Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 47
(1926)– [tijdschrift] Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 332]
| |
Rekening van Dirk van Kessel voor diensten aan den prins van Oranje over de jaren 1571-1574,
| |
[pagina 333]
| |
prins, over hem ook leidt de prins zijn correspondentie met zijn Hollandsche aanhangers. Zijn positie was een post van vertrouwen, doch schijnt overigens van vrij ondergeschikten aard geweest te zijn. Uit zijn werkzaamheid in lateren tijd in Holland blijkt van Kessel een vrij ontwikkeld persoon te zijn geweest, die door vele personen, met wien hij door zijn ambt in aanraking kwam, voor het opstellen hunner requesten en memoriën gebruikt werd. Na den opstand heeft Van Kessel mede de vruchten van de overwinning geplukt. 17 Februari 1573 werd hij door den prins op voordracht van Leiden tot ontvanger van de goederen van de abdij van Rijnsburg benoemd. In deze functie is hij gebleven tot 1599; na allerlei moeilijkheden, die tusschen hem en de Ridderschap gerezen waren, kocht de Ridderschap hem uit zijn ambt. Eenige jaren later, c. 1603, blijkt Van Kessel overleden te zijn.
Bij de beoordeeling van de rekening is in het oog te houden, dat zij geruimen tijd na de handelingen is opgesteld en, zooals zij - in afschrift - ons overgeleverd is, niet afgehoord is. Enkele verschrijvingen in den tekst mogen waarschijnlijk op rekening van den afschrijver gesteld worden. Het stuk bevond zich met eenige andere particuliere stukken van Dirk van Kessel in de archieven van de Ridderschap en is hier gelaten en onder de ‘particuliere stukken van den ontvanger van de abdijgoederen van Rijnsburg’ beschreven. P.A.M. | |
Verclaringe ende specificatie van 't gunt bij mij Dyrk van Kessel verstrect ofte verschoten is in de gemene lants saecken door bevel van sijnder Excellentie hoochlofflijcker memorien den prinche van Orainge.Eerst prima Martii anno XVcLXXI heeft sijn Excellentie mij ontboden te comen van Wesel tot Dillenberch | |
[pagina 334]
| |
alwaer ick seven dagen vertouffde, op welcke reyse ick verteerde so heen ende weder: XXV½ £.
Den XVen Martii door bevel van sijn Excellentie gereyst in Hollandt in alle plaetse aen de gecommitteerde van de steden, dat se in aller dilligentie op souden comen bij sijnder Excellentie op Dillenberch ende alsoe ick bij nacht moste reysen ende overal offhuyren, sulcx dat ick op die reyse verteerde ofte verreysde een somme van: LXXX £ XV s.
Den laetsten Martii mette gecommitteerde gereyst van Wesel naer Dillenberch alwaer wij etlijcke dagen vertouffde, op welcke reyse ick verteerde: XIX £.
Noch ghereyst door bevel van sijn Excellentie met seeckere missiven in Hollant aen den adel ende eenighe steden, op welcke reyse ick uyt was den tijt van drie weecken, sulcx dat ick verteerde ofte verreysde de somma van: LXIII £.
Den VIIIen Aprilis een boode gesonden met eenige missiven tot Schiedam, Delfhaven ende Delft van zijn Excellentie wegen; daervan gegeven, mits dat hij weder op Dillenberch most loopen, tsamen: XV £.
Den eersten Mey gegeven een bode, genaemt Bruysten, dat hij met eenighe missiven van wegen sijnder Excellentie tot Leyden liep aen eenighe, die aldaer heymelijck contributie vergaerden, de somme van: XIII £ X s.
In Junio LXXI aen de vrouwe van Buyren aengetelt ende verschoten 100 goutguldens in specie, die sij Fransois de ViriGa naar voetnoot1) (gaf) om daermede te trecken van wegen sijnder Excell. aen sijn furst. genade grave Lodewijck dier tijt te RoselleGa naar voetnoot2) in Vranckrijck; ergo hier in gelde: CXL £. | |
[pagina 335]
| |
Noch betaelt ende verschoten van wegen sijnder Excellentie aan de heere van AsperenGa naar voetnoot1) ende St. Aldegonde, die gecommitteert waren te reysen naer Denemarck, XII rosenobels in specie, compt in gelde hier: XcX £.
