Mededelingen
Voetnoot achteraf
Nadenkend over mijn bespreking van Hazeu's Slauerhoff. Een biografie in Biografie Bulletin 95/3, bedacht ik twee dingen.
Ten eerste dat uit de titel: ‘Meer documentaire dan biografie’ een al te dwingend oordeel spreekt over wat een biografie zou moeten zijn (bijvoorbeeld een romanachtig verhaal en geen op feiten berustende geschiedenis), terwijl ik toch ook in biografisch opzicht de grootste achting koester voor werken als Enno Endts Gorter-documentatie en het grote werk over Van Ostaijen van Gerrit Borgers. Zo roept de titel een onvruchtbare tegenstelling op. Ten tweede dat ik mede naar aanleiding van deze al te dwingend aangegeven voorkeur Hazeu onrecht doe door zijn werk als biograaf op hetzelfde niveau te waarderen als zijn fictionele proza en zijn poëzie (zie p. 233 ondergaan). Adequater lijkt mij, ook in samenhang met de rest van mijn stuk, om de zin die hierop aansluit te veranderen in: ‘In de biografie heeft hij evenwel het genre gevonden dat hem ligt, de biografie met een sterk documentair karakter.’
Vandaar dat ik Hazeu van harte de Dordtprijs 1995 gun.
Wam de Moor
J. Slauerhoff, houtsnede door Valentijn Edgar van Uytvanck