schavend en schurend stileert hij deze causerieën tot literaire verhalen. Schreef hij in juli 1970 in de Haagse Post als columnist dat hij een hekel had aan al die pretentieuze letterkundigen en liever ‘letter-on-kundig’ was, als schrijver nam hij de letterkunde wel degelijk serieus. Zozeer zelfs dat het spontane soms moest wijken voor het gestileerde. Het eindeloos sleutelen aan zijn teksten verraadt zijn knagende onzekerheid, al beweert hij in De Gooi- en Eemlander van 9 juni 1984 dat hij in Gevecht tegen het zuur ‘het volwaardig schrijverschap’ heeft bereikt. ‘Door die radiocauserieën heb ik een lichte bekendheid gekregen, maar ik heb er ook beter door leren schrijven in een parlando-achtige stijl,’ zegt hij in de Haagse Post, in april 1984: ‘Het zou natuurlijk nooit zo gepubliceerd kunnen worden als het werd uitgesproken; ik heb er dus ingrediënten uitgehaald en er andere structuren, samenhangen in aangebracht.’
‘Gevangenisdirecteur aan zee’ uit Gevecht tegen het zuur is een mooi voorbeeld van de manier waarop Van Doorn zijn vertellingen transformeerde tot een verhaal. ‘Er woonde een man naast ons, een huisje verderop op de boulevard,’ weet Yvonne. ‘Een gepensioneerde gevangenisdirecteur die, naar wij hoorden, overspannen was. Dat spookte door het hoofd van Johnny. Die man liep elke dag over het strand heen en weer.’
Van Doorn laat zijn verbeelding los op het doen en laten van deze man. Zo ontstaat het verhaal van een neuroticus. Als de directeur geen slaappillen neemt wordt hij bestookt door gruwelijke nachtmerries. Overdag ziet hij in elke passant een verdachte Duitser. Tegen acute aanvallen van paranoia slikt hij tranquillizers. Het verhaal eindigt met een bekentenis van de directeur, na veel whisky en cognac: ‘Toch heb ik twee... die nsb-klieren... Van der Wal en z'n maat... om zeep geholpen.’ De directeur wordt ten slotte op een brancard, het laken over het hoofd, per ambulance afgevoerd. Zelfmoord, wordt gesuggereerd. De storm komt in het verhaal nog slechts zijdelings ter sprake. De aandacht gaat uit naar de gevangenisdirecteur die onder de last van het oorlogsverleden is bezweken. Nog zo'n belangrijk thema in het proza van Johnny van Doorn: de Tweede Wereldoorlog.
Nico Keuning, Oorlog en pap, het bezeten leven van Johnny van Doorn (Amsterdam, De Bezige Bij 2009)