| |
| |
| |
Bijdragen en Mededelingen
| |
| |
Afrekening van de Engelse koopman Reginald de Conductu betreffende de onkosten gemaakt voor vervoer en berging van Engelse wol naar en in Dordrecht (1335-1338)
Medegedeeld door Dr N.J.M. Kerling
Toen Eduard III zijn vader Eduard II in 1327 opvolgde, was de positie van zijn rijk allesbehalve gunstig. Gedurende de laatste regeringsjaren van Eduard II was de leiding in handen geweest van gunstelingen, die zich algemeen gehaat gemaakt haddenGa naar voetnoot1). De verdrijving van deze vorst door zijn echtgenote Koningin Isabella en haar vriend Roger Mortimer maakte weliswaar een einde aan deze ongelukkige periode, maar een feitelijke verbetering van de toestand was niet merkbaar, totdat Eduard III zelf de regering in handen nam.
Ofschoon hij officieel tot koning was uitgeroepen in 1327, moest Eduard, aangezien hij slechts veertien jaren oud was, de regering over laten aan zijn moeder Koningin Isabella en aan Mortimer, die een weinig krachtige politiek voerden tegenover de twee oude vijanden van Engeland: Schotland en Frankrijk. Gebruik makende van de binnenlandse moeilijkheden in Engeland kort voor en na de afzetting van Eduard II, begonnen de Schotten in 1327 opnieuw krijgstochten te organiseren in Noord-Engeland, maar al spoedig knoopten Isabella en Mortimer onderhandelingen aan, die eindigden in het verdrag van Northampton (1328), een voor Engeland zeer vernederende vrede. Niet veel beter was het verdrag van Parijs, een jaar tevoren gesloten met Frankrijk, waarbij de Engelsen moesten erkennen, dat een groot deel van Gascogne voor hen was verloren gegaanGa naar voetnoot2).
Het was daarom geen wonder, dat er verzet kwam tegen de regering van Isabella en Mortimer. De ontevredenen schaarden zich rondom de jonge koning, die zelf maar al te verlangend was,
| |
| |
de voogdij van zijn moeder te beëindigen. In 1330 kwam het tot een uitbarsting. Mortimer werd gevangen genomen en ter dood veroordeeld, Isabella van het hof verbannen, en de nu zeventienjarige Eduard III kon zijn persoonlijk bewind aanvangenGa naar voetnoot3).
Eduard's eerste verlangen was om tot een betere regeling met Schotland te komen, doch hij realiseerde zich reeds spoedig, dat zijn aandacht in hoofdzaak gericht moest zijn op Frankrijk, vanwaar de Schotten geregeld steun ontvingen voor hun verzet tegen Engeland.
De Franse hulp, verleend aan de Schotten, was echter niet de enige reden waarom de verhouding tussen Engeland en Frankrijk steeds slechter werd na 1330. De strijd om de Engelse bezittingen in Frankrijk, de tegenstrijdige belangen van beide landen in Vlaanderen, - het Franse leen, dat afhankelijk was van de Engelse wol voor zijn lakenindustrie, - en de aanspraken, die Eduard meende te kunnen maken op de Franse troon, brachten de gemoederen zodanig in beweging, dat de oorlog weldra onvermijdelijk wasGa naar voetnoot4).
Een van de belangrijkste problemen voor de Engelse koning was, hoe zich de nodige gelden te verschaffen, die oorlog voeren mogelijk maakten. Het is volkomen begrijpelijk, dat Eduard, die de belastingen, welke het Parlement hem had toegestaan, onvoldoende achtteGa naar voetnoot5), leningen probeerde te sluiten waar daartoe de gelegenheid wasGa naar voetnoot6). Te dien einde wendde hij zich ook tot de belangrijke kooplieden van zijn tijd. Leningen van buitenlandse kooplieden aan de Engelse Kroon waren geenszins ongewoon, maar in de regeringsperiode van Eduard III waren enkele Engelse kooplieden reeds zo kapitaalkrachtig, dat ook zij een rol begonnen te spelen in de financiële politiek van de koning. Het waren vooral de kooplieden, die handel dreven in Engelse wol - het voornaamste exportproduct van Engeland in deze periode -, die in toenemende mate over voor die tijd belangrijke handelskapitalen beschikten. Het kan ons daarom niet verwonderen, dat Eduard III in zijn financiële nood ook de hulp inriep van de Engelse wolkooplieden.