Den VIIIen Septembris gesonden Bruysten ende Symon Daendelsz. mit seeck(er)e missiven van wegen sijnder Excellentie tot Leyden, Delft ende Haerlem; daervan gegeven: XIX £.
Den XXIen Octobris gesonden op Delfshaven Symon Daendelsz. bode om eenighe penningen, die eene Claes Dircxsz. op brochte tot Dillenberch; daervan gegeven: XIIII £.
Den IIen Novembris gegeven die voorss. bode om tot Haerlem te loopen met missiven van sijnder Excellentie de somme van: XI £.
Den XVIen Novembris ontfangen van Joriaen die predicantGa naar voetnoot2) een missive om deselve te bestellen aen syn Excellentie tot Dillenbergh; daervan gegeven: IIII £ X s.
Den XXen Novembris gegeven van eenen brieff op te brengen van Wesel op Dillenberch, die van Enchuysen quam, de somme van: V £.
Den XXVIIIen Novembris gegeven van een brieff, die joncheer Dirck SnoijGa naar voetnoot3) myn gesonden heeft van Emmeryck om op Dillenberch aen sijnder Excellentie te bestellen: V £ X s.
Den IIIIen Decembris een missive gecregen van Leyden van den burgemeester Willem Jan Reyerssen om te be- | |
[pagina 336]
| |
stellen aen sijnder Excellentie; daervan Willem heeft gegeven: V £.
Den VIen Decembris een missive ontfangen van sijnder Excellentie omme te comen op Dillenberch, alwaer sijnder Excellentie mijn verteerde costen dede betalen van dat ick daer stille lach, ende hebbe oversulcx met twee paerden tusschen wegen te gelden ghehadt: XIIII £.
Den XVIen Decembris by Snoij geweest tot SantenGa naar voetnoot1) om enighe saecken, die syn Excellentie mij belast hadde, ende hebbe aldaer drie dagen vertouff, alwaer ick verteerde: VII £.
Den XXIen Decembris een missive ontfangen van BerckenrodeGa naar voetnoot2) omme op te bestellen aen synder Excellentie; daervan gegeven Symon Daniëlss.: IIII £ X s.
Den XXVIen Decembris by Snoy geweest op 't huys te HuxesGa naar voetnoot3) ende hebbe daerna tot GrietGa naar voetnoot4) moeten vertoeven naer eenich bescheijt den tijt van vijff dagen, daer ick verteerde mit myn paert: VIII £.
Den IXen Januarii anno LXXII ontfangen eenighe missive van den burgemeester der stadt Leyden omme te bestellen aen syn Excellentie; daervan Bruijsten gegeven: V £.
Den XVen Januarii gegevenGa naar voetnoot5) van een brief van Willem Jan Reyersen: VII s.
Den XVIen Januarii gereyst naer Cranenburch, alwaer | |
[pagina 337]
| |
die van Leyen, Delft ende meer andere steden verschreven ware, die ic daer soude vertoeven, omme eenighe saken van wegen syn Excellentie aen te dienen ende hebbe oversulcx verreyst ofte verteert tsamen: XXII £.
Den XXIen Februarii een missive ontfangen van synder Excellentie omme in aller diligentie te bestellen aen Ryckaert Claess. tot EnchuysenGa naar voetnoot1) ende, alsoe hy naer Amsterdam was, heeft Symon de bode hem daer vervolcht, daervan ick hem gegeven hebbe: XV £.
Den XXVen Februarii een missive ontfangen van Cornelis Cornelissen Kunst, die commissie hadde van syne Excellentie omme te reysen aen alle steden omme ten naesten bij te vereysschen, wat cruijt sy mochten binnen hebben; daervan gegeven om voort te bestellen: XIIII £.
Noch denselven dach eenige brieven van Snoy ontfangen die van synder Excellentie quamen omme te bestellen van Emrick op Wesel; daervan gegeven: XVII s. VI d.
Anno LXXII door last van synder Excellentie gereyst tot Dordrecht ende aldaer uyt syn bevel ghedaen munten seeckere duysende van 7 st. penningen ende noch andere penningen, die ick aldaer waernam ende vergae(r)de ende van daer beschicte naer Haerlem, alwaer die synder Excellentie ontbode, ende in 't stil leggen met myne dieners ten huyse van Cornelis Zegerss. tot Dordrecht, in 't sGravenhage verteert ende betaelt: CXCIIII £.
Ende betaelt over de reyscosten tsamen: IX £.
