Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 42
(1921)– [tijdschrift] Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 115]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Recuel uyte overgesonden cedullen van de wapenschouwinghe over Hollandt belast te doen,
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 116]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tijdens de regeering van Karel V, vóór 1555. In dit tijdvak werd Charlois den 13en Jan. 1551 door een overstrooming geteisterdGa naar voetnoot1). Als jaar van inlevering is derhalve met een zekere waarschijnlijkheid aan te nemen het jaar 1551. Waar nu de cedullen grootendeels opgezonden zijn in de maand AprilGa naar voetnoot2), zal de wapenschouwing zelve gehouden zijn in het tijdvak Januari - April 1551. Over de wijze, waarop de wapenschouwing is geschied, heb ik geen gegevens kunnen vinden. Uit het Recuel is af te leiden, dat de regeering verzocht heeft opgave te doen van 't aantal weerbare manschappen, dat in stad of dorp woonachtig was, terwijl inlichtingen moesten worden verstrekt omtrent den aard der bewapening dier weerbare manschappen en de wapenen, die de bewoners in bezit hadden. De steden waren bovendien gehouden op te geven het aantal stukken geschut met specificatie van de soort, de hoeveelheid kruit, welke aanwezig was, de schepen, die eventueel uitgerust konden worden met aanduiding van den aard der bewapening. Het onderzoek geschiedde door de ‘officieren’ van de regeering. Onder weerbare manschappen werden verstaan de personen, oud van 18 tot 60 jaar, in 't bezit van een goede gezondheid, zonder lichaamsgebreken, terwijl zij een bepaalde lengte moesten bereikt hebbenGa naar voetnoot3). Toen het bleek, dat verschillende steden en dorpen niet voldaan hadden aan het bevel van de regeering om de cedullen betreffende de wapenschouwing in te zenden, zond de regeering een tweede missive, waaraan echter nog enkele plaatsen geen gevolg hebben gegevenGa naar voetnoot4). Evenmin heb ik gegevens kunnen vinden omtrent 't doel, dat bij 't houden van deze wapenschouwing heeft voorgezeten. Misschien dat een nauwgezet onderzoek in de ‘Archives Générales’ hierover licht zou kunnen geven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 117]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't Archief toch is, voor zoover het betrekking heeft op den tijd van Karel V, nog niet stelselmatig doorzochtGa naar voetnoot1). In verband met andere stukken van beteekenis voor de kennis van de regeering van Karel V in de jaren 1550 tot 1555 kan ik evenwel niet nalaten mij aan een gissing naar 't doel van de wapenschouwing te wagen. De regeering was er steeds op uit geweest om van de verschillende Nederlandsche gewesten één geheel te maken. Nadat een poging van Maria van Hongarije om een dergelijke unie tot stand te brengen in 1534Ga naar voetnoot2) was mislukt, werd dit plan eerst na 't beeindigen van den Smalkaldischen oorlog, toen Karel V in 't bezit was gekomen van een dictatoriale macht, weer opgevat. Den 26sten Juni 1548 bracht Karel V tot stand de ‘confoederatio defensive’ tusschen de Nederlandsche gewesten, die samen één geheel zouden vormen, en het Duitsche Rijk. De Nederlandsche gewesten waren gehouden steun te verleenen aan en bij te dragen in de verdediging van het rijk, terwijl het rijk zelf niet verplicht was steun te verstrekken aan de Nederlandsche gewesten. Beschikking over de hulpbronnen dezer landen was klaarblijkelijk het doel, dat voorzat bij het tot stand brengen van deze ‘confoederatio’. De vereeniging der gewesten tot één kreits vergemakkelijkte de vorming van een staat, die een afzonderlijke positie moest innemen in het Duitsche Rijk en een bron van macht moest vormen voor Karel V. Door de Pragmatieke Sanctie (4 Nov. 1549) werd de erfopvolging in de verschillende gewesten zoodanig geregeld, dat splitsing en dus verzwakking van dezen steunpilaar van Karels macht in de toekomst onmogelijk zou zijn. Opdat deze nieuw gevormde staat aan het doel kon beantwoorden, was reorganisatie van de weermiddelen en in verband met deze ook van de financiën noodzakelijk. Een nieuwe regeling van het financiewezen werd ontworpen (1550). Algemeene vaste belastingen met als grondslagen het vermogen en de inkomsten der bewoners | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 118]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zouden de voor de weermiddelen noodige gelden verschaffenGa naar voetnoot1). Ongeveer te zelfder tijd zet de regeering er zich toe plannen te ontwikkelen tot versterking der kustenGa naar voetnoot2). Waar nu in 't voorjaar van 1551 een grondig onderzoek wordt ingesteld naar 't aantal weerbare manschappen en naar den stand der weermiddelen, lijkt het mij niet gewaagd toe te gissen, dat we in dit Recuel te doen hebben met een maatregel, die een reorganisatie van het verdedigingswezen moest inleiden, welke dan in nauw verband geschiedde met de hervorming van het financiewezen. 't Lijkt mij althans niet waarschijnlijk toe, dat de dreigende oorlog met Frankrijk Karel V genoopt heeft tot een handeling als de wapenschouwing. De toestand immers was lang niet zoo gevaarlijk als in 1542, toen men rekening had te houden met aanvallen van Gelre en Frankrijk en bedacht moest zijn op de mogelijkheid van een landing der Denen. Uit krijgsgeschiedkundig, geografisch en statistisch oogpunt is het Recuel van belang. 't Geeft ons een inzicht in de bewapening der bevolking en den stand der weermiddelen aan 't eind van de regeering van Karel V, dus kort voor den opstand. 't Is voorts een aanwinst voor de kennis van de topografie van Holland in het midden der 16de eeuw en kan in verband met andere gegevens ook iets geven omtrent de beteekenis der verschillende steden en dorpen. Met betrekking tot de bevolkingsstatistiek heeft dit Recuel evenwel zeer groote beteekenis. Niet alleen, omdat we hier te doen hebben met een statistiek uit de 16de eeuw, maar vooral, omdat het hier geldt een soort volkstelling, die bijna het geheele graafschap Holland omvatte. Aan gegevens betreffende de bevolkingsstatistiek is Holland in den tijd van Karel V niet rijk. Behalve de Informatie van 1514, die een inzicht geeft in den stand der bevolking van een groot deel van 't graafschap bij den aanvang der regeering van Karel V, bezitten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 119]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
we uit deze periode nog enkele statistische opgaven, die betrekking hebben op steden en dorpen in bepaalde jaren. Zoo wordt het aantal huizen opgegeven, dat we vinden in Alkmaar in 1519, in Haarlem in 1540, in Delft in 1536 en in Katwijk aan Zee in 1542. Uit de opgave van 't aantal huizen kan dan met een zekeren graad van nauwkeurigheid 't bevolkingscijfer worden afgeleid. 't Recuel nu geeft op het aantal mannelijke personen, oud tusschen 18 en 60 jaar en voldoende aan bepaalde eischen van lichamelijke geschiktheid. Ook hieruit zal derhalve met een zekeren graad van nauwkeurigheid het bevolkingscijfer van Holland in 't midden der 16de eeuw kunnen afgeleid worden. 't Is derhalve een mijns inziens welkome aanvulling van de Informatie van 1514, daar we nu den loop der bevolking in verschillende steden tijdens de regeering van Karel V en den stand der bevolking bij 't uitbreken van den opstand kunnen nagaan. E.C.G.B. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[f. 72.]
