Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 49
(1928)– [tijdschrift] Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 45]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening van Maerten Ruychaver, thesaurier in het Noorderkwartier, 1572/1573,
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 46]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Waarschijnlijk heeft hij tot 18 Maart 1573 zonder instructie in het Noorderkwartier gewerkt en hebben zich bepaalde, tot dusver niet te verklaren omstandigheden voorgedaan, welke aanleiding hebben gegeven hem nog een speciale instructie voor Westfriesland mee te geven. In het opschrift boven zijn instructie toch heet hij: ‘tresorier van der oirloghen in Westvrieslant’Ga naar voetnoot1). De uitgaven, welke hij mocht doen, konden alleen geschieden wanneer zulks gelden betrof, ‘die ter ordonnancie van de commissarissen van der oirloghe uitgegeven zullen worden’. Het feit, dat in zijn rekening zoowel oude schulden als uitgaven, welke sedert Mei 1572 waren gedaan, konden worden opgenomen (zie artt. IV-VII zijner instructie), als het paraisseeren van meerdere vaag omschreven en ongedateerde posten, maken een juiste dateering van de periode, waarover de rekening loopt, uiterst moeilijk. Te meer is zulks lastig, omdat de vele bijlagen, welke tot de rekening behoord hebben en waaruit tal van détails zouden zijn te putten, verloren zijn. De rekening bestrijkt een belangrijk tijdperk onzer geschiedenis. De opstand tegen het Spaansche gezag in het Noorderkwartier was reeds in 1570 voorbereidGa naar voetnoot2). Op 21 Mei 1572 ging Enkhuizen omGa naar voetnoot3), waarna achtereenvolgens Medenblik, Hoorn (18 Juni 1572), Alkmaar (28 Juni 1572), Edam, Monnikendam en Purmerend zich van Spanje los maaktenGa naar voetnoot4). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 47]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eenige maanden later volgde het beleg van HaarlemGa naar voetnoot1), aan welks verdedigers van het Noorderkwartier uit hulp werd verleend. Ruychavers rekening eindigt ongeveer met het beleg van AlkmaarGa naar voetnoot2) (21 Augustus-8 October 1573), dat een keerpunt in den strijd tegen de Spanjaarden werd. Uit tal van ontvangst- en uitgaafposten blijkt, dat de rekening niet uitsluitend op Westfriesland betrekking heeft, maar op het geheele Noorderkwartier. In den aanhef van zijn rekening b.v. staat, dat hij 18 Maart 1573 ‘naer tNoorderquartier reysende’Ga naar voetnoot3) zijn instructie van gelijken datum meekreeg. Indien het jaartal geen schrijffout is, kan het opnemen van uitgaafposten van vóór Mei 1572 slechts verklaard worden als betrekking te hebben op oude schulden, wellicht bij voorschot reeds door steden, dorpen of anderen betaald en later in Ruychaver's rekening opgenomen. (Men vindt er o.a. posten van 3 Maart 1572.) Het heeft lang geduurd voor Ruychaver's rekening definitief werd vastgesteld en goedgekeurdGa naar voetnoot4). In Januari 1574 was Ruychaver uit het Noorderkwartier vertrokken, om bij de Rekenkamer zijn rekening te doen afhooren, maar dat gelukte niet. Vier à vijf maanden toefde hij in verband hiermede in Delft, Dordrecht en Rotterdam, vruchteloos verzoekend om commissarissen te benoemen, die over zijn rekening zouden kunnen staan. Ook later heeft hij maanden achtereen er voor in Rotterdam en Dordrecht verblijf gehouden. Zie hoofdstuk XV der uitgaven, posten 5 en 8. Op 15 April 1575 is de rekening eindelijk in ontvangst genomen door een speciaal daartoe door de Staten benoemde commissie (zie blz. 56 noot 2). 3 November 1575 werd zij afgehoord en afgesloten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 48]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
door de gedeputeerden van de Staten, in bijwezen van den auditeur Pieter Herweyer. Aangezien deze heeren gedeputeerden het saldo van Ruychavers rekening hadden gewijzigd en er een batig slot van 118 ponden, 14 schellingen en 6 penningen op hadden geconstateerd, terwijl deze - volgens den rendant - een nadeelig saldo aanwees, richtte Ruychaver zich tot de Staten met het verzoek, om de rekening opnieuw te doen opnemen. De Staten willigden het verzoek in. Op 18 September 1576 werd ten slotte de rekening definitief afgesloten. Het batig saldo werd veranderd in een nadeelig saldo van 259 ponden, 15 schellingen en 6 penningen. De rendant zag zich daarmee dus een niet onbelangrijk bedrag alsnog toebedeeld. De rekening is geschreven in een deel met perkamenten band, dragende op den band het opschrift: ‘Rekeninge Marten Ruychavers, tresorier in tNoorderquartier, anno XVC vier ende tzeventich. Om den rentmeester’. Zij berust in het Rijksarchiefdepôt te Haarlem en staat vermeld in: ‘Inventaris Provinciaal Archief van Noord-Holland’ door Dr. Scheltema (1873), blz. 133, no. 4. Wanneer men weet, dat er zeer weinig archiefstukken van comptabelen aard uit de periode, waarover Ruychavers rekening loopt, bewaard zijn gebleven, kan ze uitstekend dienen ter aanvulling van hetgeen totdusver uit Spaansche en N. en Z. Nederlandsche bronnen is gepubliceerd over den eersten tijd van den opstand in het Noorderkwartier. De rekening van Ruychaver bevat tal van interessante détails over de financiering van het krijgsbedrijf, de sterkte en opstelling der troepen in Noord-Holland, over oorlogsschepen, de bevelhebbers enz., welke men elders niet gemakkelijk zal vinden. In het deel, waarin Ruychavers rekening staat afgeschreven, gaat het hoofd der rekening, afgedrukt op blz. 55, vooraf, daarna volgt op fol. 2 de akte van aanstelling, d.d. 25 September 1572Ga naar voetnoot1), en vervolgens op fol. 3 de | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 49]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
instructie d.d. 18 Maart 1573Ga naar voetnoot1). Van fol. 5 af volgt dan de rekening, gesplitst in ontvangstenGa naar voetnoot2) en uitgavenGa naar voetnoot3), welke elk weer afzonderlijke hoofden hebben. Ter wille van de overzichtelijkheid en ter voorkoming van een eindelooze herhaling van een zelfde omschrijving der posten, die alleen andere namen en cijfers geven, is de rekening van Ruychaver niet in extenso weergegeven, maar bewerkt, zonder dat echter aan de duidelijkheid iets te kort is gedaan. Elke post komt aldus toch voldoende tot zijn recht.
N.J.M.D. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 50]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mitz dat dezelve Maerten Ruychaver gehouden wordt te doene goet bewys ende reliqua van allen zyne ontfanghen ende uuytgeven, ende tot dyen eynde voor all te stellen genouchsame borghe, ter somme toe van vyfthienduysent carolusghuldens. Gedaen in den Haghe den XXVen Septembris XVC tweentzeventich. (get.) J. van Duvenvoirde ende Woude. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 51]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mette burgemeester van Hoorn, Pieter Florisz.Ga naar voetnoot1), in treyn te doen brenghen ende den gecommitteerden daertoe behoirlycken eedt te laten doen; van de penningen daervan comende, nyet uuyt te geven dan by ordonnancie van den Staten, met toesegginge nochthans, dat men dezelve aldaer employeren zall tot betalinghe van de knechten, in die steden leggende, ten waere de noot verheychste dat men die soude moeten employeren tot toerustinge van de schepen van oirloge, daertoe men in zulcken gevalle zal nemen advys ende ordonnancie van voirnoemde Pieter Florisz. ende Mr. Willem BardezenGa naar voetnoot2), als by desen daertoe sonderlinge gecommitteert’Ga naar voetnoot3). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 52]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Voirts den rentmeesters ende ontfanghers aldaer, zoewel van de Domeynen ende consenten als van de gheestelycke ende waerlycke aengeslaghen goeden, in alder diligencie te doen innen, henlieden tot voirderinge van dyen, van weghen den Staten auctorizerende, booter ende caes in betalinge te moghen nemen ten marctganck ende by kennisse van de Burgemeesteren der steden van Alckmaer, Hoorn ende Enckhuysen hen naest geleghen; ende tvoirs. zuyvel by de voirs. rentmeesters ende ontfanghers in bewaerder handt te doen houden, omme ter ordonnancie van de Staten oft heure gecommitteerde ten meesten oirboir geemployeert te moghen worddenGa naar voetnoot1).
III. Den voirn. rentmeesters ende ontfanghers te belasten, dat zij jegens den onwillighen terstondt doen procederen, naer inhoudt dexecutoriale, daertoe by Zyne Excell. mitz advys van den Raide ende Staten van Hollant geëxpedieert, ten ware datter pregnante redenen waeren waeromme men tzelve nyet en behoirde te doen, die zy terstondt den gecommitteerden van de ReeckeningeGa naar voetnoot2) zullen overscryven.
IV. Alle de penningen onder den voirs. rentmeesters ende ontfanghers met oyck van de collecteurs van de imposten berustende, mitsgaders die zy noch ontfanghen zullen, uuyt heure handen te lichten ende dezelve terstont wederomme ter ordonnancie van de gouverneur aldaer, joncheer Diederich Sonoy, Pieter Florisz. ende Mr. Willem Berdezen voirnoemt, als commissarissen van weghen Zijne Excellencie ende den Staten daertoe specialycken by desen geauctorizeert oft de twee van hemlieden, jegenwoirdich zynde, uuyt te keren tot betalinghe van de resterende | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 53]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schulden van de toerustinghe van de schepen van oirloghe, in Octobri lestledenGa naar voetnoot1) in dat quartier noch onbetaelt staende.
V. Oyck te diligenteren dat de schepen van oirloghe mette galeyen in alder diligencie mochten toegerust worddenGa naar voetnoot2) omme den vyanden alle toevoeringhe te beletten ende opdat de gemeente daertoe te vlytiger zal wesen, sal men voor all de oude schulden schicken te betalen ende, indient de boursse vermach, oyck eenighe betalinge doen op het nyeuwe.
VI. Sall voirts hy, tresorier, hem informeren wat elcke stadt sedert Meye lestledenGa naar voetnoot3) betaelt heeft totte voirsz. toerustinge vande oirloochschepen ende galeyen, betalinge van soldaten ende anders tot aranchemente van de gemeene zaeckenGa naar voetnoot2), mitzgaders wat dezelve steden daerjegens ontfanghen oft innegehouden hebben, henluyden belastende dat zy ierstdaechs de reeckeninghe daervan den gecommitteerden van de Reeckeninge overzeyndenGa naar voetnoot4). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 54]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VII. Dat hy mede alle de schepenen, geswoorens oft waersluyden vanden dorpen aldaer doet overleveren by gescrifte alle tgundt zy int gemeen oft particulier zedert Meye voirs.Ga naar voetnoot1) betaelt hebben aen rentmeesters, ontfanghers, capiteynen, soldaten oft anderen, tzy van Domeynen, consenten, ommeslaghen, leeninghe, brandschattinge van aengeslaghen penningen, oft pachten ende diergelycke oirzaecken, met goede verclaeringe in wyens handen zy de penningen gelevert hebben ende hoevele.
