Biografie Bulletin. Jaargang 4
(1994)– [tijdschrift] Biografie Bulletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 150]
| |
Naakte feiten zijn niet naakt
| |
[pagina 151]
| |
Nabokov in 1915
| |
[pagina 152]
| |
die op de grote overeenkomsten tussen roman en biografie heeft gewezen.
* * *
Nabokov schreef The Real Life of Sebastian Knight eind jaren dertig in een Parijse tweekamerflat. In januari 1939 was het boek voltooid. Tijdens het schrijven had hij met allerlei problemen te maken gehad. Als zijn zoon Dimitri speelde of sliep, was Nabokov op de badkamer aangewezen. Daar schreef hij op een koffer, die op het bidet geplaatst was. Een andere moeilijkheid was dat het de eerste roman was die hij in het Engels schreef, een taal die hij nog niet volkomen beheerste. In die jaren experimenteerde Nabokov met de romanvorm. Zijn preoccupatie was de wijze waarop men in taal een persoonlijkheid schept en uitbeeldt. In het biografiegenre bestaan er vanouds een aantal conventionele manieren waarop dat wordt gedaan en het behoeft ons dan ook niet te verbazen dat in Nabokovs biografieroman vanaf de eerste bladzijde met de vormgevingprincipes van de biografie en de roman gespeeld wordt. Het wemelt in The Real Life van dubbele bodems en spiegeleffecten, die de lezer meer dan eens op een verkeerd been zetten. Moet hij het boek tegelijk als een roman en een biografie lezen? Ik heb niet de illusie dat ik een sluitende interpretatie van deze biografieroman kan geven. Wel wil ik proberen deze biografie in romanvorm zoveel mogelijk vanuit biografisch standpunt te benaderen. Dat wil zeggen dat ik op punten zal letten waarop ik ook bij het lezen van een gewone biografie zou letten zonder evenwel te vergeten dat ik met een roman te doen heb.
* * * Het boek bevat de biografie van de schrijver Sebastian Knight, geschreven door diens half-broer, die alleen met het initiaal V. wordt aangeduid. Deze biografie, twee jaar na de dood van Sebastian begonnen, is behalve een verslag van het leven ook een verslag van de zoektocht naar sporen uit het verleden van Sebastian. De biografie als zoektocht doet sterk denken aan de schitterende biografie The Quest for Corvo van A. Symons, waarin de biograaf een moeizame zoektocht onderneemt naar het verleden van de mysterieuze Baron Corvo. Ook in The Real Life wordt de lezer meegevoerd op doodlopende wegen en krijgt hij via de biograaf te maken met verkeerde informanten en toevallige ontmoetingen. Nabokovs keuze voor de vorm van een zoektocht is volgens mij zeer bewust. De toevalligheid van de vondst van bepaalde bronnen, de willekeur die er zit in onverwachte ontmoetingen van belangrijke informanten, de ongewisheid van de stemmingen van de biograaf met al zijn ups en downs, dat alles werkt sterk relativerend ten opzichte van de waarheid van het beschreven leven. Wie al het moeizame ‘fieldwork’ uit de beschrijving van een leven weglaat - en dat gebeurt in de meeste biografieën - en alleen iets afgeronds laat zien, suggereert daarmee een zekerheid, die er niet is en nooit is geweest. Een goede biografie valt of staat met de biograaf en de wijze waarop deze het bronnenmateriaal selecteert en interpreteert. Laten we eens kijken hoe het daarmee in The Real Life gesteld is. Een biograaf die, zoals in Nabokovs boek het geval is, half-broer van de gebiografeerde is, is natuurlijk uiterst problematisch. Wat mogelijk gewonnen wordt, doordat de biograaf als familielid over unieke informatie beschikt, kan | |
[pagina 153]
| |
