Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 25
(1904)– [tijdschrift] Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Utrechtsche kroniek over 1566-1576,
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 2]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van Bolhuis, die in Van der Monde's TijdschriftGa naar voetnoot1) een Proeve eener geschiedenis van het kasteel Vredenburg gaf, noch Roijaards, die in het Archief voor Kerkelijke GeschiedenisGa naar voetnoot2) een Proeve eener geschiedenis der Hervorming in de stad en provincie Utrecht het licht deed zien, hebben deze kroniek gebruikt, hoewel beide er een en ander aan hadden kunnen ontleenen. Ook later is het mij niet gebleken, dat iemand haar heeft geraadpleegd. Dat is te meer te verwonderen, daar de ‘Extractus summarius de origine tumultuum Belgicorum desumptus ex Isagoge Francisci Dusseldorpii,’ die bij het handschrift der kroniek ligt, vroeger en later meermalen is geraadpleegdGa naar voetnoot3). Het eenige bewijs, dat onze kroniek is gebruikt, vond ik in de omstandigheid, dat een mij onbekende hand (wellicht die van Dodt, hoewel zij moderner lijkt) hier en daar in margine verwijzingen naar Bor heeft aangebracht. In Dodt's tijd berustte het handschrift der kroniek nog met het geheele archief der Oud-bisschoppelijke Clerezy in de kerk in den Driehoek te Utrecht. Hoewel dit archief voor onderzoek volstrekt niet gesloten was, blijkt onze kroniek daar alleen door Dodt en later door Beger te zijn opgemerkt. Sedert eenige jaren is echter het bedoelde archief overgebracht naar het Rijksarchief in Utrecht, waardoor het veel meer in al zijn belangrijkheid in het volle licht is gekomenGa naar voetnoot4). Zoo trok ook deze kroniek de opmerkzaamheid van het Bestuur van het Historisch Genoot- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 3]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schap; het achtte haar belangrijk genoeg om haar ten minste in uittreksel uit te geven. Het richtte tot mij het verzoek om mij met de bewerking van deze uitgave te belasten. Ik heb daaraan gehoor gegeven, nadat ik mij had overtuigd, dat de meening van het Bestuur ook de mijne was.
Het folio-handschrift der kroniek is gebonden in een vrij modernen band met bruin lederen rug. Het telt 234 folia, ongerekend een aantal grootere en kleinere bladen, waarop aanvullingen en verbeteringen zijn geschreven. De papiermerken zijn de volgende: 1o. Een schild, beladen met een kapitale B, gedekt door een kroon; daarboven een klaverblad. Behalve dat de naam van den papierfabrikant Nicolas Lebé ontbreekt, is dit merk geheel gelijk aan het bij De Stoppelaar pl. XVI, no. 3 afgebeelde. Het is te stellen tusschen 1560 en 1570Ga naar voetnoot1). Het komt voor op fol. 1-76, 93-103, 108-111, 126-140, 163-170, 215-234. 2o. Een ongedekt schild, beladen met een stappenden haan. Het komt niet voor bij De Stoppelaar, maar moet uit de jaren 1550-1560 zijn; dit zoogenaamde hanenpapier was van Franschen oorsprongGa naar voetnoot2). Het komt voor op fol. 77-92. 3o. Een dolfijn, waarboven een klaverblad, eenige eeuwen lang een zeer bekend Fransch papiermerk, eenigszins gelijkende op de figuur bij De Stoppelaar pl. VIII nos 9 en 10Ga naar voetnoot3). Het komt voor op fol. 112-125, 141-143, 160-162, 171-199, 204-214. 4o. Een narrenkap, waaronder drie fleurons; daaronder een klaverblad, ongeveer overeenkomend met de figuren bij De Stoppelaar pl. XVI no. 13. Het | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 4]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
papier was Bazelsch fabrikaat en komt sedert 1578 tot in de zeventiende eeuw voorGa naar voetnoot1). Het wordt gevonden op fol. 144-159. 5o. Een soortgelijk figuur als no. 4, maar zonder klaverblad en met een W en een kruis. Niet bij De Stoppelaar, maar vermoedelijk uit denzelfden tijd als het vorige merk. Het komt voor op fol. 200 en 203. 6o. Een hand in manchet, waarboven een klaverblad, ongeveer het merk bij De Stoppelaar pl. XIII no. 4, een in de 15de en 16de eeuw zeer gewone papiersoortGa naar voetnoot2). Het komt voor op fol. 104-107 en 201 en 202. In het algemeen hebben wij dus te doen met papier uit de tweede helft der zestiende eeuw. Deze zes papiermerken stellen ons al dadelijk in staat het handschrift te ontleden, te meer daar de katernindeeling daarmede in verband staat. Katern 1-3 zijn successievelijk fol. 1-38, 39-76, 77-92. De vierde katern is eenigszins gecompliceerder. Zij bestond oorspronkelijk, evenals katern 1 en 2, uit 38 folia: fol. 93-103, 108-111, 126-140, 163-170; de tusschenliggende stukken zijn later ingeschoven. Evenzoo zijn in de vijfde katern (fol. 171-199, 204-214) fol. 200-203 ingeschoven. De vier laatste katernen zijn zeer klein, resp. fol. 215-221, 222-225, 226-233, 234. Met de door papiermerken en katernen gevonden indeeling komt die naar de handen zoo goed als volledig overeen. Hoewel het op het eerste gezicht duidelijk is te zien, dat er verschillende handen aan de kroniek hebben gewerkt, is het toch verre van gemakkelijk deze scherp van elkander te onderscheiden. Want het staat vast, dat alle handen niet | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 5]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
alleen uit denzelfden tijd dagteekenen, maar ook waarschijnlijk uit dezelfde omgeving afkomstig zijn. Zoo moet wel de groote overeenkomst bij eenig verschil in het karakter van het schrift worden verklaard. Deze overeenkomst is soms zoo groot, dat het twijfelachtig wordt of men hier en daar met twee handen of met gevarieerde schrijfwijzen van dezelfde hand te doen heeft; zij zal vermoedelijk moeten worden verklaard door de hypothese, dat de meeste schrijvers van deze kroniek uit dezelfde omgeving voortkwamen. Gelukkig geven hierbij de papiermerken en de katernindeeling eenigen vasten grond onder de voeten. Op grond van een langdurig onderzoek meenen wij de volgende handen te moeten onderscheiden: 1o. Hand I schreef fol. 1-76, 93-103, 108-111, 126-140, 163-170, 215-234. 2o. Hand II schreef fol. 77-92, 200-203. 3o. Hand III schreef fol. 104-107. 4o. Hand IV schreef fol. 112-125, 141-162, 171-199, 204-214. Wij verkrijgen dus het volgende schema.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 6]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoe nu deze verschillende eigenaardigheden te verklaren? Bij het doorlezen blijkt, dat katern III (fol. 77-92) en fol. 200-203, die door hand II zijn geschreven, tusschengevoegde gedeelten zijn; datzelfde is het geval met fol. 104-107. Men zou ze uit de kroniek kunnen lichten zonder den doorloopenden tekst in het minst te verbreken. Katern III bevat een uitvoerige beschrijving van den Bartholomaeusnacht, - fol. 200-203 een, na alles wat voorafgaat, vrij overbodig rapport over de vredesonderhandelingen van 1575, - fol. 104-107 het pardon van Alva van 27 Juli 1573. Minder gemakkelijk is het, om het na de uitscheiding van deze gedeelten overblijvende deel van de kroniek in zijn bestanddeelen te ontleden. De moeilijkheid is grooter dan het bovenstaande schema zou doen vermoeden. Want de bovengemaakte scheiding der handen valt niet samen met die der katernen of zelfs die der bladen. Gewoonlijk begint midden op de bladzijde een nieuwe hand. Er is evenwel een onderscheid tusschen de door de verschillende handen geschreven gedeelten te maken. Men kan zeggen, dat hand I in het algemeen het zuiver kroniekmatige van het handschrift afschreef, terwijl de andere handen voor de kopieën van de tusschengevoegde stukken hebben gezorgd. Zoo zijn | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 7]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
katern I, II, VI-IX geheel door hand I geschreven. Hoe de zaak verder in zijn werk is gegaan, leert ons het best katern IV. Licht men daaruit - met het bovenstaande schema kan de lezer dat gemakkelijk doen - alles wat niet door hand I is geschreven, dan blijven er fol. 93-103, 108-111, 126-140, 163-170 = 8 + 3 + 4 + 8 + 4 + 3 + 8 = 38 folia over, dus evenveel als katern I en II bevatten. De andere stukken zijn dus tusschengevoegd, maar zoo goed als onmiddellijk nadat het eerste gedeelte van de kroniek was geschreven. Dit laatste blijkt uit de wijze, waarop deze tusschenvoeging heeft plaats gehad. Om een voorbeeld te geven: op fol. 111recto eindigt de kroniek in hand I met een bericht van het vertrek van Alva naar Spanje den 18 December 1573. Daarbij sluit zich onmiddellijk aan het verhaal der gebeurtenissen van 1574, dat op fol. 126 aanvangt. Er is hier in het geheel geen gaping. Maar later vond de schrijver het noodig, hier de supplicatie van den Prins van Oranje en de Staten van Holland en Zeeland aan den Koning van Augustus 1574Ga naar voetnoot1) in te lasschen. Degene, aan wien hij dit opdroeg, begon onmiddellijk na de kroniek op fol. 111recto te schrijven en vulde verder fol. 111-125. Op dezelfde wijze, maar minder duidelijk te herkennen is de latere bijvoeging van fol. 141-162; alleen het papiermerk wijst hier uit, dat wij met een tusschengevoegd gedeelte te doen hebben, evenals het vorige ingevoegde stuk geschreven door hand IV. Deze zelfde hand schreef ook katern V, natuurlijk met uitzondering van de later ingevoegde folia 200-203; deze katern heeft dus 40 folia. De overige katernen zijn, zooals uit het schema blijkt, veel kleiner. Onze conclusie is dus, dat, afgezien van eenige gedeelten die onmiddellijk als invoegsels zijn te | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 8]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
herkennen, er twee handen aan de kroniek hebben gewerkt: één, die het grootste gedeelte van de eigenlijke kroniek schreef (hand I, fol. 1-76, 93-103, 108-111, 126-140, 163-170, 215-234) en één, die een groot deel der ingevoegde officieele stukken afschreef (hand IV, fol. 112-125, 141-162) en bovendien een gedeelte der kroniek zelf vervolgde (fol. 171-199, 204-214). Uit deze verhouding blijkt reeds, dat beide, hoewel afzonderlijk, toch gelijktijdig hebben gewerkt. Ook een andere omstandigheid spreekt daarvoor. Hun beider handen hebben zeer veel overeenkomst; de lettervorm is zoo goed als dezelfde; alleen is de tweede kleiner dan de eerste, en bovendien heeft de tweede een zwartere inkt gebruikt dan de eerste, die zich met een lichtere, rosse schrijfstof vergenoegde. Is nu een van beide handen die van den auteur der kroniek? De tweede zeker niet. Als een van beide die van den auteur moet zijn, dan kan men alleen denken aan den eerste, die het grootste gedeelte der kroniek schreef en aan de andere hand de officieele stukken en een klein gedeelte der kroniek overliet. Maar ook dat is niet het geval. Dat wordt bewezen door de volgende omstandigheid. Dezelfde hand, die het verhaal van den Bartholomaeusnacht inlaschte (hand II, fol. 77-92), heeft in den tekst der kroniek een groot aantal wijzigingen aangebracht. Veelal zijn die veranderingen van geen of weinig beteekenis; soms maken zij den tekst wat duidelijker; soms ook zijn het toevoegsels van meer of minder omvang; eindelijk ook worden enkele gedeelten der kroniek doorgehaald en door een nieuwe, verbeterde redactie vervangen. De lezer kan zich gemakkelijk van den aard dezer wijzigingen overtuigen, daar zij beneden aan den voet der bladzijde telkens zijn aangegeven. Welnu, wie | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 9]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
anders kan dergelijke veranderingen hebben aangebracht dan de schrijver der kroniek zelf? Zoowel de onbeduidende als de belangrijke veranderingen pleiten daarvoor. Een ander dan hij zou alleen de meer gewichtige verbeteringen hebben aangebracht, maar overigens den vorm onaangetast hebben gelaten. En aan den anderen kant sluiten de toevoegsels zoo goed bij den tekst aan, dat men zulk een eigenaardigheid alleen kan veronderstellen bij iemand, die zijn eigen werk corrigeert. Wanneer nu blijkt, dat de verbeteringen van de hand van den auteur zijn, dan is de tekst zelf niet door hem geschreven. Wij zullen ons de wording der kroniek dus zoo hebben voor te stellen, dat twee copiïsten naar aanteekeningen van den auteur zelf het handschrift hebben geschreven en den arbeid hebben verdeeld, zooals boven is aangeduid. Na de voltooiing der copie heeft de auteur het handschrift nagezien en verbeterd, waar hij het noodig oordeelde. Nog later heeft hij zelf ergens een beschrijving van den Bartholomaeusnacht gevonden, die gekopieerd (mogelijk vertaald naar een Fransch pamflet) en ze ingelascht; hetzelfde deed hij met het verslag der vredesonderhandelingen van 1575; bovendien vond hij elders een kopie van het pardon van Alva en voegde die ter plaatse in.
Wie en wat was nu de auteur van onze kroniek? Daarvoor geeft zijn geschrift slechts spaarzame inlichtingen en dat nooit opzettelijk. Van persoonlijke indrukken is weinig of geen sprake; de schrijver vertelt eenvoudig, wat hem belangrijk genoeg voorkwam om te boek te stellen; maar zijn persoon komt zoo goed als niet uit. Twee dingen intusschen staan vast. De schrijver woonde te Utrecht en was Katholiek. Het eerste blijkt uit de uitvoerigheid en de voorliefde, waarmede hij Utrechtsche gebeurtenissen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 10]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en toestanden beschrijft. Het tweede is duidelijk uit de wijze, waarop hij van de Calvinisten spreekt, wel is waar vrij gematigd, maar toch in afkeurenden zin. Toch is hij niet warm en vurig Katholiek genoeg om de Gorkumsche martelaren met meer dan een enkel woord vrij neutraal, zelfs onverschillig, te herdenken; misschien heeft dit later zoo beroemde feit in den tijd zelf weinig gerucht gemaaktGa naar voetnoot1). Maar in het ter dood brengen van ketters, dat in deze jaren te Utrecht zoo dikwijls plaats greep, zag hij blijkbaar geen bezwaar; ten minste nergens ontvalt hem daarover een woord van protest of zelfs van deernis over het lot dezer ongelukkigen. Daarentegen is onze kroniekschrijver vervuld van haat tegen de gevloekte Spanjaarden, de erfvijanden der Nederlanders, die veel erger dan de Geuzen het land verwoesten en uitplunderen. Ongetwijfeld hebben wij dus in den schrijver een dier gematigde Katholieken te zien, die, natuurlijk zonder sympathie voor de partij van den opstand, toch evenals de Geuzen het Spaansche bestuur ten uiterste verderfelijk achtten voor hun vaderland en daarom in den strijd veelal neutraal bleven; het zijn deze Katholieken geweest, die door hun lijdelijke houding ongetwijfeld het welslagen van den opstand en de overwinning van het Calvinisme en van de Statenpartij mogelijk hebben gemaakt. De schrijver, wiens gevoelens wij dus vrij goed kennen, noemt zijn naam nergens en evenmin zijn betrekking, ambt of waardigheid in de maatschappij. Terwijl het vruchteloos zou zijn naar zijn naam te vorschen, is zijn positie zoo al niet te bepalen, dan toch te benaderen. Ongetwijfeld bekleedde hij een aanzienlijk ambt te Utrecht. Hij moet immers kennis hebben kunnen nemen van tal van officieele stukken, die hij | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 11]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in zijn kroniek heeft ingelascht, zelfs van sommige, die in dien tijd verre van algemeen bekend kunnen zijn geweest. Voegen wij daarbij, dat de schrijver eene groote belangstelling aan den dag legt in staatsen vooral in rechtszaken, dan wordt het waarschijnlijk, dat wij met iemand te doen hebben, die in een der hooge colleges binnen Utrecht zitting had. Men zou daarbij kunnen denken aan een lid der Statenvergadering, aan een lid van de regeering der stad, aan een kanunnik van een der kapittelen. Maar het meest zijn wij geneigd te vermoeden, dat de schrijver onzer kroniek een raadsheer in het Hof van Utrecht was. Het is toch zeer opmerkelijk, dat hij zeer nauwkeurig en zorgvuldig de door het Hof uitgesproken vonnissen tegen ketters vermeldt, veelal met naam en toenaam en soms onder toevoeging van bijzonderheden, die wel niemand kon weten, die niet zeer nauw bij deze processen was betrokken. Een andere omstandigheid, die ons in deze richting doet zoeken, is de opmerkelijke nadruk, waarmede hij mededeelt, dat en hoe het personeel van het Hof onder de wapenen kwam, toen de Spanjaarden in de laatste maanden van 1574 Utrecht aanvielen en met plundering bedreigden. Zou bovendien een geestelijke, wanneer hij de plundering van de bibliotheek van het Dominicanerklooster verhaalt, wel hebben betreurd, dat er behalve de theologische, ook tal van juridische werken op deze wijze jammerlijk verloren zijn gegaan? Ook door de veronderstelling, dat de schrijver raadsheer in het Hof was, wordt zijn kennis van belangrijke staatsstukken verklaard. Het Hof van Utrecht bezat nog politieke rechten, riep met de Stadhouder de Staten bijeen en kon en moest dus kennis nemen van de ter zake dienende officieele stukken. Dit laatste ging des te gereeder, daar de Staten in het gebouw van het Hof vergaderden, waar ook hun archief werd bewaard. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 12]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nergens blijkt ook, dat de schrijver een geestelijke was. Nu is het waar, dat de kanunniken der kapittels - en aan dezen denk ik, als ik van geestelijken spreek - eigenlijk minder geestelijke dan wereldlijke dignitarissen waren, die als leden der Staten evengoed als b.v. een raadsheer van het Hof over verschillende regeeringszaken ingelicht waren. Op zich zelf is het dus geenszins onmogelijk, dat de schrijver rijver van onze kroniek een kanunnik zou zijn geweest. Het zou zelfs kunnen zijn, dat een toeval ons later het slot der kroniek in handen bracht en ons daarmede misschien den naam en den stand van den schrijver leerde kennen; het zou dan kunnen blijken, dat wij met een kanunnik te doen hebben. Maar zooals de kroniek nu voor ons ligt, hebben wij daarvoor geen enkele aanwijzing, laat staan een bewijs. Het eenige, waarop men zich kan beroepen, is het feit, dat de schrijver het Provinciaal concilie van 1568 te Utrecht vrij uitvoerig behandelt. Daar waren natuurlijk alleen geestelijken aanwezig. Maar wat bewijst dit? Moest onze kroniekschrijver daar tegenwoordig zijn om van het behandelde iets te weten te komen? Was dat een geheim en kan dat een geheim gebleven zijn voor de hooge magistraatpersonen te Utrecht? Vooral het Hof, dat zoo dikwijls in aanraking kwam met de kerkelijke zaken, moet daarvan wel op de hoogte zijn geweest. En tegenover deze éene aanwijzing staan bovendien andere, die ons meer aan een magistraat dan aan een kanunnik doen denken. Maar natuurlijk kan van eenig bewijs in den strikten zin geen sprake zijn. In ieder geval moeten wij den schrijver in de conservatieve, Katholieke, gegoede regeeringskringen zoeken, hij moge dan kanunnik, raadsheer of wat dan ook zijn geweest.
