Het Bilderdijk-Museum. Jaargang 4
(1987)– [tijdschrift] Bilderdijk-Museum, Het– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 10]
| |
Bilderdijk als kermisattractieIn één van de fraai gebonden delen van de Bilderdijkverzameling van Jeronimo de Vries, thans in de UB Amsterdam, is een los blaadje gebondenGa naar eind1. Daarop heeft de dichter Cornelis Loots een versje geschreven, ‘Bilderdijk in het wasschenbeeldenspel’: Het ijskoud marmer zij der ruwen helden loon,
De zachte dichter staat in smeltbaar was tentoon.
28 September 1833.
Na de dood van Bilderdijk (18 december 1831) waren er uiteraard vele portretten ter gedachtenis te koop. Maar ook op een andere manier werd zijn uiterlijk in het geheugen van het Nederlandse volk gegrift: jarenlang was mr. Willem Bilderdijk namelijk als wassen beeld op de kermis te zien. De exploitant van het grootste wassenbeeldenkabinet van die tijd, Prosper Martin, vertoonde hem in zijn Galerij van Groote Mannen. Martin zag duidelijk brood in Bilderdijk, want hij vermeldde diens beeltenis keer op keer in zijn advertenties. En dat wil heel wat zeggen als we ons realiseren dat zijn kabinet ongeveer honderdveertig wassen beelden telde en dat de meeste daarvan nooit in een advertentie genoemd werden. Martins kabinet moet een bijzonder fraai geheel geweest zijn. De bezoeker zag eerst een grote kermisbarak met de ingang in het midden en aan weerszijden balkons waar beelden in het gezicht van de voorbijgangers stonden opgesteldGa naar eind2.. Binnen was een weelde van gekostumeerde groepen (een collega-wassenbeeldenexploitant ging zover dat hij in advertenties niet alleen zijn kabinet aankondigde maar ook net-gedragen kleding vroeg). Als achtergrond van de beelden dienden vaak schilderijen. Jarenlang werd een hoogtepunt gevormd door een groot strijdtafereel uit de Belgische oorlog, met de prins van Oranje, paarden, generaals en op de voorgrond doden en gewonden, alles van was. Het kabinet was te zien van 's morgens tien uur tot laat in de avond: eerste rang 49 cent, tweede rang 25 cent, kinderen en dienstboden half geld. Later kwam er nog een derde rang bij, voor 15 cent, terwijl de eerste toen 50 ging kosten. Het wassenbeeldenspel, dat als het ware de televisie van de negentiende eeuw was, werd druk bezocht. Een enthousiaste bezoeker, de verder onbekende J.F.S., maakte er zelfs een gedicht op dat door de Amsterdamse boekhandelaar A.G.J. Witsen Geysbeek werd uitgegeven: Gedachten bij de beschouwing der Gallerij van wassenbeelden, des Heeren P. Martin; dichtstukGa naar eind3.. Wanneer het beeld van Bilderdijk voor het eerst te zien was, weet ik niet. Martin bezocht in 1831 voor het eerst met zijn Galerij de Amsterdamse kermis, maar adverteerde het beeld toen niet. In 1832 werden vanwege de heersende cholera vrijwel alle kermissen in Nederland door de lokale overheden verboden. Het ziet er dus naar uit dat Martin voor het eerst in 1833 rondreisde met Bilderdijk. Hoe zag het beeld eruit? Een beschrijving heb ik helaas niet kunnen vinden, maar als we de mogelijkheden nagaan lijkt een afbeelding met tulband het meest waarschijnlijk; zo kon de exploitant immers de kosten van een pruik vermijden. Voor de keus gesteld tussen een ‘levende’ en een ‘dode’ Bilderdijk lijkt me dat Martin gekozen zal hebben voor een reconstructie van de sterfbed-prent, vanwege het dramatische effect. Maar uiteraard is dat niet meer dan een gissing. Martin deelt mee dat de gelijkenissen van zijn beelden treffend en de kostuums briljant zijn. Portretten van Bilderdijk om het beeld op te modelleren waren er in elk geval genoeg. Martin zal zich wel niet hebben gewend tot de schilder J.A. Kruseman, die afgietsels had laten maken van het gezicht ten behoeve van een busteGa naar eind4.. Hoe lang ‘Bilderdijk’ heeft rondgereisd is moeilijk na te gaan. Het laatst vond ik het beeld vermeld in de gedrukte catalogus van het kabinet uit 1836Ga naar eind5.. In 1837 bezocht Martin voor het laatst de Amsterdamse kermis; de belangrijkste attractie van zijn kijkspel werd toen gevormd door wassen beelden met mechaniekjes en automaten, wat echter de aanwezigheid van Bilderdijk niet uitsluit. Dat Martin ‘de zachte dichter’ inderdaad heeft omgesmolten acht ik niet waarschijnlijk. Het maken van zo'n beeld was immers kostbaar en er zullen ongetwijfeld liefhebbers geweest zijn die geld voor Bilderdijks beeltenis over hadden. En wie weet, bestaat het beeld dan nog en doet was toch niet onder voor marmer. Overigens, of Loots het beeld zelf gezien heeft is niet duidelijk. De exacte datering van het vers zou echter een aanwijzing kunnen zijn dat hij op 28 september 1833 in de barak op de Amsterdamse Botermarkt bij Bilderdijk gestaan heeft. Marja Keyser |
|