| |
| |
Na langdurige onderhandelingen tussen de koning en zijn Raad enerzijds en de bovengenoemde kooplieden anderzijds, werd tenslotte in Mei 1337 de volgende overeenkomst gesloten. De Engelse kooplieden beloofden de koning een lening te verstrekken van £ 200.000, die zij terug betaald zouden krijgen uit de opbrengst der customs geheven in de Engelse havens. De koning van zijn kant legde in de zomer van 1337 beslag op al de in het land aanwezige wol, een hoeveelheid die geschat werd op 30.000 zakken. De kooplieden kregen opdracht deze wol op te kopen tegen voor ieder graafschap vastgestelde prijzen en zodra dit gebeurd was, zou een vloot naar het vasteland zeilen en de wol brengen naar een bepaalde marktplaats. Dat zou dan de enige plaats zijn, waar buitenlanders Engelse wol konden kopen, en daar deze wol voor velen een onontbeerlijk product was, zou de prijs per zak buitengewoon hoog gesteld kunnen worden. De winst, die ongetwijfeld aanzienlijk zou zijn, zou gelijkelijk verdeeld worden tussen de koning en de koopliedenGa naar voetnoot7).
In theorie leek dit een aannemelijke overeenkomst, doch de praktijk leverde onoverkomelijke moeilijkheden op. Als vertegenwoordigers der kooplieden traden op Willem de la Pole en Reginald de ConductuGa naar voetnoot8). Zij trachtten de 30.000 zakken wol op te kopen in de verschillende graafschappen in Engeland, doch zij ondervonden grote tegenwerking van de eigenaars, die niet inzagen, waarom zij hun wol moesten verkopen tegen een betrekkelijk lage, vastgestelde prijs, terwijl de kooplieden een grote winst te wachten stondGa naar voetnoot9).
Een tweede moeilijkheid was om een geschikte marktplaats te vinden. De Vlaamse steden waren uitgesloten, daar de Vlaamse graaf trouw bleef aan zijn Franse leenheer. Eduard had als tegenzet alle woluitvoer naar Vlaanderen verboden in de hoop dat de daardoor veroorzaakte werkeloosheid in de Vlaamse industrie, de graaf zou dwingen een einde te maken aan de Franse invloed in zijn gewest. Doch in de zomer en herfst van 1337 had dit
| |
| |
streven van de Engelse koning nog geen zichtbaar succes geboekt. Anders stond het met Holland, Zeeland en Brabant. Willem III, graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen en schoonvader van Eduard III, was niet ongeneigd de Engelse gezanten een gewillig oor te lenen, en ofschoon zijn zoon, die hem in 1337 opvolgde, minder geïnteresseerd was in politieke kwesties dan zijn vader, was er voorlopig toch weinig kans, dat de Franse koning invloed van enige betekenis in deze gebieden zou krijgenGa naar voetnoot10). Met Brabant had Eduard in Juli 1337 een verdrag gesloten, en sindsdien waren de markten in dit hertogdom, zo gunstig gelegen voor de internationale handel in de Middeleeuwen, voor de Engelse kooplieden toegankelijkGa naar voetnoot11). Het is daarom zeer waarschijnlijk, dat Brabants marktplaats Antwerpen de aanvankelijke bestemming der wol was en niet een van de havensteden in Holland of Zeeland, daar deze in het begin der 14de eeuw nog geen grote rol speelden in de handel met EngelandGa naar voetnoot12).
