Het Bilderdijk-Museum. Jaargang 1
(1984)– [tijdschrift] Bilderdijk-Museum, Het– Auteursrechtelijk beschermdNicolaas Beets over Willem Bilderdijk‘Over Bilderdijk in het openbaar te spreken of te schrijven is eene hachelijke zaak.’ Zo opent Nicolaas Beets in 1857 zijn bekende opstel over de man, die hij blijkens het gehanteerde motto als ‘Facile Princeps’ beschouwdeGa naar eind1.. Vijfentwintig jaar na zijn dood, aldus Beets, is Bilderdijk nog steeds omstreden: ‘Velerlei gevoelens, velerlei vooroordeelen, velerlei herinneringen twisten en worstelen op zijn graf.’Ga naar eind2. Bilderdijk was gestorven op 18 december 1831; aan de geopende groeve stonden niet alleen mannen als Da Costa en De Clercq, maar ook de zeventienjarige BeetsGa naar eind3.. Dat blijkt uit een bij mijn weten tot dusver onbekend gebleven aantekening in een handschrift, dat berust in de Collectie Beets van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te LeidenGa naar eind4.. De aantekening luidt als volgt: ‘Bilderdijk, sprak ik nooit; maar ben ik wel menigmaal een paar straten nagegaan toen hy te Haarlem woonde. Hy ging altijd leunende op den schouder van zijn zoon Lodewijk. Hy droeg een groote driekanten hoed en de kleeding die daar by behoort. Zijn gelaat was zeer ingevallen, en deed een alleronaangenaamst effect; vooral als hy vriendelijk lachte, wat hy altijd deed als hy den hoed afnam. Hy stierf aan een langzaam verval van krachten, dat hem in de laatste maanden zoo goed als weerloos gemaakt had. - Op den avond van zijn dood (een Zondagavond) was er brand in den molen aan 't Nieuwenhek; verscheidene menschen, en daaronder ook mijn vader, den volgenden dag het doodsbericht van Bilderdijk vernemende, verwonderden zich en beweerden hem den vorigen avond | |
[pagina 15]
| |
by den brand gezien te hebben, zich verbazende dat hy daar zijn kon, en niet wetende, wat hy er deed. - Ik woonde zijne begrafenis by. Om zijn graf was een kleine schaar van vrienden vereenigd. Zonderlinge verscheidenheid. Da Costa, Capadose, Willekes, Walré, Wap, Ds. Manger, Koenen, de Clercq. Da Costa sprak by dat graf. Ik hoorde hem toen voor 't eerst, met groote aandoening. Daarna sprak Willekes, vooral om Lodewijk aan de aanwezigen aan te bevelen. Zeer theatraal. - In de consistorie improviseerde de Clercq; - mijn vader was er by tegenwoordig. Ik niet. De improvisatie is eenigermate door Koenen opgevangen, en in de Letterbode van die dagen geplaatst. -’
De aantekening wordt gevolgd door een korte notitie over Katharina Wilhelmina Schweickhardt: ‘Bilderdijk. Mevrouw. Eene rijzige, gezette vrouw; wel een vriendelijk gezicht, ziedaar alles wat ik van haar weet. -’ Het lijkt inderdaad wat weinig, wanneer men bedenkt dat de eerste publikatie van Beets de titel droeg: ‘Ter Nagedachtenisse van Vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk, geboren Schweickhardt’Ga naar eind5.. Sindsdien is de naam Bilderdijk in Beets' geschriften vele malen gevallen; het zou interessant zijn om na te gaan welke bijdrage Nicolaas Beets precies geleverd heeft aan de negentiende-eeuwse beeldvorming rond Bilderdijk. Dat Beets hem bewonderde lijdt geen twijfel; het blijkt ook uit het hierboven genoemde opstel, waarin Bilderdijk niet alleen als dichter, maar ook als ijveraar voor de taal en dus voor het volk, de natie, gehuldigd wordt. Het slot luidt dan ook: ‘Daarom rekenen wy op aller goedkeuring, indien wy, voor zijnen goeden en trouwen arbeid in dit opzicht, nevens de dichterlijke lauwerkroon een krans van eikenbladeren nederleggen op het graf van Willem Bilderdijk.’Ga naar eind6.
Peter van Zonneveld |
|