VIII. Item te verneemen waer alsnoch egheene ontfanghers gestelt en zyn totte gheestelycke ende aengeslaghen goederen. Ende zulcx bevindende, te besien oft zy een goet bequaem persoen daertoe consten becommen; ende te bestellen dat dezelve by den gouverneur ende wethouders daertoe by provisie gestelt mochten wordden, opdat de penningen geinnet ende ten borde gebracht moghen worddenGa naar voetnoot2).
IX. Dat hy voirts bestelle dat de quoyeren van alle steden ende dorpen in diligencie overgesonden ende tplaccaet van Zijne Excellencie in alle poincten volcommen mach worddenGa naar voetnoot3).
X. Sall oyck een quoyercken maecken van alle de schepen van oirloghe ende galeyen, die aldaer in dyen quartiere toegerust wordden zullen, met goede vercleeringe van de capiteynen ende specificatie van tgeschut ende andere munitien van oirloghe, tgetall vande soldaten ende bootsgesellen op elck schip ende galeye wesende, mits- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 55]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gaders oyck wat proviande elcx behouff men daervan noode heeft ende dat ierstdaechs over te zeyndenGa naar voetnoot1).
XI. Metten iersten tot Enckhuysen te doen vercoopen de aengehouden goeden, die men verstaat, dat men by provisie vercoopen zall, volgende de memorie daervan zijndeGa naar voetnoot2).
Aldus gedaen ende beslooten by den Staten van Hollant tot Delff den XVIIIen Marty XVC drye ende tzeventich, naer gemeen scryven. Ende ter ordonnancie van denzelven Staten onderteyckent; ende was onderteeckent P. BuysGa naar voetnoot3)’ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 56]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mitzgaders d'instructieGa naar voetnoot1), hem daernaer tot Delff, opten XVIII Martii anno XVC dryentzeventich, stilo communi, naer tNoorderquartier reysende, medegegeven, daervan de copyen hiernaer geinsereert zijn. Gemaect in ponden van xl grooten Vleems tpont, schellingen ende penningen naer advenant’Ga naar voetnoot2). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ontvangsten.De ontvangsten, welke Ruychaver, sedert zijn optreden als gecommitteerde voor het ontvangen en uitgeven van de gelden ter bestrijding van de oorlogskosten heeft geboekt, zijn door hem onder de navolgende hoofdstukken (I-XI) verantwoord:
[Folio 5 recto e.v.] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. ‘Eerst van penningen, ontfanghen uuyt handen van den rentmeesters van de Domeynen’.a. Hans ColtermanGa naar voetnoot3), rentmeester van des Kon. Maj.ts | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 57]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
domeinen van Kennemerland, droeg de volgende bedragen af:
b. Jhr. Frederick van SevenderGa naar voetnoot1), rentmeester-generaal van des Kon. Maj.ts domeinen van de VroonlandenGa naar voetnoot2) in Westfriesland.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 58]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Folio 8 recto e.v.] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. ‘Anderen ontfanck’.‘Van penningen desen rendant, ter ordonnancie vanden Staten, aengetelt bij andere rentmeesters ende ontfangers.’ ‘Eerst van rentmeesters vant gemeen lant.’ a. Van Franchoys van ValckensteynGa naar voetnoot1), ontvanger-generaal van de Staten van Holland, ‘deur handen van Nicolaes vander LaenGa naar voetnoot2), commissaris vande reeckeninge’: 1572 October 4: 3400 ponden. b. Van Dierck van Teylingen, rentmeester-particulierGa naar voetnoot3): 1572 October 28: 1370 ponden, op rekening van zijn ontvangsten der ‘ommeslaghen’. 1572 November 4: 698 ponden op zijn rekening ‘van de ordinaris beede’. 1572 November 4: 540 ponden ‘deur handen van die van Graft’, over hetgeen Graft schuldig was in den omslag. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 59]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
handen van die van Schorel ende die van Camp’Ga naar voetnoot1) ‘over heurlueder portie in der voirsz. ommeslach, te weten van [1]50.000 guldens ende oick inde 41.837 ponden 10 schellingen ommegeslaghen in Aprili anno 1572’. 1572 October 28: 369 ponden, 2 schellingen en 1 penning ‘deur handen van die van Berghen’Ga naar voetnoot2) over hun portie in denzelfden omslag als hiervoren genoemd. 1572 October 28: 39 ponden, 10 schellingen en 11 penningen ‘deur handen van die van Wibbenom’Ga naar voetnoot3) over hun portie in denzelfden omslag als hiervoren genoemd. c. Van Nicolaes van der Laen, ‘commissaris vande Reeckeninge’: 1573 Maart 20, na Paschen, 809 ponden 12 schellingenGa naar voetnoot4). d. Van Mr. Gerrit van der Nyenburch ‘by den Staten van tNoorderquartier gecommitteert ten ontfanghe vande ommeslaghen int quartier van Alckmaer’Ga naar voetnoot5):
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 60]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Folio 14 verso e.v.] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. ‘Anderen ontfanck van penningen bij steden ende dorpen opgebracht op tgundt zij van eenighe ommeslaghen schuldich moghen wesen’.a. Van de stad Delft ‘deur scrijven van Sasbout Beuckelss.Ga naar voetnoot1), burgermeester derzelver stede, bij een wissel- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 61]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
briefken, spreeckende op Jan Gerritss. BootshaeckGa naar voetnoot1), tot Enchuysen’, op 29 November 1572: 900 ponden. b. Van Burgemeesteren van Alkmaar op 25 October 1572: 987 ponden, 4 schellingen aan gelden en bij assignatie 117 ponden, 13 schellingen en 9 penningen. c. Van den commissaris Jan Van VlietGa naar voetnoot2) 21 October 1572: 740 ponden aan geld en een recepis van 160 ponden, die door Van Vliet ingehouden zijn van de 900 ponden, door hem ‘van die Westzanen’ ontvangen over ‘heure quote vande leeninge, die men den knechten, leggende op Zennerdam ende daeromtrent, weeckelyck doen moeste’. d. ‘Van die van Hoochecarspel’ 25 October 1572: 573 ponden, 9 schellingen ‘over heure leeninge’. e. ‘Van die van Grootebroeck’ 30 October 1572: 250 ponden. f. ‘Van die van Westwoude’ 3 November 1572: 466 ponden, 12 schellingen, op rekening van ‘heur morgengelt’. g. ‘Van die van Luttekebrouck’Ga naar voetnoot3) 3 November 1572: 640 ponden. h. ‘Van die van Bouckcarspel’Ga naar voetnoot4) 3 November 1572: 177 ponden, 6 schellingen, op rekening ‘van heur morgengelt’. i. ‘Van die van Bovencarspel’ 3 November 1572: 296 ponden. j. ‘Van die van Noortschermerhorn’ 22 November 1572: 103 ponden ‘over heure leeninghe vanden weeckgelde ten behouve vande knechten’. k. ‘Van die van Graft ende Rijp’ 3 November 1572: 137 ponden ‘over heure weeckgelde alsboven’. l. ‘Van die van Raerep’Ga naar voetnoot5) 22 November 1572: 214 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 62]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ponden, 7 schellingen, 6 penningen ‘over heure weeckleeninge alsvoren’. m. ‘Van die van Sinderdorpe’Ga naar voetnoot1) 22 November 1572: 131 ponden, 5 schellingen. n. ‘Van die van Suytscheerwoude’Ga naar voetnoot2) 22 November 1572: 117 ponden, 10 schellingen ‘over heure weeckleeninge ten behouve vanden soldaten’. o. ‘Van die van Schellinckwout’Ga naar voetnoot3) 22 November 1572: 61 ponden, 5 schellingen ‘over heure weeckleeninghe’. p. ‘Van die van Broeck’Ga naar voetnoot4) 22 November 1572: 95 ponden ‘over heure leeninghe ter weecken voor den soldaten oppe te brenghen’. q. ‘Van die van Purmerlant’ 21 November 1572: 198 ponden en 15 schellingen. r. ‘Van die van Oistzaenen’ 21 November 1572: 225 ponden. s. ‘Van die van Westzaenen ende Crommenyer’Ga naar voetnoot5) 25 November 1572: 297 ponden, 10 schellingen ‘over heure weeckleeninghe’. t. ‘Van die van Wermer ende Gisp’Ga naar voetnoot6) 27 November 1572: 285 ponden, 14 schellingen. u. ‘Van die van Assendelft’ ‘deur handen van Dierck van Heemskerck’Ga naar voetnoot7) 27 November 1572: 143 ponden, 4 schellingen ‘over heure leeninge ter weecke’. v. Van den commissaris Reynier CantGa naar voetnoot8) 29 November | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 63]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1572 aan gelden, 1319 ponden, 9 schellingen en 6 penningen en bovendien een recepis van 330 ponden. Cant had deze gelden ontvangen van de volgende gemeenten: ‘Schellinckhout’: 366 ponden, 14 schellingen, 6 penningen. ‘Westerwoude met Oisterblocker, Westerblocker ende Binnenwyse’Ga naar voetnoot1): 524 ponden, 15 schellingen. ‘Schaghen’ 300 ponden. ‘Nyeudorpercogghen’: 458 ponden. w. Van den commissaris Reynier Cant 29 November 1572: 892 ponden, 4 schellingen, door Cant resp. als volgt ontvangen: ‘Van die van Grootebrouck, deur handen van Meynaert Heertiens, 175 ponden, van Cornelis Jansz. van Hoochcarspel, 207 ponden, 17 schellingen, van Metken Meynerts, 130 ponden, van Cornelis Jansz. van Hoochcarspel, 228 ponden, 14 schellingen, van die van BouckcarspelGa naar voetnoot2), 150 ponden, 13 schellingen’. x. ‘Van die van PeurentGa naar voetnoot3), deur handen van Dierck van Heemskerck’, 27 November 1572: 211 ponden, 5 schellingen ‘over heure weeckleeninghe ten behouve vanden soldaten op te brenghen’.