|
cxxv haecken, |
xiiii dubbelde haecken, |
xxxviii halve haecken, |
lx ysere bussen, |
Twee serpentynen van ysere, |
Een ysere steenbusch, |
xlii valconetten, |
viii ysere stucken genaemt 's keysers Maximiliaens stucken. |
Metalen stucken.
vi Steenbusschen, |
xvii bussen, |
Noch ix soe groete als cleyne metale stucken, |
Ga naar margenoot+ Een busch genaemt den bellaert, |
Een courtau, |
vii slangen soe groet als cleyn, |
Behalve het geschut ende geweer van den burgers, 't welck zij scrijven, dat wel goet ende in competenten getale is. |
Haerlem.
Die van Haerlem en hebben noch nyet overgesonden. Reste.
Delft noch nyet overgesonden. |
Desgelijcx Leyden, |
Amstelredamme ad idem, |
Der Goude ad idem, reste, |
Rotterdamme ad idem, |
Alckmaer ad idem, |
Hoorn ad idem, |
Nota, dat eenige van dezen hier nae voldaen hebben, als die van Alckemaer, Amstelredamme, Delft, Hoorn, Leyden, Rotterdam. |
Schiedamme.
Binnen der stede van Schiedamme zijn iiicxxiii mannen, zonder dat zij specificatie doen van 't geweer van de poorters oft oick van 't geschut ende geweer der stede toebehoorende, hier.......... vcxcvii.
Ga naar margenoot+ 't Geschut der selver stede.
Eerst:
Drye dubbelde serpentynen elcx met twee camers toebehoorende Huge Damassen;
Drye halve slangen elcx met twee camers; twee bussen elcx met twee camers; een steenbusch behoerende Cornelis Jacopssen;
Twee dubbelde bussen elcx met twee camers; ende drye haecken behoerende Jan Gerytssen;
Drye halve slangen elx met twee camers; twee quartier slangen elcx met twee camers; twee
bussen elx met twee camers; twee dubbelde serpentynen ende drye haecken behoerende Sebastiaen Jacoppsen;
Drye valcoenen elcx met twee camers ende drye haecken toebehoerende Gerardo van Diepen;
Een valcoen met twee camers; een serpentyn; zes haecken toebehoerende Lenart Janssen;
Vier halve slangen elcx met twee camers; een quartier slange met twee camers; twee bussenGa naar margenoot+ elx met twee camers; zes haecken toebehoerende Pieter Ariaenssen zeeman.
Een quartierslange met twee camers, vier serpentynen ende vier haecx toebehoerende Rochus Pieterssenz.
Twee bussen elcx met twee camers, drie haecken toebehoerende Pieter Ariaenssen mol.
Twee halve slangen elcx met twee camers, drye bussen elcx met twee camers toebehoerende Adriaen Henricxssen.
Twee halve slangen elcx met twee camers, twee quartier slangen elcx met twee camers; drye dubbelde serpentynen, drie steenbusschen elcx met twee camers, ende zes haecken toebehoerende Maerten Diricxssen.
Drye halve slangen elcx met twee camers; twee quartier slangen elcx met twee camers; vier valcoenen; vijff dubbelde haecken toebehoerende Pieter Cornelis Henricssen;
Noch twee quartier slangen elcx met tweeGa naar margenoot+ camers, zes serpentynen, zes haecken behoerende Rochus Jacopssen.
Negen valcoenen onder groot ende cleyn elcx met twee camers, drye dubbelde serpentynen, zes haecken behoerende Martin Gerytssen.
Drye dubbelde serpentynen elcx met twee camers, vijff haecken behoerende Cornelis Jorissen.
Ses serpentynen, drye haecken behoerende Gillis Jansen;
Een busse met twee camers behoerende Gerit Janssen.
Acht haecken behoerende Jan Ewoutssen.
Vijf halve slangen met zeven camers, twee bussen elcx met twee camers, zeven haecx, twee stormhaecx behoerende Willem Ariaensen zeeman.
Twee bussen elcx met twee camers zes haecken behoerende Kers Henricssen;
Twee halve slangen elcx met twee camers, twee quartier slangen elcx met twee camers, eene groote steenbussche met twee camers, drye bussen elcx met ii camers, drye haecx behoerende Maertinus Claessen.
Twee bussen elcx met drye camers, behoerende Joost Henricxsen.
Ga naar margenoot+ Drye bussen elcx met twee camers, zes haecken behoerende Adriaen Backer.
Twee hooftstucken elcx met twee camers, drye halve slangen elcx met twee camers, een quartier slange met twee camers, vier bussen elcx met twee camers, behoerende Claes Pietersen;
Vier bussen elcx met twee camers behoerende Jacop Gerytssen;
Vijf bussen elcx met twee camers, zes haecken toebehoerende Peeter Jonassen;
Een hooftstuck met twee camers, twee halve slangen met vier camers, een quartier slange met twee camers, vier serpentynen elcx met twee camers, vijf haecx behoerende Adriaen Keuffa.
Drye halve slangen elcx met twee camers, drye bussen elcx met ii camers, een serpentyn met twee camers, zeven haecx, twee bussen elcx met twee camers, drye haecken behoerende Jan Janssen.
Vier halve slangen elcx met twee camers, drye quartier slangen elcx met twee camers, een serpentyn met twee camers, een hooftstuck met twee camers, vier haecken, drye stormhaecken behoerende Quyryn Aryssen.
Ga naar margenoot+ Gorinchem.
