vergaderingen, heeft bericht van verhindering gestuurd, omdat hij als voorzitter van de subfaculteit van geschiedenis te Leuven op ditzelfde ogenblik moet presideren. Hij had gehoopt dat onze bijeenkomst direct na Allerheiligen zou vallen. Prof. van Houtte vindt het ontzettend jammer vandaag verstek te moeten laten gaan en heeft mij verzocht dit vooral aan de vergadering te willen meedelen.
Het ledenaantal beweegt zich nog steeds in stijgende lijn. Het tableau ziet er als volgt uit: 15 bestuursleden, 9 buitenlandse ereleden, 810 binnenlandse leden, 96 buitenlandse leden, 45 leden-instellingen binnenland en 12 leden-instellingen buitenland, een totaal dus van 987 leden. De vooruitgang betekent een winst van 32 leden, waarmee we heel tevreden kunnen zijn na een contributieverhoging.
Deel 81 van de Bijdragen en Mededelingen heeft u in de loop van september bereikt. Ons streven is te proberen een volgend deel vóór de zomervakantie eruit te krijgen. Aan onze ijverige 2e secretaris is deze taak wel toevertrouwd. De kwaliteit dit jaar is goed, maar de kwantiteit matig. Als u zich bekocht mocht voelen na de contributieverhoging, mag ik u wijzen op de spoedige verschijning van het derde Thorbecke-deel, dat u eigenlijk vóór deze vergadering in uw bezit had moeten hebben. Ik kom daar nog op terug. Bovendien wijst de kopij van het volgende deel der B. en M. nu reeds uit, dat de boreling in 1968, weliswaar ook geen dikkertje belooft te worden, maar toch een schepping zal zijn die er wezen mag. Bijdragen van geheel verschillende aard zult u vermoedelijk hierin aantreffen.
Wat de Werken betreft, ik tipte het reeds aan, het derde deel van het Thorbecke-archief is gereed en staat op het punt om verzonden te worden, een belangrijk boekwerk, met de voltooiing waarvan ik mevrouw Brandt-Van der Veen van harte gelukwens. Dat u de kracht en de moed hebt gehad uw taak, ondanks het door u geleden zware verlies, op voorbeeldige wijze voort te zetten, is bewonderingswaardig. Ik verklap geen geheim, mevrouw Brandt, als ik meedeel, dat ge met het vervolg al weer druk doende bent.
Het valt moeilijk de volgorde van de eerstkomende publikaties te voorspellen, omdat soms nog op het laatst een kink in de kabel komt. Toch wil ik een schuchtere poging doen. Twee van onze Werken die op stapel staan, zijn n.l. in een vergevorderd stadium van voltooiing gekomen. Prof. dr. S.L. van der Wal heeft de uit-