Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden. Deel 87

Mededelingen

Het Bestuur van de Partij van de Arbeid heeft, na overleg met het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) besloten, het partij-archief, dat de op het partijsecretariaat afgelegde stukken betreffende de jaren 1946-1964-1965 omvat, naar het IISG, Herengracht 262-266, Amsterdam over te brengen.

Op bepaalde voorwaarden zal het daar te raadplegen zijn voor wetenschappelijk onderzoek. Het IISG beheert reeds het SDAP-archief 1894-1946, dat op het ogenblik wordt geinventariseerd en dat openbaar is. Ook vele andere archieven, die voor de geschiedenis van de Nederlandse arbeidersbeweging en van het socialisme van belang zijn, worden daar bewaard.

Indien raadpleging van het PvdA-archief gewenst wordt, kan een aanvraag daartoe gericht worden aan de directie van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. Van geval tot geval zal deze advies terzake uitbrengen aan het Bestuur van de Partij van de Arbeid.

Fr. de Jong Edz.

15 september 1971

De Vereniging van Archivarissen en Bibliothecarissen van België Association des archivistes et bibliothécaires de Belgique heeft beslist een jaarlijkse prijs ter bevordering van de studie van het archief- en bibliotheekwezen te stichten; voor 1972 bedraagt deze 10 000 BF. Zowel Belgen als buitenlanders mogen voor de prijs postuleren. Volgende onderwerpen komen in aanmerking: algemene theoretische studies over archief- en bilbiotheekwezen, studies over het archief- en bibliotheekwezen in België; bibliografieën en werkinstrumenten, voor zover het gaat om originele onderwerpen (geen archiefinventarissen noch catalogen van handschriften en drukken). De aangeboden studies moeten minstens 120 getypte blzn. bedragen. De jury behoudt zich het recht voor de prijs niet toe te kennen

[p. 168]

of te splitsen. De vereniging behoudt zich de publikatie voor van de bekroonde studie(ën) als extra-nummer van het tijdschrift Archives et Bibliothèques de Belgique/Archief- en Bibliotheekwezen in België; de publikatie zal gebeuren ten laatste 12 maanden na het afgeven door de auteurs van het definitief op punt gestelde manuscript. In geval zij van de publikatie afziet zal zij dit aan de auteurs mededelen ten laatste één jaar na het bekend maken van de uitslag. De manuscripten moeten vóór 1 september 1972 gestuurd worden aan: E. Persoons, Ruisbroekstraat 2-6, B-1000 Brussel. De uitslag zal bekend gemaakt worden vóór 15 november 1972.

In verband met de moeilijkheden die de laatste jaren tussen de beide Duitse staten zijn gerezen op het gebied van de geschiedwetenschappelijke samenwerking, zouden met name de Hanze-historici in de Duitse Bondsrepubliek en de DDR ten zeerste gebaat zijn bij een overkoepelende internationale organisatie tot studie van de geschiedenis van de Noord- en Oostzeehandel en alles wat daarmee samenhangt. Hierdoor zou onder meer opnieuw de uitwisseling van publikaties en sprekers evenals wederzijds kongresbezoek mogelijk worden, kontakten die tot voor enkele jaren werden onderhouden binnen het kader van de Hansische Geschichtsverein maar die in 1970 zijn stopgezet.

Aangezien het hier echter niet een zuiver Duitse zaak betreft maar één waarbij historici uit alle landen langs de Noord- en Oostzee zijn betrokken (ook de kontakten binnen de Hansische Geschichtsverein waren nooit tot de beide Duitslanden beperkt) worden sinds 1971 zowel van Poolse als van Nederlandse kant pogingen in het werk gesteld om op basis van nationale werkgroepen of verenigingen uit zoveel mogelijk betrokken landen te komen tot oprichting van de bovenbedoelde internationale overkoepelende organisatie. Daartoe werd van Nederlandse kant als een eerste stap op weg naar deze nieuwe vorm van samenwerking op 31 mei 1971 de Nederlandse Werkgroep voor de Geschiedenis van de Noord- en Oostzeehandel opgericht. Het bestuur bestaat uit Prof. Dr. T.S. Jansma voorzitter, Dr. Johanna Maria van Winter sekretaresse en Dr. F. Snapper penningmeester. De kontributie bedraagt f 10. - per jaar. Het sekretariaat is gevestigd op het Instituut voor Geschiedenis, Kromme Nieuwe Gracht 20 te Utrecht, waar men zich ook als lidkan aanmelden.