Noch gegeven Bruysten een missive om te bestellen t'Emden van sijnder Excellentien aen Jan Koenenss.Ga naar voetnoot2): XII £. | |
[pagina 338]
| |
Den lesten Februarii Symon Daendelsz. met een missive gesonden tot Leyden aen Gerrit Henrycxss. int Schaeck ende aen Mr. Jan van Groeninghe; daervan gegeven: X £.
Ten selven dage een missive met Ambrosius opgesonden naer Dillenberch aen sijnder Excellentie; daervan betaelt: V £ X s.
Den Ven Martii betaelt over 't brengloon van een missive aen my gesonden bij den secretaris Bruyninx uten naem van sijnder Excellentie van Dillenberch op Wesel: V £.
Den VIen Martii gegeven van een missive, die bij eenen Gerrit de Snyder werde ghebrocht, bij Gerrit Henrycxss. int Schaeck ghesonden, omme voort te bestellen aen sijnder Excellentie: III £ X s.
Den XVIIen Martii een missive ontfangen van Johan KuykGa naar voetnoot1) omme voort te bestellen aen sijnder Excellentie; daervan gegeven: IIII £.
Den XXIIen Martii betaelt over 't poortloon van een missive bij Bruynincx uyten naem van zijn furst. genade aen mij ghescreven, van Dillenberch op Wesel: V £ X s.
Den selven daghe betaelt aen een jongman van Dort, die met een missive van Dort quam aen synder furst. genade, dat ick opschicte naer Dillenberch: X £.
Noch in Martio een bode betaelt van met een missive op Dillenberch aen sijn Excellentie te brengen: IIII £ X s.
Den XXVIIIen Martii een missive ontfangen van Gerrit van Berckenrode, daer een missive in stack van syn Excellentie; gegeven de bode, die se van beneden op Wesel brocht, VI £ ende Willem Helst omme voort op te brengen V £, facit tsamen: XI £. | |
[pagina 339]
| |
Up PalmsondachGa naar voetnoot1) gereyst door bevel tot Santen bij joncheer Dirck Snoy omme hem enige zaken te communiceeren van wegen syn Excellentie, alwaer ick verteert hebbe: IIII £.
Den laetsten Martii een missive ontfangen van de Menoniten, die mede contributie gaerden omme te bestellen aen sijn Excellentie; daervan gegeven: V £.
In Aprilis betaelt aen een bode van een missive aen sijne Excellentie te brengen van Wesel op Dillenberch: IIII £ X d.
Den VIIen April gereyst van Wesel tot Emryck by Snoy met noch eenighe uyt Hollant; verteert ofte vervaren: XXXV s.
Den IXen April een missive ontfangen van Cornelis Corneliss. Kunst, die daernaer commissie verworff van zijnder Excellentie om enich cruyt te coopen ende deselve missive bestelt aen synder Excellentie; daervan gegeven: V £.
Den XIIIIen April een missive ontfangen van synder Excellentie om in aller diligentie te bestellen aen die van Delft; om eenighe penningen daervan Symon Daendelss. gegeven: VII £.
Den XVen April een missive ontfangen van Johan van Cuyck, die uut Vlissinghe quamGa naar voetnoot2); gegeven tot Wesel te brengen V £ ende van voort te bestellen aen sijn Excellentie IIII £ X s.; comt tsamen: IX £ X s.
Den XXVen April een packet met missiven ontfangen van synder Excellentie, waerinne besloten waren missiven aen eenighe stede, als mede een aen Johan van Cuyck | |
[pagina 340]
| |
tot Vlissinghe, daerbij mij woerde belast deselve te bestellen bij diversche boden, sonder dat d'eene moste weeten van d'anders reyse, welcke bode te samen hebben gehadt: XXXIII £.
Den IIIIen Mey gegeven van een missive te bestellen aen synder Excellentie, die van Vlissinghe quam: V £.
Den XXen Mey een missive van synder Excellentie, daer een missive bij was, die ick aengesiens sbrieffs bestellen soude aen den minister van EnchuysenGa naar voetnoot1); daervan Willem Helst gegeven: IX £.
Den XXIen Mey eenighe missiven ontfangen van Adam Pastor omme te bestellen aen den graef van LummeGa naar voetnoot2), dewelcke roerende waren van coop van roers; daervan Bruysten gegeven: VII½ £.
Den XXIIen Mey ontfangen een packet met missiven, die ick met verscheyde bode soude bestellen aen Enchuysen als andere meer stede; daervan betaelt: XXVI £.