Hoe weinig wij ook van den auteur onzer kroniek | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 13]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
weten, dat weinige kan ons een maatstaf aan de hand doen voor de beoordeeling van de waarde van zijn berichten. Het ligt voor de hand, dat hetgeen hij ons over Utrechtsche gebeurtenissen en toestanden mededeelt, vooral van belang is. Dat alles heeft hij bijgewoond; dat alles kan hij nauwkeurig weten. Bij gebeurtenissen, die wat verderaf plaats hadden, bestaat die mogelijkheid in veel mindere mate. Wat in Friesland en Zeeland, wat in de Zuidelijke Nederlanden, wat ten slotte in het buitenland voorviel, kon hij slechts van hooren zeggen of lezen kennen en is dus in zijn kroniek van minder belang; bovendien is dat in den regel wel, en dikwijls beter, van elders bekend. Dit verschil in de waarde van de berichten van onzen schrijver gaf mij tevens een maatstaf aan de hand voor de schifting van de al of niet uit te geven gedeelten. Ik wees er boven reeds ter loops op, dat de kroniek mijns inziens verdient te worden uitgegeven, maar slechts in uittreksel. Een uitgave in extenso is reeds daarom onnoodig, omdat de schrijver in zijn verhaal tal van documenten, in hoofdzaak officieele stukken, heeft ingelascht, die voor het grootste deel reeds bij Bor en andere geschiedschrijvers van dien tijd gedrukt staan. Het spreekt van zelf, dat het geheel onnoodig is deze stukken in onze uitgave te herdrukken. Maar behalve deze documenten, waarbij steeds naar Bor is verwezen, moesten nog uitgeschoten worden die gedeelten, waarop boven is gewezen, waarin niet-Utrechtsche gebeurtenissen en toestanden worden behandeld. Blijkbaar zijn zij veelal door den schrijver opgenomen om ze zelf te onthouden en omdat hij nu eenmaal een tijdskroniek te boek stelde. Maar het spreekt van zelf, dat het geheel onnoodig is, al deze algemeen bekende zaken in deze uitgave op te nemen. Wat alleen noodig is onder de oogen der belangstellenden te | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 14]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
brengen, zijn de gebeurtenissen, die de schrijver in zijn omgeving zag afspelen of waaromtrent hij van vertrouwbare personen iets had gehoord. Het overige is in onze uitgave alleen door een korte inhoudsopgave aangewezen. Welke is nu het karakter en de waarde van deze kroniek? Zij is geen dagboek, geregeld bijgehouden als de oude annalen, maar een opteekening der feiten na dato, soms, zooals te bewijzen is, geruimen tijd daarna. Zoo wordt b.v. bij het bericht van het gezantschap van Bergen en Montigny naar Spanje dadelijk beider droevig uiteinde vermeld. Het spreekt evenwel van zelf, dat deze omstandigheid de waarde der berichten in geen enkel opzicht vermindert; het ligt toch voor de hand, dat niemand zulk een tijdsverhaal met data enz. en gestaafd door officieele stukken uit zijn geheugen neer kan schrijven; vermoedelijk zal onze auteur aanteekeningen van zichzelf, wellicht ook van anderen hebben gebruikt. Naar deze aanteekeningen is dan ten slotte de kroniek afgeschreven door twee kopiïsten, zooals wij boven aantoonden. Wij zijn geneigd daarbij te denken aan klerken van de griffie van het Hof; wellicht, dat daardoor ook de overeenkomst in het schrift van beide is te verklaren. Toch heeft de kroniek weinig van een in het net geschreven stuk; door de veranderingen, die de auteur later nog heeft aangebracht, ziet het handschrift er hier en daar vrij gehavend uit. Soms is zelfs niet zonder bezwaar uit te maken, wat de schrijver ten slotte als de definitieve lezing wil hebben aangemerkt. Hoewel in het algemeen vrij goed te lezen, is de kroniek soms door deze veranderingen een ware crux interpretum. Wat de innerlijke, de historische waarde van de kroniek betreft, is het volgende op te merken. Hoewel zij natuurlijk allerlei bekende zaken mededeelt, kan | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 15]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zij toch bij alles, wat reeds over dezen tijd is gepubliceerd, met vrucht worden geraadpleegd. Voor een deel is haar waarde hierin gelegen, dat zij ons voor tal van feiten de juiste data opgeeft, waardoor vele berichten worden gepreciseerd. Zoo vinden wij b.v. hier den juisten duur geconstateerd van het bezoek van den Prins van Oranje te Utrecht en te Amsterdam in het laatst van 1566 tot voltrekking van het accoord van 23 Augustus van dat jaar. Zoo kan van verschillende gebeurtenissen, te Utrecht en elders voorgevallen, met behulp van onze kroniek het juiste tijdstip en dus het juiste verband worden vastgesteld. Maar ook overigens heeft zij waarde. Tal van bijzonderheden deelt zij mede, die niet van elders bekend zijn. Wij wezen er reeds op, dat zoowel Van Bolhuis voor zijn studie over het Beleg van Vredenburg als Kist voor zijn artikel over de Hervorming te Utrecht haar met goed gevolg hadden kunnen gebruiken. De openbare preek en de beeldenstorm te Utrecht, de handelingen van den Prins van Oranje te Utrecht op het einde van 1566 aldaar, het optreden van Brederode te Vianen en te Amsterdam, de synode van het aartsbisdom Utrecht in 1568, het proces, aan de stad Utrecht voor den Raad van Beroerten aangedaan en in 1571 door een veroordeelend vonnis geëindigd, de geloofsvervolgingen in Utrecht, waar zoo talrijke slachtoffers vielen, de in 1572 in Holland uitgebroken oorlog, waarbij het koningsgetrouwe Utrecht zoo nauw was betrokken, de vredesonderhandelingen van 1574, de muiterij der Spaansche soldaten in dat jaar en hun aanval op Utrecht, de vredesonderhandelingen te Breda in 1575 worden uitvoerig door onzen kroniekschrijver besproken. Over al deze gebeurtenissen deelt hij gewichtige bijzonderheden mede, al moet worden toegegeven, dat onze kennis van den algemeenen gang van zaken er niet door verandert. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 16]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maar voor ieder, die de afzonderlijke gebeurtenissen van deze veelbewogen jaren onderzoekt en daarbij de puntjes op de i wil zetten, geeft deze kroniek zeer gewenscht materiaal. Daarbij komt, dat de auteur zeer nauwkeurig blijkt te hebben gewerkt; op bepaalde fouten heb ik hem zoo goed als nooit, op vergissingen zelden betrapt. Maar er is nog iets anders, dat aan onze kroniek waarde geeft. Waar het de geschiedenis van den opstand betreft, gaan wij meestal terug tot Bor en zijn tijdgenooten. Het ligt evenwel voor de hand, dat deze geschiedschrijvers, die later leefden dan de door hen beschreven gebeurtenissen, hun berichten moeten hebben ontleend aan anderen. Mondelinge overlevering zal daarbij uit den aard der zaak een belangrijke rol hebben gespeeld; wij weten b.v., dat Hooft herhaaldelijk uit den mond van nog in zijn tijd levende ooggetuigen allerlei belangrijke berichten omtrent den tijd der troebelen heeft vernomen. Maar aan den anderen kant moeten er schriftelijke bronnen, dagboeken, memoires, losse aanteekeningen en dergelijke door onze geschiedschrijvers zijn gebruikt. Al hebben Bor, Van Meteren, Hooft en zoovele anderen ook officieele stukken mogen gebruiken, er is veel gebeurd, dat uit geen officieel document is op te maken; zelfs kunnen deze niet het kader van hun geschiedverhaal hebben geleverd. Evenals de kroniek van Beka voor de oudste gedeelten moet getrokken zijn uit oudere kronieken, evenzoo moeten vele verhalen van de geschiedschrijvers van onzen opstand berichten zijn uit de tweede hand. Van deze oudere bronnen zijn ons eenige bewaard. Om alleen bij de Noord-Nederlandsche geschiedenis te blijven, noemen wij de beschrijving van het beleg van Haarlem door Van Rooswijck, die van het beleg van Alkmaar van Nanning van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 17]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Foreest, verder het verhaal van het beleg en ontzet van Leiden van Jan Fruytiers, het verslag der vredesonderhandelingen te Keulen in 1579 door Aggaeus Albada, de memoriën van Fresinga, enz. Tot deze soort van geschriften behoort ook onze Utrechtsche kroniek; zij is zulk een primitieve opteekening van gelijktijdige gebeurtenissen. Daarin ligt haar waarde; daarom heb ik mij met haar publicatie belast. Is onze kroniek nu ook door geschiedschrijvers gebruikt? Men is geneigd bij het stellen van deze vraag in de eerste plaats te denken aan Bor. Bor was in 1559 te Utrecht geboren en was daar ook in lateren tijd als notaris gevestigd. Eerst na 1615 verliet hij deze stad en vestigde zich na zijn benoeming tot rentmeester van Noord-Holland te Haarlem. Hoewel zijn levensloop chronologisch nog niet geheel vaststaat, is het toch wel aan te nemen, dat hij het grootste gedeelte van zijn leven, ongeveer tot zijn zestigste jaar, te Utrecht heeft doorgebracht. Daar heeft hij ook voor een groot deel zijn bekend geschiedwerk geschreven en zeker voor een nog grooter deel de stof ervoor verzameld. Het waren ook de Staten van Utrecht en de regeering der stad, die hem uitnoodigden het omvangrijke werk te voltooien en hem niet alleen de benoodigde officieele stukken verschaften, maar ook anderen uitnoodigden datzelfde te doen. Eerst later verkreeg hij van de Staten van Holland een gelijke gunstGa naar voetnoot1). Zoo iemand, dan kan dus Bor in de gelegenheid zijn geweest om onze Utrechtsche kroniek, die hem over tal van bijzonderheden de inlichtingen van een ooggetuige kon geven, te kennen en te gebruiken. Maar al is het mogelijk en zelfs waarschijnlijk, is het daarom ook waar? Inderdaad kan het worden bewezen, dat Bor ten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 18]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
minste een gedeelte van onze kroniek heeft gebruikt. Vergelijkt men, zooals beneden is geschied, het verhaal der vredesonderhandelingen tusschen den Koning en de rebellen, door bemiddeling van Champagney en Marnix in 1574 gevoerd, zooals het voorkomt in onze kroniek en bij Bor, dan kan men tot geen andere gevolgtrekking komen, dan dat beide teksten, sommige uitlatingen en invoegingen buiten rekening gelaten, zoo goed als woordelijk met elkander overeenkomen. Daar het nu geheel in strijd is met het karakter onzer kroniek als tijdsgeschrift en met den tijd van haar ontstaan, om te veronderstellen dat zij uit Bor, of dat beide uit eenzelfde, trouwens onbekende bron hebben geput, moeten wij tot de conclusie komen, dat ten minste voor dit gedeelte Bor onze kroniek heeft gekend en gebruikt. Er is evenwel één bezwaar tegen deze opvatting, dat wij moeten bespreken. Bor heeft het verhaal van de vredesonderhandelingen van 1574 zoo goed als woordelijk uit onze kroniek overgenomen. Dat staat vast, maar ook dat alleen. Of liever, omgekeerd staat vast, dat Bor het verdere gedeelte der kroniek niet heeft gebruikt. Hoewel hij in den regel de Utrechtsche gebeurtenissen vrij uitvoerig behandelt en dus daarvoor in onze kroniek een uitstekende bron zouden hebben gehad, heeft hij deze blijkbaar, behalve voor het verhaal der vredesonderhandelingen van 1574, nergens gevolgd. Het is mogelijk, dat hij ze heeft ingezien en dat hij er een en ander uit heeft overgenomen. Maar doorloopend gebruikt heeft hij ze niet. Dat wordt duidelijk bewezen, wanneer men b.v. naast elkander legt de beschrijving der vredesonderhandelingen te Breda in 1575, zooals die in onze kroniek is te vinden en zooals zij bij BorGa naar voetnoot1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 19]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voorkomt. Natuurlijk, wanneer twee hetzelfde vertellen, is er steeds veel overeenkomst, maar, met een variant van het oude spreekwoord, het is daarom nog lang niet hetzelfde. Er is overeenkomst in den loop van het verhaal en in vele bijzonderheden; de ingevoegde officieele stukken zijn natuurlijk dezelfde. Maar daartegenover staat toch veel verschil; de volgorde der onderdeelen is niet dezelfde; sommige daarvan worden door de kroniek, andere weer door Bor uitvoeriger medegedeeld; soms ontbreekt hier, dan daar een bijzonderheid, een naam, een datum enz. Er is niet meer overeenkomst dan er altijd zal zijn tusschen twee teksten, die dezelfde feiten verhalen. Er is in ieder geval geen spoor van een bewijs voor een nadere betrekking. Dezelfde conclusie dringt zich op, wanneer men b.v. het verhaal van den mislukten aanslag der Spaansche troepen op Utrecht in 1574 eerst in onze kroniek en vervolgens bij BorGa naar voetnoot1) naleest. Ook hier, waar Bor in onze kroniek een uitvoerig verhaal van een ooggetuige over deze belangrijke gebeurtenis had kunnen vinden, heeft hij haar blijkbaar niet gevolgd. Hoe nu deze tegenstrijdigheid te verklaren, dat Bor aan den eenen kant een belangrijk gedeelte zoo goed als woordelijk aan onze kroniek heeft ontleend, maar aan den anderen kant haar in andere gedeelten niet heeft gevolgd? Ongetwijfeld alleen op deze wijze, dat Bor behalve onze kroniek ook nog tal van andere bronnen ten dienste stonden. Dat dergelijke tijdsgeschriften over de Utrechtsche gebeurtenissen en toestanden bestonden, wordt bewezen zoowel door onze kroniek als door het indertijd door mr. S. Muller Fz. in deze Bijdragen en MededeelingenGa naar voetnoot2) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 20]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uitgegeven verhaal van het beleg van het kasteel Vredenburg in 1576 en door de Utrechtsche kroniek van 1576-1597, in de Kronijk van ons GenootschapGa naar voetnoot1) voor jaren gepubliceerd. Zulke bronnen heeft Bor, gelijk wij nu weten, gebruikt. Welnu, wat is waarschijnlijker dan dat hij heeft gedaan, wat ieder geschiedschrijver doet of ten minste behoort te doen, namelijk door vergelijking zijner bronnen de beste heeft uitgezocht en daaruit heeft geput, en waar er geen reden voor een bepaalde voorkeur was, uit de verschillende lezingen van hetzelfde verhaal een nieuw verhaal heeft opgebouwd, dat naar zijn meening het dichtst de waarheid naderde? Het eerste heeft Bor gedaan met het verhaal van de vredesonderhandelingen van 1574, waar hij onze kroniek volgde. Hetzelfde of wellicht ook het andere deed hij, toen hij de geschiedenis der vredesonderhandelingen van 1575 en van den aanval der Spaansche muiters op Utrecht in 1574 of naar een andere of naar verschillende bronnen bewerkte; onder deze laatste kan dan weer onze kroniek zijn geweest. Onze eindconclusie is dus, dat Bor onze kroniek zeker voor een deel, misschien voor een ander deel heeft gebruikt. Hebben ook andere geschiedschrijvers onze kroniek gekend en gebruikt? Allereerst komen hier natuurlijk zij in aanmerking, die evenals Bor te Utrecht woonden, vervolgens zij, die ten minste met die stad in betrekking stonden. Wanneer men rondzoekt onder onze Nederlandsche geschiedschrijvers, is de oogst in dit opzicht gering. Haraeus was wel uit een Utrechtsch geslacht gesproten, maar in 1547 te Leuven geboren en had ook overigens zeer weinig betrekking met UtrechtGa naar voetnoot2). Daar zijn boek De initiis tumultuum | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 21]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Belgicorum slechts over de jaren 1555 tot 1567 loopt, zou hij slechts het begin van onze kroniek hebben kunnen gebruiken; bij vergelijking blijkt het evenwel, dat hij haar niet heeft gekend. Een tweede auteur, die ten minste tot het Utrechtsche land in betrekking stond, was Michael van Isselt, die hoogst waarschijnlijk te Amersfoort is geboren. Hij was te Utrecht opgeleid en studeerde daarna te Leuven; daarna keerde hij naar zijn vaderstad terug, waar hij bleef, totdat hij in 1579 werd verbannen. Hij zwierf sedert rond, woonde veelal te Keulen en stierf in 1597 te HamburgGa naar voetnoot1). Voor zijn Sui temporis historia, die de geschiedenis der troebelen van 1555 tot 1586 behandelt, zou hij onze kroniek hebben kunnen gebruiken; of dat evenwel het geval is, is mij bij vergelijking der beide teksten niet gebleken. Evenmin vond ik bij de andere geschiedschrijvers van dezen woeligen tijd een spoor van het gebruik van deze kroniek. Ook in lateren tijd is het handschrift, voor zoover ik heb kunnen nagaan, niet ingezien. Als van zelf rijst natuurlijk de vraag, of de ijverige onderzoeker van de kerkgeschiedenis van Nederland, Van Heussen, de kroniek ook kan hebben gekend. A priori zou men verwachten, dat dit wel het geval moet zijn geweest. De vicaris bezat een groote collectie documenten betreffende het Katholiek verleden; het grootste gedeelte van zijn omvangrijke werken, de Historia Episcopatuum en de Batavia Sacra, zijn met behulp van die documenten samengesteld. Het schijnt dus niet onmogelijk, dat het handschrift in zijn bezit is geweest; zijn schriftelijke nalatenschap is aan het archief van het Utrechtsche kapittel gekomen. Nog waarschijnlijker wordt dat vermoeden, wanneer wij bedenken, dat Van Heussen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 22]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het extract uit Dusseldorp, dat bij onze kroniek wordt bewaard, heeft gekend en gebruikt. Maar ook hier is het waarschijnlijke toch niet waar. Ik heb ten minste geen enkel bewijs gevonden, dat onze vicaris de kroniek voor zich had, toen hij zijn werken schreef. Zelfs ben ik geneigd nog positiever te spreken en te zeggen, dat hij het handschrift niet heeft gekend. Zou hij anders geheel gezwegen hebben van de Utrechtsche synode van 1568, waarover onze kroniek hem vrij uitvoerige berichten kon geven? Waarschijnlijk toch wel niet. Waar hij het Provinciaal Concilie van 1565 terecht belangrijk genoeg vond om er de acta van af te drukken in zijn Batavia Sacra (II, 25 vlg.), daar zou hij ongetwijfeld wel hebben gewag gemaakt van dat van 1568, als hij daarvoor een goede bron had gehad. Nu wij bovendien volstrekt niets weten aangaande de geschiedenis van het handschrift, is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat het na Van Heussen's dood met een katholieken boedel in het archief der Clerezy is gekomen. Dat ten minste het uittreksel uit Dusseldorp er verder in geen verband mede staat, wordt beneden waarschijnlijk gemaakt. Dus ook uit het feit, dat beide handschriften in één portefeuille worden bewaard, mag niet het bewijs worden getrokken, dat, nu Van Heussen het eene onder de oogen heeft gehad, hij ook het andere moet hebben gekend.