De vloot met slechts een gedeelte der 30.000 zakken aan boord, was echter lange tijd opgehouden, eensdeels door de tegenwerking, die Willem de la Pole en Reginald de Conductu ondervonden bij het opkopen der wol, anderzijds door de activiteit der Franse vloot in het KanaalGa naar voetnoot13). Toen de wolvloot eindelijk uitzeilde (Nov. 1337), werd de tocht naar Antwerpen waarschijnlijk te gevaarlijk geacht door de nabijheid der Franse vloot. Een gedeelte van de Engelse schepen bereikte Cadzand, doch zeilde vandaar veiligheidshalve naar het noorden, een ander gedeelte volgde gedurende de hele overtocht een noordelijker koers. De wol werd tenslotte gelost in Dordrecht, terwijl een klein gedeelte naar Middelburg werd gebrachtGa naar voetnoot14), de twee belangrijkste handelssteden in het bevriende gebied van de graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen. In totaal werd een hoeveelheid van 11.497¼ zakken 2 nagelGa naar voetnoot15) 1 pond wol gelostGa naar voetnoot16). Men was dus nog ver van de beloofde 30.000 zakken.
| |
| |
Doch zelfs deze betrekkelijk geringe hoeveelheid werd niet onmiddellijk verkocht. Het is niet geheel duidelijk, wat de reden daarvan was. De Engelse kooplieden zelf voerden aan, dat de wol in zeer slechte staat was - een gevolg van de tegenwerking in Engeland, waar o.a. stenen en rommel in de zakken gedaan waren -, dat zij in een hun volkomen vreemd gebied waren, waar zij geen connecties haddenGa naar voetnoot17), en dat er geen kopers kwamen, nu Vlaanderen gesloten was voor de Engelse wolGa naar voetnoot18). Ofschoon al deze verontschuldigingen op zichzelf waarschijnlijk juist waren, werd er geen verklaring gegeven, waarom b.v. de Duitse kooplieden geen wol kochten. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat de Engelsen hoopten door te wachten de prijs zo op te drijven, dat zij een ongekend hoge winst zouden krijgen.
Hoe het ook zij, Eduard's geduld raakte langzamerhand uitgeput. De toestand in Vlaanderen scheen bovendien tengevolge van het optreden van Jacob van Artevelde ten gunste van Engeland te veranderen en hierdoor bemoedigd besloot Eduard op 6 Mei 1338 de betrekkingen met Frankrijk te verbreken. Geld moest er echter zijn, maar de helft van de winst, die gemaakt zou worden van de verkoop der wol, liet nog steeds op zich wachten. Ten einde raad gaf de koning, op 8 Mei 1338, bevel aan Willem de la Pole en Reginald de Conductu om in zijn naam beslag te leggen op al de wol in Dordrecht en in MiddelburgGa naar voetnoot19). De kooplieden ontvingen als vergoeding voor de ruim 11.000 in beslag genomen zakken, een bedrag van £ 20.983 9s of nog geen £ 2 per zak, en voor een waarde van £ 65.000 aan schuldbrieven, die echter op zeer lange termijn, en soms in het geheel niet, werden afbetaaldGa naar voetnoot20).
Wanneer men in aanmerking neemt, dat de gemiddelde inkoopsprijs per zak ongeveer £ 5 was, dan kan men zich voorstellen, dat de handeling van de koning een alles behalve gunstig
| |
| |
onthaal vond. Eduard had echter geen andere keuze en de kooplieden van hun zijde hadden stellig de in Mei 1337 met de koning gesloten overeenkomst geschonden.
Daar de contrôle der gehele transactie van in- en verkoop der wol thans bij de koning berustte, werden de afrekeningen van Willem de la Pole en Reginald de Conductu gecontroleerd in de Exchequer. De hier gepubliceerde rekeningen werden gemaakt door Reginald de Conductu en zijn bewaard in het archief van de Exchequer in de Public Record Office te Londen. Zij geven een zeer gedetailleerd overzicht van de onkosten, die gemaakt werden bij de inkoop, de berging, zowel als voor het transport der wol. We worden uitvoerig ingelicht over de vele knoeierijen met dit product in Engeland en de extra onkosten, veroorzaakt door de dreigende oorlog tussen Engeland en Frankrijk, b.v. voor het huren van soldaten. Tevens krijgen we een indruk van de prijzen der pakhuizen, van het salaris betaald aan jongens, die tot taak hadden de wol, die blijkbaar nat was geworden gedurende de reis, te drogen, en van de behandeling, die de wol moest ondergaan om bederf door vochtigheid te voorkomen. Vooral het laatste gedeelte der rekening is daarom van ongemeen belang voor Nederlandse historici.
