moeten herhalen. Ik las net Ongekend, het levensverhaal van de wielrenner Rini Wagtmans, door Peter Ouwerkerk. Een vermakelijk boek, maar de auteur snijdt zich in de vingers door zijn aanpak: hij begint elk hoofdstuk met de climax van het verhaal - hoe bijvoorbeeld Wagtmans als jongetje van een kerkdak afgleed en daar leerde hoe hij later op de fiets moest dalen - en daarna wordt alles nogmaals netjes feit voor feit op een rijtje gezet. Maar het lekkerste heeft hij dan al weggegeven. Als je dan ook nog verderop in het boek uitentreuren opnieuw moet lezen hoe Wagtmans toch zo'n geweldige daler kon worden, denk je: ja, ja, schiet nou maar eens op, dat weten we nou wel.
Ziet u zichzelf in een bepaalde biografische traditie staan?
Nee, ik heb meer voorbeelden van hoe het niet moet dan van hoe het wel moet. Ik richt me niet op een bepaald voorbeeld.
Hoe gaat u om met uw eigen rol in de biografie, probeert u er zoveel mogelijk buiten te blijven of bent u zichtbaar aanwezig en heeft u het over uzelf als biograaf?
Als je goed schrijft ben je eigenlijk in elke zin al aanwezig. Dan moet je niet ook nog eens voor je hoofdpersoon gaan staan en voortdurend met de vinger naar jezelf wijzen: kijk eens wat ik hier nu van vind. Wat niet wegneemt dat je je eigen opinies over bepaalde teksten of feiten gerust mag laten doorklinken in je woordkeuze. Er bestaat wel min of meer objectief uitgevoerd onderzoek, maar een objectief geschreven biografie zou niet te pruimen zijn. Elke biografie herneemt nu eenmaal op een andere wijze het leven van de gebiografeerde. Ik zit er wel over te denken om in een voor- of nawoord mijn eigen positie ten opzichte van Helman te expliciteren, omdat ik hem zelf de laatste tien jaar van zijn leven persoonlijk heb meegemaakt, en ook zijn aan Suriname gerelateerde poëzie heb bezorgd.
Welke knelpunten komt u tegen?
Grootste probleem is de enorme waaier aan activiteiten en teksten van Helman onder te brengen in een handzaam boek. Deel van dat probleem is om bij zo uiteenlopende onderwerpen als - ik doe maar een greep - de opkomst van Freud in Nederland, de muziek van Matthijs Vermeulen, de oorsprong van het Sranantongo, perikelen bij de Verenigde Naties en de geschiedenis van Tobago en Gulliver's Travels de context zo kort en bondig mogelijk weer te geven. De lezer moet zich goed kunnen oriënteren, maar je moet de lezer niet laten verdrinken in een overvloed aan feiten.
Heeft u fondsen geworven?
Ja, en omdat ik geen vaste baan heb, zou ik anders deze biografie ook niet kunnen schrijven. Wel moet me van het hart dat het Fonds voor de Letteren voor zo'n uitermate lang, complex en internationaal leven als dat van Helman veel minder geld over heeft dan voor een biografie van een thuiszittende auteur die nauwelijks iets heeft gepubliceerd. Ik vind dat voor een subsidie de omvang van het te verrichten biografische werk leidraad voor subsidiëring moet zijn.
Wanneer denkt u dat de biografie gaat verschijnen?
Ik hoop eind 2010 het manuscript af te ronden, en dan kan de biografie, Deo volente, in 2011 verschijnen.