De vraag naar de door onzen schrijver gebruikte bronnen is spoedig beantwoord. De schrijver had, gelijk wij zagen, toegang tot de vele officieele documenten; hij heeft daarvan een groot aantal in zijn kroniek ingelascht. Voor het overige kan men van zijn bronnen weinig zeggen; hij teekende eenvoudig op, wat hij had gezien, wat hem ter oore kwam, in het algemeen wat hem belangrijk genoeg voorkwam om te boek te stellen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 23]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De vraag rijst, of onze kroniek in nauw verband staat tot twee andere geschiedbronnen: de Annales van Dusseldorp en het bovengenoemde Verhaal van het beleg van het kasteel Vredenburg. Op een mogelijke betrekking met Dusseldorp werd mijn aandacht gevestigd door het feit, dat bij het handschrift ligt een ‘Extractus summarius de origine tumultuum Belgicorum, desumptus ex Isagoge Francisci Dusseldorpii’Ga naar voetnoot1). Is er verband tusschen beide, en zoo ja, welk? Uiterlijk hebben beide handschriften zeker niets met elkander te maken. Het uittreksel uit Dusseldorp moet evenals diens Annalen zelf in de 17de eeuw en wel na 1616 geschreven zijn, dus minstens veertig jaar later dan onze kroniek. Noch papier noch schrift hebben iets met elkander gemeen. Ik vermoed zelfs, dat beide handschriften pas zeer laat, wellicht pas in de negentiende eeuw, bij elkander in één portefeuille zijn gevoegd. De band toch der kroniek is uit de negentiende eeuw; waarschijnlijk zou, waren beide handschriften toen al bij elkander geweest, ook het uittreksel uit Dusseldorp zijn gebonden, hetzij te zamen met de kroniek, hetzij afzonderlijk. Ook innerlijk bestaat er geen verwantschap. Uit den aard der zaak deelt Dusseldorp een en ander mede, dat in onze kroniek wordt vermeld, maar ik heb bij vergelijking geen enkele bijzonderheid gevonden, die Dusseldorp alleen aan onze kroniek kan hebben ontleend. Integendeel vertelt hij gewoonlijk veel meer dan onze onbekende schrijver. Eenigszins meer aanleiding bestaat er te denken aan verwantschap met het verhaal van het beleg van het kasteel VredenburgGa naar voetnoot2). Wat mr. Muller omtrent | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 24]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den auteur van dat verhaal mededeelt, is zeker van toepassing op den schrijver van onze kroniek. Beide behoorden tot de aanzienlijkste Utrechtsche klassen; beide waren gematigd en conservatief in hun godsdienstige en politieke gevoelens; beide eerbiedigden den Koning en de Kerk; beide hadden een afkeer van de nieuwe religie, vooral van de uitspattingen van haar dweepzieke aanhangers; beide haatten de Spanjaarden innig en beschouwden hen als de bewerkers van alle ongelukken van hun vaderland; geen van beide had sympathie voor den Prins van Oranje en de zijnen; beide waren uitstekend ingelicht omtrent hetgeen in de regeeringscollegiën voorviel. Ook de wijze van bewerken der kroniek en van het verhaal is dezelfde; beide zijn geschreven door een afschrijver en later gecorrigeerd door den auteur. Inderdaad, de verleiding is groot bij zooveel overeenkomst aan een en denzelfden auteur te denken. Het is verleidelijk in het Verhaal van het beleg van Vredenburg het vervolg op onze kroniek te zien. Maar bij nauwkeuriger beschouwing rijzen er onoverkomelijke bezwaren. De kroniek is een tijdsverhaal, door den schrijver neergeschreven alleen om voor zichzelf te boek te stellen wat hij wilde onthouden; het Verhaal is een geschiedwerk, opgesteld met een bepaald doel en blijkbaar voor den druk bestemd. Terwijl ik in den schrijver der kroniek een raadsheer van het Hof meen te moeten zien, neemt mr. Muller op goede gronden aan, dat de auteur van het Verhaal een geestelijke was en wel een kanunnik van St. Marie. Ten slotte deed de vergelijking der handschriften de deur dicht. Het handschrift der kroniek is een foliant, dat van het verhaal een kwartijn. Bovendien verschilt het schrift zoo belangrijk, dat aan eenzelfden schrijver eenvoudig niet kan worden gedacht. Dat geeft hier den doorslag, omdat in beide gevallen de | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 25]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hand van den auteur zelf tevens die van den corrector is. Er blijkt dus in het geheel geen verband tusschen onze kroniek en het Verhaal van het beleg van Vredenburg te bestaan.
Wat de wijze betreft, waarop ik de uitgave heb bewerkstelligd, heb ik mij gehouden aan de traditie van dit Genootschap, zooals die in het laatste jaarverslag door het Bestuur in geformuleerdGa naar voetnoot1). Wilde men een kroniek als deze, die handelt over een zoo belangrijk tijdvak, in verband brengen met de bestaande literatuur over dezen tijd, deze uitgave zou belangrijk zijn uitgedijd, of liever zij zou misschien nooit zijn tot stand gekomen. Ik heb mij dan ook beperkt tot een vergelijking met Bor, omdat, gelijk wij zagen, onze kroniek met dezen in eenige betrekking staat. Verder heb ik zooveel mogelijk de medegedeelde feiten gecontroleerd. Bij de talrijke vonnissen van ketters heb ik steeds naar Marcus en andere publicatiën van dergelijke stukken verwezen. Zooveel mogelijk heb ik ten slotte de door den schrijver genoemde personen terecht gebracht, al is mij dat niet altijd gelukt; de plaatselijke bijzonderheden zijn verklaard. H.B. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Memorie van de troubelen in de Nederlanden van den Jare 1566 tot 1577, autentijcq met verscheyde resolutien, extracten ende brieven daertoe specterendeGa naar voetnoot2).fol. 1. Brieven van Segovia. Compromis der edelen. Aanbieding van het smeekschrift. fol. 2. Aanspraak van Brederode. (Bor, fol. 41.) fol. 3. Smeekschrift. (Bor, fol. 41 vlg.) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 26]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fol. 5. Antwoord der Gouvernante. (Bor, fol. 42.) fol. 6. Repliek der edelen. (Bor, fol. 42.) fol. 7. Oorsprong van den naam Geuzen. Bergen en Montigny naar Spanje gezonden. Pasquillen. Openbare preek.
fol. 8. Ende woorden mede op den XV Augusti, wesende Assumptionis Marie, buyten die stadt Utrecht in een plaetze genaempt LoefvehoudtGa naar voetnoot1) geprecdt die leringhen ende secte van Jo. CalvineGa naar voetnoota) by eenen mandemaeckerGa naar voetnoot2) van zijn ambachtGa naar voetnootb), die aldaer gehaelt endeGa naar voetnootc) gebrocht was van Amsterdam by Willem van Nyvelt van Arsberch ende Dirrick | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 27]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cater, hoefden van de Geusen ende sectarisen binnen UtrechtGa naar voetnoot1). Waernae mede tot twee ofte drie reysenGa naar voetnoot2) geprect is gewestGa naar voetnoota) buyten die Tollestepoorte in de bomgaert vande LantcommandeurGa naar voetnootb)Ga naar voetnoot3) by eenen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 28]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verlopen monninck van Middelborch, geboren sijnde van Utrecht, Schelen Gerrit genaemptGa naar voetnoot1); daer telcke reyse voel volcx, soe uuyt nyescherricheyt als quaetwillicheyt ende totter secte genegen wesende, haer in de sermonen begeven hebben teghens danck ende in weerwille van de Magistrat, die sulcx gheer belet hadden, ten ware men voir quader ende meerder inconvenienten (als van oploop, morderie ende plonderinghe onder den borgeren ende inwoonderen, die lichtelick tot sulcx occasie gesocht ende genomen souden hebben) niet bevrest en ware gewestGa naar voetnoota)Ga naar voetnoot2). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 29]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fol. 8. Conferentie van St. Truyen. Beeldenstorm.
fol. 8v. Hebben mede van gelijcken die van de nyewen religieGa naar voetnoota) binnen der (?) stadt vanGa naar voetnootb) Utrecht op den XXIIII Augusti, wesende den dach van St. BartholomeusGa naar voetnootc)Ga naar voetnoot1); ende naerdat zylieden in den voors. bomgaertGa naar voetnootd) haer predicatiën gedaen hadden, zijn sommighe van hemliedenGa naar voetnoote) teghens den avont in St. Gertruyden kercke gegaenGa naar voetnootf), daer sy die beelden eerst hebben beginnen te brecken endeGa naar voetnootg) van boven neder vuyt denGa naar voetnooth) aultaren terstoten; daer die hoefden ende conducteurs af waren Floris die Scheymaecker ende Gelis Spaens met zijn soenen, messenmaeckersGa naar voetnoot2).
Den XXV Augusti, wesende SonnendachGa naar voetnoot3), heb- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 30]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bendeGa naar voetnoota) weder ter plaetse voirs. haer predicatie gedaen (daer veele vremde sectarisen soe van Vianen, Culenborch, Yselsteyn als van anderen omliggenden steden ende dorpen hemlieden alstoen by den anderen in 't sermoen vergadert hebbenGa naar voetnootb), zijn zyluydenGa naar voetnootc) tsamen, als 't sermoen gedaen was, mit een groot gedruys jeghens den middach binnen Utrecht gecommen; (fol. 9.) soedat die regierders der stadt Utrecht ziende die menichte van alle dat vrempt volck ende bedeucht zijnde, dat alle die kercken ende closteren voirts gedestrueert souden hebbenGa naar voetnootd) moeghen woorden, hebben hem by hemlieden gevonden op St. Marien-kerckhooff onder die lindenboom, daer die geusenGa naar voetnoote) in grooten getalle by den anderen ver- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 31]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gadert waren, om een exploit te doen, als zy seyden, ofte zy wilden niet gemaektGa naar voetnoota) binnen der stadt een kercke geopentGa naar voetnootb) hebben, daer zy vrilicken ombecroent van ymanden haer predicatiën moechten doen; zulcx dat die regie[r]ders mit hemlieden alsdoen int vrundelic versproken ende overcommen zijn, als dat zylieden ophouden souden van eyt te doen ofte te attenteren den tyt van vierGa naar voetnoot1) daghen, totdat die regierders aen die Hartoghinne van Parma Regente gesonden souden hebben; 't wellic zylieden aen handen van Jan BoolGa naar voetnoot2) burgemeester beloefden te doen ende zijn alsoe vandaen gescheydenGa naar voetnootc). MaerGa naar voetnoot3) recht op die noennen, nietteghenstaende haer beloeften, zijn die sectarysen gecommen voir die Burkercke mit bylen, hameren, houwelen, helbaerden, gaveleynen, sweerden, spyssen, stocken ende anderen diergelycken instrumenten; danGa naar voetnootd) alsoe zij die gesloten vonden, soe heeft Jan B. van Ameronghen, slotemaecker ende stadtmeesterGa naar voetnoot4), dieselve | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 32]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(fol. 9v.) mit sijn instrumenten opgesteken; ende daerinne gecommen wesende, hebben allen die aultaren ende beelden, groot ende cleyn, het heylich sacramentshuys, die organen, gestoelten ende alle datter inne was, gebroken, van boven nedergestoten, in stucken gesmeten ende allen die boecken van der kercke aen stucken gescheurt. Treckende soe voorts mit een groote furie ende gedruys naer St. Jacopskercke, ende van daer nae den Minderbroeders ende Predikerbroeders, doende alomme van gelijcke, verbrandende haerlieder librariën ende boecken, soe in den geestelycken als weerlicken rechten ende anderen faculteyten, een groote schat werdich wesendeGa naar voetnoot1); ende opdat die te beter branden souden, hebben allen die boteren ende olie, die in den conventen wasGa naar voetnoota), daerinne geworpen; hebben oic die twee conventen van binnen alsoe verdestruert, datter weynich geheels in gebleven is wesende; die monicken verstroyt ende elcx zijn weechs vuyt den conventen gelopenGa naar voetnootb). Gedurende deseGa naar voetnootc) furie ende destructie van den noene totten avont, daer die conducteurs ende hoefden af waren Willem van Nyvelt van Arsberch, Dirric CaterGa naar voetnoot2), Jacop Cosinsz. mit zijn soen, schoenmaeckers, Jan B. van Amerongen mit | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 33]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zijn soen, slotmaeckersGa naar voetnoot1), Caerl die clermaecker, Jelis Spaens mit zijn soenen ende Cornelis van Leewen mit zijn broeder, messemaeckers, Floris die scheymaeckerGa naar voetnoot2) ende meer anderen, altesamen lieden van cleynen conditiën, mestendeel al ambachtslieden, (fol. 10.) weversjongens ende mesterGa naar voetnoota), ende huyslieden, die daertoe by de sectarysen eensdelsGa naar voetnootb) geheurt waren ende by Jan Berntz. clermaecker, als daertoe gecommittert wesende, betaelt woordenGa naar voetnoot3); die men altesamen lichtelick soude hebben cunnen resisteren, soe verre men gheen vrese gehadt en hadde voir het castel van Vredenborch ende den gemeenten, die men niet en wiste hoe sterck dat zy waren, die haer die saecke anders hadde moegen moyen. Soedat het een permissie ende plaghe van God de Heere geweest isGa naar voetnootc), dat die sectarisen met soe cleynen volck die kerckendommen in den Neder- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 34]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
landen soe stoutelick verdestruert ende geschendt hebbenGa naar voetnoota)Ga naar voetnoot1). Den 26 Augusti des anderendaechs zijn sylieden voirts gegaen in die parochiekerckenGa naar voetnootb) van St. Nicolaes ende St. Gertruydt, daer zy van gelycken allen die aultaren ende beelden voirts ende aen stucken gesmetenGa naar voetnootc) verdestrueert hebben. Opden 27 Augusti is by provisie ende op het behagen van de Harthoginne van Parma Regent ende den Prince van Oraengen als stadthouderGa naar voetnootd) op den stadthuyse van Utrecht gemaeckt zeker accordt ofte contract tusschen die Staten des lants van Utrecht, binnen Utrecht wesende, ter eenre ende die van der nyewe religie ter andere, waertoe die van der stadt genoch bedwongen waren, of die van der nyewe religie souden voorts allen die anderen ecclesiën ende closteren, die noch geheel waren, mede verdestrueert hebben. By welck contract geaccordeert woorden, als dat die van der nyewe religie tot haren behoeff, omme daerinne te preken ende haer ceremoniën te houden, hebben soude St. Jacopskercke, ter tijt toe die | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 35]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van der stadt aen die Hartoginne van Parma RegenteGa naar voetnoota) haere gedeputerden gesonden soude hebben, omme haer consent ende permissie daertoe teGa naar voetnootb) vercrigen. Ende zijn vuyt den Gerechte gecommittertGa naar voetnootc) Hendric van Rijnevelt ende Jan van Amerongen scepenen. (fol. 10v.) die tenselven daghe naer Brussel aen Haere Hoocheyt gesonden zijnGa naar voetnootd)Ga naar voetnoot1). Is mede tenselven daghe het tvoirs. contract ende accord gepublicert van den stadthuyse in forme ende maniere naevolghende ende alhier geïnserert, daer man sal moegen uuyt verstaen off die Hartoge van Alba alsoe daeromme geoorsaeckt is gewest den rade van Utrecht te causeren ende oic decipueren als hy naderhand gedaen heeftGa naar voetnoote)Ga naar voetnoot2).
fol. 10v. Accoord van de Staten van Utrecht met die van de nieuwe religie. (Bor, fol. 71.)
fol. 12. Achtervolghende welcke contract is op den 28 Augusti een galge op die Neude opgerecht | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 36]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ende gestelt ter requisitie van die van der nyewe religieGa naar voetnoot1), daer Jacop Cosinsz. mit sommighe anderen sijn consorten naderhant noch selver aen gehangen woordenGa naar voetnoot2).
fol. 12v. Ende hebbenGa naar voetnoota) terstont die van der nyewe religie St. Jacopskercke tot haer genomen ende dieselve gesuvert, mits daeruuyt nemende allen die aultaren ende beelden, die daer noch inne waren, houdende aldaer haerlieder predicatiën, singende onder het sermoen sommighe Duytsche salmpmen, die jonghe kynderen het doepsel gevende, die bruyt ende bruydegoms te hoope vergaderende, mit anderen diergelycke maniere van religie exercerende, daer sylieden die groote cloock van der kercke toe gebruyckende waren. Ende woorden die kercke by haerlieder gemeenten gehetenGa naar voetnootb) Jacop Cosinsz ofte Dirc Caters kerckGa naar voetnoot3).
Brief van D'Alava aan de Landvoogdes, 29 Aug. 1566.
