afbeeldingen bewaard gebleven.
De tweede verandering aan de voorgevel was veel minder ingrijpend, maar zeker zo interessant: eind 1887, het jaar dat Multatuli overleed, werd er een gevelsteen geplaatst ter herinnering aan de schrijver. Het was een initiatief van de Amsterdamse gemeentesecretaris Nicolaas de Roever, dat werd gesteund door bekende Amsterdammers als Frederik van Eeden en Aletta Jacobs. De foute sterfdatum in de steen (3 in plaats van 2 maart) is later verbeterd.
En daarmee was het voorlopig gedaan. Toen in 1910 het Multatuli Museum werd opgericht, werd dat niet ondergebracht in het huis in de Korsjespoortsteeg, maar in het Stedelijk Museum. Later verhuisden de spullen - Multatuli's sterfsofa, zijn bureau en nog wat relikwieën - naar de Amsterdamse - Universiteitsbibliotheek. Een enkele multatuliaan heeft in die jaren wel eens zijn zinnen gezet op de Korsjespoortsteeg, maar het geboortehuis werd nu eenmaal bewoond, en stond niet te koop. Tot 1921, toen onder anderen de genoemde Roelfsema een poging deed het huis te bemachtigen.
Tijdens de oorlog wilde de eigenaar ervan af. Lezers van het gelijkgeschakelde
Algemeen Handelsblad van 16 oktober 1942 konden tussen berichten over de Winterhulp, de Jeugdstorm en over ‘onverschrokken kerels, die willen deelnemen aan den strijd tegen de Sowjets’ een bescheiden annonce lezen. ‘Vrijwillige Verkooping’, las men, van een aantal panden, waaronder ‘Korsjespoortsteeg 20 (geboortehuis van Multatuli), Kad. Sectie F. No. 749, groot 48 Cent’. Dat leidde tot artikelen in diverse kranten (vol fouten, waar weer reacties op volgden), waardoor opnieuw de aandacht werd getrokken van de Multatuli-bewonderaar
Eduard Douwes Dekker, 1874
Roelfsema. Nadat het geboortehuis in 1942 van de veiling was teruggetrokken, kon hij in 1943 eindelijk zijn slag slaan. Uit aantekeningen van zijn latere vrouw Jacqueline Roelfsema-Tenge blijkt dat het huis in slechte staat was, en bovendien woonde er een schoenmaker in, die weigerde te vertrekken. Pas in 1950 konden de Roelfsema's naar de bovenverdiepingen van Multatuli's geboortehuis verhuizen. In 1957 verkocht Roelfsema het huis voor 14 duizend gulden aan de gemeente Amsterdam; iets wat in de gemeenteraad uitvoerig werd besproken. Het bedrag was laag, ook voor die tijd, maar er stond iets tegenover: de verkoper mocht zonder huur te betalen op de bovenverdieping blijven wonen,