Het is moeilijk om te beslissen of het hier gebruikte handschrift een afschrift is of een origineel, daar handtekening zowel als zegel ontbreken. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat de rekening werd vervaardigd in de Exchequer, doch aan de hand van aantekeningen van Reginald de Conductu.
Ten behoeve van de lezer werd enige interpunctie aangebracht in de hier volgende uitgave en tevens werd voor elke post van deze rekening een nieuwe regel gebruikt, ook daar waar dit niet in het handschrift het geval is.
| |
Overzicht van de onkosten gemaakt door Reginald de Conductu voor het vervoer van wol naar Dordrecht en voor de berging van dat product in die stad. (1335-1338).
Expense facte circa lanas Reginaldi de Conductu in Anglia emptas annis 9 et 10Ga naar voetnoot21) et postea ad opus domini Regis apud Dordreyght anno 11Ga naar voetnoot22) missas et liberatas, videlicet:
| |
| |
pro canabo empto ad 32Ga naar voetnoot23) sarpillarios pro 32 saccis lanarum in comitatibus Herefordie et SalopescireGa naar voetnoot24) |
4 li. |
|
Item pro paccaccione dictarum lanarum ubi empte fuerunt |
|
10s |
8d |
Item pro domibusGa naar voetnoota) ibidem locatis in quibus dicte lane collecte fuerunt |
|
20s |
|
Item in salariis diversorum hominum qui dictas lanas colligerunt ex convencione per saccum 3s |
4 li. |
16s |
|
Item in diversis expensis ut in certibus equis et aliis mercenariis circa colleccionem dictarum lanarum |
|
64s |
|
Item in cariagio dictarum lanarum usque Londoniam cum wakagioGa naar voetnoot25) et beveragioGa naar voetnoot26) |
16 li. |
|
Item pro quadam domo apud Londoniam locata pro dictis lanis operandis et repactandis |
|
33s |
4d |
Item pro dictis lanis de novo volvendis operandis |
|
64s |
|
Item pro novo canabo empto ad sarpillarios fractos emendandos |
|
16s |
6d |
Item in perdicione dictorum 32 saccorum super reperacionem et mundacionem earundem ut in pulverareGa naar voetnoot27) et clakkareGa naar voetnoot28) de predictis 32 saccis enementibus, videlicet de 22 saccis de Herefordia 22 claviGa naar voetnoot29) precii |
|
66s |
|
et pro 10 saccis de Salopescira 10 clavi precii |
|
24s |
2d |
Item pro paccacione dictorum 32 saccorum in 27 sarpillariis |
|
13s |
6d |
Item pro hospitatione dictarum lanarum per 60 septimas |
|
67s |
6d |
Item pro portagio dictarum lanarum usque ad naves |
|
4s |
6d |
| |
| |
Item pro tronagioGa naar voetnoot30) et kayagioGa naar voetnoot31) |
|
2s |
3d |
Item pro stowagioGa naar voetnoot32) et levagioGa naar voetnoot33) in navibus nectandis et exeundis |
|
4s |
6d |
Item pro frettagio earundem usque Dordreyght |
5 li. |
8s |
|
Item pro lodmanagioGa naar voetnoot34) usque OrewellGa naar voetnoot35) et illuc usque LescluseGa naar voetnoot36), Middelboruh et Dordreyght |
|
18s |
|
Item pro hominibus ad arma ad dictas lanas conducendas |
4 li. |
|
12d |
Item pro batellagioGa naar voetnoot37) a nave usque terram apud Dordreyght |
|
4s |
6d |
Item pro dictis lanis super terram ponendis et in domibusGa naar voetnoota) hospitandis |
|
6s |
9d |
Item pro novo canabo empto ad 15 sarpillarios putridos et fractos de novo faciendos et ad alios sarpillarios claccandosGa naar voetnootb) |
|
37s |
6d |
Item in carbonibus et terricidiisGa naar voetnoot38)Ga naar voetnootc) ad lanas siccandas |
|
8s |
|