Op den 2 September die voirs.Ga naar voetnootc) gecommitterde van UtrechtGa naar voetnootd) weder van Brussel gecommen sijnde, heeft de Hertoghinne RegenteGa naar voetnoote) aen die van der | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 37]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stadt vanGa naar voetnoota) Utrecht gescrevenGa naar voetnootb)Ga naar voetnoot1), dat men die van der nyewe religie volghende 't accordt, by haer metten edelen geconfedererden onlancx gemaecktGa naar voetnootc), gheen kercke binnen der stadt vanGa naar voetnootd) Utrecht toelaten ofte geven en soudeGa naar voetnoot2), maer dat men hemlieden St. Jacopskercke, die by provisie ende opt behagen van Hare Hoocheyt hemlieden geaccordeert was, weder benemen soude. Welcke bevelen van Hare HoocheytGa naar voetnoote) tenselven daghe by openbaer publicatie van den stadthuyse gepubliceert wesendeGa naar voetnootf), hebben die van den nyewe religie alsdoen die kercke van St. Jacops (fol. 13.) verlaten, houdende haerlieder predicatiën weder buyten die poorten, nu hier nu daer in 't velt, twellic hemlieden toegelaten was geweest van te voren endeGa naar voetnootg) deur zekerGa naar voetnooth) accordt, gemaeckt tusschen die Herthoginne endeGa naar voetnooti) den edelen geconfedereerden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 38]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ende zijnGa naar voetnoota) daernae alle die vier parochiekercken, die verdestruert ende toegesloten waren geweest, weder opgeset ende gereparert, soe men best gemoecht heeft, doende aldaer weder den dienst Goedts naer ouder maniereGa naar voetnootb)Ga naar voetnoot1). Twellic aldus staende, hebben die drie Staten van Utrecht (beduecht zijnde voir oproerte, muterieGa naar voetnootc), plonderinghe ende seditie der gemeinte) deur expresGa naar voetnootd) consent van de Hertoginne RegenteGa naar voetnoote) een vendel cnechten tot haerlieder costenGa naar voetnootf) aengenomen ende omtrent 9 maenden onderhoudenGa naar voetnootg) tot beschermenisse endeGa naar voetnooth) conservatie van de Stadt, Steden ende Landen van Utrecht; wellic vendel op den 17 September op het Biscophooff gemonstert ende onder den eedt gebroocht woorden, daer Cor. Spyker hoopman af was, sterck wesende omtrent by de vijffhondert hoefdenGa naar voetnooti)Ga naar voetnoot2). Oic soe hebben die van der stadt by haerlieder borgeren, ondersaten ende inwoenderen, die zy alvoorens den eedt afgenomen hadden van die oude Catholique religie voir te staen, ende die hem die nyewe religie niet en moeden ofte becroenden, den | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 39]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stadthuyse ende des stats poorten by nacht ende dach doen bewaren jeghens die rebellen ende vianden der Catholique religieGa naar voetnoot1). fol. 13v. Welcke eedt die van den Hoove Provinciael mit alle die supposten ende oic alle die van de geestelicheyt deen den anderen gedaen hebben; ende hebbenGa naar voetnoota) oversulcx mit die van de stadt (houdende metten anderen correspondentie) by dach ende nacht die waecken gehouden endeGa naar voetnootb) wachten van deGa naar voetnootc) poorten ende stadthuyse gehouden (hebben), daer zekere ordinantie afGa naar voetnootd) gemaeckt waren omme te weeten, wat vremdelinghe ofte uuythemsche personen men inlaten ofte buyten houden soudeGa naar voetnoote)Ga naar voetnoot2). Op den 2 Octobris haddenGa naar voetnootf) die van der nyewe religie deurGa naar voetnootg) zeker heymelickeGa naar voetnooth) conspiratie ende anslach gemaeckt; en soudenGa naar voetnooti) heer Hendric van Brederoden mit practique in de stadt van Utrecht (onder dexel van het burchgraefscap van UtrechtGa naar voetnootj)Ga naar voetnoot3)) geholpe ende gebrachtGa naar voetnootk) ende hem voor een hooft | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 40]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ende capitain als burchgraef van UtrechtGa naar voetnoota) opgewoorpen hebben om die stadt te bewaren ende te bescermen, als zy seydenGa naar voetnootb) tot behoeff van Syne Majesteyt. TwellicGa naar voetnootc) sylieden oic die heereGa naar voetnootd) van der stadt Utrecht aen dede gevenGa naar voetnoote) deur Floris van BoetselaerGa naar voetnootf), heere van CarnesGa naar voetnoot1), ende anderen edelluyden, die tot dien eynden al heymelicGa naar voetnootg) gecommen waren ende veel woorden endeGa naar voetnooth) groote rumoer om dier oirzaecken willen in den stadthuyse maecktenGa naar voetnooti). Maer die van de stadt mit die geestelickheyt van de vijff ecclesienGa naar voetnootj), tselve vernemendeGa naar voetnootk) ende den anslach bemerckende, hebben hen terstont soe sterckt in wapenen gevoerdGa naar voetnootl) op den stadtplaetse ende stadthuyse, dat den anslach belet is geweest, houdende die poorten van de stadtGa naar voetnootm) gesloten, datter niemant | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 41]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nochGa naar voetnoota) uuyt noch in en moechte, zulcx dat de heere van Brederode 't zelve verstaende ende daeromme op die van Utrecht zeer vergramt wesendeGa naar voetnootb) te Vianen gebleven is, die anders naer Utrecht gecommen soude (fol. 14.) hebbenGa naar voetnootc) ende des middaechs te gaste gegaen soudde hebben op den huyse van Vredenborch by den capitain WarenborchGa naar voetnoot1), denwelcken hy ontboeden hadde te willen commen vergastenGa naar voetnootd), meynende alsoe het castel ende die stadt beyde inne te cryghen; ende soude die capitain hem oic aldaer op den huyse te gaste hebbenGa naar voetnoote), tenware tzelve medeGa naar voetnootf) belet ware gewest by Joost van Hartevelt, capitain van de soldaten van Vredenborch, die den capitain Warenburch alsoe induceerde ende onderrechtenGa naar voetnootg), dat hy den heere van Brederoeden den maeltijt op hadde doenGa naar voetnooth) seggen, hem excuserende dat hy in aller diligentie naer Brussel terstontGa naar voetnooti) aen Haere HoocheytGa naar voetnootj) vertrecken moeste. Soedat alle die edelluyden, die by | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 42]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de heere van Brederode bynnen Utrecht om 't gunt voirs. is texploictere gesonden warenGa naar voetnoota), als die soonen van den heere van Asperen ende LangeraeckGa naar voetnoot1), WesterholtGa naar voetnoot2), HoefwegenGa naar voetnoot3), VanderstGa naar voetnootb)Ga naar voetnoot4), Dirrick SneuGa naar voetnoot5), Willem van Nyvelt van ArsberchGa naar voetnoot6) ende meer andere in competente getalleGa naar voetnootc) mit haerlieder | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 43]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dienaren ende aenhangerenGa naar voetnoota) altesamen wel gewapent wesende, siende dat haren anslach gefaillert was, hemlieden al heymelic wederGa naar voetnootb) uuyt die stadt begeven endeGa naar voetnootc) versteken hebben, treckende wederGa naar voetnootd) naer Vianen toe. Ende hebben ten selven daghe die Staten van Utrecht, terselverGa naar voetnoote) tijt bynnen Utrecht wesende, omme alle ongemakt, twyst ende twedracht te stouwen ende goede correspondentie met haer gebuere te houdenGa naar voetnootf), gedeputert heeren Gerrit van RenesseGa naar voetnoot1) Ridder ende Raedt endeGa naar voetnootg) Mr. Jan Apelius canonic ten Dom ende Cornelis Vermaet scepenGa naar voetnoot2), die zy gesonden hebben aen den heere van Brederoede, doende denselven mit vrunscap versoeckenGa naar voetnooth) om goede naeburscap mitten anderen te willenGa naar voetnooti) houden ende goede vrunden te willenGa naar voetnooti) blyven; twellic die heer van Brederoede, den gefaillerden anslach simulerende, den gedeputerden oic beloofden, hemlieden alle vrunscap toeseggende, begerende van gelijcke goede naebuerscap te willen houdenGa naar voetnootj)Ga naar voetnoot3). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 44]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 19 October is die Prince van Ouraengen deur bevel van de Hartoginne RegenteGa naar voetnoota) binnen Utrecht (fol. 14v.) gecommen mit zij[n] broder grave Lodewyck van NaussauweGa naar voetnoot1), hebbende die Prince by hemGa naar voetnootb) zijn ordinaris beende ruyterenGa naar voetnoot2), om die stadt te bewaren ende goede ordere, eendracht ende concordie onder die borgeren ende inwoenderen te setten. Wesende die Prince mit sijn broeder geloigeert ten huyse van Jan van Renesse, hereGa naar voetnootc) van WilpGa naar voetnoot3); alwaerGa naar voetnootd) die heere van Brederoede hemlieden tot twee ofte drie reysen toe is commen besoecken, daer telcke reyse groote communicatie gehouden woorde met die van der nyewe religie. Is mede die Prince | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 45]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Ouraengen mit grave Lodewyck sijn broeder tot twee ofte drie reysen oicGa naar voetnoota) gethogen naer Vianen by den heere van Brederoede, daer van gelijcke telcken reyseGa naar voetnootb) diversche communicatie gehouden woorden, soe mit die van der nyewe religie als mit sommighe gedeputeerden van ettelycke steden van Hollant, tot dien eynde aldaer gesonden wesendeGa naar voetnootc)Ga naar voetnoot1). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 46]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heeft oic die heer van Brederode terselver tijt zeker bolwerken ende sterckten tot Vianen doen maecken, soe aen die stadt als aen zijn huysGa naar voetnoota), tot conservatieGa naar voetnootb) van zijnGa naar voetnootc) stadt (als hy seyde) ende jeghens d'invasie der rebellen, aennemende tot dien eynde deur zekere hoopluyden ende bevelhebberen ettelycke vendelen cnechten, die hy den eedt dede doen van te dienen den Coninc van Spaengen ende den heere van Brederoede als opperste veeltheer omme die rebellen van Zyne Majesteyt te verdriven, te straffen ende te wederstaen.
Op den eersten November zijn binnen Utrecht gecommen tweehondert buschutten, wesende des Princen lijfschutten, die hy uuyt den naem van den Coninc aengenomen hadde deur consent van de Herthoginne Regente, die meestendel al kerckschenders ende beeldestormers warenGa naar voetnootd)Ga naar voetnoot1). fol. 15. Den 12 December is binnen Utrecht deur last ende bevel van de Prince van Ouraengen als stadthouder van UtrechtGa naar voetnoote) gepubliceert van den stadthuyse by Willem de ViantGa naar voetnootf), deurwerder van den HooveGa naar voetnootg), zeker ordonnantie, waernaer hem een eygelic, soe van der oude als van der nyewe religie, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 47]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
soude hebben te reguleren ende dat in forme ende maniere naevolghendeGa naar voetnoot1).
fol. 15r. Publicatie van den Prins van Oranje, 12 Dec. 1566. (Bor, fol. 75.)
fol. 17v. Achtervolghende welcke ordonnantie is die van der nyewe religie by die Prince van Ouraengen toegelaten haer sermoenen te doen buyten die Wittevrouweporte vast onder die stadtGa naar voetnoota) aen het singel, alwaer zylieden een plaetze gecoocht hebben, die zy mit sant dede bespreyen omme daer bequamelic voir die vrouwen in den regen ende anders op te moeghen sitten; welcke plaetze by haerlieder gemeinte genaempt is geweest die Santkerck; daer over den anderden dach gepredickt woorden; alwaer oic sommighe van haerlieder dooden naer haerlieder wys ende seremoniën begraven zijn geweest, singende aldaer in de begravenisse ettelickeGa naar voetnootb) Duytsche spalmen. Ende als haer sermoenen gedaen waren, soeGa naar voetnootc) hebben hemGa naar voetnootd) sommighe ministers ofte collecteursGa naar voetnoote), daertoe gecommittert zijnde, hem aldaerGa naar voetnootf) gevonden onder | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 48]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het volckGa naar voetnoota), die zekere sackgens in die hant hieldenGa naar voetnootb), daer een yegelic die wilde zijn caritaet in dede, mits daerin gevende zeker penninghe ofte geltGa naar voetnootc), waervanGa naar voetnootd) zyliede broot omGa naar voetnoote) dede backen, dat zy den armen lieden gaven, die haer sermonen quamen hoorenGa naar voetnootf), ende oic sommigheGa naar voetnootg) scamele borgeren om tzelve geltGa naar voetnooth) heurden omme tot haerlieder predicatiën te commen, waerdoor zylieden groot volck aen haerlieder zyde ende religieGa naar voetnooti) gethoogen hebbenGa naar voetnoot1). fol. 18. Op den 14 December is die Prince van Ouraengen mit zijn broeder grave Lodewyck van NassauweGa naar voetnoot2), naerdat hy die voirs. ordre binnen Utrecht gestelt haddeGa naar voetnootj), gereyst uuyt Utrecht naer Amsterdam, alwaer grave Lodewyc van die Prince | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 49]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gescheyden is, reysende van daer overGa naar voetnoota) Amersfort naer DuytslantGa naar voetnoot1). Ende die Prince naer HaerlemGa naar voetnoot2), Leyden, den HagheGa naar voetnootb), Delft, Rotterdam, Dordrecht ende soe voirts overGa naar voetnootc) Geertruydenberghe naeGa naar voetnootd) Breda ende van daenGa naar voetnoote) naer Antwerpen, daer die Hertoghinne hem verscreven ende doen commenGa naar voetnootf) hadde, naerdat hy metten steden van Hollant aldaer in 't duertrecken ende passeren diversche communicatie die religie aengaende gehouden haddenGa naar voetnootg). Hebbende die Hertoginne Regente alrede doen aennemen ettelicken regimenten cnechten, soe in Duytslant als in den Nederlanden, omme te voircommen ende te beletten die vergaderinghe der sectarisen ende rebellen die daer soude moeghe gebeurenGa naar voetnooth), ende mit garnisoenen te besetten die principalen steden, vresende dat die by den sectarisen innegenomen ende geoccupeert soude hebben moegen worden. Hebbende die Hertoginne Regente den Majesteyt van den Coninck | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 50]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
veradvertert ter selver tijtGa naar voetnoota). Doende die grave van Egmont in Vlaenderen, als stadthouder over VlaenderenGa naar voetnootb), grote executie over die sectarisen, ministers ende kerckeschenders ende hoofden van dien, hoewel deselve in haer confessiën opentlick verclaerden ende oic daerop den doot storven, dat zyluyden deur inductie ende permissie van den graven van Egmondt selfs ende anderen heeren ende edelen geconfedereerden zulcx gedaen ende geperpetrert hadden, die hemlieden belooft hadden daervan te sullen vryenGa naar voetnootc)Ga naar voetnoot1).
fol. 19Ga naar voetnoot2). Anno 1567 den 11 Januarij zijn uuyt Vianen over den Rijn gecommen in den landen van Utrecht omtrent tweehondert schutten, leggende in dienst onder die heere van Brederoede onder den | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 51]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hoopman Kennynck, die des snachtsGa naar voetnoota) int WaelGa naar voetnoot1) gegebleven zijnGa naar voetnootb) ende over den Rijn gecommen waren, omme tlant van Utrecht te beroevenGa naar voetnootc) ende die cloesterenGa naar voetnootd) in den platten landen van UtrechtGa naar voetnoote) gelegen te verbranden, als zy haer openbaerlickGa naar voetnootf) beroemden. TwellicGa naar voetnootg) die van Utrecht vernemende, hebbenGa naar voetnooth) op den 12 Januarij desGa naar voetnooti) smorghens te vijff ure het vendel cnechten, dat zy aengenomen hadde, uuyt die stadt doen trecken nae 't Wael toe; oic soe wasGa naar voetnootj) de clocke deur bevel van den Hoove in de doorpen, omtrent het Wael gelegen, doen treckenGa naar voetnootk), omme den huysluyden by den anderen te vergaderen ende de vremdeGa naar voetnootl) cnechten te verjaghen; zulcx dat die rebellen weder over den Rijn naer Vianen gethoogen zijn. EndeGa naar voetnootm) des anderendaechs, wesendeGa naar voetnootn) den 13 Januarij, isGa naar voetnooto) tvendel weder binnen Utrecht gecommenGa naar voetnootp), medebrenghende eenen gevangen van de rebellen, die zy int Wael gevangen hadde, geboren wesende van den Bosche, die mitter | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 52]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
coorde naderhant deur expres bevel van de Hartoginne RegenteGa naar voetnoota) geexecuteert woordenGa naar voetnoot1). Die Staten van Utrecht, beduecht ende bevrestGa naar voetnootb) zynde voir meerder ende groterGa naar voetnootc) schade ende periculenGa naar voetnootd), overmits die rebellen tot Vianen, naerdat zy tot Oosterwael by AntwerpenGa naar voetnoot2) verslegen ende verstroyt wasGa naar voetnoote), dagelicx hoe langer hoe meerder waschenGa naar voetnootf) ende haer versamelende ende vergaderende ende (fol. 19v.) den landen van Utrecht dreygende waren, hebben by advys van den Hoove van Utrecht op den 22 Februari op het behagen van de HoocheytGa naar voetnootg) van de Herthoginne RegenteGa naar voetnooth) noch twee vendelen cnechten aengenomen, sterckt omtrent achthondert personenGa naar voetnoot3)Ga naar voetnooti); deputeerden tot dyen eynde aen Hare HoocheytGa naar voetnootj) Mr. Wouter van Coordenoort, canonic van St. Peeters, versoeckende van weghen der voirs. StatenGa naar voetnootk), dat die Majesteyt van Coninck dieselve | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 53]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
twee vendelen soude willen onderhouden endeGa naar voetnoota) betalen, soe die dienende waren tot conservatieGa naar voetnootb) van den gemeyne landen. Twellic Haer Hoocheyt geconsenteert heeftGa naar voetnootc), mits dat die Staten die voirs.Ga naar voetnootd) vendelen betalen soude voir deerste maent, daer hoopluyden aff waren Steven die Wit ende Egbert van WijckGa naar voetnoot1); welcke twee vendelenGa naar voetnoote) op die Vaerdt jeghens Vianen overGa naar voetnoot2) geleyt woordenGa naar voetnootf). Oic soe heeft die voirs. Cordenoort uuyt die naem van de Staten aen Haer Hoocheyt versocht omme bynnen Utrecht te moeghen hebben een hooft ende capeteyn mit noch meer chrijsvolcx; soeGa naar voetnootg) die van Vianen dagelicx in den landen van Utrecht zeer sterckt overquamen, dieselve jammerlick beroevende, dreygende 't plate landt, soe cloesteren, kercken als anders, aff te willen branden, soe versochten die Staten mede deur denselven gedeputeerde, dat die Hertoginne Regente een hooft ende capitain mit noch meer chrisvolck binnen Utrecht seynde wildeGa naar voetnooth). Twellic Hare HoocheytGa naar voetnooti) effectuerende, heeft den | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 54]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
grave van Meghen, Charles de GrymeurGa naar voetnoot1), voir een hooft ende capitain binnen Utrecht gesonden, als wesende die slutele ende entree van de Nederlanden op dier zydeGa naar voetnoota)Ga naar voetnoot2), die aldaer op den 28 Februarij wesende VrydachGa naar voetnootb), gecommen isGa naar voetnootc) mit 10 vendelen lanscnechtenGa naar voetnootd)Ga naar voetnoot3), daer hy colonel af was ende voir den Bossche mede gelegen haddeGa naar voetnoote) (gecommen is); wesende die grave gelogeert in St. Catharine cloosterGa naar voetnoot4) ende die cnechten op die borgeren ende ingesetenen, (fol. 20.) soe geestelic als weerlic, niemant uuytge- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 55]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
sondert; daer die heeren van Hoove mede in geconsentert hadden sonder prejuditie van haerluyder privilegieGa naar voetnoota). Ende heeftGa naar voetnootb) die grave van Meghen terstont een vendel cnechten doen commenGa naar voetnootc) op den huyse van Vredenborch tot bewaernisse van dien, soe men voir het casteel seerGa naar voetnootd) bevrest wasGa naar voetnoote).
(fol. 20.) De Landvoogdes verbiedt alle predikatiën.
Den 21 AprilisGa naar voetnoot1) is die Prince van Ouraengen, veradvertert zynde, dat die Hertoge van Alva mit ettelicke regimenten Spaengaerts in de Nederlanden commen soude, uuyt Antwerpen vertroecken naer Duytslant, medenemende alle zijn gereette goederen, willende den Hertoge van Alva mit die zynen niet verwachten, noch hem op die schone woorden van de Hartoginne ende die missive van de Coninck niet betrouwen, achterdencken altijts hebbende op die brieven van Ambassadeurs van Spaengen, hiervoirens gementionertGa naar voetnoot2). Hebbende den graven van Hoorn ende Egmont geraden ende gepreaviseert, dat zy die comste van de Spaengaerts niet verwachten en souden, soe zy mit hemlieden haer bedrogen souden vinden, maer dat zy gedencken souden die proposten, die zy metten anderen tot DenremondenGa naar voetnoot3) gehadt ende gehouden hadden, seggende, dat zy die brugge souden | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 56]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zijn, daer die Spaengaerts over soude gaen ende den Nederlanden alsoe onder haer tyrannie, gewalt ende moetwillicheyt brengen soudeGa naar voetnoot1). Die Prince vertreckende uuyt Antwerpen, is die Hartoginne Regente weder daerbinnen gecommenGa naar voetnoota)Ga naar voetnoot2).