Binnen der stede van Gorinchem zijn weerachtige mannen met goet geweer........... viicvii.
't Geschut aldaer:
Vier halve slangen op raden leggende, cxxx geheele haecken.
Woudrichem.
Die van Woudrichem en hebben noch nyet overgesonden.
+ Heusden ad idem. |
+ Asperen ad idem. |
Heuchelom ad idem. |
Leerdam ad idem. |
Ysselsteyn ad idem. |
+ Woerden ad idem. |
+ Sinte Geertruidenberghe ad idem. |
+ Zevenberghen ad idem. |
+ Schoonhoven ad idem. |
Van dese steden gheen declaratie gedaen dan hiernaer als upte IIe missyve voldaen hebbende. Ende dat degheene, die met een + int hooft geteyckent staen. Alzoo dandere als noch in gebreke zijn. |
Bryele.
Binnen der stede van den Bryele, daer inne gerekent de weduwen oft vrouwen, goet geweer in haere huysen hebbend.............. vclxxx.
Die voorscreve van den Bryele en doen gheen specificatie van 't geschut der stede toebehoerende.
Goedereede.
Binnen de Goedereede zijn met geweer... iicl.
't Geschut der selver stede:
Twee halve slangen met vier camers, |
ii quartier slangen met iiii camers, |
vii dubbelde serpentynen elcx met drye camers, |
xviii raembusschen, |
xii haecken, |
aen buspoider 1½ tonne. |
Noch 't geschut van de stuyerluyden:
Eerst een halve slange met ii camers, |
ii valcoenen elcx met ii camers, |
behalven xxiii hantbusschen oft roers ende |
iiii geheele haecken den poorters toebehoerende. |
't Landt van Voirne (ende eerst Oostvoirne).
Oestvoirne | xci. |
Rugge | xlvii. |
't Nienwelandt ende Oisterpolders | li. |
Ga naar margenoot+ Oisterlandt | xxxii. |
Zwarte Wale | cviii. |
Nyeuwenhoorn | cxxxvi. |
Oudenhoorn | xciiii. |
Hellevoet | xcviii. |
Rochaenye | xciiii. |
In de Gote | xi. |
Outdorp in Westvoirne | clix. |
Somme van mannen int voerscreve landt van Voirne wesende viiiclxxxiGa naar voetnoot1).
Geervliet ende 't landt van Putte noch nyet overgesonden, hiernae voldaen.
Heenvlyet ad idem.
Abbenbrouck ad idem.
Oudewater.
Binnen derselver stede zijn....... iiicxv.
Onder dewelcke zijn lxxxix busschutters, liii hellebaerden, xix spietssen, vier slachzwaerden, twee tromslagers,Ga naar margenoot+ twee vaenders, twee pypers, lxi gavelijnen, xlii zwijnstaven, xli hollandsche huysschen.
't Geschut der voorscreve stede:
lviii yzeren haecken, |
Twee halve yzeren slangen, |
iii metale stucken, |
vi yseren valconetten, |
vyf yseren mortyeren. |
Eedam.
noch nyet overgesonden, mer nae voldaen.
Monickendam.
Binnen derselver stede zijn..... iiiclxxxiiii.
't Geschut der selver stede:
x serpentijnen, |
x valconetten, |
x bussen, |
xx haecken. |
't Geschut upte schepen van den burgers wesende:
lxxx halve slangen, |
liii hobussen, |
lxxxvi haecken, |
iiii serpentijnen, |
ciiii bussen, |
iiii serpentijnen, |
viii valconetten, |
ii stormhaecken. |
Ga naar margenoot+ Waterland.
In den dorpe van Ransdorp an weerachtigen mannen elcx met een goet mes, halff haeken ofte roer xxix, noch xxv mannen elcx met een mes ende spyet, noch xliii elex met een hellebaert, noch drye elcx met een slachzwaert, die naer 't scrijven van den bailliu aldaer bequaem zijn omme de K.M. te dienen te water ende te lande, beloepende in als............ iC.
Noch xxv met een mes ende javelijn, luttich ouder dan xviii jaeren, maer dese personen, zoe dofficier scrijft, zijn onbequaem der K.M. te dienen, alsoe zij cleyn van statuere zijn.
Noch xxxvii mannen weynich min dan lx jaeren elcx met een spyes, degen, oude roers oft andere messen, dewelcke dofficier oick scrijft onbequaem te wesen om te dienste te staen als wesende gichtig, geschuert, crepel oft zieck. Behalve noch hondert ende twee mannen wesende armeluyden, die gelt noch pant en hebben.
In den dorpe van Landtsmaer elcx met een mes een roer oft halve haecke.......... xxvii.
Noch xxxvii persoonen elcx met een spiesse ende deghen, wesende weerachtighe mannen te water ende te lande.
Ga naar margenoot+ In den dorpe van Zuyderwoude xxxii mannen met een mes ende busch, noch xxxiii elcx met een mes ende spiess, ende noch xxx elcx met een mes ende hellebaert al tsamen waerdich, zoe dofficier scrijft, omme de K.M. te dienen, makende tsamen..... xcv.
Behalve noch vele andere onbequame als te oudt, te jonck ende gebreckelick zijnde.
In den dorpe van Brouck xx met messen ende geschut, noch xv elcx met een mes ende spiesse, noch x elcx
met eene hellebaert ende mes oick bequaem om de K.M. te dienen te water ende te lande maeckende tsamen............... xlv.
In den dorpe van Zonderdorp xxv elcx met een mes ende roer, noch xv elcx met een mes ende spiesse, noch xv met hellebaerden bequaem als voeren facit tsamen. lv.
In den dorpe van Scellincwoude xxv met mes ende roer, noch xx met mes ende spiesse noch xvii met mes ende hellebaert, noch twee met slachzwaerden bequaem als voeren maickende tsamen........ lxiiii.
Ga naar margenoot+ Behalven noch xl arme bedelaers zonder geweer, huyden wesende in hare gebuyerscap ende morgen elders.
In den eylande van Marcken leggende in de Zuyderzee elcx met zulck geweer daermede zij hen moghen defenderen ter nombre toe van........... xcvi.
Amsterland.
Eerst in den dorpe van Ouderkercke wel geweert ende weerachtige mannen......... clxxxiii.
In den dorpe van Dyemen...... cxxix.
In den dorpe van Nyeuweramstel elcx met eenen deghen ende sommige met roers, spiessen, javelijnen, boghen, kuevelstaven, hellebaerden, slachzwaerden ende popelsyen ter nombre van........... iicxxvii.