Den XXIIIIen Mey ontfangen missiven omme te bestellen aen de graeff ende Lume beroerende van cruyt ende flessen; daervan gegeven Willem Schoor van Dort: IX £.
Den XXVIen Mey by rade van ManmaikerGa naar voetnoot3) ende Mr. Pieter de Rycke onder nacht ende dach gereyst aen syne Excellentie, wat men mette knechten soude aenrichten, alsoe sy stonden omme te verlopen; op welcke reyse ic verteerde met myne paerden: XVI £.
Den laetsten Mey Franchoys gegeven om mit een missive aen syn Excellentie op Dillenberch te loopen ende aen Frans DuystGa naar voetnoot4) tsamen: V £ X s. | |
[pagina 341]
| |
Den IIIen Junii van Wesel gereyst mit een karre naer Ceulen by den graeff van de Berch ende hebbe hem daer van wegen Manmaicker gebracht duysent daelders, die ick den rentmeester Nievenum aentelde, verteert ofte vervaren tsamen: XVIII £ XV s.
Den XIIen Juni een missive ontfangen van die van Dort, waerinne een missive stack van den gouverneur van der Veere om te bestellen aen sijnder Excellentie; gegeven van beneden te brengen IIII £ X s. ende van voor op te bestellen IIII £ X s. comt tsamen: IX £.
Den XIIIIen Juni ontfangen van Frans Duyst een missive van Ceulen; daervan gegeven: III s.
Ende stack een missive in om onder nacht ende dach te bestellen tot Delff; daervan Symon Danielsz. gegeven: VII £.
Upten XXVIIIen Juni ontfangen een packet met missiven van den capiteynen uyt Seelant omme in alder dilligentie te bestellen opwaert aen synder Excellentie; gegeven van Seelant op Wesel te brengen VII £ ende van voorts op te bestellen V £, facit: XII £.
Den XIXen Juni gegeven een bode omme de heere van BoxtelGa naar voetnoot1) te soucken, waer men hem vinden soude: XX s.
Den Ven Julii geweest by syne Excellentie tot Essen alwaer syne Excellentie my bescreven hadden; verteert met mijn paerden: III £ X s.
Den IXen Julii een bode gesonden met missiven van syn Excellentie aen Dirck Jansz. Cortenbosch tot Emden; daervan gegeven: XIII £.
Noch den selffden dach van gelijcken een missive van | |
[pagina 342]
| |
syn Excellentie geschikt tot Leiden aen Gerrit Henrycxss. in 't Schaeck; daervan gegeven: VIII £.
Noch geweest in Cleef omme te vernemen van 't buscruyt van Cornelis Cunst; verteert: XXX s.
Den eersten Augustii geweest door bevel van syn Excellentie tot Ceulen aen den Domproost, alwaer ick most vertouven vyff dagen na mijn bescheyt, op welcke reyse ick verteerde met mijne paerden: XXII £.
Noch geweest metten heere van St Aldegonde ende de gecommitteerde van de Staten van HellenraedtGa naar voetnoot1) tot Ceulen, omme aldaer te furneren eenighe penningen alsmede te vertonen eenighe remonstrantie, alwaer wij waren negen dagen op reyse; verteert met mynne paerden: XXIIII £ X s.
Item den heere van St Aldegonde gegeven tot ParckGa naar voetnoot2) vier goude co. dalers 't stuck tot XXXVI s., die hy een bode gaff alsoe de rentmeester niet bij hant en was; facit tsamen: VII £ IIII s.
Den XXIIIen Septembris de heer van St. Aldegonde tot GheelGa naar voetnoot3) gegeven, twelck hij een bode gaf: II £.
Den XXVIIen Septembris heeft sijn Excellentie mr. Cornelis Tymans ende my affgeveerdicht van Bocholt naer Hollant met eenighe missiven als mondelyng bescheyt aen die heere Staten van Hollant, op welcke reyse ick verteerde mette paerden ende dieners, blyckende by reeckeninghe particulier tsamen: XLIX £ XII s..
Den XXIXen Octobrii met meester Pieter de Rycke | |
[pagina 343]
| |
ende Marinus Brant van Dordrecht gereyst naer Haerlem, alwaer wy van sijn Excellentie verschreven warenGa naar voetnoot1); verteert ofte vervaren tusschen wegen: VII £ V s.
