De symposia
Ook wat de symposia betreft tonen de meeste leden zich tevreden: opzet, sfeer en inhoud bevallen bijna iedereen, al worden er de nodige suggesties gedaan voor het up to date houden van de bijeenkomsten. Zo oppert iemand ‘dat het interessant is een uitgever en een boekhandelaar aan het woord te laten over de afzet van biografieën, de (veranderende, groeiende?) belangstelling van het publiek, de “marketing” etc.’ Een paar leden geven de voorkeur aan symposia waarbij de zaal ruim gelegenheid krijgt te reageren; anderhalf uur vindt is veel te lang voor de ‘weinig relevante groepsdiscussie’. ‘Geef meer gelegenheid tot het stellen van algemene vragen en opmerkingen maken in plenaire zitting’. Het zal moeilijk zijn hierin een wijziging aan te brengen want evenveel leden vinden de discussietijd juist nog te beperkt: ‘Maak het minder afstandelijk: dus minder voordrachten, hoe boeiend ook, en zorg voor méér contact tussen de leden’. Tot betere kennis van elkaar kan overigens ook eendeelnemerslijst bijdragen: ‘nu ontmoet je vaak mensen van wie je de namen later niet goed herinnert en de adressen uiteraard niet kent’.
Over de lokatie is een groot deel tevreden, maar het zijn toch wat meer leden die nu commentaar hebben (zeven): sommigen vinden de lokatie ‘ongezellig’, een ‘te grote zaal in vergelijking met het aantal mensen’. En leden die van ver komen, uit het oosten van het land, zouden zo nu en dan wat dichter bij huis willen samenkomen: Amersfoort, Utrecht, Nijmegen en Zwolle worden genoemd, en als het kan op een zaterdag.
Als allen die zich aanmeldden voor redactie- en bestuurswerk hun belofte gestand doen, kan de Werkgroep jaren voort. Voor redactiewerk zijn het er elf, voor het bestuur zes.
De conclusie luidt dat de grote lijn niet anders hoeft, maar dat op details een paar dingen verbeterd moeten worden. De suggesties door de leden gedaan, willen bestuur en redactie serieus nemen. Ze