Eynchuysen.
Binnen der selver stede ende de vryheyt van dien zijn weerachtige mannen.......... xiicxx.
't Geschut ende geweer der voerscreve stede:
Een groote metale slange, |
Ga naar margenoot+ Noch ii cleyne metalen stucken, |
Een halve metalen courtaue, |
iii yseren stucken up raden, |
Elff ysere hooftstucken, |
Een groot yzeren stuck genoemt de Gelderssche busse, |
xiiii halve slanghen, |
xciiii serpentijnen, |
xii groote bussen, |
cxxxvii geheele haecken. |
't Geschut in de schepen wesende met nominatie van de schippers van dien.
Eerst op 't schip van Aelbert Dol:
Seven geheele slanghen, |
xvii bussen, |
ii storm haecken, |
xxxvi spiessen. |
ii halve slanghen, |
iii heele haecken, |
xiiii halve haecken. |
Schipper Maerten Vredericxz.
vi geheele slanghen, |
xvi bussen, |
xviii langhe ende |
vii halve slanghen, |
xii halve haecken, |
xii cortte spiessen. |
Schipper Pieter Diericxssen.
viii halve slanghen, |
Ga naar margenoot+ vi bussen, |
xlviii spiessen, |
iii quartier slanghen, |
viii haecken, |
een slachzwaert. |
Volckert Aelbertssen.
ii geheele slanghen, |
x bussen, |
vi halve haecken, |
v halve slanghen, |
vii haecken, |
xxiiii spiessen. |
Pieter Willemssen.
vi halve slanghen, |
viii haecken, |
iiii bussen. |
xxiiii spiessen. |
Dirck Symonssen.
vii halve slanghen, |
vii haecken, |
vi stormhaecken, |
x bussen, |
vi halve haecken, |
vi spiessen. |
Jan Vesteman.
vii halve slanghen, |
xv geheele haecken, |
xii bussen, |
vier dousyn spiessen, |
een slachzwaerdt. |
Outgert Ericxsen.
vi bussen, |
vii spiessen. |
viii haecken, |
Ga naar margenoot+ Zybrant Aelbertssen.
vi halve slanghen, |
xi geheele haecken, |
ii dousyn spiessen. |
xii bussen, |
ii stormhaecken, |
Wybrant Vredericssen.
vi bussen, |
iii geheele haecken, |
xii spiessen. |
Schipper Meynert Geritssen.
Vier halve slanghen, |
ix geheele haecken, |
viii bussen, |
xii spiessen. |
Pieter Hericxz.
ii serpentynen, |
v haecken, een dousyn spiessen. |
Beverwijck.
In de voerscreven onbemuyrde stede zijn bevonden weerachtige mannen | cxxxviii. |
Onder den bailliuscappe van Beverwycke Eerst: | |
Westzaenen aldaer bevonden zijn | iiiclxiii. |
In den dorpe van Crommenye | cxxxvi. |
Crommenyerdyck | cx. |
Wyck opt zee | cxxxiiii. |
Wyck an duynen | xxxiiii. |
Sparwoude | lxviii. |
Catwoude | cii. |
Scoten aldaer bevonden syn | xxiiii. |
Castricum | lxxxv. |
Noortigerhout | lxxxix. |
Zantvoirt | cxvi. |
De Vogelsanck | xxxvii. |
Aelbrechtsberghe | xxv. |
In den dorpe van Overveen | lv. |
Velsen | xxxiii. |
Breesaep | ix. |
Overduyn | lxxxiiii. |
Kerckbuyrt | xxiii. |
In de heerlicheyt van Assendelft | iiiicxxxvii. |
Onder den bailliuscap van den Nyenburch. | |
Eerst Graft, Ryp ende 't Zuyteynde van Schermer | iiicxxxvi. |
In den dorpen van Koedyck, Snt Panoraes, Outdorp ende Otterleeck | iiicxcv. |
In den dorpe van Scoerle | iiclxxii. |
In den dorpe van Berghen | clxxxvi. |
Veenhuysen | xli. |
Ga naar margenoot+ In den dorpe van Upmeer | lxxxiii. |
Zybekerspel ende Benninckbrouck | iicxvii. |
Urssen | iicviii. |
Otterleeck | xxvi. |
Hem ende Veenhuysen | iiiclxxix. |
Spanbrouck | cxcix. |
In den dorpe van Updam | cxxv. |
In den dorpe van Heynsbrouck | cxxv. |
Schermer ende Schermerhorn | iicxliii. |
Hoichtwoude ende Eertswoude | iicxciiii. |
Nyerop | vicli. |
Texel ende eerst: | |
't Oosteynde | cxiii. |
Up de Wael | cvii. |
Up den Burch ende dommeloep van dien. | iicxcix. |
In de Cooge | cxix. |
Up de Weesen | xlix. |
Up den Hoorn | cxxxvi. |
Beloopt in Texel | viiicxxiii. |
In 't eylandeken van Toogh | iiicxciiii. |
In 't eylandeken van Wyeringhen | iiicxciiii. |
Ga naar margenoot+ Onder 't bailliuscap van Zuytholland. | |
Eerst de Sandelyn | xvii. |
Werckendam | lv. |
De Hooge ende Lage Swaluwe | cxvi. |
An de Dussen | cxvii. |
Ysselmonde | lxxiiii. |
Raemsdonck | xcv. |
's Gravenmoer | cxiii. |
Waspyck | cxxiiii. |
Capelle | clxxiii. |
Sprange | cii. |
Besoyen | xcix. |
Kijfhouck ende Heer Oudelandts ambacht. | xxii. |
Adriaen Pieterssens Ambacht | xi. |
Henrick Yden Ambacht | xxii. |
Rysoort | xi. |
Ryderkerck | clxxiiii. |
Barendrecht | xxxiiii. |
Heer Jansdam ende Joris Hugenzoen Linde | xxxix. |
In de Linde | xxxv. |
Scobbelants ende Molenaersambacht | lxix. |
Ga naar margenoot+ Maesdam | xxviii. |
Mijnsheeren van Moerkerken land | lxx. |
Heynenoert | lxxxii. |
Puttershouck | xxxi. |
Leckerland | cxlvii. |
Berchambacht | cxxxvi. |
Ammers | xvii. |
Stolwijck | cxxxi. |
Berckou | xxxi. |
Crimpen up de Leck | lxvii. |
Ouderkerck up de Yssel | cxxii. |
Streefkerck | cxxvi. |
Nyeuleckerland | lxi. |
Alblasserdam | lxii. |
Slydrecht | cxxix. |
Ghyssen Ouderkerck | lx. |
Ghyssendam | lxi. |
Brandtwijck | lvii. |
Molenersgrave | xxxvi. |
Blesgensgrave | lv. |
Alblas | xliy. |
Maickende tsamen de dorpen onder Zuyd Hollandt | Ga naar voetnoot1) |
