Negentiende-eeuwse herinneringen
De autobiografie als democratisch genre
Monica Soeting
Toen de Duitse Oberforstmeister Friedrich Schuster begin vorige eeuw zijn herinneringen opschreef, richtte hij zich vooral op zijn werk en de politiek. Dat hij weinig inging op zijn zielenroerselen is niet zo merkwaardig als je in Publieke levens van Marijke Huisman leest dat veel negentiende-eeuwers de autobiografie, anders dan wij geneigd zijn te denken, niet als de ontwikkelingsgeschiedenis van een unieke persoonlijkheid beschouwden.
In 1934 begon Friedrich Wilhelm Johannes Schuster (1859-1955), een gepensioneerde, Duitse Oberforstmeister, aan de bewerking van zijn dagboeknotities. Hij deed dat, zoals hij in zijn Woord vooraf schrijft, om ‘mijn nageslacht een kijkje te geven in mijn leven en in een lang voorbije tijd’.
Schusters herinneringen geven ons, eenentwintigste-eeuwse lezers, inderdaad een beeld van het verleden, maar niet zoals Schuster het heeft bedoeld. Hij zou het vreemd vinden welke passages ons opvallen, zoals zijn uitgebreide verhalen over het afschieten van vogels die lastig waren bij de jacht op hazen en konijnen, en zijn openlijke afkeer van de Poolse bevolking. Waarschijnlijk zou hij het nog merkwaardiger vinden wat we in zijn memoires missen. Schusters herinneringen gaan vooral over zijn werk. In de inhoudsopgave staat tussen koppen als ‘Het bosbestand in Ruda’ en ‘Nevenfuncties en nevenwerkzaamheid’ weliswaar ook ‘Ons gezin’ en ‘Onze kinderen’, maar wat hij daarover vertelt is feitelijk: wanneer hij trouwde, wanneer zijn kinderen werden geboren en welke opleidingen ze volgden. Dat wil niet zeggen dat hij er geen gevoelens op na hield. Schuster wordt domweg nergens persoonlijk, of tenminste niet wat wij onder persoonlijk verstaan.
De vraag is daarom of je zijn herinneringen wel een autobiografie mag noemen. Is een autobiografie niet de uitdrukking van een uniek en individueel zelfbewustzijn, waarin introspectie en zelfanalyse een grote rol spelen? Hebben we hier niet gewoon met een verzameling persoonlijke anekdotes te