[Folio 18 verso e.v.] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. ‘Anderen ontfanck van penningen uuyt handen van de rentmeesters van de geannoteerde goederen’.a. ‘Ierst ontfanghen van Joost Steyn Augustijnsz.Ga naar voetnoot4), rentmeester vande geannoteerde goederen in SommersdijckGa naar voetnoot4), deur handen van Huych Claes Heymansz.’, 22 Januari 1573 (stilo communi) 1000 pondenGa naar voetnoot5). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 64]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van idem op 23 Januari 1573: ‘56½ onchen silververgult tot vierendertich stuuvers donche met noch dertich ende een halff ongebrant silver tot 30 stuvers ende tzelve ten voirs. prijsen vercocht aen Johan Corneliss. Goutsmith tot Delff, beloopende de somma van 141 ponden, 16 schellingen’Ga naar voetnoot1).
b. Van Gerrit Lambrechtss., rentmeester van de geannoteerde goederen ‘van tconvent tot 's-Gravensande’, 17 Maart 1573: 200 ponden. c. Van Dierck van TeylingheGa naar voetnoot2), rentmeester van het graafschap van Egmond, ‘vanden geannoteerde goederen aldaer’, 22 April 1573: 300 ponden. d. Van Dierck van Foreest, rentmeester ‘van de geannoteerde goederen binnen der stede van Alcmaer en de jurisdictie derzelver’Ga naar voetnoot3):
e. Van Cornelis van BerchoutGa naar voetnoot4), rentmeester ‘vande gheestelycke ende geannoteerde goederen tot Hoorn’, op 23 April 1573: 282 ponden, 16 schellingen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 65]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Folio 20 verso e.v.] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V. ‘Anderen ontfanck van penningen gecommen van stempelen vanden gelde’Ga naar voetnoot1).a. Van Cornelis Franchoys van Bodeghem en Willem Diercxs., ‘gecommitteert ten ontfanghe van trecht van leeninghe vallende opt stempelen vanden gelde binnen der stede van Delff’, op 5 Maart 1573, stilo communi, ‘deur handen van Nicolaes van der Laen, commissaris van der Reeckeninghe’, 500 pondenGa naar voetnoot1). b. Van Cornelis Harmansz. en Willem Jacobss., ‘gecommitteert totte voirs. stempelinge tot Delff, deur bevel van den voirn. Nicolaes van der Laen’, op 5 Maart 1573, 2000 ponden. c. Van Philips Corneliss.Ga naar voetnoot2) en Allert SchenckGa naar voetnoot3) ‘gecommitteert ter stempelinge vanden gelde binnen der stede van Alckmaer’:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 66]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d. Van Henrick Crynsz.Ga naar voetnoot2) en Meynaert Cornelisz.Ga naar voetnoot2) ‘gecommitteert ter stempelinge vanden gelde binnen der stede van Hoorn’:
e. Van Cornelis Jansz. en Dierck Pietersz. Tialles, ‘geadmitteert ter stempelinge vanden gelde binnen der stede van Enchuysen’Ga naar voetnoot3):
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 67]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f. Van Jacob Ziewertsz. BlauwhulckGa naar voetnoot1), ‘gecommitteert totter stempelinge binnen Enckhuysen’:
g. Van Pieter Loenen en Pieter Haege, ‘gecommitteert totte stempelinge vanden gelde binnen der stede van Eedam’:
h. Van Heyman Jansz. Horn en Jacob Kievit, ‘gecommitteert totte voirs. stempelinge vanden gelde binnen der stede van Monickendam’:
i. Van Rennier Nannincxz. en Claes Cornelisz., ‘gecommitteert ter stempelinge vanden gelde binnen der stede van Medenblick’:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 68]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Folio 28 verso] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI. ‘Anderen ontfanck vande penningen gecommen vande imposten’.a. Van Augustijn van TeylingenGa naar voetnoot1), impostmeester binnen Alkmaar:
b. Van Cornelis LaeckemanGa naar voetnoot2), impostmeester binnen Hoorn:
c. Van Aelbert Reyniersz.Ga naar voetnoot3) en Claes Fransz., impostmeesters binnen Enkhuizen.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 69]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d. Van Heertie Garbrants, burgemeester van Grootebroek, 1573 15 Juni: 33 ponden, 16 schellingen, 6 penningen (zie ook onder c). e. van Jacob Lambrechtss., impostmeester te Edam, 1573 April 5: 115 ponden. f. Van Jochum Claess., impostmeester te Monnikendam, 1573 April 15: 207 ponden.
[Folio 32 verso e.v.] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VII. ‘Anderen ontfanck van penningen, gecommen uuyten licenten vande passepoirten’.a. ‘Vanden gecommitteerden totte ontfanghe van trecht der licenten, vallende op de passepoirten van goederen ende waeren, uuyten lande van Hollant te vervoeren’, 3 April 1573 ‘deur handen van Jan van NeckGa naar voetnoot1) ende Johan Jacobsz. Stoop, residerende tot Hoorn’ 450 ponden. Van Johan van Neck en Jan Jacobsz. Stoop, ‘gecommitteerden ter expeditie vande passepoirten binnen der steden van Hoorn’, ‘gecommen van trecht der licenten vande passepoirten vande uuytvoeren’: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 70]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. Van Zybrant Aelbertsz. en Zeger Jansz., ‘gecommitteerden ter expeditie vande passepoirten binnen der stede van Enckhuysen’:
c. Van Zybrant Aelbertsz. en Zeger Jansz., ‘gecommitteerden ter expeditie van de passepoirten tot Dordrecht’(?!): 1573 Mei 24: 525 ponden. d. Van Zybrant Aelbertsz en Zeger Jansz.:
e. Van Zybrant Aelbertsz. en Zeger Jansz, ‘gecommitteerden ter expeditie vande passepoirten tot Enchuysen’:
f. Van Zybrant Aelbertsz. en Zeger Jansz.: 1573 Juni 28: 150 ponden. g. Van Freeck Symonsz., Nanne Cornelisz. en Dierck Jansz., ‘commissarissen geordonneert ten ontfanghe vande licenten te Enchuysen’: 340 pondenGa naar voetnoot1). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 71]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Folio 36 verso] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VIII. ‘Anderen ontfanck van penningen gecommen van leeninghe’.a. Van Ernst, den griffier van den Hove van HollandGa naar voetnoot1), op 17 Maart 1573, stilo communi, 312 ponden, 7 schellingen, en 6 penningen ‘aen silver, twelck hij den Staten van Hollant in leeninghe gegeven heeft’. b. ‘Van Jan Hendricxs. van Eempden tenzelve daghe ontfanghen 2105 pond, 12 schellingen aen silver, by hem, volgende de resolutie vanden Staten, den lande van Hollant geleent’.
[Folio 37 recto] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IX. ‘Anderen ontfanck, gecommen van gevonden zilver’.‘Ierst, deur handen van Nicolaes vander LaenGa naar voetnoot2) opten 17en Marty anno 1573, stilo communi, ontfanghen, 245 ponden, gecommen van zeecker zilver vergult, gevonden tot 's Gravesande’. Van idem op 17 Maart 1573: 6 ponden, 12 schellingen en 6 penningen ‘gecomen van een silveren olyebacxken met een vergulden back van een kelck’.
[Folio 37 verso] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
X. ‘Anderen ontfanck van beuyten ende prijsen’.a. Ontvangen van Grietgen Ysmout, ‘deur handen van wegen Nicolaes van der Laen’, de som van 600 ponden, ‘die sy tgemeene lant schuldich was van coope van zeeckere balen alluyns in den Briele, gecocht uuyte speceryen, aldaer by de schepen van oirloighe innegebracht ende voor goeden pryse vercleert’. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 72]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. Ontvangen van Cornelis BoonGa naar voetnoot1), commissaris van ‘de aengehaelde goederen tot Enchuysen’, 1 Augustus 1573: 479 ponden, 80 schellingen.
[Folio 38 recto] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XI. ‘Memorie van eene obligatie ende ordonnantie by die vande Reeckeninge gestelt in handen van desen ontvanger (Ruychaver) omme te verneemen naer de satisfactie vande selve obligatie ende ordonnantie’.‘Ontfanghen een obligatie, luydende op den naem van Burrnt Symonss.Ga naar voetnoot2), poirter tot Hoorn, inhoudende de somme van 120 ponden, die hy betalen soude van passepoirten van zeecker caes by hem uuyt te voeren. Blyckende by dezelve obligatie alhier geexhibeert. Ende alsoe desen ontfanger (Ruychaver) daervan nyet ontfanghen en heeft mitz dat dezelve Burrnt vercleerde de voirs. somme betaelt te hebben aenden licentmeesters tot Hoorn, ergo alhier gestelt pro memorie’Ga naar voetnoot3). ‘Noch ontfanghen een ordonnantie van die vande | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 73]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Reeckeninge, in date den 30en Martii 1573, daerby Seger Janss. geordonneert wordt te betalen aen handen van desen ontfanger (Ruychaver) de somme van 2580 ponden uuyt zaecke van gelyck passepoirt van casen by den voirn. Seger Janss. en zyne compaignye uuytgevoert; ende alsoe de voirs. penningen aenden licentmeesters tot Hoorn betaelt zyn, exhibeert desen ontfanger (Ruychaver) alhier de voirs. ordonnantie by memorie’Ga naar voetnoot1). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uitgaven.De rekening vermeldt de volgende uitgaafposten:
[Folio 39 recto e.v.] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. ‘Eerst van penningen aen Zyne Excellencie betaelt’.Aan Cornelis Joosten van Sundert, rentmeester van Z.E.Ga naar voetnoot2), 1000 ponden, volgens de ordonnantie van Reynier CantGa naar voetnoot3) en recepis van Z.E. in dato 23 October 1572.
[Folio 39 verso e.v.] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Aan ‘gouverneurs, capiteynen ende ander officiers van het crychsvolck te lande’.a. Aan Jhr. Diderich SonoyGa naar voetnoot4) ‘gouverneur ende capi- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 74]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
teyn over den legers int Waterlant,’ 200 ponden ‘in betalinge van gelycke somme by hem verschooten aen bieren ende andere nootruften vanden legers, naer vermelden dordonnancie ende recepisse van Willem BerdesenGa naar voetnoot1) ende Pieter FloryssGa naar voetnoot2), commissarissen, van date 1 Aprilis 1573’. b. Aan Jhr. Charles de BoysotGa naar voetnoot3): 200 ponden ‘omme die in diensten vande gemeene zaecke te besteden, naer vermelden dordonnancie ende recepisse..... in date den 31 May 1573’. c. Dierck Aelbertsz., waard in de ‘Groene Papegay’ te Enkhuizen, 204 ponden ‘over de verteerde costen by Jhr. Charles de Boysot met zyne familie ten huyse van den voirn. Dierck Aelbertsz. verteert’, volgens ‘ordonnancie ende recepisse’ van 21 Mei 1573. d. Overste Lazarus MullerGa naar voetnoot4) voor zijn knechten:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 75]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
e. Christophel VadderGa naar voetnoot1) 2000 ponden ‘omme daermede leeninghe te doen verstrecken aen de vier vendelen vanden oeverste Lazarus Muller, leggende binnen Haerlem’, 5 Maart 1573 stilo communiGa naar voetnoota). f. Hopman Michiel Hogelkan 627 ponden, 10 schellingen ‘omme daermede leeninghe te doen aen zyne knechten van een van de vier vendels vanden oeversten Lazarus Muller’, 27 November 1572Ga naar voetnootb). g. Andries Fensels, adelborst onder Lazarus Muller, 9 ponden ‘volgende dordonnancie vanden commissarissen vander oirlogen’, 23 October 1573Ga naar voetnootc). h. Hopman Fock AbelsGa naar voetnoot2) 585 ponden ‘omme die over zyne knechten te verstrecken naer vermelden dordonnancie vanden commissarissen vander oirloghe’, 8 October 1572Ga naar voetnootd). Idem 2 November 1572: 100 pondenGa naar voetnootb). Idem 26 November 1572: 20 ponden, 16 schellingen. i. Hopman Dierck DuyvelGa naar voetnoot3) 1568 ponden, 15 schellingen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 76]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘omme dzelve onder zyne knechten bestrect te wordden’Ga naar voetnoota). 3 November 1572: 40 ponden ‘in defalcatie ende affcortinge van zyne souldye, die de Staten van Hollant hem schuldich waren, achtervolgende zeeckeren accoirde met hem gemaect’Ga naar voetnootb).