Ga naar margenoot+ Ghyssen Nyeuwerkerck | lxxii. |
Eethen | lxv. |
Meeuwen | lxiiii. |
Onder tbailliuscap van Beloijs. | |
Stolwyck onder Beloys | xxxix. |
Bovekercke | lxvi. |
Berchambacht onder Beloys | lxix. |
Vlist ende Bonrepas | lxxvi. |
Onder 't bailliuscap van Haestrecht. | |
Rozendael | xxxiiii. |
Boven Haestrecht | xl. |
Up Haestrecht billich buyten Haestrecht | cx. |
Maickende 't voorscreve bailliuscap van Beloys | Ga naar voetnoot1) |
In den dorpe van Hazertswoude alwaer bevonden zijn busschutten | xxxiii. |
slachzwaerden | viii. |
sprieten, degens ende halfhouders | lxvii. |
hellebaerden | xlvi. |
gavelijnen | cxv. |
zwijnstaven | xxii. |
gaffelen ofte vorcken | xii. |
maickende tsamen iiiciii. | |
Ga naar margenoot+ Onder Haichambocht. | |
Eyckenduynen ende eensdeels van Loosduynen | lxxv. |
Schevelinghe | iiclxxxix. |
Medemblick ende de dorpen daeronder behoorende; | |
Eerst in de voorscreve stede | iiicxli. |
in den dorpe van den Does | lxxxiii. |
in den dorpe van Oostwoude | xci. |
In den dorpe van Wervertshoeve | cx. |
Maickende tsamen | Ga naar voetnoot1) |
In den dorpe van Abbekerk | iiicxv. |
Grootebrouck ende den bedrijve van dien, eerst: | |
Bovenkerspel aldaer zijn | iicxlix. |
Grootebrouck | iiclxxiiii. |
Luttebrouck | cxxxviii. |
Hoochkerspel | cxxxv. |
In den ban van Grootebrouck | xxxvi. |
In een ander gebuyrte | xxiii. |
Maickende tsamen weerachtiger mannen | viiiclv. |
Ga naar margenoot+ De stede van Naerden.
Binnen deselve stede zijn van de oude schutters met harnasschen, spietsen ende roers, hellebaerden, degens ende ander geweer immers veele ende met dobbelt geweer.............cvii.
jonge schutters geweert als voren...cxxviii.
andere poorters met alderhande geweer.clxxxii.
fecit iiiicxvii.
't Geschut der voorscreve stede:
ii halve slangen, | een driequartiers slange, |
een valconet, | xxx serpentijnen, |
een roer, | xxxii spietssen, |
xcix heele haecx, | een halve haeck. |
De stede van Muyden.
Binnen der voorscreven stede zijn weerachtiger mannen..........cxxxi.
't Geschut aldaer wesende:
iii serpentijnen, | xxxiii haecken. |
Int convent aldaer zesse haecken. |
De stede van Weesp.
En heeft alsnoch nyet overgesonden.
Ga naar margenoot+ Muyderberch aldaer bevonden zijn | lvii. |
In den dorpe van Huyssen | cxxxiii. |
In den dorpe van Grootehuyssen | vi. |
Die van Hilverssem en hebben alsnoch nyet overgesonden. | |
Die van Blaricom zijn sterck | xcviii. |
Die van Larom | lxxxii. |
In den dorpe van Noortwyck ende Noortwyckerhout | iiiclxix. |
Voerhout | lix. |
Lisse | lxiiii. |
Hillegem | lv. |
De bailliuwen van Rijnland, Schieland ende Delfland en hebben noch nyet gefurneert de bevelen van den hoveGa naar voetnoot1).
Rest insgelijcx de monsteringe van den Hage.
Alckemaer.
Den xxviien Aprilis ontfangen de monstercedulle der voorscreven stede beloopende an weerachtiger mannen | xiiiciiii. |
Ga naar margenoot+ 't Nedereynde van Spyck wesende in getale | xxxvii. |
In den dorpe van Goudriaen zijn bevonden weerachtiger mannen | lxxi. |
Warmont | cliiii. |
In Middelharnasch | clxxx. |
In de stede van Vlaerdingen | iiclviii. |
In Vlaerdingerlant | cxxxi. |
Onder 't bailliuscap van Rijnland:
Eerst tot Zoeterwoude zijn weerachtiger mannen | lxxvii. |
Zoetermeer | cxc. |
Zegwaerd | clxxxvi. |
Voerburch | clxvi. |
Rijswijck | cxcvi. |
Wateringhe | cix. |
Waddinxveen | iicxiii. |
Leyerdorp | cxxxiii. |
Couderkerck | lxxiii. |
Alphen | cxcvi. |
Oudtshoorn | lxxxvi. |
Zwammerdam | lxxv. |
Ga naar margenoot+ Cudelstaert | xlii. |
Reewijck | lxviii. |
Aere | cvii. |
Hoochtwoude, Woggenom enz. | cxxv. |
Aerlanderveen | cxxix. |
Reynsaterwoude, Leymuiden, Vriesceep | cxc. |
Uyterbuyrt | xvi. |
Nieuweveen | lxxiiii. |
Colslagen | xxxix. |
Zevenhoven ende Noorden | lxxix. |
Tot 's Gravesande | cl. |
Tot Benthuysen | lv. |
Hoochmade | xxi. |
Onder 't bailliuscap van Putte. | |
Eerst tot Geervliet ende 't ambocht van dien | cxvi. |
Spyckenisse | cxxvi. |
Hekelinge | xlvii. |
Heer Symonshaven | lxiiii. |
Byert | xix. |
Westenryck | iicii. |
Ga naar margenoot+ Coorndyck | cxxiii. |
Piershille | xli. |
Poortegael | cxc. |
Pernisse | lvii. |
De Stadt | xxix. |
Snt Adolfsland | iiclxxxiiii. |
Charolois, zoe die geinundeert zyn, nyet. | |
Somma van allen dengheenen, die onder 't bailliuscap van Putte zijn | xiicxcviii. |
Sint Anthonispolder | xxxvii. |
Stryen. | |
In den dorpe van Stryen | clxxxv. |
Up de Westmaze | xxxiiii. |
Cromstryen | xxi. |
Van den Group | v. |
Thollens houck | li. |
Onder 't bailliuscap van Schielant. | |
Hillegersberghe | clxxxii. |
Schiebrouck | xxviii. |
Ga naar margenoot+ Schoonderloo | l. |
Mathenesse | xix. |
Cralingen | lxxix. |
Zevenhuysen | iiclii. |
Capelle | li. |
Nyeuwerkercke | c. |
In den Hoogen Ban | lxxix. |
Beuckelsdyck | xxii. |
Amstelredamme.