Item pro reperacione operacione dictorum 15 sarpillariorum |
|
67s |
6d |
Item pro quadam domo locata ad dictas lanas hospitandas usque Regi liberate fuerunt |
4 li. |
16s |
|
Item pro stramine sub lanis ponendo |
|
8s |
|
Item pro cariagio usque domum ponderis |
|
2s |
3d |
Item solute et collecte per manus 30 mercatorum per assensum omnium mercatorum pro eorum negociis ibidem sequendis et expediendis, prout mos est inter mercatores ubi stapula lanarum moratur, per saccum 13d |
|
29s |
3d |
Item pro expensis Willelmi de HeppewortheGa naar voetnoot39) |
|
| |
| |
pro omnibus sibi mercenariis pro 10 mensibus, videlicet a primo die mensis Augusti anno 11 usque primum diem mensis Maii anno 12Ga naar voetnoot40), circa dictas lanas custodiendas existentis et laborantis |
4 li. |
|
12d |
|
Expense facte circa 50 saccos lanarum emptos in comitatibus Gloueceastrie et WirecestrescireGa naar voetnoot41). |
|
Item in canabo empto pro dictis lanis paccandis |
6 li. |
5s |
|
Item pro paccacione earundem |
|
16s |
8d |
Item pro diversis domibusGa naar voetnoota) in dictis comitatibus locatis, in quibus dicte lane collecte fuerunt |
|
40s |
|
Item in salariis collectorum earundem lanarum per saccum 3s |
7 li. |
10s |
|
Item in diversis expensis circa colleccionem earundem |
5 li. |
|
Item pro cariagio earundem usque Londoniam per saccum 7s 6d |
18 li. |
15s |
|
Item pro quadam domo apud Londoniam locata, in qua dicte lane operate fuerunt |
|
33s |
4d |
Item pro dictis lanis de novo volvendis reperandis et operandis |
5 li. |
|
Item in perdicione 50 clavorum in predictis lanis amissorum pro pulverare et clakkare de predictis 50 saccis enementibus, precii cuilibet clavo 2s 5d |
6 li. |
|
10d |
Item pro paccacione dictorum 50 saccorum in 34 sarpillariis positorum |
|
17s |
|
Item pro novo canabo pro sarpillariis fractis emendandis |
|
10s |
|
Item pro hospitatione dictorum 34 sarpillariorum lanarum per 60 septimas, per septimam pro ob. |
4 li. |
5s |
|
Item pro portagio ad naves |
|
5s |
8d |
Item pro tronagioGa naar voetnootb) et kayagio |
|
2s |
10d |
Item pro stowagio et levagio in navibus |
|
5s |
8d |
| |
| |
Item pro frettagio usque Dordreyght per sarpillarium 4s |
6 li. |
16s |
|
Item pro lodmanagio ut supra per saccum 8d |
|
19s |
10d |
Item pro hominibus ad arma ad lanam conducendam per saccum 4s |
|
102s |
|
Item pro batellagio usque terram apud Dordreyght |
|
5s |
6d |
Item pro dictis lanis super terram ponendis et hospitandis |
|
8s |
6d |
Item pro novo canabo empto ad 20 sarpillarios de novo faciendos, quia veteres putridos erant et ad alios sarpillarios fractos claccandosGa naar voetnoota) et emendandos |
|
60s |
|
Item in carbonibus et terricidiisGa naar voetnootb) ad dictas lanas siccandas |
|
10s |
|
Item in stipendio diversorum garcionum ad dictas lanas custodiendas vertendas et siccandas |
|
6s |
8d |
Item pro dictis 20 saccis de novo volvendis operandis et paccandis per sarpillarium 4s 6d |
4 li. |
10s |
|
Item pro quadam domo locata ad dictas lanas hospitandas donec Regi liberate fuerunt per sarpillarium 3s |
5 li. |
2s |
|
Item pro stramine sub dictis lanis ponendo |
|
8s |
6d |
Item pro cariagio ad domus ponderis |
|
2s |
10d |
Item per sarpillarium 13d collecte per manus 30 mercatorum per assensum omnium mercatorum pro eorum negociis ibidem sequendis, prout mos est inter mercatores, ubi stapula lanarum moratur |