j. Hopman Nicolaes RuychaverGa naar voetnoot1) 225 ponden ‘voor 26 harnasschen’, 12 October 1572Ga naar voetnootb). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 77]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17 October 1572: ‘tot betalinge van 50 morillions’Ga naar voetnoot1) 75 pondGa naar voetnoota). 23 October 1572: ‘tot betalinge van eender maent souldye naer uuytwysen der ordonnancie ende recepisse’ 2400 ponden, 15 schellingen. .....Ga naar voetnootb): ‘tot contentemente van zeeckere soldaten, die uuytgemonstert ende wederomme aengenomen waeren’ 43 guldens, 15 schellingen. 4 November 1572: ‘over de reste van zyn monstercedullen zoe hy tot Medenblyck gemonstert hadde’ 642 ponden, 10 schellingenGa naar voetnootc). 28 November 1572: ‘op rekening van zyne besoldinge’ 350 ponden. 14 April 1573: 525 ponden ‘omme daermede te betalen zeecker geweer’Ga naar voetnootd). 22 April 1573: 353 ponden voor 294 hoofden. 29 April 1573: 353 ponden voor 294 hoofden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 78]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
k. Christoffel VadderGa naar voetnoot1) 500 ponden ‘omme dzelve leeninge te doen verstrecken aende knechten van hopman Wyboult RipperdaGa naar voetnoot1) binnen Haerlem leggende’, 5 Maart 1573Ga naar voetnootc). l. Hans van der Wolde, luitenant van hopman Wyboult Ripperda, 1215 ponden, voor een maand bezoldiging van zijn knechten, 29 October 1572Ga naar voetnootd).
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 79]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
13 Mei 1573: 223 ponden, 10 schellingen alsvoren. m. Hopman Witten Lievesz.Ga naar voetnoot1) 2203 ponden, 15 schellingen voor een maand soldij van zijn krijgsvolk, 1 Nov. 1572Ga naar voetnoota). n. Hopman Michiel de CroockGa naar voetnoot2) 2860 ponden voor een maand soldij van zijn knechten, 2 Nov. 1572. 24 Nov. 1572: 167 ponden ‘op reekeninghe van tghundt hem van de ierste zyner monsteringhe competeert tontfanghen’Ga naar voetnootb). o. Hopman Jonghe Jan Verscheur 2511 pond, 5 schellingen voor een maand soldij, 2 November 1572Ga naar voetnoota). p. Hopman Jacques CabailliauwGa naar voetnoot3) 500 ponden voor zijn krijgsvolk, 3 November 1572Ga naar voetnootc). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 80]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 81]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
q. Jan Plander, luitenant van hopman SchramGa naar voetnoot1) van Bruynzwijck, 300 ponden ‘te bestrecken onder des voirs. hopmans knechten’, 7 Febr. 1573Ga naar voetnoota). Christoffel VedderGa naar voetnoot2), voor hopman SchramGa naar voetnoot1), 300 ponden, voor idem, 4 Maart 1573. r. Hopman Johan SchetterGa naar voetnoot3), 322 ponden voor 272 hoofden, 22 April 1573Ga naar voetnootb).
s. Hopman Pieter van den HoveGa naar voetnoot4):
t. Hopman Coenraed van SteenwijckGa naar voetnoot5) 241 ponden voor ‘zyne crijchsvolcke’, 205 hoofden, 21 April 1573Ga naar voetnootb). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 82]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johan Appelhoff, luitenant van hopman Steenwijck, 241 ponden voor 205 hoofden, 29 April 1573. Hopman Coenraed van SteenwijckGa naar voetnoot1):
u. Hopman Jacques HennebaertGa naar voetnoot2):
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 83]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
v. Hopman Henrick MichelsGa naar voetnoot1).
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 84]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
w. Aan den schrijver van hopman Pieter Verbrugghe 12 Aug. 1573: 237 ponden voor 189 hoofden. 16 Aug. 1573 Pieter Verbrugghe: 237 ponden voor 180 hoofden. x. ‘Jhr. Henrick van BrouckhuysenGa naar voetnoot1), oeverste lieutenant van het crychsvolck, leggende int leger tot Egmont ende daeromtrent’ 60 pond, 22 April 1573Ga naar voetnootb). 29 April 1573: 80 ponden ....... 7 Mei 1573: 80 ponden ‘omme voor hem ende zyne familie tot leeninghe bestrect te wordden’. 13 Mei: Geerardt van TorceurstGa naar voetnoot2) vanwege en uit naam van Brouckhuysen, 90 ponden ‘voor zyne tafele ende familie’. ij. Jan Jansz. van der NyenburchGa naar voetnoot3), ‘geweldige provoost binnen der stede van Alcmaer’, 30 ponden voor 9 hoofden, 16 Augustus 1573. z. Joachim NieufcantGa naar voetnoot4), ‘geweldige provoost over tregiment vant veltleger tEgmondt’, 60 ponden ‘omme dzelve tot zijne staet temployeren’, 22 April 1573.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 85]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aan Joriaen van Weughe, luitenant, voor Joachim Nieufcant, 60 ponden voor zijn knechten ‘tot 12 paerden en 14 hoofden’, 4 Juni 1573. 10 en 17 Juni 1573 zelfde bedrag. aa. Lange Henrick van Bremen, wachtmeester over het krijgsvolk, liggende ‘binnen der stede van Enchuysen’, 32 ponden 11 Nov. 1572Ga naar voetnoota). 30 Nov. 1572: 32 pondenGa naar voetnootb). 10 April 1573: 60 pondenGa naar voetnootc). Lange Henrick van Bremen, wachtmeester en Hans van HerstGa naar voetnoot1), kwartiermeester:
Lange Henrick van Bremen 4 ponden 10 schellingen ‘in cortinge van zyne souldye’, 20 Mei 1573. 1 Augustus 1573 8 ponden voor idemGa naar voetnoote). Lange Henrick en Hans van Herst 16 ponden 27 Mei 1573. Hans van Herst op korting van zijn soldij 8 ponden, 4 Juni 1573Ga naar voetnoote). bb. Herman van DrouffelaerGa naar voetnoot2), wachtmeester, op rekening van zijn soldij en ‘over zijn weeckleeninge’, 8 ponden, 4 Juni 1573Ga naar voetnootd). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 86]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
cc. Gerrit Henricxz. de VosGa naar voetnoot1), ‘artilleryemeester van tleger tEgmont’.
dd. Schout Jan, ‘schansmeester van het legher tot Egmont’.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 87]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ff. Nicolaes van Kreupelyn, ‘gevechtsweyffelGa naar voetnoot1) van tleger’, 3 ponden op rekening van zijn soldij, 8 Juni 1573.
[Folio 81 recto-85 recto] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. ‘Aen handen vande oeversten lieutenanten ende anderen voor hemlueden ende vanweghen de gemeene ruyteren ende hooffluyden van tleger tot Egmont ende elders’.1. Geurt van HerstGa naar voetnoot2) en Andries Vliegers ‘met heur geselsschap hoofftluyden’ 10 pond, op rekening van hun | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 88]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
soldij en om daarmede te betalen ‘de teercosten by hemluyden tot Enckhuysen verteert’ 19 April 1573Ga naar voetnoota). 2. Jhr. Henrick van BrouchuysenGa naar voetnoot1) 96 ponden en 10 schellingen ‘tot leeninge van de ruyteren tot 39 hooffden’, 22 April 1573Ga naar voetnootb). 29 April 1573Ga naar voetnootc) 96 ponden, 10 schellingen ‘tot leeninghe van 39 hooffluyden’. 7 Mei 1573Ga naar voetnootc) 96 ponden, 10 schellingen alsvoren. 3. Geerardt Torceurst, vanwege en uit naam van Henrick van Broeckhuysen, ‘oeverste lieutenant’, 106 ponden, 10 schellingen voor ‘ruiteren ende hooffluyden, 14 Mei 1573Ga naar voetnoot2). 4. Geurt van Herst, ‘rotmeester vande hooffluyden’, 109 ponden, voor de ‘ruyteren’, 20 Mei 1573Ga naar voetnoot3).
