo lag zijn Parijse woning - waar hij vaak was - aan de Quai Voltaire, aan de Seine, recht tegenover het Louvre en dus niet aan de rand van de stad. De vraag rijst of hij wel zo afkerig was van gezelschap als hij zegt. Daarmee vraag je je natuurlijk meteen af in hoeverre al zijn andere uitlatingen betrouwbaar zijn.
Dat niet iedereen in de danswereld zo'n hoge dunk van Noerejevs kwaliteiten had, komt niet aan de orde. Rudie van Dantzig, een goede vriend van Noerejev, beargumenteert bijvoorbeeld in een interview in Het Parool van 18 december 2010 waarom Clint Farha Noerejev meer bekoorde: ‘Clint bewoog soepel als een kat, Rudolf niet. Integendeel, het was veel meer bestudeerd allemaal.’
Een ander nadeel van deze documentaire is de beperktheid van de behandelde onderwerpen. Over Noerejevs relaties en zijn onstuimig homoseksueel gedrag wordt niet gerept, en, nog belangrijker, ook zijn hiv-besmetting en het fatale gevolg daarvan blijft onbesproken. Het gegeven dat hij zich realiseerde dat zijn lichaam hem weldra in de steek zou laten, moet een belangrijk aspect zijn geweest van de crisis waarin hij rond 1990 verkeerde.
Een biografie van 700 bladzijden, zoals die van Kavanagh, kan veel van de genoemde nadelen opvangen. Noerejevs gedrag op de Vaganova Dansacademie, beeldend beschreven door enkele medeleerlingen, zou als illustratie van zijn karakter voor een film echter te veel tijd in beslag nemen. Foys keuze om de jonge Noerejev door een kleine jongen te laten spelen en zijn eerste danslessen te verbeelden door een volksdansgroep, pakken nogal knullig uit.
Niet alleen door de beperkingen van het medium, maar ook door het beperkte en onkritische autobiografische karakter, is Rudolf Nureyev, a documentary uiteindelijk niet echt een volwaardige biografie. Maar als ‘appetizer’ is het een aanrader.
Rudolf Nureyev, a documentary. Productie en regie: Patricia Foy. Antelope Films Limited, 1991. Distributie: Arthaus Musik, München.