In den voorscreven stede van Amstelredamme zijn bevonden weerachtiger mannen iiimxcvii.
't Geschut derselver stede.
Eerst een metalen courtauwe schietende xxvii ponden ysers.
Een metalen slange schietende xxx ponden ysers met thien clooten.
Twee halve courtauwen schietende xxi ponden ysers.
Drye metalen slangen schietende vijf ponden ysers.
Twee halve metalen slangen schietende twee ponden ysers.
Twee metalen valckoenen oft dubbele bussen.
Ga naar margenoot+ Twee cleyne metalen bolskens.
Een yseren slange met twee camers.
Een yseren slange schietende zeven ponden ysers.
Drye halve yseren slangen met zes camers.
Vier yseren quartierslangen met acht camers.
Acht yseren hooftstucken met xvi camers.
Twee valconetten schietende vijf vierendeel ponden ysers.
vi valckoenetten up wyelen met xii camers schietende een pont ysers.
Noch vi valckoenetten up wyelen met xii camers.
Vijf serpentijnen met thien camers.
xviii valckoenen met xxxvi camers schietende een pondt ysers.
Dese xviii valckoenen heeft Willem Dircssen, schout van Amstelredamme, tot sKeysers behouf ontfangen met beloftenisse, dat hij achtien nyeuwe valckoenen met xxxvi camers deser stede wederomme leveren sal.
Noch xxiiii bussen schietende drie quartier ponden ysers met xlviii camers.
xii yseren bussen met xxiiii camers nyeuw gemaect.
xxii yseren steenbusschen groot ende cleyn.
vii dubbelde haecken leggende up micken.
xxvii dubbelde haecken daeroff vii oick leggen up micken.
Item drye hondert xxxvi haecbusschen groot ende cleyn, goet ende quaet.
Ga naar margenoot+ Tot alle welcke busschen is de stede ter redlicker wys genouch versien van cruyt, clooten, salpeter ende andere gereetscap daer toe dienende met oick andere artillerie van boghen, vierpylen ende anders, des men in gheen belegge en behouft.
In Weesp, Weesperkerspel, 't Gheyn, Bildermeer, Anckeveen en zijn weerachtiger mannen | cxx. |
In den gerechte van Croonenburch | xxii. |
In den gerechte van Mynden | xiii. |
Teecoop | xxiiii. |
Loesdrecht | cvii. |
Aspern. | |
In deselve stede zijn weerachtiger mannen ten nombre van | cxxiiii. |
Leyden. | |
Binnen de voorscr. stede van Leyden zijn weerachtige mannen | xviiicxci. |
't Geschut ende geweer der voorscr. stede toebehoorende, behalven der poorters:
Eerst liii serpentijnen, | ii metalen stucken, |
vi yseren halve slangen, | ii dubbelde serpentijnen, |
iicxciiii spietssen, | iiiicxciii kuyssen, |
iii yseren heel slangen, | liii haecbussen van St Joris, |
xviii tonnen buspoeders, | vi kisten met verscheyden looden. |
Ga naar margenoot+ Edam ende jurisdictie van dien.
Aldaer gevonden zijn weerachtiger mannen xcxxxvi.
't Geschut up de schepen wesende.
Scipper Jan Jacobsen heeft op zijn schip eerst vi liggende stucken, vijff bussen, vi haeeken, twee stormhaecken, xxviii spietsen, twee roers, ii halve vaten poeders, lx clooten.
Scipper Claes Jansen heeft op zyn schip liggende tot Eedam eerst zes halve slangen, xii dubbelde bussen, xii haecken, tot elcke busse een dousyn clooten, vier half vaten poeders, iii dousyn spietsen, twee slachzwaerden.
Pieter Jacobsen heeft op zijn schip zeven liggende stucken, vier bussen, een half dousyn haecken, een half dousyn halve haecken, tot elck stuck een half dousyn clooten, twee halve vaten poeders, iii dousyn spietsen, een half dousyn degens.
Scipper Willem Claessen heeft op zyn schip vijf liggende stucken, vier bussen, zes haecken, tot elck stuck een half dousijn clooten, een dousyn spietsen, twee halve vaten poeders.
Scipper Willem Janssen heeft op zyn scip zeven bussen, drie stucken elck van vier ponden, een van drie ponden, vii haecken, tot elck stuck een half dousyn clooten, anderhalf vat poeders, anderhalf dousyn spietsen.
Ga naar margenoot+ Scipper Pauwels Jansen heeft op zyn scip acht bussen, drie haecken, een half vat poeders, tot elck stuck een dousyn clooten, een half dousyn spietsen.
Scipper Cornelis Pietermans heeft up zyn scip vier halve slangen, vier valckoenen, vijf haecken, tot elck stuck een half dousyn clooten, twee half vaeten poeders, twee dousyn spietsen.
Scipper Jaep Huick heeft op zijn scip twee half slangen, zes bussen, twee stormhaecken, tot elck stuck meer dan een half dousyn clooten, een half vat poeders, een dousyn spietsen.
Scipper Heyn Claessen heeft op zijn scip oick liggende tot Eedam eerst vijf liggende stucken, zes haecken tot elck stuck, een half dousyn clooten, een half vat poeders, een dousyn spietsen.
Cornelis Dirxsen scipper heeft op zijn scip vier liggende stucken, acht bussen, zeven haecken, tot elck stuck meer dan een half dousyn clooten ende bat dan anderhalf vat poeders, anderhalf dousyn spietssen.
Jaep Visser scipper vijf liggende stucken, acht valckoenen, vier stormhaecken, drie dousyn spietsen, tot elck stuck zes clooten, ende een grof half vat cruyts.
Ga naar margenoot+ Jan Hens scipper heeft op zijn scip liggende tot Armuyden in Zeeland zes quartier slangen, zes bussen, zes haecken, zes halve haecken, twee half vaeten poeders tot elck stuck omtrent een half dousyn clooten, omtrent drie dousyn spietsen.