5. ‘Jacob van Franckefort ende Jan Wolffsz., hoofluyden’, 15 ponden ‘over heure leeninge van 14 dagen’, 31 Augustus 1573. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 89]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Folio 85 recto e.v.] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. ‘Aen handen van capiteynen, oeversten, provoosten ende andere crychsvolcke ende bootsgesellen op de oirloochschepen op reeckeninghe van heure besoldinge’.1. Jan Jansz., kapitein ‘van de Monickedammer galeye’, 310 ponden, 15 schellingen, voor 1 maand bezoldiging van zijn volk, 25 October 1573Ga naar voetnoota). 2. Pieter Willemsz., kapitein van het oorlogsschip ‘tHoff van Salomon’, 346 ponden, voor 1 maand bezoldiging van zijn bootsvolk, 27 October 1573. 3. Pieter Saeckelss. van Medenblick, kapitein, 361 ponden, 5 schellingen, voor 1 maand bezoldiging, 27 October 1573. 4. Jacob Aelbertsz., kapitein, 370 ponden, 15 schellingen, voor 1 maand soldij van zijn scheepsvolk, 27 October 1573. 5. Syvert Vreecksz., kapitein van Enchuysen, 341 ponden voor 1 maand soldij van zijn scheepsvolk, 1 Nov. 1573Ga naar voetnootb). 6. Jan Hercksz. van Enchuysen, kapitein ‘op een boeyer’, 312 ponden, 5 schellingen, voor 1 maand soldij van zijn scheepsvolk, 1 November 1573Ga naar voetnoota). 7. Jan Diercxsz.Ga naar voetnoot1), kapitein, 454 ponden voor 1 maand soldij, 1 November 1573Ga naar voetnootc). 8. Marten Pietersz., kapitein van HoornGa naar voetnootd), 333 ponden, 5 schellingen, voor 1 maand soldij van zijn bootsvolk, 1 November 1573. 9. Jonghe DierckGa naar voetnoot2), kapitein van Hoorn, 205 ponden, 15 schellingen, voor 1 maand soldij van zijn bootsvolk, 1 November 1573. 10. Pauwels Pietersz. Gall, kapitein van ‘de groote | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 90]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
galeye van Eedam’, 325 ponden, 10 schellingen, voor ½ maand soldij van zijn bootsvolk, 1 November 1573Ga naar voetnoota). 11. Jacob Symonsz., kapitein ‘op de vice-admirael’, 363 ponden, 3 schellingen, voor 1 maand soldij van zijn bootsvolk, 2 November 1573. 12. Jan Pietersz., kapitein ‘van de galeye tot Medenblicq’, 295 ponden, voor ½ maand bezoldiging, 2 November 1572 (?) 13. Jan SaelGa naar voetnoot1), kapitein van het schip ‘de Valck’, 394 ponden, 5 schellingen voor 1 maand soldij van zijn bootsvolk. 14. Pieter Cornelisz.Ga naar voetnoot2), kapitein op het oorlogsschip ‘het schip van Minnen’, 373 pond, 10 schellingen, 2 November 1572. 15. Jan Vrericxz.Ga naar voetnoot3), kapitein van het schip ‘de Roos’, 365 ponden, 5 schellingen voor 1 maand soldij van het bootsvolk, 2 November 1572Ga naar voetnoota). 16. Wouter Pieterss.Ga naar voetnoot4), kapitein ‘van het waterschip’, 139 ponden, 5 schellingen, voor 1 maand soldij van het bootsvolk, 2 November 1572. 17. Cornelis Claesz., kapitein van het schip van Edam, 315 ponden, 5 schellingen voor 1 maand soldij van het bootsvolk, 2 November 1572. 18. Jan Volckertss.Ga naar voetnoot5), kapitein, 254 ponden voor 1 maand soldij van zijn bootsvolk, 2 November 1572. 19. Claes HollebeeckGa naar voetnoot6), kapitein, 204 ponden, 5 schellingen, voor 1 maand soldij van zijn bootsvolk, 2 November 1572. 20. Gerrit Femsz.Ga naar voetnoot7), kapitein van het schip ‘den Tyger’, 236 ponden voor 1 maand soldij van het bootsvolk, 2 November 1572. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 91]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marten Femsz., ‘kapitein van tschip genaemt den Hoorn’, voor 1 maand soldij van het bootsvolk, 315 pond, 2 November 1572. 21. Jochum NieufiantGa naar voetnoot1), kapitein, ‘oeverste lieutenant’ van het scheepsvolk, 150 ponden op rekening van zijn bezoldiging, 2 November 1572Ga naar voetnoota). 22. Johan GenecourtGa naar voetnoot2), 37 ponden, 10 schellingen ‘tot betaling van zijne dienste op de oirlogsschepen gedaen’, 3 November 1572Ga naar voetnootb). 23. Joriaen Gerreweets, ‘vuerwercker op de oirloochschepen’, 21 ponden ter betaling ‘van zijn soldije, omme daermede den lande voirdere diensten te doene’, 3 November 1572Ga naar voetnootc). 24. Kapitein HerkennensisGa naar voetnoot3) 374 ponden, 10 schellingen, voor 1 maand soldij van zijn scheepsvolk, 3 November 1572Ga naar voetnoota). 25. Claes Jansz., kapitein op het schip ‘den Swerten Arent’, 325 ponden tot betaling van 1 maand soldij van zijn scheepsvolk, 3 November 1572Ga naar voetnootc). 26. Pieter Symonsz.Ga naar voetnoot4), kapitein van het schip ‘den Vismoer’, 464 ponden, 5 schellingen voor 1 maand soldij van zijn scheepsvolk, 3 November 1572Ga naar voetnoota). 27. Pieter Symonsz.Ga naar voetnoot5), kapitein, 15 ponden, 10 schellingen, tot betaling ‘van zijn verteerde costen en syne souldye’, 3 November 1572. Idem, 23 ponden, 1 schelling als voren, 3 November 1572. 28. Dierck Symonsz. ClockGa naar voetnoot6), kapitein op het schip ‘de Pellicaen’, 379 ponden, 5 schellingen, 3 November 1572. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 92]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Idem, 7 ponden voor ‘zyne verteerde costen’, op rekening van zijn soldij, 3 November 1572. 29. Meynaert Ariaensz, kapitein op het schip ‘den dubbelen Aernt’, 337 ponden, 10 schellingen, voor betaling van 1 maand soldij van zijn bootsvolk, 3 November 1572Ga naar voetnoota). Idem, 7 ponden voor ‘verteerde costen’Ga naar voetnootb) op rekening van zijn soldij, 3 November 1572. 30. Antheunis Gillisz., kapitein ‘op den grooten Sweet’, 387 ponden, 10 schellingen voor de betaling van 1 maand soldij, 3 November 1572Ga naar voetnootb). Idem, 7 ponden tot betaling van zijn ‘verteerde costen’, 3 November 1572Ga naar voetnoota). 31. Jacob in tHoffGa naar voetnoot1), ‘capitein op den admirael’, 816 ponden, 12 schellingen voor 1 maand soldij van zijn scheepsvolk, hierbij inbegrepen 11 ponden, 2 schellingen voor zijn verteerde costen’, 4 November 1572Ga naar voetnootc). 32. Adriaen Eericxz.Ga naar voetnoot2), kapitein op het schip ‘de Hanekam’, 341 ponden voor 1 maand soldij van zijn scheepsvolk, 5 November 1572Ga naar voetnoota). 33. Aris EryckenGa naar voetnoot3), kapitein, 313 ponden, 10 schellingen, tot betaling van zijn scheepsvolk, 6 November 1572. 34. Cornelis Volckertss, 4 ponden, 16 schellingen ‘tot aenneeminge van twee bottelgiers’, 6 November 1572. 35. Jan Thaemsz. SchaftGa naar voetnoot4), kapitein ‘vande galeye van Hoorn’, 30 ponden op rekening van een maand soldij, 7 November 1572. 36. Lubbert Vreecxz., kapitein ‘vande cleyne galeye tot Hoorn’, 30 ponden voor 1 maand soldij van zijn bootsvolk, 7 November 1572. 37. Cort Beraet van Hemert, geweldige provoost van de schepen van oorlog, 20 ponden, op rekening van zijn bezoldiging, 8 November 1572. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 93]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
38. Jochum NieufiantGa naar voetnoot1), ‘oeverste lieutenant van de oirloochschepen’, 32 ponden, op rekening van zijn bezoldiging, 25 November 1572Ga naar voetnoota). Idem, 150 ponden ‘te bestrecken onder zyne soldaten’, 28 November 1572Ga naar voetnoot2). 39. Hartoch Henrick, ‘trompetter op de oirloochschepen’, 30 ponden voor soldij, 19 April 1573Ga naar voetnootb). 40. Volcker Garbrant, kapitein ‘van de Enchuyser galeye’, 65 ponden voor zijn ‘cock, trommelslagher, bosschieter ende 9 roeyers’, 30 Mei 1573. 41. Arent Joppe Ghysbellant, ‘vice-admirael vande oirloochsschepen op de Haerlemmermeer’, 50 ponden ‘tot aanneeminghe van bootsvolck’, 6 Februari 1573Ga naar voetnootc). 42 Jhr. Lodewyck van der Binckhorst, ‘superintendent vande schepen van oirloighe op der Haerlemmermeeren’, 72 ponden, om ‘die te bestrecken onder zijne knechten’, 23 Februari 1573Ga naar voetnootc).
[Folio 94 recto e.v.] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V. ‘In handen van eenighe gecommitteerden, die daervan schuldich zyn bewys ende reeckeninghe te doen’.1. Aan Burgemeesteren van Enkhuizen, 800 ponden ‘tot toerustinge vande schepen van oirloige’, 20 October 1572Ga naar voetnootd). 2. Pieter Garbrantsz. en Jan Freecksz.Ga naar voetnoot3), proviandmeesters der stede van Enkhuizen, 400 ponden, tot betaling en koop van zeker proviand, 9 November 1572Ga naar voetnoote). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 94]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Claes Jacobsz. en Vrerick Aelbertsz. van Enkhuizen, 72 ponden ‘omme te betalen het slepen van de buyssen totten nyeuwen dam’, 28 November 1572Ga naar voetnoota). 4. Volcker Jansz. ZeylemakerGa naar voetnoot1), 20 ponden ‘omme te voldoene ende te betalen verscheyden arbeytsluyden, die de buyssen uuyten gront geholpen hebben’, 14 November 1572. 5. Jacob Florisz.Ga naar voetnoot2), proviandmeester der stad Enkhuizen, 46 ponden en 16 schellingen, in mindering van het bedrag ‘hem competerende van zeekere proviande bij hem tot behouff vande schepen gecocht’, 1 December 1572. 6. Jacob Florisz. en Jan Freecksz.Ga naar voetnoot3), proviandmeesters van de stad Enkhuizen, 400 ponden voor proviand van de oorlogsschepen, 2 December 1572Ga naar voetnootb). 