verloren gaan doordat de biograaf te partijdig is. Sebastian Knight, de oudste van de twee broers, is geboren uit het huwelijk van een Engelse moeder en een Russische vader. V. de biograaf is uit het tweede huwelijk van de vader met een Russische vrouw. Waarom V. de biografie van zijn schrijvende broer Sebastian wil maken, is mij slechts ten dele duidelijk. Natuurlijk, V. heeft, als we hem willen geloven, vooral bewondering voor Sebastians werk en een grote genegenheid voor zijn persoon. Het had hem geërgerd dat er over hem een slechte biografie was geschreven door een zekere Goodman. Hij voelt zich in meer dan een opzicht verwant en betrokken. Op het eerste gezicht misschien voldoende reden om een biografie te beginnen. Maar de betrokkenheid van V. voor zijn broer is tamelijk vergaand. V. meent zelfs over ‘innerlijke kennis’ van Sebastians persoon te beschikken! Het komt hem voor dat Sebastian en hij een soort gemeenschappelijk ritme hebben. Hij wist zich in te leven in een bepaalde handelswijze van Sebastian en was ervan overtuigd in gegeven omstandigheden precies zo gehandeld te hebben als hij. De kritische lezer van deze ‘biografie’ krabt zich hier even achter de oren. De Einfühlung gaat hier wel erg ver! Op het eind van de roman voert die identificatie zelfs tot eenheid van de persoon! V. bekent in de laatste regels: ‘Sebastians masker heeft zich aan mijn gezicht gehecht, de gelijkenis laat zich niet wegwassen. Ik ben Sebastian of Sebastian is mij, of misschien zijn we beiden iemand die we geen van tweeën kennen.’ Is V. gek geworden of hebben we te maken met een grap van Nabokov zelf (de persoon aangeduid als ‘iemand die we geen van tweeën kennen’)? Of zijn er nog andere oplossingen? Vladimir Nabokov (foto: ABC-Press, Amsterdam)
Laten we ons nog een verder over V. als biograaf en zijn relatie met zijn broer Sebastian buigen. Het blijkt dan dat het tussen hen niet altijd goed geboterd heeft; het is niet allemaal goud wat er blinkt. Als we alleen al afgaan op wat er in The Real Life over hun beider jeugd wordt verteld, dan is er voldoende conflictstof. Neem bijvoorbeeld de dood van hun beider vader door een duel. De vader was een duel aangegaan met de minnaar van zijn eerste vrouw (de moeder van Sebastian dus) en kwam daarbij om. De zes jaar jongere V. begrijpt er niets van dat deze vroegere liefde een duel tot gevolg kon hebben. Een conclusie lijkt voor hem zonder meer duidelijk: de vader hield nog steeds van zijn eerste vrouw, die hem tot zijn groot verdriet in de steek gelaten had. Sebastian vatte een grote verering voor de vader op, toen hem de reden van het fatale duel medegedeeld was. V. zal moeten erkennen dat zijn moeder tweede keuze is. | |
[pagina 154]
| |
In alle opzichten is V. de mindere van Sebastian. Hij is de waterdrager, voor wie niets ander overblijft dan de erkenning dat Sebastian beter schrijft en in alles de meerdere is. V. herinnert zich hoe hij als klein kind probeerde de aandacht van zijn ongenaakbare broer op zich te vestigen, toen deze aan het schilderen was. Hij doet van alles om Sebastian op zijn bestaan opmerkzaam te maken. Jaloers is hij op de gouvernante, die zielsveel van Sebastian houdt. Wat V. ook onderneemt, zijn broer blijft onveranderlijk terughoudend. Pijnlijk voor V. is ook dat in een biografie, die door een zekere Goodman, de secretaris van Sebastian kort na diens dood geschreven is, over het tweede huwelijk van de vader niet eens wordt gerept, zodat V. voor de lezers van deze biografie een niet-bestaande figuur is: een nepbroer, een poseur en praatjesmaker. Wat dat betreft heeft V. reden genoeg nu zelf een biografie te maken, waar hij wel eclatant in aanwezig is.