Onder 't bailliuscap van Delfland.
't Schoutambacht van Bieslant | i. |
't Schoutambacht van Sint Maerttensrecht | vii. |
Zouteveen | xxxvi. |
Ruiven | ix. |
Babbertspolder | vi. |
Hoedempyl | xxv. |
Onder 't Schoutambacht van Pynaicker. | |
Catwijck | xxiiii. |
Nyeucoep | xv. |
De Hooch ende Clapwijck | x. |
't Noorteynde | xvi. |
Oudekerck | xxi. |
Upte Leede | xi. |
Nootdorp | xxiii. |
Ga naar margenoot+ Hoogeveen | xxv. |
Vryenban | xi. |
Overschye | xci. |
Berckel | c. |
't Wout, Harnasch | xiii. |
Onder 't Schoutambacht van den Hoff van Delft. | |
't Hoff van Delft an de Oestzijde van der stede. | liii. |
An de Westzijde | xlvii. |
't Ambacht van Dorp | xvi. |
Ketel ende Spalant | xi. |
Den Ouden Dyck | x. |
't Dorp | ix. |
De Noortketel | x. |
De Metterambacht | x. |
Spalant | ix. |
In de Ketel te kerck behoirende | iiii. |
Ga naar margenoot+ Onder 't Schoutambacht van Maeslant. | |
Schipluyden | xl. |
Lyere | xxviii. |
Veen | xix. |
Oostgaech | xxii. |
Westgaech | xxxvi. |
Zuytbuyert | lxxxvi. |
Sluys | lxxxvi. |
De Elssen | xix. |
Dorp | lxxix. |
Snt Aechten Harnasch | ii. |
Maecken tsamen 't voerscreve bailliuscap van Delfland | Ga naar voetnoot1) |
Baenderye van Lyesvelt. | |
Alwaer bevonden zijn weerachtiger mannen ten nombre van | cxxiii. |
Schoonhoven. | |
Bynnen der voerscreve stede van Schoonhoven zijn | vclxv. |
Ga naar margenoot+ 't Geschut der selver stede.
lxix dubbelde ende enckele haecken, |
xii yseren haecken in houten laden, |
xvi metalen dubbelde haecken in laden, |
ii yseren slangen, |
acht serpentijnen oft bussen. |
Papendrecht
Aldaer bevonden syn | cxxviii. |
Baerdwyck | cv. |
In den dorpe van Westwoude | iiiclx. |
Onder 't bailliuscap van Woerden. | |
In Bodegraven, Indyck ende Waerder | iiicxxiiii. |
In de stede van Woerden | vcxix. |
Delft.
Bynnen derselver stede zijn bevonden weerachtiger mannen | xxiiicxxxv. |
Purmereynde | xxcxxx. |
Outheusden | xc. |
Sluypwijck | xxv. |
Nyeucoop. | |
Aldaer bevonden zijn weerachtige mannen | iicii. |
Ga naar margenoot+ Oosthuysen | cl. |
't Vlyeland aldaer bevonden zijn | iicxx. |
Naeldwijck | iiclviii. |
Bersingerhorn ende Harinckhuysen | iiclxviii. |
Schagen | iiicxciiii. |
Wijngaerden ende Ruichbrouck | li. |
De stede van Sinte Geertruydenberghe | iiiclxviii. |
't Geschut ende geweer der stede voorscreven toebehoerende.
xxv spietsen, | xl hellebaerden, |
xliiii haeckbussen, | iiii yseren serpentijnen, |
vi cleyne hellebaerden, | ii cleyne valconetten, |
xli haeckbussen onder de huysluyden. | |
In den dorpe van den Made | cxxii. |
Hoorn. | |
Alwaer bevonden zijn weerachtiger mannen | xiicxcii. |
't Geschut derselver stede.
x metalen stucken, |
drye bussen, |
seven stormhaecken, |
cxxvii serpentijnen, |
xlviii haecken, |
iiii tonnen buspoeders. |
Ga naar margenoot+ 't Geschut upte schepen der voerscreven stede wesende.
Eerst schipper Claes Joestzn heeft op zijn schip vii halve yseren slangen, ix bussen, vii stormhaecken, vier halve haecken.
Schipper Jan Burgermans heeft zeven bussen, zes haecken.
Schipper Jan Thaemssen heeft vii halve ysere slangen, xviii bussen.
Schipper Elbert Jacopssen vii halve ysere slangen, xvi bussen, x haecken.
Schipper Pieter Wynes heeft vi haecken van ysere.
Schipper Luytgen Jacopssen van Beets iiii half slangen, vi bussen, iii haecken.
De dorpen onder Hoorn gelegen.
In den Oudendijck | lxvi. |
Avenhoern | xc. |
Hauwaert | lxx. |
Schaerdam | xix. |
Scharwoude | xx. |
Ga naar margenoot+ Mysen | viii. |
Woggenom | clvi. |
Nubicxwoude | xliii. |
Berchout | clviii. |
Zwaech | xcvi |
Beets | lxi. |
Grosthuysen | xliii. |
Watweyde | xxvi. |
Onder 't bailliuscap van Kennemerlandt. | |
Hoffambacht | xxiiii. |
Schalkwijck | xxxii. |
Rijck | xxi. |
Nyeuwerkerk | xxi. |
Sloten ende Sloterdyck | cxciiii. |
Aelsmaer | cxcvii. |
Oostzanen | iiiicix. |
Wormer ende Gisp | vicxxxviii. |
Noortscherwoude up Langedyck | lxv. |
Langedyck | cxxxi. |
Ga naar margenoot+ Groede | xxxix. |
Heyloo | cviii. |
Lymmen | cxxxvii. |
Castricom rest over te zeynden. | |
Ackersloet | cvii. |
Uytgheest | clxvi. |
Heemskerck | lxxxviii. |
Haerlemmerlede | xlvii. |
Aeckendam | vi. |
de Woerdt | v. |
Vlielandt | xix. |
Den Busch | xi. |
Sparendam | lxxxiiii. |
Heemstede | xcvii. |
Hardinxvelt. | |
Alwaer bevonden zijn weerachtiger mannen | cxxvii. |
Zevenbergen. | |
Alwaer bevonden zijn | li. |
Leeck ende Wijdenes. | |
Aldaer bevonden zijn | cxcvii. |
Ga naar margenoot+ Jaersvelt | xcv. |
De Nyeupoort | cvi. |
Schellinchout | clxxxvii. |
Urck 't eylandeken | l. |
Onder den drost van Gorckem. | |
Arckel ende Ryetveld | lxviii. |
Keedichem | xxvi. |
Oosterwijck | xxxix. |
Nyeuwelandt | xliii. |
Leerbrouck | l. |
Middelcoep | xxxviii. |
Scheluynen | xliiii. |
Hoornaer | xliiii. |
Blocklandt | lviii. |
Noordeloes. |
Alwaer bevonden zijn weerachtiger mannen cxxx.