Die hoopluyden ende cnechten binnen Vianen leggende, beducht zynde van overvallen te woorden van den Grave van Meghen, gecommenGa naar voetnootb) wesende mit zijn regiment binnen UtrechtGa naar voetnoot3), zijn op den 24 AprilisGa naar voetnoot4), wesende DonredachGa naar voetnootc), tsamen uuyt Vianen gethogen, uuytgesondert drie vendelen, die daer gebleven zijn, als het vendel van jonckerGa naar voetnootd) Jan vanGa naar voetnoote) Renesse, vanGa naar voetnootf) Albert van Huechtenbroeck ende vanGa naar voetnootf) Evert van NyveltGa naar voetnoot5), capitainen aldaer | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 57]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mit haer vendelenGa naar voetnoota). Nemende die andere harenGa naar voetnootb) toocht doir den landen van Utrecht, als doirGa naar voetnootc) treckende mit vliegende vendelen omtrent voirby die stadt UtrechtGa naar voetnootd) doer Vlueten, Maersen, Brueckelen, Loenen ende Abcoude, beroevende ende brekendeGa naar voetnoote) ende aen stucken smitende alomme die kercken, daer sy passeerden, treckende soe voirts tot SloterdijckGa naar voetnootf) by Amsterdam, meynende binnen die stede te comenGa naar voetnootg), soe die heere van Brederode mit veel edelluyden ende ander geselscap al heymelic binnen der stede van Amsterdam van te voirensGa naar voetnooth) gecommen wasGa naar voetnoot1). Maer is haren aenslach gefailleertGa naar voetnooti). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 58]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 27 Aprilis, wesende SonnendachGa naar voetnoot1), is die Grave van Meghen in persoenGa naar voetnoota) mit zijn 10 vendelen cnechten ende twee vendelen, die die van Utrecht (fol. 20v.) aengenomen hadde, mit noch 40 peerden ende vier veltstucken geschutGa naar voetnootb)Ga naar voetnoot2) van Vredenborch gethogen uuyt UtrechtGa naar voetnootc) naer Amsterdam, omme den hoop van VianenGa naar voetnootd) te slaen; dan aleer die grave mit zijn volck by Amsterdam quamGa naar voetnoote), waren die rebellenGa naar voetnootf) al gepassert in Waterlant, soedat die grave zijn leger geslagen heeft te Sloterdijck op dese zyde van 't waterGa naar voetnootg)Ga naar voetnoot3). Den 28 AprilisGa naar voetnoot4), wesende Manendach, zijn die | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 59]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
cnechten, die noch binnen Vianen gebleven waren, overGa naar voetnoota) den Rijn gecommen naer die Vaert in twee hoopen, als deenen hoop boven die Vaert aen die oostzyde, daer joncker Jan van RenesseGa naar voetnootb) mit zijn cnechten wasGa naar voetnootc), ende dander hoope beneden die Vaert aen die westzyde omtrent die SteenhoovenGa naar voetnoot1), menende alsoe den Vaert aen twee hoecken teffens te overvallen endeGa naar voetnootd) inne te nemen, soe zy verstaen hadden, datter gheen cnechten op die Vaert gebleven en waren. Maer Steven die Wit, die aldaer mit zijn vendel gebleven was omme die Vaert te bewaren, heeft hemlieden mit zijn cnechten van daer verdreven, soedatter veel van de rebellen geschoten ende in den Rijn verdroncken zijn. Ende woorden jonckerGa naar voetnoote) Jan van Renesse gevangen mit 15Ga naar voetnootf) cnechten van zijn vendel, die tenselven daghe jeghens den avont binnen Utrecht op Vredenborch gevanckelic gebrecht zijnGa naar voetnootg), die naderhant by de HooveGa naar voetnooth) geëxecuteert endeGa naar voetnooti) op die galeye gebannen zijn gewestGa naar voetnootj)Ga naar voetnoot2). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 60]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 3 May zijn die cnechten, die noch binnen Vianen gebleven waren, daeruuyt vertrocken, verlatende die stadt, soedat veele gevangens, die tot Vianen saten, losgecommen zijn, alsGa naar voetnoota) onder andere die schout van Amersfort Vincent van der HoefGa naar voetnoot1) ende (fol. 21.) Splinter van HamersveltGa naar voetnootb), die langhen tijt aldaer in dyssere geseten hadde ende seer gequelt warenGa naar voetnootc) gewestGa naar voetnoot2). Den 5 May, wesende Manendach, hebben die burgemeesters van Vianen die sluetelen van de stadt van VianenGa naar voetnootd) op die Vaert gebrocht, versoeckende van de burgemeester van UtrechtGa naar voetnoote) Harman van de VechtGa naar voetnoot3) ende den hoopman Steven die Wit, die aldaer waren, dat zy binnen Vianen souden willen commen mit het vendel, dat op die Vaert lachGa naar voetnootf), ende dle stadt van Conincks weghen innenemen; twellic zylieden niet en hebben dorven doen buyten consent van den drieGa naar voetnootg) Staten van Utrecht, soedat Harman van de Vecht naer Utrecht gecommen is tzelve den Staten te kennen gevende, die tzelve om redenen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 61]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
niet geraden en doechteGa naar voetnoot1). EndeGa naar voetnoota) tenselven daghe op die noene isGa naar voetnootb) hertoghe Eryck van Bruswyck mit een vendel cnechten binnen Vianen gecommen, den stadt van Conincks weghen innemendeGa naar voetnoot2). Den 6 May zijn die rebellen, die uuyt Vianen in Waterlant gecommen waren, omtrentGa naar voetnootc) HoornGa naar voetnoot3) te scepe gegaen, arriverende tenselven daghe omtrent | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 62]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MuydenGa naar voetnoot1), nemende haren tocht wederGa naar voetnoota) doir het lant van Utrecht. Denwelcken die grave van Meghen met zijn regiment oic uuyt Waterlant, daer hy hemlieden gevolcht wasGa naar voetnootb), te scepe gevolcht isGa naar voetnootc) ende twee ure naer hemlieden tenselven daghe omtrent Muyden mede gearrivert is, hemlieden soeGa naar voetnootd) voirts te lande vervolghende tot Amerongen, daer zy(n) den Rijn alGa naar voetnoote) gepassert waren, treckendeGa naar voetnootf) door die Betuwe naer HussenGa naar voetnoot2) in den landen van Cleef, alwaer sylieden gecommen sijnde, zijn alleGa naar voetnootg) haer vendelen van den standart gethogen gewordenGa naar voetnooth); scheydende die cnechten van den anderen (hebbende allen haer hoofden ende capitainen achtergelaten, die hemlieden afgeweken endeGa naar voetnooti) afgethogen waren), lopende elcx zynen wech. Den 7 MayGa naar voetnoot3), zijn op die Zuyderzee tusschen Enkhuysen ende Harlingen in Frieslant gevangen die hoefden ende capitainen, die uuyt Vianen geweken waren, als Gijsbert ende Dirrick van Batenborch gebroeders, Peter van Dangelot, N. CoockGa naar voetnoot4) ende meer | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 63]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
anderen edelluyden, die op het castel te Harlinghen gevanckelic gebrocht woorden ende naderhant tot Brussel, daer zy metten sweerde geëxecuteert zijn. Den 9 May, wesende Vridach, is die grave van Meghen weder binnen Utrecht gecommen van Amerongen, daer hy den rebellen mit zijn volck vervolcht ende uuyt Conincx lant verjaecht haddeGa naar voetnoota). Den 10 May zijn die elf vendelen weder binnen Utrecht gecommen, dieGa naar voetnootb) die rebellen over die 40 mylen vervo[l]cht haddenGa naar voetnoota). Den 15 May, wesende DonredachGa naar voetnootc), zijn by sententie van den Hoove van Utrecht deur ordonnantie van de Hertoginne RegenteGa naar voetnootd) twee beeldestormmers mitter coorde geexecutert ende haer goet verclaert confiscabel, alsGa naar voetnoote) Peter Aertz. alias Hoopman Droech, wesende een schoenmaecker, geboren van UtrechtGa naar voetnootf), ende danderGa naar voetnootg) Ruyter Dirrick, wesende een scipper, woenende in de WeertGa naar voetnoot1), die oic alle (fol. 22.) beydeGa naar voetnooth) den heere van Brederode gedient haddenGa naar voetnoot2). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 64]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 20 May heeft die grave van Meghen een vendel cnechten van zijn regiment deur bevel van de Hertoghinne uuyt Utrecht binnen Vianen gesonden omme die stadt van Conincx weghen te bewaren. Ende isGa naar voetnoota) Hertoghe Eryck van Bruynswyck tenselven daghe daerGa naar voetnootb) weder uuyt gethogenGa naar voetnootc) mit zijn vendelGa naar voetnootd) naer LijsveltGa naar voetnoot1). Den 22 May heeft die grave van Meghen nochGa naar voetnoote) twee vendelen cnechten van zijn regiment uuyt Utrecht gesonden naer Bommel. Den 23 May isGa naar voetnootf) die grave van Meghen uuyt Utrecht gethogen naer Bommel ende voirtsGa naar voetnootg) naer Antwerpen by de Hertoghinne Regente, daer hyGa naar voetnooth) verscreven wasGa naar voetnooti). Den 24 May zijn by sententie van den Hoove van Utrecht deur bevelGa naar voetnootj) van de Hertoghinne RegenteGa naar voetnootk) ses lantscnechten, die mit Jan van Renesse | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 65]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op die Vaert gevangen waren, ten ewighen daghe op die galeyen gebannen ende haer goet geconfisquertGa naar voetnoot1). Den 26 May hebben die borgeren ende ingesetenen van Vianen den Majesteyt van den Coninck gesworen ende den eedt, van te wesen gehouw ende getrouw, Zyne Majesteyt gedaen aen handen van den commissaris Beuf ende Mr. Jan van Lent, Raedt in den Hoove van UtrechtGa naar voetnoot2), by de Hertoghinne RegenteGa naar voetnoota) daertoe specialyckenGa naar voetnootb) gecommittert zijndeGa naar voetnootc). Den 27 MayGa naar voetnoot3) is alle het geschut ende munitie, dat op het huys te Vianen geblevenGa naar voetnootd) was, binnen Utrecht op Vredenbo[r]ch gebrochtGa naar voetnoot4), ende oic die camerlinc van den heere van Brederode, genaempt ArtusGa naar voetnoote), die naderhant tot Brussel gebrocht wesende, mitten sweerde geëxecuteert woordeGa naar voetnoot5). Den 29 May ende andere naevolghende daghe heeft die commissaris BeuffGa naar voetnootf) deur bevel van de Hertoghinne RegenteGa naar voetnootg) dieGa naar voetnooth) twee bolwercken, die die heere van Brederoede tot Vianen hadde doen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 66]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
leggen, het een genaempt Ouraengen ende het ander Nassauw, af doen brecken ende die poorten van der stadt doen affhangen ende nederleggenGa naar voetnoot1). Den 7 Junij zijn by sententie van den Gerechte van Utrecht mitter coorde geëxecuteert Mr. Hendrick, chirurghin, beeldestormer, Gijsken Snaps, vleshouwer, die uuyt den naem van hopmanGa naar voetnoota) Albert van HuechtenbroekGa naar voetnoot2) voir den heere van Brederode in den landen van Utrecht cnechten aengenomen hadde, ende N. Surrich, woennende in Tollestege, die den heere van Brederode gedient ende mitten hoopman Mennine in 't WaelGa naar voetnoot3) gewest wasGa naar voetnootb). Den 10 Junij is die grave van Meghen weder binnen Utrecht gecommen, hebbende bevel van de Harthoginne RegenteGa naar voetnootc) omme die van der nyewe religie alle haer wapenen ende geweer aff te doen nemen. Ende dienvolghende is op den 12 Junij by den Hoove van UtrechtGa naar voetnootd) zeker instructie gemaeckt, hoe ende mit wat middelen men tzelve alderbeest soude moegen effectueren, sonder mercke- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 67]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
licke publicque lesie van ymanden. EndeGa naar voetnoota) op den 16 Junij zijn alle die wapenen bescrevenGa naar voetnootb) indiffe- (fol. 23.) renter, soe van de goedeGa naar voetnootc) als van de quadeGa naar voetnootd), soe geestelick als weerlick, opdat hen niemant te beclagen en soude hebbenGa naar voetnoot1). Den 16 Junij heeft die Hartoghinne RegenteGa naar voetnoote) den Hoove van UtrechtGa naar voetnootf) by misssive van dato den 12 JunijGa naar voetnoot2) veradvertert, als dat Hare HoocheytGa naar voetnootg) den Grave van Boussu by provisie gecommitteert hadde omme toesicht thebben over die Stadt, Steden ende Landen van Utrecht, overmits dabsentie van die Prince van Ouraengen, die naer Duytslant om zijn particulier affairen wil vertrocken was, ende zy den graven van Meghen elders employeren wildeGa naar voetnooth). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 68]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 17 Junij is dieGa naar voetnoota) Grave van Boussu binnen Utrecht gecommenGa naar voetnootb). Den 20 en 21 Junij ende anderen naevolghenden daghe hebben die van der nyewen religie alle haer wapenen ende geweer op Vredenborch moeten brengen in handen van de grave van Meghen ende grave van Boussu, die daer present satenGa naar voetnootc), alwaer alle die wapenen by specificatie ontfangen ende in zeker plaetze geleyt woorden. Den 26 Junij zijn by sententie van den Hoove van Utrecht mitter coorde geëxecutert twee lantscnechten, die mit Jan van Renesse op die Vaert gevangen waren, overmits zy niet bequaem en waren om op die galeyen te dienen, soe zy gemincktGa naar voetnootd) warenGa naar voetnoot1). Zijn noch ten selven daghe 9 lanscnechten op die galeyen gecondemneert, die mede mit Jan | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 69]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Renesse gevangen waren, ende haer goet verclaertGa naar voetnoota) geconfisqueert. Den 28 Junij is die grave van Meghen uuyt Utrecht vertrocken naer Arnhem, ende voirts te gaen nae (fol. 23v.) Antwerpen; ende woorden die grave van Meghen voir zijn vertreck van de drie Staten tslants van Utrecht begyftGa naar voetnootb) mit twee sylveren vergullen coppen, leggende in elck coop dusent caroliguldens, die zy hem schonckenGa naar voetnootc) voir den grooten dienst, die hy 't lant ende die stadt van Utrecht gedaen hadde, commende mit zijn thien vendelen binnen UtrechtGa naar voetnootd). Den 4 Julij zijn uuyt Utrecht vertrocken naer Amsterdam drie vendelen van het regiment van den grave van MeghenGa naar voetnoote), den 5 Julij nochGa naar voetnootf) twee vendelen naer RemundeGa naar voetnoot1) ende den 24 Julij 2 vendelen naer Middelborch in Zeelant, alwaerGa naar voetnootg) die grave van Meghen by de Hertoghinne alsdoenGa naar voetnooth) gesonden was. Ende isGa naar voetnooti) het vendel van Bernt van Cleef, wesendeGa naar voetnootj) luytenant van den grave van Meghen, alleen binnen Utrecht geblevenGa naar voetnootk). Den 31 Julij zijn by sententie van den Hoove noch 9 lantscnechten op die galeyen gecondempnert, die | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 70]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mede mit Jan van Renesse gevangen waren, ende haer goet geconfisquertGa naar voetnoota)Ga naar voetnoot1).
(fol. 24.) Komst van Alva. Gevangenneming van Egmond en Hoorne.
(fol. 24.) Den 16 September zijn op Vredenborch gevangen gebracht ter cause van de troublenGa naar voetnootb) heer Gerrit van Renesse, ridder ende raedt in den Hoove van UtrechtGa naar voetnoot2), Adriaen de Wael van VronesteynGa naar voetnoot3), die des snachts tot Jutfaes van zijn goetGa naar voetnootc) gehaelt woordenGa naar voetnootd), ende Anna van Broeckhuysen, werdinne int Gulde CalffGa naar voetnoot4). Ende woorden terselver tijt DirrickGa naar voetnoote) Weynman, glaesmaeckerGa naar voetnoot5), mede gevon- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 71]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
denGa naar voetnoota), die op HasenberchGa naar voetnoot1) gebracht woorden, waerdeur veel van de sectarysen uuyt Utrecht verlopen zijn. Den 4 October is het vendel van (den) Bernt van CleefGa naar voetnootb), luytenant van den grave van Meghen, dat noch binnen Utrecht wasGa naar voetnootc), vertrocken naer Middelborch in Zeelant. (fol. 24v.) Den 5 November heeft die grave van Boussu, commende uuyt Den Haghe, van Amsterdam doen commen binnen Utrecht een vendel cnechten, overmits die fame was, dat die heere van Brederoede tot Elten in de landen van Cleeff vergaderinghe van cnechten maeckten, om daermede op Hollant te willen commenGa naar voetnoot2).
(fol. 25.) Kasteel van AntwerpenGa naar voetnoot3). Slag bij St. Denis. Bossu stadhouder van Holland. Vertrek der GouvernanteGa naar voetnoot4). (fol. 26Ga naar voetnoot5).) Indaging van Oranje en anderen. (Bor fol. 156 vlg). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 72]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(fol. 27.) Philips Willem gevangen. Dood van Brederode. Andere indagingen. Antwoord van Oranje. Gevecht bij Daelhem. (fol. 28.) Lodewijk van Nassau bezet Wedde.
