Biografie Bulletin. Jaargang 21
(2011)– [tijdschrift] Biografie Bulletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 51]
| ||||||
Een man met vele gezichten
| ||||||
[pagina 52]
| ||||||
kin Roald Dahl and his Chocolate Factory. Wat de boeken van Powling en Donkin naast inhoudelijke feiten met elkaar gemeen hebben is dat zij zijn geschreven voor kinderen. Powling lepelt verhalen uit Boy en Going Solo op en vult die aan met informatie over het huis waarin Dahl en zijn gezin woonden. Een aardige bijkomstigheid is dat Powling ingaat op de films die van Dahls werk zijn gemaakt en hoe de auteur daarop reageerde. Over Dahls korte verhalen en hoe deze tot stand zijn gekomen, vermeldt Powling echter weinig tot niets. Gelukkig heeft Dahl hierover zelf verteld in een televisieserie die tussen 1979 en 1988 werd gemaakt. Elke aflevering leidde hij in met een persoonlijke anekdote over het schrijfproces of de totstandkoming van de idee voor het verhaal. Donkin gaat verder dan Powling. In zijn biografie vertelt hij over de nare gewoontes die Dahl had, zoals het maken van gênante opmerkingen over zijn tafelgasten. Ook staat het boekje vol met de vaak banale practical jokes die Dahl graag uithaalde. Hoewel Donkin wel aandacht besteedt aan Dahls korte verhalen, gaat hij daar niet echt op in. Er bestaan meer Dahl-biografieën. Dat isRoald Dahl (1916-1990)
niet zo vreemd, want de schrijver wordt door velen beschouwd als een fenomeen; een tovenaar met een pen, of, zoals hij het zelf noemde, ‘iemand die verhalen uitvindt’.Ga naar eind1 Het allereerste boek over Dahl werd geschreven door Marijke Huijten, Heleen Taalman en Angelieke van Zoelen. Het verscheen in 1974 en was simpelweg getiteld: Roald Dahl. Het laatste werk dat voor Verhalenverteller verscheen, is D is for Dahl uit 2004, samengesteld door Wendy Cooling. Het leek echter niemand te lukken een compleet beeld van de auteur te schetsen. Na het lezen van Boy, Going Solo en de verschillende biografieën bleven Dahl-liefhebbers met verschillende vragen zitten. Hoe ging Dahl om met de rampen die zijn kinderen overkwamen? Hoe hielp hij zijn vrouw revalideren na haar hersenbloeding? Waarom schreef hij eigenlijk in een hutje? Hoe onderging hij de ziekte waar hij uiteindelijk aan zou sterven? Verhalenverteller geeft als eerste antwoorden op al deze vragen. | ||||||
Militaire campagneIn 1962 overleed Dahls oudste dochter Olivia aan de mazelen. Lange tijd was er weinig bekend over hoe Dahl met haar dood omging. Op 11 augustus 2010 meldde nrc Handelsblad echter dat Donald Sturrock in de archieven van het Roald-Dahl-Museum een schriftje had ontdekt met daarin aantekeningen over het overlijden van Olivia: ‘In korte eenvoudige zinnen beschreef hij in zijn “schrijfhut” in de tuin van zijn huis in Great Missenden, nabij Londen, de laatste uren van zijn dochter. Het schrift wierp een nieuw licht op Dahls leven, want zijn emoties hield hij in de regel voor zich.’ In | ||||||
[pagina 53]
| ||||||
inderdaad korte, maar ook afstandelijke zinnen beschrijft Dahl de verdoving die de naderende dood van Olivia met zich meebracht: Ik wachtte in de hal. Rookte. Voelde me ijskoud. Straalkacheltje met één element aan de muur. Een oude man in de kamer naast me. Vrouwelijke arts ging naar de telefoon. Ze moest dringend een andere dokter spreken. Hij kwam. Ik ging naar binnen. [...] Twee dokters kwamen uit de wachtruimte naar me toe. Hoe gaat het met haar? Helaas is het al te laat. Ik ging haar kamer binnen. Laken over haar heen. Dokter zei tegen verpleegster weg te gaan. Laat hem alleen. Ik kuste haar. Ze was warm. Ik ging naar buiten. ‘Ze is warm,’ zei ik tegen de dokters in de hal, ‘waarom is ze zo warm?’ ‘Allicht’, zei hij. Ik ging weg. Twee jaar eerder had zich een ander drama voltrokken. Dahls destijds vier maanden oude zoon Theo werd in New York aangereden door een taxi en vervolgens tegen een bus geslagen. Hij hield aan het ongeluk een waterhoofd over. Een paar dagen later beschreef Dahl het ongeluk in één van zijn ideeënboekjes. In tegenstelling tot de optekening van Olivia's laatste uren is deze tekst, die hij ‘A Note on Theo's Accident’ noemde, evenwichtiger en gedetailleerder. Dahl was er niet de man voor, vertelt Sturrock, om de zaken op hun beloop te laten. Toen hij wist wat er precies met Theo aan de hand was, liet hij zijn schrijfwerk voor wat het was en begon hij na te denken over hoe hij de situatie kon verbeteren. Op 18 februari 1961 schreef hij aan zijn moeder over de apparaten die er in de Verenigde Staten werden gebruikt en vroeg hij of er in Groot-Brittannië iets beters te vinden was: Ik vind die slangetjes die ze hier voor dit soort dingen gebruiken maar niks, vooral het klepje onderaan, dat open moet