Item tot Haerlem comende heeft syn Excellentie begeert, dat men de kist mitte gelde aldaer soude laten comen van Dordrecht, welcke kist die waert in den Boem ettelycke dagen (daarna met) syn knecht heeft gevoert, waervan ick hem op de hant gaff VII £ ende es de reste bij Manmaiker betaelt, comt deselve: VII £.
Item tot Haarlem comende gegeven van de kist van de wagen te helpen VII s. ende XXIII s. van sacken, daer men eenighe penningen mochte in steken, alsoo 't 7 st. penn. waren, facit: XXX s.
Noch gegeven mr. Jan van HaestrechtGa naar voetnoot2) door bevel van Dathenus, alsoe hij tot Zierxzee gesonden worde omme die gemeene saecken: VIII £.
Item voor Dathenum ghegeven voor twee paerden van Delff tot Dort te halen: XIIII s.
Item gegeven een wage, die mij tot Leyden voerden omme de saecken van de laeckenenGa naar voetnoot3): XXIIII s.
Item betaelt van den impost van de laeckenen tot Leyden aen den exchysenaer: XII £ IX s.
Item gegeven van 't scheeren van de laeckenen: XVII £ XVII s. | |
[pagina 344]
| |
Ghegeven twee wagen, die mette fijne laeckenen van Leyden naer Delff voor heen voeren: III £.
Ghegeven van vyff wagens, die mette reste van de laeckens van Leyden naer Delff voeren, elcke wage XXX s., facit: VII £ X s.
Item als de laeckens tot Delff quamen, soo heeft syne Excellentie fynder laeckens weeten te becomen, waervan hy begeerde, dat ick mette coopluyden soude overcomen, dat se de groene aen haer souden nemen, ende alsoe die waren geschooren, dat haer tot groote schade was, heb ik haer daervan gegeven de somma van: XXX £.
Den IIIIen Decembris heeft sijn Excellentie mij affgeverdicht na den Nieuwendam naer Larasus MuelderGa naar voetnoot1), den welcke ick tot Haerlem vant, ende alsoe ick mr. Pauls BuysGa naar voetnoot2) myn paerden hadde gedaen, hebbe ick mette stede moeten varen, soo dat ick mette stede huyr ende verteeringhe te coste hadde: VI £ V s.
Den VIIen Decembris mette heere van Sinte Aldegonde, mr. Pieter de Ryck ende mr. Joost te samen van wegen sijn Excellentie gereyst van Delft naer Haerlem ende gegeven eerst van twee wagens van Delff tot Leyden III £ ende van twee wagens van Leyden tot Haerlem V £ ende 'snachs tot Hillegom in de Swan verteert XXXVI s, facit tsamen: IX £ XVI s.
Den XXIIIIen Januarii anno XVc LXXIII door bevel van synne Excellentie Jan van Vyanen op de hant gegeven III £ omme te reysen omtrent Buyren ende aldaer een gat in den dyck te breecken mit die van Buyren, waermede de vyant seer gecrenct soude werden; compt de selve: III £. | |
[pagina 345]
| |
Den XXIIIen Junii door bevel van sijn Excellentie geweest mitte dienaers van Valckensteyn mit twee schuyten met buspoeder ende ettelijcke geltGa naar voetnoot1); daervan by my verleyt ofte betaelt: V £ X s.
Den XVIIen Juli, deur bevel van s. Exc. de galeyen gebrocht door de Goude met hulp van XXII mannen, dien ick elcx voor haer hooft hebbe gegheven van al den tijt dat sy met my uyt waren omme die bruggens aff te breecken een daelder, mit haer verteerde costen ende schuytvrachten tsamen daer sij mede nae huys voeren IX £ XVII s., facit tsamen: XLII £ XVII s.
Den XXIen Juni XVcLXXIIII van Bruynincx missive ontfangen van wegen syn Exc. roerende seeckere ghevangen, welcke gevangen by mij door last alsvoeren mette vryboyters gesonden es op Rotterdam, ende aen de vryboyters soo voor vracht als ter costen betaelt: XXI £ X s.
Den XVen Octobris anno XVcLXXVIGa naar voetnoot2) by sijnder Excell. tot Delft ontboden geweest ende hebbe aldaer met hem eenighe saecken verhandelt ende aen reys ende teercosten te gelden ghehadt: IX £ V s.Ga naar voetnoot3)
(Uit de archieven van Ridd. en Edelen van Holland.) |
|