iets over de angsten en verwachtingen van de biograaf ten aanzien van de dood. In haar biografie van Virginia Woolf koos Hermione Lee voor een zo zuiver en zakelijk mogelijke feitelijke benadering. Haar beschrijving van Woolf's zelfmoord was geen poging tot romantiseren of verklaren, omdat zij vindt dat een ander (casu quo de biograaf) die ultieme verklaring nooit kan leveren.
Eenzelfde pleidooi voor biografische bescheidenheid en relativering van de feiten - de menselijke geest is nu eenmaal moeilijk te doorgronden - biedt het overzicht van de verhalen over Jane Austens beroemde flauwte (‘Jane Austen Faints’). Als Austen, terugkerend van een uitstapje met een vriendin, verneemt dat ze over een paar dagen de plattelandspastorie waar ze geboren en getogen is, zal moeten verruilen voor een huis in Bath, stort ze machteloos ter aarde. Prachtvoer voor biografen. Sommigen duidden deze dramatische gebeurtenis als een actie van protest of hulpeloosheid. Een ongetrouwde vrouw had in de tijd van Jane Austen immers meestal weinig te zeggen over haar leven. Anderen vonden de gebeurtenis in het licht van Austens romans zo onwaarschijnlijk dat ze zich afvroegen wat de invloed van de familie in deze geweest kan zijn. De eerste zes Austenbiografieën werden immers geschreven door haar familieleden. Paste het beeld van een flauwvallend meisje in het Victoriaanse beeld of hadden de verschillende familieleden belang bij dat verhaal? Austens erven slaagden er per slot van rekening ook in om slechts één afbeelding van haar te doen overleven.
Aan de hand van dergelijke voorbeelden legt Lee de aard van een biografie bloot: het spoor van een leven volgen aan de hand van details, uitzoeken wat klopt en wat niet, roddel en laster overboord zetten, zoveel mogelijk informatie en bewijzen verzamelen en al die onderdelen vervolgens oppoetsen tot een overtuigende en realistische voorstelling. Dat proces verschilt niet veel van het schrijven van romans.
Aan de hand van ‘The Hours’, de verfilming van het boek van Michael Cunningham waarin Mrs. Dalloway van Virginia Woolf een belangrijke rol speelt, laat Lee zien hoe makkelijk een levensverhaal de feiten geweld aan kan doen. Zo is de scène waarmee de film opent - de zelfmoord van Virginia Woolf - veel idyllischer dan in werkelijkheid het geval was. De rivier waar Nicole Kidman inloopt, is schoner en kalmer dan de gevaarlijke vieze, snelstromende rivier vlak bij Woolfs huis in Richmond. De zon straalt (Kidman was niet beschikbaar in de herfst) en de actrice oogt en handelt een stuk jonger en zelfbewuster dan uit de afscheidswoorden van Woolf valt op te maken. Moeten we dat afkeuren? Ja en nee. Ja, omdat deze filmbeelden een nieuwe mythe ten aanzien van Virginia Woolf creëren. En nee, omdat die film een heleboel mensen ontroerde en mogelijkerwijs in contact gebracht heeft met Woolfs werk. Wat we ons vooral moeten realiseren, concludeert Lee, is dat de biografie een creatieve daad is waarin de feiten (de zelfmoord van Virginia Woolf) geordend moeten worden. Elke ordening doet de werkelijkheid geweld aan. Zelfs de zorgvuldigste biografie is een kwestie van ‘making up or making over’, interpreteren en herinterpreteren. ‘Versioning’ luidt de officiële term. In een aantal kortere stukken, veelal geschreven voor de Guardian, Observer, The New York Review of Books, The London Review of Books en Times Literary Supplement,