zoek gedaan, en de man die de basis ervoor legde is vrijwel in vergetelheid geraakt.
Wat is je uitgangspunt; wat zijn de knelpunten?
Mijn uitgangspunt was in eerste instantie het cultuurpolitieke beleid van Goedewaagen, zoals dat in het archief van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten bewaard is gebleven. Vlak na de start van mijn onderzoek ontdekte ik echter dat het privéarchief van Tobie Goedewaagen in twee grote koffers op de zolder van zijn zoon stond. Dit archief, door mijn bemiddeling inmiddels overgedragen aan het niod, bestaat uit persoonlijke brieven, gedichten, handschriften en manuscripten, artikelen, publicaties van en over Goedewaagen, correspondentie met onder meer filosofen, nazi's, ex-nazi's en uitgevers, en foto's. Ik deed een aantal vondsten, waardoor zijn cultuurbeleid in een heel ander licht komt te staan. Een van de dingen die ik ontdekte, was dat Goedewaagen zelf in zijn jonge jaren serieuze aspiraties had om kunstenaar te worden.
Knelpunten zijn de gaten in het archief, de brieven en stukken die Goedewaagen níet bewaard heeft. De vraag blijft steeds: waarom heeft hij het ene stuk voor zijn archief geselecteerd en het andere niet? Deed hij dit doelbewust; wilde hij een bepaald beeld van zichzelf creëren of is dit archief een min of meer toevallige verzameling?
Een moeilijker punt is dat een onderzoek naar een ‘foute’ man ook nu nog op weerstand stuit, zelfs bij historici. Met gefronste wenkbrauwen vraagt men sneller naar het Waarom van je onderzoek: beoog je eerherstel, ben je zelf nazaat van een nsb'er, kom je uit de revisionistische hoek?
Tobie Goedewaagen (1895-1980)
Hoe ga je de biografie opzetten?
Het boek is chronologisch opgezet, waarbij de levensgeschiedenis zelf als kader dient om de diverse thema's uit Goedewaagens leven uit te diepen. Zijn levensloop leent zich daar uitstekend voor, omdat die thema's elk in een nieuw decennium tot uiting kwamen en voortvloeiden uit belangrijke politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in die decennia. Zijn biografie wordt dus nadrukkelijk ingebed in de tijdgeest.
Het zwaartepunt van het boek komt te liggen op de jaren veertig van de twintigste eeuw, in de eerste plaats omdat Goedewaagen in deze jaren in zijn persoonlijke leven de synthese van zijn karakter en werk beleefde, in de tweede plaats omdat de door hem ingevoerde cultuurpolitiek beslissend zou zijn voor de naoorlogse