7. Heynrick van Broechoven, schout te Leiden, 940 ponden om verstrekt te worden ‘onder den soldaten leggende in tleger tot Sassen’Ga naar voetnoot4), 24 Januari 1573. 8. Burgemeesteren van Haarlem, 940 ponden, 12 schellingen om verstrekt te worden ‘onder den soldaten daarbinnen leggende’, 20 Februari 1573Ga naar voetnootc). 9. Jhr. Adriaen van Mathenesse, 8 ponden, 14 schellingen om daarmee eenige betalingen te doen ‘ten behouve van de gemeene zaecke’, 17 Februari 1573Ga naar voetnootd). 10. Allert Pietersz. uit Brielle, 450 ponden ‘tot coopinge van vleys ende anders’ ten behoeve van de oorlogsschepen, 19 Februari 1573Ga naar voetnoote). 11. Everardt van Lodesteyn, 454 ponden, 7 schellingen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 95]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en 3 penningen voor de betaling van 30 halve vaten boter ten behoeve van de oorlogsschepen van den Briel, 23 Februari 1573. 12. Jacob Cornelisz. van Moerkercke, 353 ponden voor de betaling ‘van zeeckere victuaillien ende anders ten behouve vanden legers van Z.E.’, 20 Maart 1573. 13. Willem Adriaensz., zaliger memorie, in zijn leven schepen der stad Haarlem, 300 ponden tot betaling en remboursement van de som ‘by hem den burgemeesteren ende regierders der stadt Haerlem uuytgereyct, ten behouve vanden soldaten daarbinnen leggende, 20 Maart 1573. 14. Aan de ‘gecommitteerden van de Noordersteden’, Pieter Garbrantsz, Symon en Pauwels Pietersz., 1900 ponden ‘omme te bestrecken ten behouve vande gemeene zaecke, 4 April (1573?)Ga naar voetnoota). Idem:
15. Cornelis Boom, 600 ponden ‘omme dezelve by hem in des gemeene lantszaecken te employeren’, 31 Maart 1573. 16. Dierck Oolofsz., 1000 ponden tot betaling van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 96]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘zeeckere bieren ende andere behoufticheden van tleger tot Egmont’, 15 April 1573Ga naar voetnoota). Idem, 1000 ponden ‘tot betalinge vande victuailies ende anders in tleger van Egmont gelevert’, 14 Mei 1573Ga naar voetnootb). 17. Jan Claesz. en Jacob Zuwertss., 750 ponden om de oorlogsschepen te equipeeren en toe te rusten, 10 Mei 1573. 18. Symon Pieters, artilleriemeester binnen der stede van Hoorn, 900 ponden, ‘tot coopinge ende betalinge van bussecruyt ende ander munitien van oirloighe’, 16 Mei 1573. Idem, 1690 ponden ‘tot coopinge van bussecruyt’, 31 Mei 1573. 19. Jacob Florisz., schout van Enkhuizen, 100 ponden, in mindering van het bedrag voor ‘de victuaillies by hem op de schepen van oirloighe gelevert’, 15 Juli 1573. 20. Arent Aerntz. Oplopentbloet, 100 ponden, in mindering van meerdere sommen hem competeerende ‘van de proviandes op de schepen van oirloighe gelevert’, 21 Juni 1573. 21. Arent Aerntsz. Optlopentbloet, 150 ponden alsvoren, 6 September 1573. 11 April 1573: 200 ponden voor den koop van victualiën, uitgedeeld en verstrekt aan de oorlogsschepenGa naar voetnoota). 3 October 1573: 200 ponden alsvorenGa naar voetnootb). 22. Cornelis Volckertsz., 479 ponden, 18 schellingen ‘over de victuaillies ende andere nooticheden op de schepen van oirloige gelevert’, 1 Augustus 1573. 23. Pauwels Pietersz., 400 ponden om eenige betalingen te doen ‘ten behouve vande gemeene zaecke’, 6 September 1573. 24. Jan Janss. vande Nyenburch, proviandmeester, 6 ponden ‘tot coop van zeecker victuallies,’ 22 April 1573.Ga naar voetnoot1)Ga naar voetnoot2)Ga naar voetnoot3) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 97]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Folio 100 e.v.] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI. Tot ‘betalinge van munitien van oirloighe’.1. Aan: Luytge Herstens 165 ponden voor zekere harnassen, geleverd aan den hopman Bernevliet, 23 October 1572Ga naar voetnoota). 2. Gerrit Brockman van Oldenburch, 300 ponden voor ‘langhe spietsen... ten behouve vande gemeene zaecke’, 23 October 1572. 3. Burgemeesteren van Enkhuizen, 384 ponden, 4 schellingen en 11 penningen voor 7482 ponden lood, gekocht à 4 gulden 17½ stuiver p. 100 pond bij: 4. Anthonis Schauw Enge(l)sman ‘ten behouve vande gemeene zaecke’, 4 November 1572Ga naar voetnootb). 5. Kersten Grünneman, 166 ponden en 10 schellingen voor 33 ponden buskruit, 4 November 1572. 6. Jacob Symonsz., 4 ponden voor den aankoop ‘van een gesouten huyt omme tbusscruyt in zyn schip daermede te decken’, 5 November 1572Ga naar voetnoota). 7. Henrick Jansz., coopman, 10 ponden voor een harnas met een slagzwaard, 7 November 1572Ga naar voetnootb). 8. Pieter Meyncke, coopman, 500 ponden voor de levering ‘van harnasch’, 22 November 1572. Idem, 581 ponden, 12 schellingen, 6 penningen ‘over de reste van tgundt hem competerende van leeninge van roers ende andere munitien van oirloige’, 27 November 1572. 9. Claes Fickel van Lunenburch, 294 ponden voor ‘gelevert harnas’, 27 November 1572Ga naar voetnootb). 10. Aechte Diericxdr., 64 ponden, 8 schellingen voor ‘112 ponden carrelcruytGa naar voetnoot1) gecocht by Reynier Wolffaertsz, lieutenant tot Woerden’. 29 November 1572Ga naar voetnootc). 11. Jan Zegersz., 2150 ponden op rekening van 4378 ponden ‘carrelcruyt’, 29 November 1572. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 98]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5 December 1572: 476 ponden, 16 schellingen voor het restant van het ‘carrelcruyt’. 12. Pieter Mynckel, koopman van Hamburg, 390 ponden, 8 schellingen ‘over tgheene Lazarus Muller hem schuldich was over zeeckere wapenen’, 11 November 1572. 13. Jorge Gerwits, ‘vierwercker’, 21 ponden, 15 schellingen, 6 penningen voor den koop ‘van zeeckere materye te bestrecke int stuck van zyn officie’, 14 November 1572. 14. Daniel Groenwalt van Keulen, 1104 ponden, 12 schellingen voor ‘de leveringe van 263 roers’, 30 November 1572. 15. Thomas Gerritsz., uit den naam en vanwege Thyman Meynaertsz., 538 ponden, 8 schellingen voor de betaling van 1346 ponden buskruit, 29 November 1572Ga naar voetnoota). 16. Frerick Symonsz. en Coenraet Jansz., 182 ponden 15 schellingen, 6 penningen voor de betaling van 183 ponden buskruit ‘tot thiendalve stuvers tpont met twaelff stuvers voor de tonne’, 4 Februari 1573 stilo communiGa naar voetnootb). 17. Herman Jansz. van der Goude, 34 ponden ‘ter cause van lonten by hem ten behouve van tleger tot Egmont gelevert’, 10 Februari 1573 stilo communi. 17 Februari 1573 s.c.: 59 ponden voor geleverde lonten. 18. Gysbrecht Cornelisz. van der Goude, 18 ponden, 6 penn. voor ‘geleverde lonten voor tleger’, 10 Februari 1573 stilo communi. 15 Februari 1573 s.c.: 47 ponden, 6 schellingen ‘voor geleverde lonten’. 19. Anthony Schau, koopman uit Engeland, 331 ponden, 13 schellingen, 6 penningen voor geleverd lood, 18 Februari 1573 stilo communi. 20. Claes Hugesz. Gael, 84 ponden voor 140 ponden buskruit, 9 Februari 1573 stilo communi. 21. Gysbrecht Cornelisz en Jan Adriaensz., 52 ponden en 18 schellingen voor geleverde lonten, 24 Februari 1573. 22. Jan Chapman uit naam en van wege Richardt Boulant, 316 ponden, 5 schellingen ‘uuyt zaecke van zeecker geweer ende bussecruyt by hem ten behouve | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 99]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vande gemeene zaecke gelevert’, 4 Maart 1573. 23. Joost Joorisz. van Rotterdam, 516 ponden voor gelevert ‘bussepoeder’, 10 Maart 1573. 24. Jan Pietersz., Claes Thielmansz., Dierck Michielsz. en Dierck Joosten, kooplieden, 1313 ponden, 5 schellingen, 6 penningen voor geleverd buskruit, 10 Maart 1572. 25. Mr. Herman Willemsz., 64 ponden, 2 schellingen, 6 penningen, voor de betaling van ‘18 lange roers tot 67½ stuvers tstuck ende een slachswaert’, 13 April 1573Ga naar voetnoota). 26. Cornelis Jansz. Pott, 39 ponden, voor 78 pond buskruit ‘twelck gelevert es aen hopman Willem Lievesz.’, 24 April 1573Ga naar voetnootb). 27. Pieter Michels, koopman van Hamburg, 1462 ponden, 17 schellingen, 6 penningen voor betaling ‘van zeeckere lange roers’, 30 April 1573Ga naar voetnootc). 28. Gillis van Steenlant, 60 ponden voor ‘4 sadels met zyn toebehoiren, die by den gouverneur in tleger tEgmont gebruyct zyn’, 17 Mei 1573Ga naar voetnoota). 29. Harman Willemsz., 125 ponden, 10 schellingen voor ‘zeeckere lange roers, stormhoeden ende andere geweer, gelevert aen hopman Jan Schetter’, 21 Mei 1573Ga naar voetnootb). 30. Dignum Maertensdr., huisvrouw van Henrick Janssz. van Eempden, 197 ponden, 9 schellingen voor betaling van ‘bussepoeder’, 30 Mei 1573. 31. Jacob den Hartoch, 145 ponden voor den aankoop van ‘50 roers tot 58 stuvers tstuck, dwelcke aen Jhr. Jacob Cabailliauw ende hopman Nicolaes RuychaverGa naar voetnoot1) gelevert zyn’, 2 Augustus 1573Ga naar voetnoota). 32. Symon Gerritsz. namens Henrick Theunisz., koopman, 152 ponden, 10 schellingen ‘over den coop van zeeckere spietsen ende lange roers met heur flessen ende flesquillies’Ga naar voetnoot2), geleverd aan hopman Nicolaes Ruychaver, 31 Augustus 1573Ga naar voetnootd). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 100]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33. Jan Zegersz., 200 ponden ‘op reeckening van gelevert carrelcruyt waerop hem nog resteert 188 pond, 3 schellingen, 3 September 1573Ga naar voetnoota).