(fol. 28.) Den 6 May, wesende die grave van Boussu binnen Amsterdam om zeker oorlochscepen toe te doen rusten, is aldaer een boede van EemdenGa naar voetnoot1) gevangen gewoorden, die diversche missive by hem hadde aen veel personen van der nyewe religie, waerdeur zekeren anslach ende verraedt, dat zy op die stadt van Amsterdam gemaeckt hadde, omme die inne te crygen, int openbaer gecommen is, zulcx dat veel personen hem heymelic versteken ende uuyt die stadt voirvluchtich gemaect hebben ende oic sommighe gevangen zijn gewoordenGa naar voetnoot2). (fol. 28v.) Den 7 May is die grave van Arenberch, Johan de Lingny, uuyt Vranckrijck gecommen, wesendeGa naar voetnoot3) deur Utrecht gepassert naer Renen; daer ten selven daghe by hem gecommen is die grave van Meghen, Charles de Brymeur, treckende die grave van Aremberch voirts nae Vrieslant, omme als gouverneur van dien landen te beletten dinvasie, die grave Lodewyck aldaer dedeGa naar voetnoota). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 73]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 8 May zijn by den Hoove mitter coorde geëxecutert ende haer goet geconfisquertGa naar voetnoota) Jan Anthonisz. van BoynborchGa naar voetnoot1), die die heere van Brederoede gedient hadde ende mit den hooep van Vianen medeGa naar voetnootb) doir die landen van Utrecht gethogen was, ende eenenGa naar voetnootc) Evert, die sackedragerGa naar voetnoot2), die die beelde gestormt hadde. Den 11 May heeft die grave van Boussu in Den Haghe uuyt den naem van de Majesteyt den Staten van Hollant een petitie gedaen van hondertvijftich dusent gulden, als hy van gelycke gedaen heftGa naar voetnootd) binnen Utrecht op den 17 May van 12 dusent guldenGa naar voetnoote)Ga naar voetnoot3). Den 14 May zijn doir Utrecht gepassert 10 vendelen Spaengaerts, treckende naer Vrieslant jeghens dinvasie van grave Lodewyck op die quartierenGa naar voetnootf). Den 18 May isGa naar voetnootg) is in den Domkercke binnen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 74]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Utrecht vergadert geweest alle die geestelickheyt, onder het bisdom van UtrechtGa naar voetnoota) resorterende, als te weetenGa naar voetnootb) die ertsbiscop, heer Frederic van Toutenborch, die biscop van Groningen, heer Johan Cnijff, die biscop van Remunde, heer N.Ga naar voetnootc) LindanusGa naar voetnoot1), die abt van St. PauwelsGa naar voetnoot2), heer Gerrit van der Nykercken, ende die abt van OostbrockGa naar voetnoot3), heer Peter van Wijc, die tsamen haer pontificalia aen hadden, alwaerGa naar voetnootd) een solemnelle misse de Sancto SpirituGa naar voetnoote) by de byscop van Groningen gedaen woordenGa naar voetnootf), ende nae die (fol. 29.) misse een sermoen by den ertsbiscop. Ende zijn daernaeGa naar voetnootg) die ertsbyscop, biscopen, abten, prelaten, prosten, archidiaconen, dekenen, canonicken, ende voirts alle die ander geestelickheyt, onder het gehele ertsbisdom van Utrecht resorterende, (die allegader jeghens dien daghe deur expresse last van den Hertoge van Alva by den eertsbiscop aldaer in persoen geciteert waren om t'anhooren uuyt den naem van den MajesteytGa naar voetnooth) zeker propositie, die hemlieden gedaen soude woorden) gegaen in het groot capittelhuysGa naar voetnoot4), alwaer ten selven tyden gesonden waren als commissarysen van wegen den Majesteyt die president van Meechelen, heere N. de Berghes, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 75]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
heere van Waterdijck ende die deecken van St. Goelen binnen Brussel. Ende hebben die ertsbiscopGa naar voetnoota) ende president aldaerGa naar voetnootb) zekere missive in de generaele vergaderinghe gelesenGa naar voetnootc), by dewelcke de MajesteytGa naar voetnootd) expresselick bevelende endeGa naar voetnoote) belastende was, dat alle die geestelicheyt van dien bisdomme, zoe mans- als vrouwspersonen, gheen uuytgesondertGa naar voetnootf), hem reguleren soude naer het heylich generael consilium van Trente ende tzelve observeren ende onderhouden in allen zijn poincten ende articulen, gheen uuytgesondert, in forme ende maniere dat gelezen ende gestatueert was, ofte dat die MajesteytGa naar voetnootd) by faulte van dien daerinne zijn authoriteyt interponeren soude. WaeropGa naar voetnootg) heer Jan van der Veecht, Domdeken, als thooft van der geestelicheyt, dach genomen heeft om tantwooorden op denGa naar voetnooth) 20 May, versoekende copie van de missive, dat hem gegonst isGa naar voetnooti). Ende heeftGa naar voetnootj) die ertsbiscop geinterdiceertGa naar voetnootk) alle geestelijcke personen, die van buyten gecommen waren, uuyt die stadt niet te vertrecken op peine van (fol. 29.) excommunicatie, voir ende aller zylieden haer obedientie verclaert en hadden. Hebbende die | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 76]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hertoge van Alva uuyt den naem van den MajesteytGa naar voetnoota) tot dien einde den Hoove van Utrecht belast den ertsbiscop ende commissarisen int executeren van 't consilium van Trenten te doen alle assistentie ende hemlieden te verlenen brachium seculareGa naar voetnootb) int noot ware, tzy by toestaninghe van haerlieder temporalen goederen ofte andersiensGa naar voetnootc). Den 20 May hebben dekenen ende prelaten voir antwordt gegeven, dat sy obedierden consilio quantum ad reformationem morum et fidei ende dat zylieden voir die reste persisteerden by haerlieden oude (im)memorialeGa naar voetnootd) ende tot meermael geconfirmeerde privilegiën, versoekende aen den Hertoge van AlvaGa naar voetnoote) te moegen committeeren omme haerliede privilegiën te remonstreren, mitsgaders die moderatiën, die hemlieden onlanx by den Hertoginne van Parma RegenteGa naar voetnootf) gegeven waren, by de apostille op haerlieder gravamina dienaengaende gestelt. Waerop die ertsbiscop dach nam omme tantwoorden op sanderen daechs. Den 21 May heeft die ertsbiscop verclaert, dat die uuytelickeGa naar voetnootg) meninge van de MajesteytGa naar voetnoota) wasGa naar voetnooth), tconsilium van Trenten poinctuelle ende uuyterlic de facto te willen laten effectueren ende executeren, dat daeromme die geestelijckheyt sien soude wat sy doen wilde, hemlieden nietemin noch dach gevende totten 26 May omme alsdan catagorice ende uuyterlic haer verclaringe te doen. Ende hebben die geestelicheyt | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 77]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tselve siendeGa naar voetnoota), gecommitteert ende aen den Hertoghe van AlvaGa naar voetnootb) totGa naar voetnootc) Brussel gesonden heeren Johan van der Veecht, Domdeken, Johan van Hoochlande, deken van St. Marien, Johan van Bruhese, tresorier ende canonic ten Dom, ende Floris van HerremaGa naar voetnoot1), canonic van OudemunsterGa naar voetnoot2).
(fol. 30.) Slag bij Heiligerlee. Oranje e.a. gevonnist. Executiën te Brussel. Egmond en Hoorne onthoofd.
(fol. 30v.) Den 19 Junij zijn die gedeputeerde van der geestelicheyt weder van Brussel gecommen, hebbende luttel audientie gehadt by den Hertoghe van Alva. (fol. 31.) DenGa naar voetnootd) 20 May isGa naar voetnoote) die president van Mechelen met die deken van St. Goelen weder binnen Utrecht gecommenGa naar voetnootf) (zijnGa naar voetnootg)), van den Hertoghe van AlvaGa naar voetnooth) binnen Utrecht gesonden wesendeGa naar voetnooti) om tconsiliumGa naar voetnoot3) mitter daet texecuteren. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 78]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 22 Junij hebben die van de vijff collegiënGa naar voetnoota) verclaert, dat syliedenGa naar voetnootb) accepteerden tconsilium, prout jacet simpliciter, sonder enighe restrictie. Ende isGa naar voetnootc) dertsbiscop mit die commissarisen, dekenen, prelaten ende alle die geestelicheyt, gegaen zijndeGa naar voetnootd) in den Domkercke, by hemliedenGa naar voetnoote) daer Te Deum Laudamus wel solemnelickGa naar voetnootf) gesongenGa naar voetnootg) woorden. Int laeste van der maent Junij is die Hertoghe van Alva, veradvertert zijnde van den doot van den grave van Arenberg ende den nederlach in Frieslant gebuert, vresende, dat grave Lodewijck die stadt Groningen voirts soude moogen belegerenGa naar voetnooth), uuyt Brussel deur Antwerpen ende Den Bosche getrocken naer Vrieslant, omme aldaer teghens hemGa naar voetnooti) leger te slaen (jeghens die rebelle), daer hy groot volk soo te voet als te perde doen comen haddeGa naar voetnootj), by hem hebbende 20 vendelen cnechten, drie benden ruyteren ende vier honder[t] lichte peerdt. Ende heeftGa naar voetnootk) die Hertoghe voir zijn vertreckt van Brussel alle die gevangens, die daer noch waren, tot Villevoerden doen brengen, omme aldaer beter bewaert te woordenGa naar voetnootl). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 79]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 6 Julij is jonckerGa naar voetnoota) Johan van Renesse van WulvenGa naar voetnootb) voir Vredenborch mitten swerde geëxecuteert deur ordonnantie van den Hertoghe van Alva, naerdat hy zijn sententie op Vredenborch ontfangen hadden ende zijn goederen verclaert waren geconfisquert; ende isGa naar voetnootc) zijn lichgaem begraven te Minderbroders in zijn ouders grafstede van RenesseGa naar voetnoot1).
(fol. 31v.) Vertrek van Alva uit Brussel. Slag bij Jemmingen. Hoogstraten verslagen. Dood van Don Carlos.
(fol. 32.) Den 8 Augusti is die Hertoghe van Alva, commende van Groningen over Amersfort, wesende Sonnendach, binnen Utrecht gecommen, by hem hebbende die Secreten Rade ende Finantie; daer hy honorifice in den Domkercke by de geestelicheyt van de vijff collegiën onthaelt ende van de victorie van Vrieslant gecongratulert is geweest, singende Te Deum Laudamus. Gaende die Hertoghe loigeren ten Duytschen HuyseGa naar voetnoot2), van meninghe zijnde binnen Utrecht welGa naar voetnootd) vier ofte vijff maenden te willen blyven, omme aldaer op vele ende diversche zaeken ende affairen te disponeren, den landen van Utrecht, Hollant ende anderen omleggende landen aengaendeGa naar voetnoot3). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 80]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(fol. 32.) Oranje's tocht over de Maas. Vertrek van Alva uit Utrecht.
(fol. 32v.) Den 24 Augusti is N. Spelt, drossart criminel van de Troubelen RaedtGa naar voetnoot1), mit 25 perdtGa naar voetnoota) binnen Utrecht gecommen omme zeker executie te doen deur ordonnantie van de Hertoghe van Alva. Diewelcke des anderen daechs op denGa naar voetnootb) 25 Augusti voirGa naar voetnootc) Vredenborch by de voirs. drossart criminelGa naar voetnootd) mitten sweerde doen executeren heeftGa naar voetnoote), (naerdat sy haer sententie, by den Hertoghe van Alva ende den Raedt neffens hem wesendeGa naar voetnoot2)Ga naar voetnootf) gegeven, op Vredenborch ontfange hadden) ende haer goederen als rebellen verclaert waren geconfisquert: heer Gerrit van Renesse, ridder ende Raedt in den Hooven van UtrechtGa naar voetnoot3), | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 81]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Adriaen de Wael van VronesteynGa naar voetnoot1) en de jonffrouw N.Ga naar voetnoota) van der Kerck, wedue wylen Adam van Diemen, die een predikant in haren huyseGa naar voetnootb) geloygert hadde gehadtGa naar voetnoot2). Ende zijn haerGa naar voetnootc) lychgamen langen tijt op het schavot blyven liggenGa naar voetnootd), soe die drossaer dieselve niet begraven en wilde hebben, voirdat hy daertoe mit gelt van de vrindenGa naar voetnoot3) gecocht is geweest. Ende woorden alsdoen heer Gerrit van Renesse begraven te Minderbroeders, Adriaen die Wael in de Burkercke, ende jonffrouw Van Diemen te Predicaren. Woorden mede terselver tijt deur last van de drossart criminel levendich verbrant voir Vredenborch op tselve schavot eenen Hendrie Albertz. linnewever, die een beeldestormmer ende een grootGa naar voetnoote) MennonistGa naar voetnoot4) was, sprekende zeer vilainlelic op het sacrement des altars. Ende is naderhant dieselveGa naar voetnootf) drossart criminelGa naar voetnootg) om diversche zyne | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 82]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mesusen, exactiënGa naar voetnoota), concussiën ende schelmerye by den Hertoge mitter coorde tot Villevoerde doen executeren (is); diewelcke, soe haest als hem die stroppe om den hals gedaen ende aleer hy van de ledder gestoten woorden, sin aensichte ende zynen baert, die geheel geel was, soe peeckswaert gewoorden is, dat hy scheen die duvel van de helle te wesenGa naar voetnootb)Ga naar voetnoot1).
(fol. 33.) Van Stralen en Casembroot onthoofd.
(fol. 33.) Den 25 September is Anna van Brockhuysen, werdinne int Gulde CalffGa naar voetnoot2), voir Vredenborch geëxecuteert, ter cause van de troubles, mitten sweerden ende begraven in de Burkercke, ende haer goederen geconfisquert. Den 26 September is Neel Spaens, die huysfrouw van Gielis SpaensGa naar voetnoot3), die ter cause van de troublen op HasenberchGa naar voetnoot4) gevangen sat, jeghens den avont den sypier ontlopen, treckende by haer man in tlant van Cleef, die binnen twee daghen daernae anders gehangen soude hebben gewoorden, soe haer sententie by de hertoghe van Alva ende den Troubelen RaedtGa naar voetnootc) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 83]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
al gegeven wasGa naar voetnoota) ende binnen Utrecht gesonden wasGa naar voetnoot1).
(fol. 33.) De Koningin van Spanje sterft. Veldtocht van Oranje in Brabant.
(fol. 33v.) Den 20 Decembris zijn der by de Hoove vier personenGa naar voetnootb) mitter coorde geëxecutert, daervan die twee beeldestormers waren ende die ander den heeren van Brederoeden gedient haddenGa naar voetnoot2). Den 22 December is Dirrick Weynman, glaesmaeckerGa naar voetnootc)Ga naar voetnoot3), voir Vredeborch ter cause van de troublenGa naar voetnootd) mitter sweerde geëxecuteert ende zijn lychgaem in der kercke begraven. Zijn nochGa naar voetnoote) Jacop Cosinsz.Ga naar voetnoot4), Jan B. van AmerongenGa naar voetnoot5) ende N. messemaecker, daer het HellixkenGa naar voetnoot6) uuyt te hangen plach | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 84]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(fol. 34.) in die GoordstegeGa naar voetnoota)Ga naar voetnoot1), tenselven dagheGa naar voetnootb) mitter coorde geexecuteer op die NuyeGa naar voetnoot2) aen die galge, die aldaer ten versoecke van Jacop Cosinz. uuyt den naem van die van de nyewe religie gemaecktGa naar voetnootc) wasGa naar voetnoot3); ende zijnGa naar voetnootd) haer lychgamen des naenoens van daer genomen ende gehangen aen die stadtsgalge buyten die Tollestechpoorte. EndeGa naar voetnoote) Jan die RidderGa naar voetnoot4), plagger, mit noch twee ander persoenen (waren) zijn mede tenselven dagheGa naar voetnootf) voir die noenne aenGa naar voetnootg) gehangen aen die stadtsgalge, dat Jan die Ridder hem zeer beclaechden, dat hy buyten die stadt hangen moeste, soe hy mede een borger wasGa naar voetnooth).
(fol. 34.) Dood van Hoochstraten. Karakter van Granvelle en zijn bestuurGa naar voetnoot5).
(fol. 35.) AnnoGa naar voetnoot6) 1569 den 15 JanuarijGa naar voetnooti) zijn by | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 85]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den Hoove twee personen van Montfort mitte coorde geëxecutert ende haer goet geconfisquertGa naar voetnoota), die den heer van Brederoede gedient haddenGa naar voetnoot1). Den 17 Januarij is deur expresse last van den Hertoghe van Alva van de stadthuyseGa naar voetnootb) gepublicert ende verbodenGa naar voetnootc) gheen goet, comenscap ofte ware in Engelant te moegen brengen sonder consent ofte pasport van denselvenGa naar voetnootd) Hertoghe op arbitrale correctieGa naar voetnoot2). Den 26 Januarij ende anderen naevolghenden daghen zijn binnen Utrecht alleGa naar voetnoote) die mueble, goederen ende imboedelGa naar voetnootf) van den heeren van Brederoeden vercoocht in den stadthuyse int openbaer int bywesen van RatallerGa naar voetnootg), auditeur in deGa naar voetnooth) Rekencamer in Hollant, ende Mr. Jan BoeyGa naar voetnooti), rentmeester der landen van Vianen, alsGa naar voetnootj) daertoe gecommittert zijnde. Den 28 Januarij is mitter coorde geëxecutert N. NueteboemGa naar voetnoot3), uuyt oersaecke hyGa naar voetnootk) mit Derric Wein- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 86]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
man den Gerechte van Utrecht requeste gepresenteert hadde, versoeckende consent ende libere permissie van haerlieder religie te moegen exercerenGa naar voetnoota), presenterende daervoirGa naar voetnootb) den MajesteytGa naar voetnootc) van weghen die van der nyewe religie tot dien eynde drie milionen goutzGa naar voetnootd)Ga naar voetnoot1). Den 19 Januarij is Agnies Drielen, huysfrouw van Jan Willemz., schoenlapperGa naar voetnoot2), ter cause van de troubblen voir Vredenborch mitten sweerde geëxecutert, ende Dirrick van Wijck alias SladootGa naar voetnoot3) mitter coorde, wesende een wever, die in de Burkercke die beelden geslegen hadde, hebbende voirs. NiesGa naar voetnoote) Drielen den predicanten geloyert ende thaeren sermoenen gehoortGa naar voetnootf).
(fol. 35.) Oranje, Lodewijk van Naussau, de hertog van Paltz-Tweebruggen en andere Duitsche vorsten in Frankrijk.
