Het Bilderdijk-Museum. Jaargang 3
(1986)– [tijdschrift] Bilderdijk-Museum, Het– Auteursrechtelijk beschermdBilderdijk en GeelGa naar voetnoot*De Leidse bibliothecaris Jacob Geel (1789-1862) heeft zich het meest uitvoerig, maar tegelijkertijd nogal cryptisch, over Bilderdijk uitgelaten in een lezing die hij op 10 april 1832 hield voor de Leidse afdeling van de Hollandsche maatschappij van fraaije kunsten en wetenschappen. In 1838 wordt deze voordracht onder de titel ‘Iets opgewondens over het eenvoudige’ opgenomen in de bundel Onderzoek en phantasie. In het tweede deel van deze voordracht verplaatst Geel zijn gehoor naar de Elysese velden, waar de nieuwkomer Bilderdijk in discussie treedt met Schiller over het thema van de eenvoudigheid. Opmerkelijk is daarbij, dat Geel de beide gesprekspartners geen woorden van eigen vinding in de mond legt, maar hen uitvoerig en vaak vrijwel letterlijk laat citeren uit hun theoretische geschriften. Frappant is echter, dat hij die tekstgetrouwheid op één essentieel punt doorbreekt door het inlassen of toevoegen van het begrip eenvoudigheid, dat in de oorspronkelijke teksten niet voorkomt. Geel mobiliseert Bilderdijk en Schiller om de discussie over de eenvoudigheid op een hoger plan te tillen. Hij heeft daarvoor gesprekspartners nodig, die qua niveau uitsteken boven de ‘povere eenvoudigheid schreeuwers’ en bovendien aan elkaar gewaagd zijn. De introductie van Bilderdijk als sparring-partner van Schiller getuigt van Geels waardering voor Bilderdijk. Volgens een karakteristiek in het Journal de la Haye van 1837 acht Geel Bilderdijk een man van onnederlandse afmetingen en als zodanig mag hij in 1832 fungeren als gesprekspartner van Schiller. Geel heeft in ‘Iets opgewondens over het eenvoudige’ echter niet uitsluitend een hommage aan Bilderdijk willen brengen. Hoe hoog hij diens dichterschap ook schatte, de excentrieke persoonlijkheid wekte zijn spotlust. Het is dan ook niet toevallig, dat Bilderdijk in de Elysese velden juist tegen Schiller oploopt, die hij tijdens zijn leven met de grofste invectieven had achtervolgd. Het gesprek staat zo voor een deel in het teken van een rehabilitatiepoging van Schiller. Geel gaat echter verder dan eerherstel van Schiller. Hij huurt tegen het einde van het gesprek de laatste in om Bilderdijks excentriciteit breed uit te meten. Als conclusie mag dan ook gelden, dat Geel de kunstenaar Bilderdijk in zijn waarde laat, maar de excentrieke persoonlijkheid scherp kritiseert.
W. van den Berg Jacob Geel; litho door F. Waanders naar een tekening van J.G. d'Arnaud Gerkens.
Foto: Academisch Historisch Museum, Leiden. |
|