* * *
Over de relatie tussen biograaf en gebiografeerde is al heel wat geschreven. In Footsteps heeft Richard Holmes een breed scala van gevoelens beschreven die er speelden tussen hem als biograaf en zijn helden. Neutraal is de relatie nooit. Er gist van alles, openlijk of in het geheim. De relatie tussen V. en zijn broer Sebastian is in dat opzicht symptomatisch. Verering en identificatie wisselen af met gevoelens van minderwaardigheid en jaloezie. Uit alles is op te maken dat V. op de stoel van Sebastian wil zitten, revanche wil nemen voor de inferieure plaats die hij altijd ten opzichte van Sebastian heeft ingenomen. De biografie over Sebastian is daartoe het middel. Hij eigent zich het literaire werk van Sebastian toe, gebruikt citaten uit dat werk om delen uit het leven van Sebastian te illustreren en pretendeert, zoals we gezien hebben, ‘innerlijke kennis’ van Sebastian te bezitten. Dat biograaf V. graag romancier wil zijn zoals zijn broer, blijkt onder andere uit het feit dat V. in zijn ‘biografie’ zin heeft om van Sebastian een romanpersonage te maken, daar hij op die manier een vloeiende lijn zou kunnen schetsen van de wijze waarop Sebastian zich ontwikkelde van peuter tot jongeman. Maar dan zou er een biographie romancée ontstaan, een genre waar V. de pest aan heeft. Voor de lezer is het natuurlijk hoogst curieus dat hij een boek in handen heeft dat een roman is in de vorm van een biografie, waarin de hoofdpersoon weliswaar als biograaf pretendeert een kritische biograaf te zijn met uitgesproken oordelen over het genre van de biografie, maar waarin hij tegelijkertijd niet in de gaten heeft speelbal te zijn in de handen van de romanschrijver Nabokov, die daarmee zelf zijn visie op de biografie kan spuien en misschien door middel van dit boek in literaire vorm de problematische relatie tussen hemzelf en zijn homoseksuele broer Sergei vorm geeft.
* * *
V. is - dat moet intussen duidelijk zijn - een eigenaardige biograaf. De houding die hij ten opzichte van zijn bronnenmateriaal inneemt is op zijn minst dubieus. Hij heeft geen enkele schroom om gegevens over Sebastian uit diens literaire werk te halen. Die romans kende hij op zijn duimpje, alsof het zijn eigen romans waren. Goed beschouwd wist hij meer van Sebastians werk dan van zijn leven. Het literaire werk staat in deze biografie zo centraal, dat de indruk wordt gewekt dat het leven niet de literatuur bepaalt | |
[pagina 155]
| |
Vladimir Nabokov (rechts) met zijn broer Sergej, 1901
maar de literatuur het leven. (Dat geldt ook voor Nabokovs biografie over Gogol, waar de behandeling van het literaire werk veel meer plaats inneemt dan de behandeling van het leven zelf). V. durft plompverloren te beweren dat allerlei zaken in een fictieve brief door Sebastian zelf gevoeld zijn. Volgens V. | |
[pagina 156]
| |
had Sebastian de eigenaardige gewoonte om zelfs zijn meest groteske personages een idee of indruk of verlangen mee te geven waar hij zelf mee rondliep. Nu kan zoiets zeker het geval zijn geweest, maar elk bewijs voor deze bewering ontbreekt. Deze opinie van biograaf V. moeten we natuurlijk niet verwarren met de neiging van sommige biografen om achter fictie een waar gebeurd verhaal te veronderstellen. Nabokov zelf had over de relatie werkelijkheid-fictie zeer pertinente meningen. Een onthullend citaat hierover komt in zijn biografie over Gogol voor: ‘Merkwaardig, die ziekelijke neiging van ons om zoveel voldoening te scheppen in het feit (meestal niet waar en altijd irrelevant) dat een literair werk gebaseerd is op een “waar gebeurd verhaal”. Zou het komen doordat we horen dat een schrijver, net als wij, niet knap genoeg was om zelf een verhaal te bedenken?’ Biograaf V. is vol bewondering voor het transformatieproces, dat schrijvers in staat stelt om uit precies de dingen die hen beklemmen een fictief of absurd personage te scheppen. In dat opzicht lijkt hij precies op Nabokov. Die is als schrijver in zijn romans er steeds zeer bewust op uit geweest om de biografische werkelijkheid door een reeks van formele middelen te camoufleren en te transformeren. De graan van het leven moet - om met Marsman te spreken - omgestookt worden tot de jenever van de poëzie. Dat transformatieproces is voor Nabokov een essentieel onderdeel van literatuur, het is hem ernst. Dat neemt niet weg - de trouwe Nabokovlezer weet het - dat Nabokov wat voor hem ernst is, op een speelse wijze vorm geeft. Hij goochelt dat het een lieve lust is in The Real Life of Sebastian Knight. Een mooi voorbeeld daarvan is wel dat in de romans van Sebastian aanduidingen zijn die V. op zijn zoektocht zal ervaren. Wat ooit fictie was, wordt werkelijkheid voor de biograaf! Zo blijkt de figuur Silbermann in de roman (zo essentieel voor V. als biograaf in zijn speuren naar een geliefde van Sebastian) uit de romans van Sebastian zelf afkomstig te zijn. De mogelijkheid is zeker aanwezig dat The Real Life of Sebastian Knight een spiegel is van Sebastians eerste roman, waar gedurende een moordonderzoek het lichaam verdwijnt en een van de verdachten zichzelf ontmaskert door te onthullen dat hij degene is die verondersteld wordt dood te zijn. (Als V. op het einde van The Real Life meent bij het sterfbed van zijn broer Sebastian te staan, blijkt dat een vergissing en onthult hij even later dat hij zelf Sebastian is.) Je wordt als lezer nagelbijter als je ziet wat voor interpretatiemogelijkheden Nabokovs roman allemaal bevat.
* * *
Nabokov maakt in deze roman twee dingen duidelijk. Allereerst dat de kern van een schrijversleven zijn literair werk is. Dat moet in een schrijversbiografie centraal staan, omdat daarin zijn ware persoonlijkheid op een verhulde wijze aanwezig is. Ten tweede is de grens tussen fictie en reële feiten niet duidelijk te trekken. Het ‘werkelijke’ leven van de held in The Real Life of Sebastian Knight blijkt bij nader inzien al fictie te zijn geweest. Niet ‘Art imitates Life’, maar ‘Life imitates Art’! Nabokovs les aan de biograaf lijkt te zijn: de fictionalisering van een leven ontstaat, zodra hij zijn levensverhaal vormgeeft. De subjectieve invalshoek en de drang om een leven te verhalen, d.w.z. van een leven een eenheid, een mythe te maken, is nu eenmaal | |
[pagina 157]
| |
Nikokj Gogol, tekening door P.A. Karatygin (1836)
onvermijdelijk. Feitelijkheid kan wel een ideaal voor een biograaf zijn, maar de grote vraag is wat echte, naakte feiten nu precies zijn en hoe naakt die wel zijn. In zijn biografie over Gogol kwam ik de volgende mooie opmerking tegen: ‘De moeilijkheid is dat naakte feiten niet op zich zelf kunnen staan, want ze zijn nooit naakt: de witte afdruk van een polshorloge, een ongekrulde pleister op een kapotte hiel, dat zijn dingen die zelfs de vurigste nudist niet kan afleggen. (...) Het meest primitieve curriculum vitae kraait en fladdert met zijn vleugels op een manier die bij de ondertekenaar past. Ik betwijfel of je zelfs je telefoonnummer kunt opgeven zonder iets van jezelf prijs te geven.’ In beschouwingen over het genre van de biografie worden altijd maar weer de polen genoemd waartussen de biografie zich beweegt: de literatuur en de wetenschap. De literatuur is nodig om de biografie tot verhaal te maken, om door middel van de verbeelding samenhang te brengen in de feiten en de nuances van de persoonlijkheid tot hun recht te laten komen. Wetenschap, objectiviteit is nodig om de feitelijke waarheid recht te doen. Nabokov nu doet in The Real Life of Sebastian Knight een aanval op die twee polen. Ook het ‘verklaren’ in de biografie valt hij aan. In The Real Life wordt de spot gedreven met de opvattingen van de biograaf Goodman, Sebastians eerste biograaf. Sebastian zelf had in zijn roman Succes het hele begrip oorzakelijkheid en determinatie van vraagtekens voorzien onder andere door de kronkelwegen te beschrijven, waarlangs twee mensen elkaar ontmoeten. Biograaf V. irriteert het enorm dat de platvloerse Goodman totaal geen oog heeft gehad voor het genie van Sebastian. Die verwaarlozing van het geniale blijkt uit het feit dat hij het waagt om Sebastian op een vrijblijvende wijze uit zijn tijd te verklaren. Wie iemand volledig uit de ‘Zeitgeist’ verklaart, hem tot een kind van zijn tijd reduceert, verwaarloost zijn individualiteit. In de woorden van biograaf V.: ‘Goodmans werkwijze is even simpel als zijn levensbeschouwing. Zijn enige doel is “de arme Knight” te presen- | |
[pagina 158]
| |
teren als produkt en slachtoffer van wat hij “onze tijd” noemt - al is het me steeds weer een raadsel waarom sommigen er zo op gebrand zijn anderen hun chronologische concepten op te dringen.” Naoorlogse onrust', “naoorlogse generatie” zijn bij Goodman toverwoorden die elke deur voor hem openen.’ V. is woedend over deze biografische benadering. Goodman deinst voor geen enkel cliché terug, merkt V. schamper op. En hij noemt als voorbeeld het cliché dat de oorlog ‘het aanzien van het universum’ had veranderd. V. vindt het volslagen onzinnig te veronderstellen dat Sebastian op een specifiek ‘moderne’ manier zou hebben gereageerd op wat Goodman ‘de atmosfeer van het naoorlogse Europa’, noemt. ‘In welke tijd Sebastian ook geboren was, hij zou even verrukt en ongelukkig zijn geweest, even vrolijk en ongerust, als een kind dat naar een musical kijkt en af en toe denkt aan de tandarts van morgen. En de reden van zijn onbehagen was niet dat hij moreel was in een immorele tijd, of immoreel in een morele, evenmin was het het beklemde gevoel dat zijn jeugd niet natuurlijk genoeg kon uitwaaien in een wereld die een te snelle opeenvolging was van begrafenissen en bierfeesten; het was simpelweg zijn groeiend besef dat het ritme van zijn innerlijk zoveel rijker was dan dat van andere zielen.’ De voorkeur van V. voor individualiteit en zijn afkeer voor alle vorm van sociale of psychische gedetermineerdheid loopt geheel congruent met de voorkeur en afkeer van Nabokov zelf. Diens overtuiging was - men herinnere zich zijn afkeer van Freuds theorie - dat middelmatigheid op ‘ideeën’ drijft, op generalisaties en abstracties, totaal onbruikbaar om de nuances en de uniciteit van een individiu te beschrijven. Zijn essay ‘The Art of Literature and Common Sense’ is een pleidooi voor de kleine dingen in de werkelijkheid, die geen plaats vinden in de abstracte systemen van de ‘common sense’. Verloren is de biograaf, die geen oog heeft voor de details. Het mooist, vind ik, heeft Nabokov in zijn briljante roman The Gift zijn skepsis onder woorden gebracht ten opzichte van het negentiende-eeuwse geloof in het vinden van de Waarheid van mens en werkelijkheid. Hoofdstuk vier van dat boek bevat een biografie vol ironie van de Russische hervormer en materialist Tsjernysjevski. Het prachtige sonnet waarmee het hoofdstuk begint zet de toon en is een beknopte levensfilosofie, waar menig biograaf zijn voordeel mee zou kunnen doen: ‘Blind is het tasten van historici:
De Waarheid steunt haar hoofd weer in haar hand en
Dezelfde wind waait plooien in haar mantel;
Met vrouwelijke glimlach ziet zij iets
Dat zij teer koesterend, met haar gebogen
Schouder verborgen houdt voor onze ogen.’
|
|