Bijlage E.
Jaarverslag van de Centrale commissie voor de historischstatistische kaarten van Nederland over 1924.
In dit jaar zijn verschenen:
De Kaart ‘De eerste reizen der Nederlanders naar de hier aangeduide landen’, door R. Posthumus Meijes.
Van de Kaart ‘De marken van Drente, Groningen, Overijsel, Gelderland, enz.’, door Mr. G.A.J. van Engelen van der Veen en Jhr. Mr. A.H. Martens van Sevenhoven, de bladen 6, 7, 8, 10, 11, 12, 14, 15, 16, 18, 19 en 20. De overige vier bladen zijn in bewerking; twee daarvan, bewerkt door Mr. A. 1e Cosquino de Bussy, bevatten een groot deel van Utrecht en zijn reeds in copy gereed.
De ‘Oudheidkundige Kaart van Nederland’ (voor-historisch, Friesch-Bataafsch, Romeinsch, Frankisch, Saksisch) in acht bladen, door Dr. J.H. Holwerda, is in reproductie nagenoeg gereed en zal dus weldra verschijnen.
‘De Fransche Tijd’, bewerkt door Ir. J.C. Ramaer, zal in kaart gebracht worden in tien bladen, waarvan vier, op grootere schaal dan de andere, den toestand 1810-1813 zullen voorstellen met de departementen, arrondissementen en mairieën. Twee bladen zijn reeds in reproductie; van de vier volgende (de Staatsregelingen van 1798, 1801, 1805 en 1806) is de copy bijna gereed.
In bewerking zijn voorts nog de Kaarten ‘De Zuider-