|
36s |
10d |
Item in expensis Willelmi de Heppeworthe ultra dictas lanas per 10 menses in partibus Anglie et Francie existentis per sarpillarium 3s. |
|
102s |
|
|
Expense facte circa 6 saccos emptos in comitatu Hertfordie. |
Item in expensis circa colleccionem earundem |
|
12s |
|
Item pro canabo empto ad 6 sarpillarios |
|
15s |
|
Item pro paccacione |
|
2s |
|
Item pro dictis lanis de novo reperandis et volvendis |
|
15s |
|
Item pro cariagio usque Londoniam |
|
15s |
|
| |
| |
Item in stipendio emptorum |
18s |
|
Item in perdicione pro mundacione et clakk'Ga naar voetnoot42) dictorum 6 saccorum 6 clavorum precii clavi 23d unde summa |
11s |
6d |
Item pro paccacione dictorum 6 saccorum in 5 sarpillariis paccatorum |
2s |
6d |
Item pro hospitatione dictorum 5 sarpillariorum per 60 septimas |
12s |
6d |
Item pro cariagio usque ad naves |
|
10d |
Item pro tronagioGa naar voetnoota) et kayagio |
|
5d |
Item pro stowagio et levagio |
|
10d |
Item pro frettagio |
20s |
|
Item pro lodmanagio |
3s |
4d |
Item pro homibus ad arma ad dictas 〈lanas〉 conducendas per sarpillarium 3s |
15s |
|
Item pro discarcacione et hospitatione apud Dordreght |
2s |
1d |
Item pro locacione domorum |
15s |
|
Item pro saccacioneGa naar voetnoot43) stramine et cariacione ad domum ponderis |
|
15d |
Item collecte per assensum mercatorum ut supra, videlicet 13d per sarpillarium |
5s |
5d |
Item in expensis Willelmi de Heppeworthe per tempus ut supra, videlicet per sarpillarium 3s |
15s |
|
London, Public Record Office: Exchequer Various Accounts E 101, bundel 457, No. 7.
|
-
voetnoot1)
- T.F. Tout, The place of the reign of Edward II in English history, 1936, blz. 138 e.v.
-
voetnoot2)
- T.F. Tout, The history of England, from the accession of Henry III to the death of Edward III (1216-1377), 1920, blz. 304, 305, 324.
-
voetnoot3)
- T.F. Tout, The history of England, blz. 308.
-
voetnoot4)
- T.F. Tout, The history of England, blz. 324 e.v.
-
voetnoot5)
- D. Hughes, A study of social and constitutional tendencies in the early years of Edward III, 1915, blz. 12.
-
voetnoot6)
- E.B. Fryde, Materials for the study of Edward's credit operations, 1327-1348, in: Bulletin of the Institute of Historical Research, jrg. 1949, 1950.
-
voetnoot7)
- D. Hughes, A study of social and constitutional tendencies, blz. 29, 30. G. Unwin (ed.), Finance and trade under Edward III, 1918, blz. 144, 190.
-
voetnoot8)
- D. Hughes, A study of social and constitutional tendencies, blz. 29.
-
voetnoot9)
- Een lijst van de hoeveelheid wol, die werd geleverd door elk graafschap en van de hoeveelheid, die verwacht werd, is bewaard in de Public Record Office te Londen (E 358/10 file 1, 2, 3 en E 358/11). Het verschil tussen beide hoeveelheden is in de meeste gevallen aanzienlijk, b.v. van Yorkshire werden verlangd 6000 zakken, geleverd werden 365 zakken.
-
voetnoot10)
- T.F. Tout, The history of England, blz. 331, 332.
-
voetnoot11)
- J. de Sturler, Les relations politiques et les échanges commerciaux entre le Duché de Brabant et l'Angleterre au Moyen Age, 1936, blz. 332. J. de Sturler, Le passage des marchandises en transit par la Duché de Brabant aux xiii et xiv siècles, in: Extrait des Annales du xxx congrès de la Fédération archéologique et historique de Belgique, Bruxelles, 1936.