(fol. 35.) Den 21Ga naar voetnootg) Martii zijn naerGa naar voetnooth) Brussel | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 87]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gereyst als gecommitterde van de Staten van Utrecht endeGa naar voetnoota) by den Hertoge van AlvaGa naar voetnootb) verscreven wesende jeghens den 19 derselver maentGa naar voetnootc), omme teGa naar voetnootd) hooren dieGa naar voetnoote) propositie, die van weghe Zyne MajesteytGa naar voetnootf) den Generael Staeten geproponert soude woordenGa naar voetnoot1); daerGa naar voetnootg) heer Jan van der Veecht, Domdeken, heer Anthonis van Meerten van Abcoude, ridder, ende Jan van Amerongen, burgemeester, van weghen den Staten van UtrechtGa naar voetnoot2) gesonden wesende, mede tenselven daghe gecomparert zijnGa naar voetnooth). Welcke propositieGa naar voetnoot3) op den 21 Martii des nanoensGa naar voetnooti) int Hoof van den Coninc op die groote sale (daer die Generale Staten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 88]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van den Landen van Herwerts-overGa naar voetnoota) vergadert waren) gedaen is by den raetsheere van den Secreten RaedeGa naar voetnootb), DeGa naar voetnootc) BruxellesGa naar voetnoot1), uuyt den naeme van Zyne MajesteytGa naar voetnootd) inGa naar voetnoote) presentie van den Hertoge van Alva Gouverneur Generael ende anderen heeren van den Raede van Staten ende Secreten Raede; daer onder meer anderenGa naar voetnootf) verhaelt ende geproponeert woorden die periculen, lasten, commer, alende ende verloep, daer deseGa naar voetnootg) Nederlanden inne gecommen waren overmitsGa naar voetnooth) die groote invasiën, oorlogen ende lasten, die zy dagelicx dragen moesten ter cause van de troublen, oproerten ende seditiën der rebellen, daer zy aen allen hoecken ende oorden mede gequelt waren, soedat die MajesteytGa naar voetnooti), omme dieselve lasten te vervallen, goetgevonden hadden, van allen zynen ondersaten van zynen Nederlanden te eyschen ende te begeren den hondersten penninck van allen haerlieder goederen, soe van erven, renten, moeblen ende inmoeblen, hoedanich ende vanGa naar voetnootj) wat natueren oft | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 89]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
qualite die wesen moechte, gheen uuytgesondert, ende den 10en penninckGa naar voetnoota) van alleGa naar voetnootb) comenscapen ende 20en penninckGa naar voetnoota) van alleGa naar voetnootb) successiën ende bestervnisseGa naar voetnootc). Versoekende, dat die Staten int generael (aenmerckende die periculen ende verlop, daer die landen inne gecommen waren) haer consent daertoe gevoechgelic tot subventie endeGa naar voetnootd) dienste van Sijnder Majesteyt lande ende ondersaten soude willen geven ende dragen, opdat Zijn Excellentie vanGa naar voetnoote) de Hertoge van Alva by faulte van dien niet geoirsaeckt en soude zijn andere schattinge ofte petitie ofte uuytsettinge (fol. 36.) te doen, dieGa naar voetnootf) den landen swarder ende lastigherGa naar voetnootg) vallen soudenGa naar voetnooth). Ende woorden dieselve propositieGa naar voetnooti) den Staten by gescrifte gelevertGa naar voetnootj), mitsgaders zeker conceptGa naar voetnoot1), by den Hertoge daervan doen maeckenGa naar voetnootk), opdat een yeder daermede naer huys reysen moechte, omme (haer rapport gedaen hebbende ende weder commende jeghens den 25 AprilisGa naar voetnootl)) Zyne Excellentie goede antwoerde ende benuegen daerop | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 90]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te geven, daermede zy elcx dier tijtGa naar voetnoota) vertrocken zijnGa naar voetnoot1). (fol. 36v.) Den 16 Martii is tot Brussel uuyt Engelant weder gearrivert die raetshere uuyt den Secreten Rade DassomvilleGa naar voetnoot2), die by den Hertoge van Alva in ambassade in Engelant by de Coninne onlancx te voirensGa naar voetnootb) gesonden was, omme mit haer te tracteren van het onverstantGa naar voetnoot3), dat daer verresen was tusschen Engelant ende desen landen; hebbende die voirs. Dassomville noyt acces ofte audientie aen die Conininne cunnen gecrigen, soedat hy omgehoirt ofte eyt te doen wedergekeert is, willende die Conininne niet verclaren of zy viant was ofte niet, willende oic niet uuyt den arreste ontslaen tgelt, dat sy uuyt Spaengen commende deur tempeste in Engelant gehaven wesende, toebehorende diversche coopluyden van desen landen, gearrestert hadde, houdende haer oirlochscepen aleven sterck op zee, nemende al dat daer quam, houdende die zee gesloten, zulcx dat uuyt Spaengen gheen schepen in desen landen commen en conste, soedat zy genoech verthoende viant te wesen, hoewel gheen openbaer oorloghe noch in Engelant noch in desen landen gepublicert en wasGa naar voetnootc)Ga naar voetnoot4). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 91]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(fol. 37.) Den 23 Martii zijn mitter coorde by den HooveGa naar voetnoota) geëxecutert ende haer goet geconfisquert | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 92]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cornelis van RoyenGa naar voetnoot1) ende Cornelis HerbertGa naar voetnoot2), schoenmaeckers, die den heere van Brederoede gedient hadden. Den 22 AprilisGa naar voetnoot3) zijn die voirs. gedeputeerden der Staten van Utrecht weder naer Brussel gereyst. Ende hebben op den 25 Aprilis Zyne Excellentie uuyt den naem van de voirs. StatenGa naar voetnoota) tot redemptie ende quytinge van den hondersten penninck van allen goederen, denGa naar voetnootb) thienste penninck van allen comenscappen ende denGa naar voetnootc) twintichsten penninck van allen successiën, erffenissen ende bestervenissen, die die Hertoghe uuyt den naem van den Majesteyt den Generael Staten doen eyschen hadden, op den 25 Martii van te voirens, volghende zeker concept by de Hertoghe daervan doen maecken, Zyne Majesteyt gepresenteertGa naar voetnootd) 72 dusent guldens op ses jaren te betalen, alligerende veele ende diversche redenen, middelen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 93]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ende inconvenienten, waerdeur zylieden die petitie, soe die gedaen ende geproponert was, niet en conste accorderen ofte daerinne consenteren. Als oic terselver tijt gedaen hebben alleGa naar voetnoota) die anderen Staten, presenterende den Majesteyt elx naer haer vermoegen te subvenieren mit allzulcke subventie, als zy van outz gewoenlic waren te doen, sonder in alsulcke nyewe ongepractizeerde ende ongehoorde beede ofteGa naar voetnootb) subventie ofte schattinghe te cunnen consenteren, die die landen geheel prejudiciabel wesen ende tenderen souden totter totale verde[r]fenisse ende ruine van dienGa naar voetnoot1). Dan die Hertoghe niet willende tevreden zijn met die presentatie, by die van Utrecht gedaen, hebben, haer verbod vermerende, gepresentert hondert dusent guldens. Ende ten laesten (soe die Hertoghe die mede niet accepteren en wilde) om diversche redenen hemlieden moverende (hoewel zylieden nochtans qualicken wisten die penningen te becommen) gepresentert hondert 72 dusent guldenGa naar voetnoot2), mits daeraen afslaende 12 dusent guldens, die zy des jaers te (fol. 37v.) voirens beloeft hadden. Dan die Hertoge | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 94]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
persisterende wilde in de petitie, soe die gedaen was, in alle zijn poincten ende articulen geconsentert hebben simpliciter sonder enighe restrictie ofte limitatie. Twellic sommighe StatenGa naar voetnoota) deur inductie van sommigen geconsentert hebben onder beloftenisse nochtans van hemlieden niet te eyschen, te molesteren ofte ter cause van dien te doenGa naar voetnootb) executeren, maer van hemlieden allen consent begerende omme den anderen Staten mede alsoe eenformelijck te doen consenteren. Daerdeur die sommighe hem naederhant beswaert hebben gevonden, soe ettelicken van dien mitter daet ende de facto deur zeker collecteurs, daertoe geordonnert zijnde, geëxecuteert zijn gewoorden ende die anderen (hem geopposeert hebbende jeghens dexecutie) haer jeghens Zyne Majesteyt gerebellert hebben. Den 1 Julij is by den Hoove metten vierre geëxecutert, hebbende een primme doir zijn tonghe gesteken, Lenaer Carssenz. van VenloGa naar voetnoot1), die verdoept was ende zijn geloefve niet affgaen en wilde, ende Catharina, zijn huysfrouwGa naar voetnoot2), in de grachte van Vredenborch verdroncken, soe zy mede verdoept wesende, haer gerecipisseert heeftGa naar voetnootc). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 95]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 5 Julij zijn by den Hoove mitten sweerden geëxecutert drie personen van Bunschoten ende haer goederen geconfisquert, van dat zy in conventiculen van Anabaptisten geweest haddenGa naar voetnoot1). Den 21 Augusti, wesende SonnendachGa naar voetnoota), heeft die Hertoghe van AlvaGa naar voetnootb) binnen Utrecht gesonden 10 vendelen Spaengaerts vanGa naar voetnootc) het regiment ofte tierce van Lombardie, onder den coronel don Hernando de Toledo, omme aldaer voir een tijt te blyvenGa naar voetnoot2); als zy oic gedaen hebben, doende borgeren ende ingesetenen grote fortsen, overlast ende geweelden, soe in tnemen van haerlieder service, die die Hertoghe hemlieden deur zeker zyne ordonnantie geaccordert hadde, als van te willen hebben den geheelen coost ende dranck, van win ende van als dat zy begeerden; daeromme zy ettelicken borgeren impune ende omgestraft schendelicken vermoerdert hebben, nietjeghen- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 96]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
staende die clachten, die daervan Zijn Exellentie gedaen zijn geweestGa naar voetnoot1)Ga naar voetnoota). Den 25 Augusti, wesende postridie BartholomeiGa naar voetnootb), is voir HasenberchGa naar voetnoot2) op die Plaetze by die van den gerechte van Utrecht deur ordonnantie van den Hertoge van Alva ter cause van de troublenGa naar voetnootc) mitten sweerde geëxecutert ende zijn goederen geconfisquertGa naar voetnootd) Vincent van Hoeff, schout van AmersfortGa naar voetnoot3), ter cause van den troublen, ende zijn goederen geconfisquertGa naar voetnoote). De 23 September zijn uuyt Utrecht van den 10 vendelen Spaengaerts, die daer lagenGa naar voetnootf), twee vendelen buschuten gesonden naer Waterlant, soe daer dagelicx van de rebellen veel scepen mit comenscappen ende anderen genomen woorden omtrent Wieringhen, Vlielant ende Texel, waerdeur die vaert ende navigatieGa naar voetnootg) op Oostlant endeGa naar voetnooth) Vrieslant ende elders zeer belet ende geëmpescheert woordenGa naar voetnoot4). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 97]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 14 October is die soene van den Hertoge van Alva, Don Fredrico de Toledo, binnen Utrecht gecommen, denwelcke die Hertoghe van AlvaGa naar voetnoota) gemaeckt hadde capitain generael over het geheel crisvolck, soe te voet als te peerde, houdendeGa naar voetnootb) die Hertoghe tgouvernement van den landenGa naar voetnootc). DenGa naar voetnoot1) November zijn noch twee vendelen Spaengaerts uuyt Utrecht gesonden naer Culenborch. Den 15 Decembris zijn uuyt crachte van zeker mandementGa naar voetnootd) voir den Hertoghe van AlvaGa naar voetnoota) ende (fol. 38v.) den Raedt neffens hem wesende verdachvaert die Staten des Lants van Utrecht, mitsgadersGa naar voetnoote) schout, burgemeesteren ende schepenen der stadt Utrecht, die in den jare van 1566 in die weet (als het contract mit Jacop Cosinz. uuyt den naam van die van de nyewe religie gemaeckt woordenGa naar voetnoot2)) geweest hadden, mitsgadersGa naar voetnootf) schout, burgemeesteren ende schepenen, die alsdoen in de weet warenGa naar voetnoot3), omme tanhooren alsulken eysch, als die procureur generael van Synen Majesteyt, ten daghen dienende, jeghens henlieden zalGa naar voetnootg) willen doenGa naar voetnoot4) ende.....Ga naar voetnooth). Hebbende die Hertoghe van AlvaGa naar voetnooti) tenselven daghe geordonnert deur Jan de Larea Salazar, dros- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 98]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
sart van VianenGa naar voetnoota), heer Dierick van Zuylen, schout van Utrecht, omme op Vredenborch gevangen te setten Harman van der Veecht (als burgemeester geweest hebbende in den jare van 66), omme van hem te willen hebben die originelle minute van tzelve contract, soe hy dieGa naar voetnootb) bekent hadde (tzelve) gehadt ende verleyt thebben. Ende of alsoeGa naar voetnootc) die minute gevonden is gewoordenGa naar voetnootd) in den stadthuyse onder zeker anderen pampieren, soeGa naar voetnoote) is die voirs. Van der Veecht naer langhe sollicitatie uuyter gevankenisse ontslegen, naerdat hy zijn huys voir een tijt medeGa naar voetnootf) voir zijn gevangenisse gehadt haddeGa naar voetnoot1).
(fol. 38v.) Tournooi te BrusselGa naar voetnoot2).
(fol. 39.) Anno 1570Ga naar voetnoot3). Den 15 Februarij 1570Ga naar voetnootg) zijn by den Hoove twee personen mitter coorde geëxecuteert ende haer goederen geconfisquertGa naar voetnooth), die Brederoden gedient haddenGa naar voetnooti)Ga naar voetnoot4). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 99]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 13 Aprilis zijn die huysinghe van Johan van Renesse, heer van Wilp, duer ordonnantie van den Hertoge geamortizeertGa naar voetnoota) tot een cancellarie van den Hoove van Utrecht ende woenplaetse voirGa naar voetnootb) den PresidentGa naar voetnoot1). Den 18 AprilisGa naar voetnoot2) is die raetsheere DesideriusGa naar voetnootc) Thestich, raedt in de Cancellerie van BrabantGa naar voetnootd), binnen Utrecht gecommen, van den Hertoghe van AlvaGa naar voetnoote) ter enqueste gecommitteert zijnde ten versoeckeGa naar voetnootf) van den procureur generael van den Troublen-RaedtGa naar voetnootg) jeghens die drie Staten des Lants van Utrecht; die aldaer int nemen van deselve enqueste langen tijt gebesoingeert heeft al tot costen van de Staten, soe pro als contra, die oic int nemen van deselve enqueste tot meermael opentelic verclaerden, dat zoeverre die Staten van Utrecht in den 1e, 10 ende 20 penninck, by de Hartoge van Alva geeyscht, niet | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 100]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
consenteren en wilden, haer sententie tot haerlieder achterdeel al geconci(pi)ert lach, ende dat hy die enqueste alleen pro forma was nemendeGa naar voetnoota)Ga naar voetnoot1). Den 20 Aprilis is by den Hoove mitten sweerde geëxecutert deur ordonnantie van den Hertoghe van AlvaGa naar voetnootb) eenen Gerloof genaempt, gebooren van Bunschoten, van dat hy eens in den dorpe van Bunschoten (wesende schepen) in conventiculen van den Mennonisten gewest haddeGa naar voetnootc)Ga naar voetnoot2). Ende noch een ander persoenGa naar voetnoot3) mitter coorde, die die heere van Brederoeden gedient hadde. Den 14 Julij, wesende die Hertoghe van AlvaGa naar voetnootb) binnen Antwerpen, heeft alder sententie diffinitifve gegeven jeghens die drie Staten des Lants van Utrecht, ende dieselve gecondemnert naer uuytwysen der sententie, daervan gepronunciert ende hiernae volghende, nietjeghensstaende tproces van weghen die van Utrecht noit volcommelic gefurnert en was gewest (als sy sustineren), jae oic niet al gesien ofte gelesen, soe hemlieden geordonnert was, haer proces, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 101]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(fol. 39v.) twellicGa naar voetnoota) in Duytsche beleyt was, in Spaensche te doen translateren, twellic op date van de sententie noch ten halve niet getranslatert en soude zijn geweest ende oversulcx veel min gesien ofte gelesenGa naar voetnootb)Ga naar voetnoot1).
(fol. 39v.) Sententie van Alva over de Staten van Utrecht, 14 Juli 1570. (Bor. fol. 229 vlg.) (fol. 40.) Generaal pardon van 16 Nov. 1569. (Bor. fol. 230 vlg.) (fol. 45.) Loslating van gevangenen.
(fol. 45v.) Den 30 Julij is binnen Utrecht ende allomme in den landen van dien gepublicert tvoirs. pardon, mitsgaders tpardon van den Paus, mit blyscappe van veuren ende processie generael. Den 31 Julij is by den Hoove mitter coorde geëxecuteert eenen van Iselstein geboren, van dat hy boven het bannissement van den Hertoge van AlvaGa naar voetnootc) weder int lant gecommen was ende Brederoede van te voirensGa naar voetnootd) gedient haddeGa naar voetnoot2). Tenselven daghe heeft die Hertoghe van AlvaGa naar voetnoote) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 102]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den Hoove van UtrechtGa naar voetnoota) belast, deur expresse ordonnantie van den Majesteyt, gegeven te Madrid den 9 in Maio 1569, neerstelic te doen onderhouden ende executeren nae zijn forme ende inhouden het generael placat aengaende die heresiën, by den Keyser Carolo in den jare 1550 binnen Ausburg gemaecktGa naar voetnootb) ende daernae by den MajesteytGa naar voetnootc) in den jare 1559 binnen Gendt voir zijn vertreck naer Spaengen geconfirmert, twellic oic tenselven daghe gepublicert is geweestGa naar voetnoot1). Ende noch alle jair tweemael, als op St. Jansavont ende Corsavont, ordinarie gepublicert ende gerenoveert woordtGa naar voetnoot2). Omtrent desen tijt hebben die drieGa naar voetnootd) Staten van Utrecht geappellert aen den Coninc in Spaengen van der sententie, jeghens hemliden by den Hertoghe van AlvaGa naar voetnoote) gegevenGa naar voetnoot3). Hebbende dinsinuatie daer- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 103]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van den Hertoghe doen doen by forme van requeste ofte missiveGa naar voetnoota), hem deur een ombekende persone gepresentert, daer die Hertoghe niet af en wiste. Willende daernaeGa naar voetnootb) die HertogheGa naar voetnootc) geprocedert hebben jeghens die gethuygen, die over dacte van appel gestaen hadden, dieweleke by hem tot BrusselGa naar voetnootd) ontboden ende gehoort wesende, naer ettelicken drygementen gerenvoyert zijn geweest, wesende die gethuygen heer Goort Schijff, vicaris St. Jans, Govert van Amerongen, procureur voir den Hoove van Utrecht, ende Franciscus Rodius, secrat[ar]is van den capitule van St. JansGa naar voetnoote)Ga naar voetnoot1). Den 3, 4 ende 5 Augusti sijn binnen Antwerpen, (fol. 46.) soe mitter coorde als mitten zwerde, geëxecutert veel capitainen ende soldaten van den regimente van den grave van Ladron, wesende HoochduytschenGa naar voetnootf), die binnen Valecijn ter cause van haerlieder betalinghe een groteGa naar voetnootg) muterie ende seditie aengerecht hadden, hebbende den grave gevanckelick geset ende mit schone beloften ende practiquen omtrent Antwerpen gebrocht, ende aldaer geappre- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 104]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hendeert waren in de hulpe ende assistentie van denselve graveGa naar voetnoota)Ga naar voetnoot1). Den 7 Augusti is uuyt Utrecht naer Nieumegen gethogen een vendel Spaengaerts, sterck wesende drie hondert hoefden, al harquebusiers, wesende al eveneens geaccoutreert, omme aldaer by die Hertoge van Alva tontfangen vrouwe Anna, dieGa naar voetnootb) Conininne van Spaengen, die doechtere van den Keyser Maximilian, die die Keyser, wesende tot SpirsGa naar voetnootc) op een Ricxdach, nae dese Nederlanden gesonden heeftGa naar voetnootd), omme in Zelant te scepe te gaen naer Spaengen; wesende die Conininne op den 4 dach Maij van te voirens gefianceert ende ondertroudt te Pragen in Hongerien mit Carolo, ertshertoge van Oostenrijck, uuyt den naem van den Coninc van Spaengen, mit een zeer groote pompe ende solemniteyt, deur den ertsbiscop aldaerGa naar voetnoote) in de grote kercke, geaccompaingeert mit noch 10 andere biscopen ende veel prelaten, ter presentie van den Keyser ende zijn huysvrouwe ende veel princen, heeren ende legaten, die die paus, die Coningen van Spaengen, van Franricke, van Polen endeGa naar voetnootf) die Venetianen ende anderen potentatenGa naar voetnootg) daer gesonden haddenGa naar voetnoot2). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 105]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 12 Augusti heeft die Hertoghe van AlvaGa naar voetnoota) tHooffGa naar voetnootb) van Utrecht gecommittert omme te dirigeren die saecken ende affairen van den Staten van Utrecht, die hy by sententieGa naar voetnootc) gecassert hadde, als voirtsaen representerende dieselveGa naar voetnootd)Ga naar voetnoot1).
(fol. 46v.) Reis der Koningin van Spanje door Nederland. Vrede van St. Germain-en-Laye. (fol. 47.) Reis der Koningin naar Spanje.
(fol. 47.) In dese maent van September is heer Willem Veusels, deken van St. Pieters, uuyt den naem van de Staten van Utrecht van Bonne, daer hy zekeren tijt gelegen haddeGa naar voetnoote), gereystGa naar voetnootf) naer Italiën ende soeGa naar voetnootg) voirts naer Spaengen, omme het appel van de Staten van Utrecht aen den Coninc te vervolghenGa naar voetnoot2).
(fol. 47v.) Allerheiligenvloed. Herman de Ruyter te Loevestein. (fol. 48.) De Geuzen bezetten 's HeerenbergGa naar voetnoot3).