gaan bij een druk tussen 40 en 80 mm. Dat klepje is in feite niet meer dan een spleet in het plastic buisje... Hebben ze in Engeland misschien iets beters, iets wat minder snel verstopt raakt? Vervolgens werkte hij mee aan het vinden en produceren van een klep die er voor zorgde dat de druk het hersenvocht op de hersenen afnam. Dit instrument was zo handig en zo goedkoop (Dahl weigerde geld voor de uitvinding) dat duizenden andere patiënten ervan konden profiteren. In 1965 overleefde zijn vrouw Patricia Neal drie hersenbloedingen tijdens haar zwangerschap van het vijfde kind, Lucy. Dahl nam de zorg van de kinderen over en hielp haar revalideren. Uiteindelijk leerde Neal weer lopen en kon ze haar acteercarrière weer oppakken. Sturrock vertelt hoe Dahl het revalidatieproces met strakke hand leidde en zich gedroeg als een generaal die een militaire campagne runt. Dit bleef niet zonder gevolgen. Zelf zei Neal het volgende hierover: Dan zei hij tegen me dat het 42 procent beter met me ging dan gisteren en 51 procent beter dan de week ervoor. Mijn god, ik had mijn buik vol van zijn percentages, zijn plannen, zijn programma's, zijn wereld. Het was nu papa's wereld. Hij was een held en ik haatte hem. Dahls tweede vrouw Felicity Dahl liet zich in september 2009 door The Times inter- | ||||||
[pagina 54]
| ||||||
viewen over haar leven met de schrijver. In het interview ging ze op de meest uiteenlopende onderwerpen in. Veel daarvan waren bekend, maar er kwamen ook nieuwe gegevens aan het licht. Zo bleek Dahl een routineus leven te leiden. Elke dag schreef hij in een kleine, claustrofobische hut achter in zijn tuin. Volgens Sturrock hadden Dahls vroege verhalen niet tot stand kunnen komen zonder zijn tijd bij de raf. Veel verhalen hebben te maken met de opwinding van het vliegen zelf. Andere handelen over de menselijke emoties die Dahl ervoer tijdens zijn tweeëndertig dagen als vliegenier. De meeste verhalen hebben iets fatalistisch over zich, alsof Dahl ze geschreven heeft als een soort therapie. Zijn schrijfhut fungeerde als surrogaatcockpit; een plek die zowel klein, warm en donker was. Dahl stierf op 23 november 1990 aan leukemie. Volgens Sturrock nam Dahl zijn ziekte nogal luchtig op. Het ziekenhuispersoneel werd herhaaldelijk verrast door zijn onstuitbare gevoel voor humor. Zijn laatste woorden waren: ‘Ow, fuck!’, toen de verpleegster hem een injectie met morfine toediende. | ||||||
De schrijver liegt de waarheid‘I don't lie. I merely make the truth a little more interesting... I don't break my word - I merely bend it slightly.’ Dit citaat is afkomstig uit Dahls Ideas Book No. 1 en vormt het motto van Verhalenverteller. Dahl had de gewoonte voor zijn familie en vrienden verhaaltjes te verzinnen. Veel van die verhalen liet hij voor waar doorgaan. Dat noopte Sturrock om niet alles wat de schrijver hem bij leven had toevertrouwd te geloven. In veel gevallen wist zelfs Dahls familie niet meer precies hoe, en of iets was gebeurd, omdat de schrijver telkens andere versies van een verhaal had verteld. Sturrock heeft daarom een grondig onderzoek ingelast naar alle vermeende feiten. Zo bleken ook de verhalen die Dahl in Boy en Going Solo optekende niet allemaal echt gebeurd te zijn. De meeste verzinsels waren onschuldig, zoals de grootte van zijn middelbare school, maar een valse beschuldiging aan het adres van de aartsbisschop van Canterbury ging wel erg ver. Sturrock kon echter in sommige gevallen niet meer nagaan of Dahl de waarheid had gesproken of dat hij iets uit zijn duim had gezogen. Dit neemt niet weg dat Dahl-liefhebbers zich bij sommige ontmaskeringen ietwat gedesillusioneerd zullen voelen. Sturrock heeft met Verhalenverteller een prettig leesbare biografie geschreven. Het staat vol verwijzingen naar Dahls brieven aan en van zijn moeder en zijn beste vriend Charles Marsh. Dit stoort niet; het laat slechts zien hoe grondig Sturrocks te werk is gegaan. Ook heeft de biograaf flarden van gesprekken opgenomen die hij voerde met de weduwe, de kinderen en Dahls oude schoolvrienden. Sturrock wijdt echter ook graag uit over zaken die op het oog niets met Dahl te maken hebben. Zo beschrijft hij uitvoerig de middelbare school die Dahl doorliep en geeft hij een korte geschiedenisles over de Tweede Wereldoorlog. Daar houdt niet iedereen van, maar een echte Dahl-liefhebber geniet van deze bijzaken: ze maken duidelijk in welke wereld Dahl zich bewoog. De schitterende foto's die in Sturrocks biografie zijn opgenomen dateren uit diverse periodes uit Dahls leven. Er zit zelfs een foto bij van de groep waarmee Dahl | ||||||
[pagina 55]
| ||||||
in 1934, net voor zijn avonturen bij Shell begonnen, een expeditie ondernam naar Newfoundland. | ||||||
Literatuur
|
|