-
voetnoot12)
- J. de Sturler, Les relations politiques, blz. 391.
-
voetnoot13)
- G. Unwin (ed.), Finance and trade under Edward III, blz. 146.
-
voetnoot14)
- J. de Sturler, Les relations politiques, blz. 392.
-
voetnoot15)
- In de 14de eeuw een nagel was een hoeveelheid van 7 pond, zie: L.F. Salzman English trade in the Middle Ages, 1931, blz. 61.
-
voetnoot16)
- Dit bedrag wordt vermeld in de afrekening van Willem de la Pole en Reginald de Conductu, bewaard in de Public Record Office te London (E 358/10 file 28).
-
voetnoot17)
- De Engelse wolkooplieden en de gezanten van de koning hielden een bijeenkomst te Geertruidenberg in Dec. 1337. De kooplieden voerden aan ‘qils sunt en estrunge paiis ou ils ne poyent nene savent faire...... commerce’ en zij verzochten ‘de leur faire plus grante curteseye que as autres’. (Public Record Office, London, Chancery Miscellanea, C 47 bundle 32 No. 18 dorso).
-
voetnoot18)
- D. Hughes, A study of social and constitutional tendencies, blz. 32.
-
voetnoot19)
- S.B. Terry, The financing of the Hundred Years' war 1337-1360, 1914, blz. 20.
-
voetnoot20)
- G. Unwin (ed.), Finance and trade under Edward III, blz. 195, 196.
-
voetnoot21)
- Het negende regeringsjaar van Eduard III: 25 Jan. 1335-24 Jan. 1336. Het tiende regeringsjaar: 25 Jan. 1336-24 Jan. 1337.
-
voetnoot22)
- Het elfde regeringsjaar van Eduard III: 25 Jan. 1337-24 Jan. 1338.
-
voetnoot23)
- Getallen zijn in het hs. aangegeven met Romeinse cijfers.
-
voetnoot25)
- Dit woord is onbekend. Het is mogelijk, dat het verband houdt met het Engelse woord ‘wake’, dat nachtwake betekent. Hier is vermoedelijk bedoeld: voor het bewaken van de wol gedurende de nacht.
-
voetnoot26)
- Drinkgeld, zie: Medieval Latin Word-List from British and Irish sources, by J.H. Baxter and Ch. Johnson, 1947, blz. 46.
-
voetnoot28)
- Het verwijderen van vuil, zie: Medieval Latin Word-List, blz. 81.
-
voetnoot30)
- Een betaling voor het wegen der goederen, zie: N.S.B. Gras, The early English customs system, 1918, blz. 763.
-
voetnoot31)
- Kade-geld, zie: Medieval Latin Word-List, blz. 57.
-
voetnoot32)
- Het laden, zie: Medieval Latin Word-List blz. 402.
-
voetnoot33)
- Speciaal uitvoerrecht geheven in Londen, zie: N.S.B. Gras, The early English customs system, blz. 516 e.v.
-
voetnoot34)
- Het loodsen, zie Medieval Latin Word-List, blz. 250.
-
voetnoot36)
- Sluis in het tegenwoordige Zeeuws-Vlaanderen.
-
voetnoot37)
- Boot-huur, zie: Medieval Latin Word-List, blz. 43.
-
voetnoot38)
- Turf, zie: Medieval Latin Word-List, blz. 427.
-
voetnoot41)
- Worcestershire, zie: The Record Interpreter, a collection of abbreviations, Latin words and names used in English historical manuscripts and records, compiled by Ch.T. Martin, 1910, blz. 421.
-
voetnoot42)
- Het zelfstandig naamwoord van clakkare, dat hier waarschijnlijk bedoeld is, is onbekend.
-
voetnoot43)
- Een zelfstandig naamwoord gevormd van saccare: wol pakken in een zak, zie: Medieval Latin Word-List, blz. 368. De vorm van dit zelfstandig naamwoord is onbekend.
|