[Biografie Bulletin, najaar 2010]
Woord vooraf
‘De grenzen van de biografie’ heette het colloquium dat het Nederlands Letterenfonds en het Vlaams Fonds voor de Letteren op 18 juni van dit jaar in het Letterenhuis in Antwerpen organiseerden. Beide fondsen verstrekken jaarlijks substantiële subsidies aan biografen van schrijvers, en boden biografen tijdens deze bijeenkomst de mogelijkheid met elkaar van gedachten te wisselen en ervaringen te vergelijken. Zes sprekers lieten hun licht schijnen over reële en vermeende barrières die biografen op hun weg vinden, als daar zijn: de onmogelijkheid het echte leven in al zijn onlogische ambiguïteit in woorden te vatten; zelfopgelegde beperkingen als het afzien van psychologische duidingen; praktische problemen als ontoegankelijkheid van archieven en een gebrek - of juist een overvloed - aan materiaal, en problemen van ethische aard. Vijf lezingen staan in dit nummer afgedrukt, met dank aan de sprekers. Dank ook aan Greetje Heemskerk van het Nederlands Letterenfonds en Michiel Scharpé van het Vlaams Fonds voor de Letteren, die verantwoordelijk waren voor de praktische en inhoudelijke organisatie van het colloquium. Over grenzen gaat ook een groot deel van de andere bijdragen aan dit nummer. Over het overschrijden van landsgrenzen schrijft Jeroen Dewulf in een artikel over de emigratie van Indische Nederlanders naar de Verenigde Staten en de manier waarop die daarover in biografieën, autobiografieën en romans vertellen. De verschillende aspecten van migratie komen ook aan de orde in Paul van der Steens recensie van de autobiografie van Edward Said. In zijn artikel over de vele boeken over Anne Frank gaat Van der Steen na hoever je kunt gaan met het verwijzen naar haar korte leven. Mariëtte Baarda laat in haar bespreking van Jenny Diski's vie romancée over Marie de Gournay zien dat lezers hun lievelingsauteurs ook te veel kunnen bewonderen, en Joke Linders onderzoekt in haar column waar de
grenzen liggen in de verhouding tussen leven en werk. Emanuel Overbeeke maakt in zijn recensie van twee boeken over Robert Schumann duidelijk dat in veel biografieën van musici die verhouding zoek is, omdat daarin de muziek te weinig aan bod komt, en Sebastien Valkenberg vraagt zich af of de biograaf van Geert Wilders de grenzen van de fantasie overschrijdt.
En verder laat Edwin van Meerkerk zien hoe de biografen van de gebroeders Van Hogendorp zich door de literaire memoires van de beide broers hebben laten leiden; Rick Honings en Peter van Zonneveld vertellen over hun werk aan een artistiek-wetenschappelijke biografie van Willem Bilderdijk, en Monica Soeting sprak met een van de twee oprichters van het Centre for Life History and Life Writing Research aan King's College in Londen. Ten slotte, met dank aan Ambo|Anthos uitgevers, een voorproefje van de biografie van Cleopatra door de Noord-Amerikaanse schrijfster Stacy Schiff, die in 2000 de Pulitzerprijs won voor haar levensgeschiedenis van Vera Nabokov.
De redactie