Ga naar margenoot+ De stede van Heusden alwaer bevonden zijn weerachtiger mannen ten nombre van.............. cxci.
't Geweer ende gescut deser stede.
Eerst xii spietsen, |
twee quartierslangen, |
vi serpentynen, |
xlvii dubbelde haecken. |
Noch vier quader steenbussen.
In den lande voorscreven.
Tot Engelen | ciii. |
Vlyemen | lxxxviii. |
Herpt | lv. |
Genderen | xviii. |
Drongelen | xl. |
Douveren | xxviii. |
Heesbeen | lxii. |
Aelburch | xlix. |
Wijck | cxii. |
Veen | xciiii. |
Babilonienbrouck | xxxv. |
Maeckende tsamen 't voorscreve landt van Heusden......... viiclxxi persoenen.
Ga naar margenoot+ Rotterdamme.
Binnen der selver stede zijn weerachtiger persoonen............ viiclxxxviii.
Behalven noch twee schutterien elcx van hondert persoonen....... facit iic.
't Geschut derselver stede.
Item voer arme volders, wevers ende andere visschers beneden de lx jaeren, nyet machtig eenich geweer te coopen, heeft de stede iic ende ii halve haecken.
Item lxii heele haecken in laden. |
Noch xcv geheele haecken met staerten. |
lii stormhaecken. |
Hondert spietsen. |
Groff geschut.
Acht halve slangen van yser. |
Negen quartier slangen. |
Een fuste. |
Een donderbus tot hagelgeschut. |
Ga naar margenoot+ Zeven yseren veltstucken op raden. |
Een metalen halve slange, |
xlvi enckel serpentijnen, |
vijff bussen op raden, |
noch xlviii bussen. |
De stede heeft achtervolgende tscryven van den heer van Eecke geleent ten dienste van Keyserlycke Majesteyt up Zyne Majesteyts scepen van oerloge in Zeelandt twee halve slangen, vier quartier slangen ende zesthien bussen.
Het dorp van Sint-Maerten ende Valckencooge brengt uyt an weerachtiger mannen | iicxx. |
Het dorp van de Liere | xcvii. |
Somme huius lateris | iiicxvii. |
[Totalis.] Somma van dezer quoyere te weeten van weerachtiger mannen | liimixcxxxiiii. |
Ga naar margenoot+ Boven welcken alsnoch resteren hun declaratie over te zeyndene nyettegenstaende henluyden tot meer stonden gescreven is omme te voldoen.
Eerst:
Die van Haerlem.
Der Goude.
Noch die navolgende dorpen.
Die van Heenvliet, Abbenbrouck, Hilfersem, Castricum.
Andere steden.
Woudrichem,
Heuckelom,
IJselsteyn.
Die van den Hage ende degheenen suppoosten van den hove.
Archives générales de Belgique. Documents concernants la Hollande, la Frise, l'Overyssel et Lingen. Cartulaires et manuscrits 12bis.
- voetnoot1)
- Rec. fol. 77; 86.
- voetnoot2)
- Rec. f. 86.
- voetnoot3)
- Rec. f. 85.
- voetnoot4)
- Wagenaar, Beschr. van Amst. XII p. 55.
- voetnoot1)
- Ik breng hier een woord van dank aan Mej. Dr. Moquette voor de welwillendheid, waarmede zij mij inlichtingen over deze aangelegenheid verstrekte.
- voetnoot2)
- Rec. f. 83.
- voetnoot3)
- Rec. f. 77.
- voetnoot4)
- Rec. f. 94.
- voetnoot1)
- 't Zoo belangrijke archief van den ‘Conseil Privé’ was in 1913 nog niet geordend.
- voetnoot2)
- Div. pièces XVIe sciècle no 1191 6. (Arch. Gén. de Belgique).
- voetnoot1)
- Over K's plannen tot regeling der financiën hoop ik in een afzonderlijk artikel te handelen.
- voetnoot2)
- Reg. v.d. Goes III 138.
- margenoot+
- [f. 72 vo.]
- margenoot+
- [f. 73.]
- margenoot+
- [f. 73 vo.]
- margenoot+
- [f. 74.]
- margenoot+
- [f. 74 vo.]
- margenoot+
- [f. 75.]
- margenoot+
- [f. 76.]
- voetnoot1)
- De opgegeven som klopt niet met 't totaal aantal weerbare manschappen in 't land van Voorne.
- margenoot+
- [f.76 vo.]
- margenoot+
- [f. 77.]
- margenoot+
- [fol. 77 vo.]
- margenoot+
- [f. 78.]
- margenoot+
- [f. 78 vo.]
- margenoot+
- [f. 79.]
- margenoot+
- [f. 79 vo.]
- margenoot+
- [f. 80 vo.]
- margenoot+
- [f. 81.]
- margenoot+
- [f. 81 vo.]
- voetnoot1)
- 't Getal ontbreekt.
- margenoot+
- [f. 82.]
- voetnoot1)
- 't Getal ontbreekt.
- margenoot+
- [f. 83 vo.]
- voetnoot1)
- In margine staat: Nota: Hier naer voldaen.
- margenoot+
- [f. 84.]
- margenoot+
- [f. 84 vo.]
- margenoot+
- [f. 85.]
- margenoot+
- [f. 85 vo.]
- margenoot+
- [f. 86.]
- margenoot+
- [f. 86 vo.]
- margenoot+
- [f. 87.]
- margenoot+
- [f. 87 vo.]
- margenoot+
- [f. 88.]
- margenoot+
- [f. 88 vo.]
- margenoot+
- [f. 90.]
- margenoot+
- [f. 90 vo.]
- margenoot+
- [f. 91.]
- margenoot+
- [f. 91vo.]
- margenoot+
- [f. 92.]
- margenoot+
- [f. 92vo.]
- margenoot+
- [f. 93.]
- margenoot+
- [f. 93vo.]
- margenoot+
- [f. 94.]