Eng gedachtegoed
Fennema's verhaal begint in de zomer van 1990, toen Wilders solliciteerde bij de vvd-fractie. Hij werd aangenomen als beleidsmedewerker van Robin Linschoten, maar Frits Bolkestein werd zijn mentor. De toenmalige partijleider was de tovenaar en Wilders de tovenaarsleerling waarnaar de ondertitel van de biografie verwijst. Veel van Wilders' huidige ideeën waren ten minste in de kiem al aanwezig. Hij bekritiseerde het misbruik van de sociale zekerheid, waarmee hij eerder als wettechnisch medewerker van de Sociale Verzekeringsraad in aanraking was gekomen, en het al te ruimharig toekennen van subsidies en uitkeringen. Doordat hij enige tijd in Israël had gewoond, was hij al vroeg op de hoogte van het antisemitisme in het Midden-Oosten. Toen hij daarover zijn verontrusting uitsprak, vond hij een gewillig oor bij Bolkestein, die kanttekeningen plaatste bij de multiculturele samenleving in het algemeen en de rol van de islam in het bijzonder. Na diens vertrek naar Europa schoof de vvd, onder leiding van Hans Dijkstal en Jozias van Aartsen, op naar het midden, terwijl Wilders juist de andere kant van het politieke spectrum opzocht. Waar deze verwijdering op uitliep is bekend.
Fennema beschrijft niet alleen, maar voorziet de gebeurtenissen ook van een duiding. Meer aandacht krijgt het proces tegen Wilders. Maakt Wilders gebruik van het recht zijn mening te uiten of zet hij aan tot haat en maakt hij zich schuldig aan discriminatie en racisme? Dit vraagstuk werkt Fennema uit aan de hand van de artikelen 137c en 137d, die ooit waren bedoeld om bevolkingsgroepen te beschermen tegen opzettelijke belediging. In de praktijk hebben ze als effect dat het begrip ‘ras’ steeds verder is opgerekt. Ooit werd Hans Janmaat, leider van de Centrumdemocraten, op grond van deze wetsartikelen veroordeeld. Zijn kritiek op de multiculturele samenleving was weliswaar geen racisme in letterlijke zin, gaf ook de toenmalige officier van justitie toe, maar moest toch zo worden opgevat om de maatschappij te beschermen tegen de ideeën van de Centrumdemocraten. Fennema: ‘Het ging de officier van justitie niet meer om het tegengaan van ongelijke behandeling op grond van ras of afkomst, het ging haar om het tegengaan van een “eng gedachtegoed”.’
Fennema doet geen uitspraak over de vraag of Wilders moet worden vrijgesproken. Wel biedt hij de lezer achtergrondinformatie die ook instructief is als het proces tegen Wilders wordt voortgezet.