[Folio 106] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VII. Tot ‘betalinge van alderleye victuaillien ende proviande’.1. Aan: Zybele Dircxz.Ga naar voetnoot1), 18 ponden, 11 schellingen en 4 penningen voor victualie en proviand ten behoeve van de ‘gemeene zaecke’, 21 October 1572Ga naar voetnoota). 2. Burgemeesteren van Alkmaar, 117 ponden, 13 schellingen, 9 penningen voor 31 zakken gort ‘tot behouff vande oirloochschepen’, 25 October 1573Ga naar voetnootb). 3. Aelbert Fransz., 155 ponden ‘over de betalinge van 62 tonnen Haerlemmer bier’, 7 November 1572. 4. Bartholomeus Willemsz., 25 ponden voor 10 tonnen bier, 8 November 1572. 5. Kersten Holste, koopman van Hamburg, 640 ponden, op rekening van meerdere sommen, hem competeerende van 19 lasten meel en 3 tonnen à 72 gulden per last, 10 November 1572. Aan een soldaat, 12 ponden voor de levering van koeien, volgens bekentenis van de proviandmeesters, 22 November 1572. 6. Folcker Jansz., 100 ponden ‘over zeecker vleys by hem aen hopman Christophel Vader op reeckening van zyne souldye gelevert’, 27 November 1572Ga naar voetnoota). 7. Claes Symonsz., 17 ponden, 10 schellingen voor ‘7 tonnen stortbiers’, 14 November 1572. 8. Kersten Holst, koopman van Hamburg, 400 ponden ‘in minderinge van meerdere sommen, spruytende uuyt oirsaecken van zeecker meelcoorn, by hem ten behouve van tgemeenelant gelevert’, 30 November 1572. 9. Pieter Reyersz. van der Burch, namens Adriaen Cornelisz. van Aeckersloot, 240 ponden, 17 schellingen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 101]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘tot betalinge van zeeckere coorn’, 17 Februari 1573Ga naar voetnoota). 10. Dierck Pietersz. van Bergen (Noorwegen), 199 ponden, 2 schellingen en 6 penningen voor 5310 pond ‘stockvis tot 75 stuvers thondert, welcke stockvis in Haerlem gesonden es geweest’, 19 Februari 1573. 11. Maritgen Duyst, ‘brouster in den Ham tot Delff’, 378 ponden tot betaling van zekere bieren ‘bij haer op de oirloichschepen in den Brielle gelevert’, 19 Februari 1573. 12. Adriaen Crynsz. en Adam Jansz., 700 ponden, in mindering van meerdere sommen voor geleverd koren, 19 Februari 1573. 13. Cornelis Jansz. Caescooper, 89 ponden, 10 schellingen, ‘ter cause van caes ten behouve der stadt Haerlem den Staten vercocht ende gelevert’, 20 Februari 1573. 14. Pieter Pietersz. Gorter, 58 ponden, 15 schellingen voor ‘40 acchelenGa naar voetnoot1) gort ende 10 harincktonnen tot 5 schellingen, 6 penningen de tonne’, 23 Februari 1573. 15. Jan Beukelss., 70 ponden voor 20 ton buskruit, 23 Februari 1573 stilo communi. 16. Evert Diericxs., 168 ponden ‘over den coop ende betalinge van rogge’, 24 Februari 1573. 17. Adriaen Cornelisz. van Aeckersloot, 310 ponden, in mindering der som voor geleverd koren, 4 Maart 1573. 18. Maritgen Duyst ‘brouster in den Ham tot Delff, 562 ponden, ‘in mindering van meerdere somme, spruytende uuyt oirsaecken van bieren aen de Staten ten behouve van de gemeene zaecke gelevert’, 4 Maart 1573. 19. Theunis Corneliss., wegens Jan Goyman Ingelsman, 227 ponden, 9 schellingen ‘over de ½ van 454 ponden, 18 schellingen, ter cause van 23 hoet min drye acchelen boonen’, 4 Maart 1573. 20. Adriaen Cornelisz., 20 ponden in mindering van 1380 ponden, ‘ter cause van rogge by hem aen de Staten gelevert’, 10 Maart 1573. 21. Jan Theeuwen, 380 ponden in mindering van meerdere sommen wegens geleverde rogge aan de Staten, 10 Maart 1573. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 102]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
22. Jacob Minnen, 199 ponden, 14 schellingen, 6 penningen, wegens geleverde haver, 20 Maart 1573. 23. Claes Heymansz., 48 ponden, 2 schellingen voor ‘2 hoet, 17 acchelen gerste’, 20 Maart 1573. Idem, 181 pond voor ‘30 sacken een acchelen tarwe’, 20 Maart 1573. 24. Hellebrant Jansz., 318 ponden, 19 schellingen, 6 penningen voor ‘zeeckere boonen by hem ten behouve van de ‘gemeene saecke aenden Staten gelevert’, 20 Maart 1573. 25. Thomas Gerritsz. Doesburch, 307 ponden voor ‘zeecker meelcoorn by hem ten behouve van de gemeene saecke op de oirloochschepen gelevert’, 29 November 1572Ga naar voetnoota). 26. Antheunis Gerritsz. uit den Brielle, 300 ponden in mindering van 975 ponden, 10 schellingen en 3 penn., ‘ter cause van geleverde geerste’, 21 Februari 1573 s.c.Ga naar voetnootb). 27. Taddeus Gerritsz., 164 ponden ‘over de reste van 24 tonnen vleysch’, 2 Mei 1573Ga naar voetnootc). 28. Hopman Nicolaes Ruychaver, 36 ponden ‘over het rembourssement van gelycke somme van 12 tonnen biers, by hem ten behouve van de gemeene zaecke gecocht ende betaelt’, 31 Mei 1573Ga naar voetnootc). 29. Henrick Symonsz., 401 ponden, 8 schellingen ‘ter cause van zeecker bieren by hem in tleger tEgmont gelevert’, 10 Juni 1573Ga naar voetnootd). 30. Pieter Aerntsz. van Eempden, 278 ponden, 12 schellingen, 6 penningen op rekening van 455 ponden, 1 schelling en 9 penningen voor geleverde boter, 12 Juli 1573Ga naar voetnootc). 31. Cornelis Lauwerensz. Goutsmit, 371 ponden ter betaling van 32 tonnen ‘mouselaer’Ga naar voetnoot1), 3 Augustus 1573. 32. Geertje Jacobsdr., 36 ponden ‘over de betaling van 3400 ponden hantcaes’, 11 Augustus 1573. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 103]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33. Nicolaes Lantsmeer, namens zijn broeder Thomas Gerritsz., 50 ponden, ‘over bier by hem op den dyck gelevert ten behouve van den knechten aldaer leggende’, 18 Augustus 1573.
[Folio 112] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VIII. ‘Uuytgheef van defroyementen gedaen voor eenighe capiteynen ende soldaten’.1. Aan: Claes Reyniersz., waard ‘in tParadys’, te Enkhuizen, 89 ponden, 15 schellingen, ‘ter cause van verteerde costen by den vice-admiraal tzynen huyse verteert ende andere spyse by hem tscheep genomen’, 8 November 1572Ga naar voetnoota). 2. Claes Heertgens, waard ‘int Root Hert’, te Enkhuizen, 16 ponden, 5 schellingen wegens ‘verteerde costen by Jochim Nieufiant ende Jan Genecort tzynen huyse verteert’, 11 November 1572. 3. Idem, 1 December 1572: 18 ponden, ‘ter cause van verteerde costen by eenen Joriaen LewynGa naar voetnoot1), vierwercker, tzijnen huyse verteert’. 4. 17 Mei 1572: 39 ponden, 10 schellingen, wegens ‘verteerde costen by Pieter Veenlant VranckGa naar voetnoot2), viceadmirael, aldaer gedaen’Ga naar voetnootb). 5. Dierck Aelbertsz., waard ‘in de Groene Papagay’, 35 ponden, 16 schellingen, wegens ‘verteerde costen door hopman Fock Abels tzynen huyse verteert dewyle zyne soldaten op de schepen voor Enchuysen gelegen hebben’, 1 December 1572Ga naar voetnootc).
[Folio 113 recto] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IX. ‘Van geschencken ende gratuiteyten’.1. Aan: Jan van Renoy, vendrich van hopman Ruyc- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 104]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
haverGa naar voetnoot1), 25 ponden ‘omme daermede te becostigen een nyeuwe vaendel’, 2 November 1572Ga naar voetnoota). 2. Daniel van Eck, vaendrich van hopman Michiel de CroockGa naar voetnoot2), 25 ponden, ‘tot een gratuiteyt, omme daermede te helpen vervallen de coopinge van een nyeuw vaendel’, 5 November 1572. 3. ‘den oeversten lieutenant van hopman Jacob Steenbach’ 25 ponden voor een nieuw vaandel ‘volgende de generale ordonnancie gemaect over het regiment van Lazarus Muller, henlieden alle drye maenden(?) te verstrecken’, 6 December 1572. aan idem, 14 Maart 1573, 25 ponden. 4. aan hopman Christoffel Vader, 25 ponden ‘voor een geschenck ende gratuiteyt tot coopinge van een nyeuw vaendel zijner regimente tallen drye maenten(?) te verstrecken’, 15 Maart 1573. 5. Geerardt Torceurst, schrijver van den overste-luitenant Heinrick van Brouchuysen, 10 ponden, 15 schellingen ‘ende dat over condtschapgelt ende gratuiteyt van zeeckere dinghen tot voirderinge vande gemeene zaecke verspiet te hebben’, 20 Maart 1573Ga naar voetnootb). 6. Jhr. Jacob Cabailliau, 47 ponden, 5 schellingen ‘over condtschapgelt ende het convoyeren van Claes Wielemaecker, die aen dExcellencie met brieven uuyt Haerlem gecommen was’, 8 Juli 1573Ga naar voetnoot3). Idem, 106 ponden, 3 schellingen ‘in remboursemente van gelycke somme by hem verschooten ende aen diversche persoonen betaelt voor condtschap ende andere verspiede goede nyeuwmaren’, 3 Augustus 1573. 7. Hopman Henrick Michiels, 50 ponden ‘by hem | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 105]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gedeboursseert aen zyne schutten, die den commissaris Jhr. Philips van der (Aa?) geconvoyeert hadden’, 27 Juli 1573.
[Folio 115 recto] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
X. Tot ‘Betaling vande scheepvrachten van knechten, uuyt vrempde landen herwaerts inden lande van Hollant over te schepen’.Betaald en gerembourseerd aan Burgemeesteren van Enkhuizen 60 ponden, ‘die zy eenen Reynier van Zitterden aengetelt hadden over de schipvracht vande knechten vanden heere van BatenburchGa naar voetnoot1) in dese landen overgevoert te hebben’, 28 Juni 1573Ga naar voetnoota).
[Folio 115 verso] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XI. Tot ‘toerustinge vande schepen van oirloige ende andere behouften daertoe dienende’.1. Aan Jan Thysz., schipper, 4 ponden, 2 schellingen, 6 penningen, voor turf op de oorlogsschepen gebracht, 3 November 1572Ga naar voetnootb). 2. Grebbert Zyewertsz. van Blockzyl, 62 ponden, 12 schellingen, ter betaling van ‘36 schauwen ende een halff turffs op de oirloochschepen gelevert’, 29 November 1572Ga naar voetnootc). 3. Jan Zeegersz., 22 ponden, 6 schellingen voor ‘een vlagge die op de vice-admirael gebruyct es’. 4. Evert Aelbertsz., 3 ponden tot betaling ‘van een schip sants in de oirloochschepen te dienen tot ballast’, 14 October 1572. 5. Jacob Jansz. van Edam, 4 ponden voor ‘een schip | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 106]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
sants tot ballast gebrocht op de schepen van oirloige’, 14 October 1572Ga naar voetnoot1). 6. Zybele Diericxz., 601 ponden, 10 schellingen ‘in rembourssemente van gelycke somme by hem verschooten tot toerustinge van de galeyen in den tocht aen den dyck’, 11 April 1573Ga naar voetnoota). 7. Cornelis Jansz., 101 ponden, 10 schellingen voor de betaling van geleverde zeilen op de oorlogsschepen, 21 Juni 1573Ga naar voetnootb). 8. Zybele Diercxz., 188 ponden, 13 schellingen, 6 penningen voor de levering van ‘zeeckere balcken ende ander hout verbesicht aen de schepen van oirloige’, 31 Augustus 1573Ga naar voetnoota)Ga naar voetnoot1).
[Folio 117 recto] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XII. ‘Van reysen ende vacatien van commissarissen’.1. Reynier CantGa naar voetnoot2), 330 ponden voor reiskosten, 17 October 1572. 2. Johan van VlietGa naar voetnoot3), 160 ponden, voor kosten en vacatien, 26 November 1572. 3. Dierck van Heemskerck, ‘secretaris van de monsteringe’, 100 ponden, voor vacatien, 17 November 1572Ga naar voetnootc). 4. ‘Aen zeeckere commissarissen’, 298 ponden ‘omme daermede te betalen de teercosten by hemluyden ten huyze van Meynou Frans, tot Enchuysen verteert’, 30 November 1572Ga naar voetnootd)Ga naar voetnoot4). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 107]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Folio 118] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XIII. ‘Uuytgaven gedaen tot betalinge van boodeende abbeytsloonen’.1. Thys Arysz. met zyn medegezellen, tot 8 in getal, 27 ponden ‘over heure arbeytsloon van dat zy de buyssen uuyten gront hebben helpen lichten’, 10 November 1572Ga naar voetnoota). 2. Cornelis Jansz., Bouwen Claesz., Claes Casten Jansz., en Lambert Jansz., ‘slootmaeckers’ te Enkhuizen, 33 ponden, 6 schellingen, voor arbeidsloon en geleverd ijzerwerk, 12 November 1572Ga naar voetnootb). 3. Jan van Enchuysen, 19 ponden, 4 schellingen voor arbeidsloon en verschoten penningen, 26 November 1572Ga naar voetnoota). 4. ‘Henrick ende Frans, dienaers van den commissarissen, 32 ponden voor heur lijffwacht ende dienst int reysen ende brieffdraghen’, 26 November 1572. 5. Claes Gerritsz., 2 ponden ‘over dat hy bier ende andere victuallien den schepen van oirloige aan boord gebracht heeft’, 11 November 1572. 6. Thys Wybrantsz. en Claes Maertensz. van Enkhuizen, voor ‘hemlueden ende vervangers heure medehulpers’ aan arbeidsloon 14 ponden, 8 schellingen, 14 November 1572Ga naar voetnootb). 7. Meynou Frans, moeder van Jan en Roemer Fransz., 20 ponden ‘ter cause van verscheyden heure diensten, die zy zoe int reysen ende briefdraghen als anders gedaen hebben’, 1 December 1572Ga naar voetnoot1). 8. ‘Pieter Jan Baerntsz. ende Meynert Harmansz., tot 8 mannen vervangende dezelve’, 13 ponden, 8 schellingen voor arbeidsloon ‘verdient van tsleepen van de buyssen, die gesoncken waeren’, 1 December 1572. 9. Jan Philipsz., 3 ponden, 12 schellingen voor vracht en loon ‘van tot Enchuysen ende Saerdam gereeden te hebben’, 4 December 1572Ga naar voetnootc). 10. Cornelis van Bodeghem, deurwaarder van den Hove | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 108]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Holland, 26 ponden, ‘van dat hy, volgende des rendants instructie, den wethouders van Kennemerlant, Westvrieslant ende Waterlant geinsinueert heeft dat zy alle heure oncosten, gedaen zedert dese troublen, over souden brenghen, blyckende by ordonnancie ende recepisse hierop dienende, in date den 25 Aprilis 1573Ga naar voetnoota)’.
[Folio 120 recto] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XIV. ‘uuytgeeff gedaen tot diverssche respecten’.1. Aan: Christiaen Wit, schipper van Hamburg, 50 ponden op rekening van zijn schip, hetwelk ten behoeve van het gemeene land voor Amsterdam gezonken was, 17 Februari 1573Ga naar voetnootb). 2. Mr. Barthoult Ernst, griffier van den Hove van Holland, 36 ponden, 15 schellingen ‘over het proffyt van 183 onchen, 15 Engelsche silvers, by hem den Staten van tgemeenlant in leeninge gegeven’, 8 Maart 1573. 3. Jan Henricxz. van Eempden, 256 ponden, 4 schellingen ‘over het proffyt van 2105 ponden en 12 schellingen den Staten van Hollant in gelde tot leeningen van den tyt van 1 jaer gedaen’, 8 Marty 1573.
[Folio 121 recto] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XV. ‘Van penningen bij desen rendant gedeboursseert in eenighe zynre reysen, die hij met zeeckere commissarissen nootlycken ten behouve vande gemeene [zaecke] heeft moeten doen’.1. Hij heeft betaald 39 ponden, 12 schellingen, einde Maart 1573 ‘reysende met zeecker bussecruyt ende benaerstigende dat tplaccaet vande stempelinge vanden gelde in alle de Noordersteden gepubliceert ende onderhouden mochte worden, volgende zyne commissie’. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 109]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Aan Joachim GerrewitsGa naar voetnoot1), waard int ‘Gulden Hooft’, te Alkmaar, 83 ponden, 2 schellingen en 6 penningen ‘ter cause van verteerde costen byden commissarissen, overste lieutenant, provoost ende andere hopluyden by desen rendant aldaer verteert dewyle geaccordeert worde vande weeckleeninge elcken hopman weeckelycken uuyt te reycken op reeckeninge van heure besoldiginge’, 7 Juni 1573. 3. Aan Maunu Fransdr., ‘weduwe wylen Frans Roemers, waerdinne in de Sevensterre’, 42 ponden, 19 schellingen, 6 penningen ‘aldaer tot Enchuysen verteert met zeeckere commissarissen vacerende int stuck vander equippaigie ende toerustinge vande schepen van oirloighe’, 17 Mei 1573Ga naar voetnoot2). 4. Door den rendant te Enkhuizen verteerd, ‘reysende voorts naer TijoortGa naar voetnoot3) omme alle de schepen van oirloighe ende galeyen te bescrijven met specificatie van het geschut ende munitien van oirloighe, mitsgaders hoevele bootsgesellen elck schip op hadde ende van doene mochte wesende, volgende dinstructie hem daervan mede gegeven’, 5 ponden. 5. ‘Item alzoe desen rendant, volgende tscryven van myneheeren vande reeckeninge in Hollant, in Januario anno 1574, stilo communi, uuyt het Noorderquartier gecommen was, omme van zynen ontfanck ende administratie, die hy van des gemeenelantspenningen gehadt hadde, reeckeninge, bewys ende reliqua te doen, twelck hy omtrent vier of vyff maenden gestadelyck zoe tot Delff, Dordrecht als Rotterdamme, vervolcht heeft, met zynen groote excessyve costen, versouckende dat totter auditie van zijne reeckeninge genomineert soude werdden zeeckere commissarissen, daertoe hy nochthans nyet heeft connen gecommen, stelt v.s. rendant alhyer voer deselve costen, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 110]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
reysen ende vacatien de som van 100 ponden’Ga naar voetnoota). 6. ‘Noch voor de weddens ende sallaris vanden hondersten penninck van desen zynen ontfanck, bedragende 141.608 ponden, 16 schellingen, 9 penningen, de somme van 1416 ponden, een schelling, zeven penningen obs., welcke honderdste penninck desen rendant by den commissarissen vander oirloigen gheordonneert es aen gheenen capiteynen te corten; blyckende by de ordonnancie van denselven commissarissen alhier geexhibeert, compt alhier de voirsz. somme van 1416 ponden ......’Ga naar voetnootb). 7. ‘Betaelt voor tfaetsoen van dese reeckeninge, groot zynde 122 bladen, mettet dubbelt vandyn, elck blat tot 2 schellingen, de somme van 12 pond, 4 schellingen’. 8. ‘Ende alzoe dese rendant naer lanck vervolch nyet en heeft connen voirderen dat totter auditie van dese zyne reeckeninge eenige vande Staten gecommitteert souden werdden, es hy genootsaect geweest met postpositie van zyne affairen uuyt het Noorderlant - - daer hy hadde hem moeten transporteren ende huyshouden ende nu aldaer te nedergeslagen was - - met zyne huysvrouwe, kinderen ende familie herwaerts te vertrecken ende zyn huys opbreecken, alleenlyck omme alzoe te instantelycker en gestadelycker mette minste costen te solliciteren. tWelck vertreck desen ontfanger met voirdere costen van reysen ende vacatien, zoe tot Rotterdamme ende Dordrecht, den tyt van zeven oft 8 maenden gecost heeft: veel meer dan de somme van 100 ponden’Ga naar voetnoot1). De rekening van Ruychaver werd in ontvangsten tot | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 111]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een bedrag van 141.937 ponden, 6 schellingen en 9 penningen, in uitgaven ten bedrage van 141.818 ponden, 12 schellingen en 3 penningen vastgesteld, zoodat er een batig saldo was van 118 ponden, 14 schellingen, 6 penningen. De afsluiting der rekening geschiedde op 3 November 1575, blijkens het onderschrift: ‘Aldus gehoort ende gesloten by den gedeputeerden van de Staten, hieronder gedenomineert, by assistentie van den auditeur Pieter Herweyer, op den IIIen Novembris anno XVc vyff ende tzeventich’. (get.) ‘J. Crooswijck, Jan Jansz., A.H. Hopcoper, T. Cor. Jardenus, P. Cornelysz. Bylewerf, P. Herweyer’. De rendant kon zich met de aldus vastgestelde eindcijfers echter niet vereenigen en wendde zich - volgens de onmiddellijk achter vorenstaande goedkeuring medegedeelde nadere beslissing van den 28 September 1576 - tot de Staten, om wijziging van het op 3 Nov. 1575 goedgekeurde slot van rekening. De eindbeslissing, achteraan de rekening opgenomen, luidt aldus: ‘De Staten slants van Hollandt, gesien hebbende de requeste ende verthoninge mitte verificatien daer beneffens by den rendant zedert de sluytinge van deze reeckeninge overgegeven, daerby docerende (?) deselve reeckeninghe folio XXIIIIo tonrechte verhoocht te zyn mitter somme van driehondert acht ende twintich ponden, thien schellingenGa naar voetnoot1); ende dat oick folio CXXII verso een partye van hondert ponden, by hem aldaer gestelt voor de costen, die hy heeft moeten supporteren int lange vervolgen omme zijne reeckeninge gehoort ende gesloten te hebbenGa naar voetnoot2). Nae communicatie daerup gehadt mitten reeckenmeesters Cornelis Hermansz. van Naerden, die over tsluyten derselver reeckeninge geweest was, verclaren die voirs. verhoginge tonrechte gedaen te wesen; ende hebben denselven toegevonden, voor de voors. geroyeerde costen, de somme van vyftich ponden van XL grooten; Bedragende tsamen ter somme van IIICLXXVIII ponden, X schellingen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 112]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Waervan gedefalqueert hondert achtien ponden, veerthien schellingen, zes penningen, daermede hy hiervooren by slote van Reeckeninge belast was. Compt ende men den rendant alhier schuldich blyft de somme van IICLIX ponden, XV schellingen, VI penningen. Gedaen tot Delff ter relatie van de gecommitteerden ter finantie den XVIIIen Septembris XVC zessenzeventich.
(get.) Cornelis van Beveren, 1576. .. Brasser. .. Jansz. Sonck, 1576.
Tordonnancie van de Staten gecommitteert ter financiën.
By my, De Rechtere.’ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 113]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IndicesGa naar voetnoot1).A. Persoonsnamen.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 114]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 115]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 116]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 117]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 118]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 119]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 120]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 121]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 122]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 123]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 124]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B. Plaatsnamen.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 125]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 126]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 127]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
C. Scheepsnamen.
|
|