(fol. 49.) Anno 1571. Den 14 Januarij 1571Ga naar voetnooth), | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 106]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wesende Sonnendach, zijn deur expresse ordonnantie van den Hertoghe van AlvaGa naar voetnoota) uuyt Utrecht naer Aerhem getrocken ses vendelen Spaengaerts, omme voirts te trecken ende weder inne te nemenGa naar voetnootb) Tsserenberge ende het huys te VulftGa naar voetnoot1), die by de rebellen innegenomen waren, datGa naar voetnootc) die Spaengaerts van te voirens ten versoecke van den grave van Meghen sonder expresse ordonnantie van den Hartogen van Alva niet en hadden willen doen, nietjeghenstaende den dienst van den Coninck grotelic daeraen gelegen was; daer die Spaengaerts op den 18 Januarij weder binnen gecommen zijnGa naar voetnootd), soe die rebellen daeruuyt verlopen warenGa naar voetnoot2). DenGa naar voetnoote) 10 Februarij zijn die voirs. ses vendelen Spaengaerts (naedat die rebellen hem weder gescheyden haddenGa naar voetnootf)) weder binnen Utrecht gecommenGa naar voetnootg), naerdat zy tplatte lant alomme zeer gebrantschat haddenGa naar voetnootg). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 107]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 2 Martii hebben die rebellen gespoliert ende geheel geplondert Monickendam in WaterlantGa naar voetnoot1). Den 6 Martii zijn uuyt Utrecht naer Waterlant getroocken vierhondert Spaengaerts, alGa naar voetnoota) herquebusiers, omme tlant van de invasie der rebellen te bescharmen. Alwaer die rebellen omtrent het eylant van Texel genomen hebbenGa naar voetnootb) 23 groote schepenGa naar voetnoot2), die aldaer mitt alderhande ware ende comanschappe geladen lagen, om naer Spaengen te varen, wesende dieselve schepen veele tonnen schatz werdich. Hebbende mede die eylanden van Texel endeGa naar voetnootc) Wiringen gespoliert ende geplondert, als zy oic gedaen hebben die dorpen van Schagen, Petten, Catwijck, Noortwijck, Egmondt op Zee ende meer anderen daeromtrent gelegen, daer zy oic groten brant gesticht hebbenGa naar voetnootd). Den 7 Aprilis zijn uuyt Utrecht naer Alckmaer (fol. 49v.) wederGa naar voetnoote) getrocken de voers.Ga naar voetnootf) vierhondert Spaengaerts harquebusiers. Den 6 May, wesende SonnendachGa naar voetnootg), zijn voirts alle die andere Spaengaerts, totGa naar voetnooth) ses vendelen toe, uuyt Utrecht vertrocken naer Amsterdam ende voirts elders in Hollant, als tot Haerlem, Leyden, Delft ende RotterdamGa naar voetnoot3), daer zy deur ordonnantie van den | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 108]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hertoge ettelicken tijt gelegen hebben om naerder by die zee te wesen, soe die rebellen veel schepen opt water hadden ende dagelicx groote invasie en schaden dede, soe op Hollant, Frieslant, Zeelant ende Vlaenderen.
(fol. 49v.) De Geuzen op de Eems. Alva's standbeeld.
(fol. 49v.) In de maent van Augusto heeft die Hertoge missive van den Coninck ontfangen, by dewelcke hem belast woordenGa naar voetnoota) den stadt Utrecht van de SpangaertsGa naar voetnootb) te vryen ende tontlasten ende dieselve mit gheen Spangaerts oic meer te beswaren dan in cas van groot perikil ende urgente necessité, (fol. 50.) soe die van Utrecht den ConincGa naar voetnootc) by requeste (deur den deken van St. Peters, haerlieder gecommitteerdeGa naar voetnootd) in Spaengen wesende) te kennen gegeven hadde die fortsen, lasten, overdaden, geweldenGa naar voetnoote) ende costen, die zy van de Spaensche soldaten lydende waren, nietjeghenstaende den getrouwen dienst, die zy den MajesteytGa naar voetnootf) altijts gedaen hadden ende noch dagelicx doende warenGa naar voetnootg)Ga naar voetnoot1). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 109]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(fol. 50.) Verraad van Norfolk. De Geuzen op de Maas. Slag bij Lepanto.
(fol. 50v.) Den 18 November, wesende SonnendachGa naar voetnoota), zijn deur ordonnantie van den Hertoge van Alva weder binnen Utrecht gecommen acht vendelen Spaengaerts, naedat zy 10 daghen lanc het gehele platte landt van Utrecht deurgethogen ende alle die dorpen van dien onsprekelickGa naar voetnootb) gebrantscat hadden, daer sy groote somme van penningen aff gecregen hebbenGa naar voetnoot1), nietjeghenstaende die Coninc den Hertoge | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 110]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Alva tot meermael belast hadde by twee diversche missiveGa naar voetnoota)Ga naar voetnoot1), die van Utrecht mit gheen Spaens garnison te beswaren dan als die noot zulcx uuyteyschen soude, ten welcken tyde van noode die van Utrecht tot meermael selfs wel Duyts garnisoen versocht haddenGa naar voetnootb); wesendeGa naar voetnootc) die ses vendelen van de tierce van Lombardien, die van te voirens binnen Utrecht gelegen hadden, ende die ander twee vendelen van de tierce van Napels, die die Hertoghe uuyt Den Briel doen commenGa naar voetnootd) haddeGa naar voetnoot2), waervoir het lant van Voirn 16 dusent gulden (als men seytGa naar voetnoote) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 111]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gegeven souden hebbenGa naar voetnoot1); twellic naderhant gecauseert heeft het verlies van geheelGa naar voetnoota) Hollant ende Zelant deur het innemen van Den Briel by de rebellenGa naar voetnoot2), twellic die principale plaetse was, die die Keyser CarolusGa naar voetnootb) in tyden van oirloghe tusschen die Franchoisen oft Engelschen metGa naar voetnootc) voir het aldereerste mit garnison plach te doen besetten ende bewaren, als wesende die slutele van dese landenGa naar voetnootd).
(fol. 50v.) Bevalling van de Koningin van Spanje. (fol. 52.) 1572. Amnestie. Dood van Megen. Executie van Norfolk.
(fol. 52.) In de maent van Februario heeft die Hertoge van AlvaGa naar voetnoote) deur den president van Utrecht, DoctorGa naar voetnootf) Georgius RotallerGa naar voetnoot3), ende den capitain FranciscoGa naar voetnootg) Baldeze op den huyse van Vredenborch doen brengen alle die privilegien, statuten, charte- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 112]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren, brieven ende pampieren der stadt van Utrecht; aengaendeGa naar voetnoota) waervanGa naar voetnootb) die van de stadt geprotestert hebbenGa naar voetnootc), seggende tzelve te wesen attemptaten ende te geschyeden in prejuditie van haerlider procesGa naar voetnootd) van appel, aen den Coninc van SpaengenGa naar voetnoote) aengeheven, soedat die Hertoghe van AlvaGa naar voetnootf), siende haerlider protestatiën ende onwillicheytGa naar voetnootg), geordonnert heeft, den gehelen wet van der stadtGa naar voetnooth) op Vredenborch gevankelic te setten ende hemlieden by den procureur generael haer proces te doen maecken. Twellic by den Hoove van Utrecht om meerder inconvenienten te verheuden mit goede redenen ende middelen by missive aen den HertogeGa naar voetnooti) belet is geweest, soedat die Hertoghe van AlvaGa naar voetnootf) hem daermede heeft laten contenterenGa naar voetnoot1). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 113]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(fol. 52v.) Poging tot inning van den Tienden penning.
(fol. 53.) Den 2 Aprilis hebbenGa naar voetnoota) sommighe Spaengaerts van de 8 vendelenGa naar voetnootb), binnen Utrecht leggende, zeker conspiratie gemaeckt, die des anderen daechs, wesende Witten Donredach, (terwylen die Spaengaerts haerselven in den avont naer oude gewoenteGa naar voetnootc) geselen zouden) allen haer officiers vermoert ende doot gesmeten souden hebbenGa naar voetnootd), ende voirts allenGa naar voetnoote) den borgeren, soe gestelic als werlic, clein ende grootGa naar voetnootf), vermoert, die stadt geplondert ende in brant gesteken souden hebbenGa naar voetnootg). Twellic tot kennisse gecommen zijnde van den colonelGa naar voetnooth) ende den capitainen, zijn tenselven daghe des avonts veel van de complicen geapprehendert ende een terstont mitter coorde geworricht, die die principaelste autheur soude hebben geweestGa naar voetnooti), die oic des anderen daechs doot op dieGa naar voetnootj) Plaetze geleyt woorden, hebbende een gescryfte als | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 114]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een verrader op zijn borste gescrevenGa naar voetnoota), tot een exemple ende spigel van een alsulke lelicke mordadighe opset ende verraet. Ende zijnGa naar voetnootb) in deselve nacht veel van de complicen over die stadtmuren gevallen ende ewech gelopenGa naar voetnootc)Ga naar voetnoot1).
(fol. 53.) Den Briel en andere steden ingenomen. Mislukte poging van Bossu om ze te heroveren. Vlissingen en Veere in de handen der Geuzen. (fol. 54.) Beleg van Middelburg. Enkhuizen valt af. Strijd op de Zuiderzee. Poging tot ontzet van Middelburg. (fol. 55.) Lodewijk van Nassau in Bergen. Gelderland in opstand. Aankomst van Medina Celi. Rebellie der West-Friesche steden. (fol. 56.) Leiden, Dordrecht enz. in opstand. De Gorkumsche martelaren. Harderwijk, Elburg en andere steden vallen af. Bossu bezet Oudewater. (fol. 57.) Overijsel valt af. Beleg van Bergen. Ontruiming van Holland door 's Konings ambtenaren. Veldtocht van Oranje in Brabant. (fol. 58.) Vergadering der Staten van Holland te Dordrecht. Propositie van Marnix aldaar. (Bor fol. 282 vlg.) (fol. 60v.) Resolutiën der Staten. (Bor, fol. 282 vlg.)
(fol. 64.) Den 28 Julij zijn die rebellen uuyt Zutfaen ende Harderwijc, sterck wesende seven vendelen ende twee hondert perdt, by hem hebbende sommighe stucken gescutz, gecommen voir Amersfort, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 115]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(fol. 64v.) opeysschende die stadt ende dieselve beleggende. Ende zijn op den 29 Julij des morghens in den dageraet weder vandaen verthogen, latende aldaer wel tweehondert dooden, die by de borgeren (die hemlieden alsdoen zeer vromelic hielden) uuyt die stadt geschoten waren, soe aldaer gheen cnechten van Conincx weghen in en waren; die die van Amersfort altoes gerefuzert hadde te willen ontfangen, dickmael nochtans versoocht zijnde, soe by de heer van Groesbeeck, die daeromme binnen Amersfort geweest was, als oic naederhant by de grave van Boussu, die selver mit ettelicke hondert schutten uuyt UtrechtGa naar voetnoota) voir die stadt gecommen is (als die vyanden weder verthogen waren) omme die daerbinnen te brengen; die die van Amersfort mede refuseerden tontfangen, beloefvende die stadt selver wel te sullen bewaren; twellic zy naderhant qualycken gehouden hebben, als zy die vyanden innehaelden deur zekere gedeputeerden, die zy aen den grave van den Berghe tot Zutfaen gesonden hadden. Op denselven tijt waren die rebellen mit ses galeren voir het huys Ter Eem, daer die maerscalck Dirrick Jasperz. van WaverenGa naar voetnootb) hem mit ettelicke schutten vromelic uuyt weerden, schietende sommige rebellen dootGa naar voetnoot1).
(fol. 64v.) Oranje bezet Roermond. Andere steden door de Geuzen bezet.
(fol. 65.) Hebben mede omtrent desen tijt gerebellert ende den vyanden ende rebellen versocht ende | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 116]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
selverGa naar voetnoota) innegehaelt die van AmersfoortGa naar voetnoot1); als oic gedaen hebben die van NaerdenGa naar voetnoot2), waerdeur die landen van Utrecht zeer beroeft ende beschadicht zijn gewest, soedat die heere van Groesbecke deur ordonnantie van den Hertoge van Alva een bende ruyteren aen heeft moeten nemen, dieselve binnen Utrecht leggendeGa naar voetnootb); waerdeur nochtans die beroevinghe niet belet en is gewoorden, soe die van Amersfort alevenwel noch dagelicx tot omtrent die poorten van Utrecht commen doersten, halende die beesten uuyt den convente van OudtwijckGa naar voetnoot3) ende daeromtrent, nietjeghensstaende daer oic ettelycken vendelen cnechten binnen Utrecht lagen, wesende ter selver tijt bynnen Amersfort twee vendelen van de rebellen ende driehondert perdt. Den 20 Augusti is die grave van Boussu mit drie vendelen cnechten van zijn regiment uuyt Utrecht gethogen naer Amsterdam, dat op drie orden by den rebellen soe te water als te lande belegert was, die zijn compste niet verwacht en hebben, waerdeur die stadt ontset is geweest. Omtrent desen tijt heeft die grave van Boussu affGa naar voetnootc) doen branden het huys Ter EemGa naar voetnoot4), twellic die (fol. 65v.) van Amersfort weder gereparert hebbenGa naar voetnootd), stellende daerop Frederyc van Zuylen van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 117]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nyvelt tot een maerscalck, die medeGa naar voetnoota) een hooft van de rebellen binnen Amersfort was, ende naederhant binnen Naerden int overvallenGa naar voetnootb) van de stadt doot gesmeten woordenGa naar voetnoot1).
(fol. 65v.) Moordaanslag op Coligny. (fol. 67.) Verdere gebeurtenissen te Parijs. (fol. 68.) BartholomaeusnachtGa naar voetnoot2). (fol. 71.) Mechelen en andere steden door Oranje ingenomen. Alva's maatregelen. Veldtocht van Oranje in Brabant. (fol. 72.) Alva verovert Bergen. De Geuzen ontruimen Mechelen. (fol. 73.) Plundering van Mechelen. (fol. 74.) Terugtocht van Oranje naar Duitschland.
(fol. 74v.) Den 10 October is die grave van Boussu uuyt Utrecht gethogen mit drie vendelen enechten van zijn regiment ende ettelicken perden van de beende van den heere van Groesbeck nae die Vaert; daer by hem gecommen zijn van Aerhem vier vendelen Walen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 118]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ende twee vendelen Duytschen van den regimente van den heere van Hierges, gouverneur van GelderlantGa naar voetnoot1); daer hy des anderen daechs, den 11 OctobrisGa naar voetnoota), mit noch tweehondert schutten, die van Amsterdam gecommen waren, ende vijftich Spaengaerts van Vredenborch mit vier veltstucken mede gethogen is naer Schoenhooven, om dat tonsetten, dat by de heere van LummeGa naar voetnoot2) aen twee oorden als op elcke zyde van de stadt op den dijck belegertGa naar voetnootb) ende aldaerGa naar voetnootc) wel beschantz wasGa naar voetnootd); hebbende daerbeneffens die rebellen noch ettelicken galeren ende anderen schepen, leggende voir die stadt in de Leecke jeghens die schanschen ov[er], die van Dordrecht, Rotterdam ende elders gecommen warenGa naar voetnoote), daer zy veel geschutz op hadde; soedat onse cnechteGa naar voetnootf), willende die schanschen bevechten, (soe men anders aen die stadt niet commen en conste dan den dijck langes, daer die schansen op laghen) van tsygeschut van de scepen zeer beschadicht zijn gewest, soedat daer veel geschoten woorden; waerdeur zy die schanschen niet en hebben cunnen (fol. 75.) gecrygen, die mit volck ende geschut wel versien waren ende hem dapperlic mede te weere stelden, nietjeghenstaende die van de stadt mit haer groff geschut haer debvoir oic genoch dede om binnen die schanschen te schieten; daer doen ter tijt maer | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 119]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een vendel van den regimente van den grave van Boussu onder den hoopman Lozecot in en was, ende oic qualicken van cruyt ende andere munitiën versien waren. Zulcx dat die grave, siende die stadt niet te cunnen ontsetten overmits die schanschen, die hem in de weeghen waren, mit zijn volck tot Jaersvelt is blyven leggen, leggende die heere van Lummé op het huys te Liesvelt, doende op die stadt diversche assautenGa naar voetnoot1). Den 20 October hebben die van Schoenhoven mit accordt die stadt opgegeven in handen van de rebellen, naerdat zy ettelicke stormen wederstaen hadde ende gheen hoepe en saghen omme ontset te woorden, hebbende menich veurteycken van benautheyt bethoent, soe hem victuaille, cruyt ende andersGa naar voetnoota) ontbraecken. Ende is het vendel cnechten mit alle die borghers, die wilde, daeruuyt gethogen, leggende die rebellen weder daerin van haerlieder garnison, doende die stadt ende die borgeren eedt den prince van OuraengenGa naar voetnoot2).
(fol. 75.) Alva te Nijmegen. Oranje te Enkhuizen. (fol. 76.) Beleg van Zutfen. Oranje in Holland. Regeeringsvorm aldaar. Zutfen veroverd en geplunderd. Andere krijgsbedrijven. (fol. 77.) Moordaanslag op Coligny. BartholomaeusnachtGa naar voetnoot3). (fol. 93.) De Geuzen ontruimen tal van steden.
(fol. 93.) Den 20 November des avont hebben | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 120]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zyGa naar voetnoota)Ga naar voetnoot1) mede verlaten die stede van Amersfort, treckende daeruuyt naer WaterlantGa naar voetnoot2). Ende zijn sommighe gecommitteerde van Amersfort in der nacht gecommen tot Utrecht, presenterende den grave van Boussu die slutelen van de stadt. Ende is die graveGa naar voetnootb) in derselver nacht te twee ure mit zijn peerdtvolck ende twee vendelen cnechten van zijn regimente uuyt Utrecht gethogenGa naar voetnootc) binnen Amersfort, stellende aldaer weder goede ordre, zulcx dat niemand van den borgeren ofte inwoenderen van dien eyt misdaen is geweest. Ende isGa naar voetnootd) die grave van BoussuGa naar voetnoote) weder binnen Utrecht gecommen mit zijn ruyteren op den 24 November, latende aldaerGa naar voetnootf) die voirs. twee vendelen enechten voir garnisonGa naar voetnoot3).
(fol. 93v.) De Geuzen ontruimen ook andere steden. Van der Does in commissie naar Engeland. (fol. 94.) Aanslag op Amsterdam verijdeld.
(fol. 94.) Den 27 November is die grave van Boussu mit den president van Utrecht gereyst uuyt Utrecht naer Amersfort, omme die weet te versetten deur ordonnantie van den Hertoge van Alva ende mede te congratuleren Don Fredrico de ToledoGa naar voetnootg) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 121]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de victorie van Zutfaen, die aldaer van Zutphaen mitte leger commen soude, omme naer Hollant te gaen; waertoe veel waghens uuyt alle die dorpen, in den landen van Utrecht gelegen, opgebooden ende gearrestert waren, omme alle victuaille nae te voeren. Ende wasGa naar voetnoota) die van Utrecht geordonnert alle daghe (fol. 94v.) voir tleger op te brengen vijffthiendusent ponden broots ende hondert vaten biers, die zy oic ettelicke weecken lanc int leger bestelt ende gesonden hebbenGa naar voetnoot1). Den 28 November is don Fredrico mit die heere van Norcarmes, Philippe de St. AllegondeGa naar voetnootb)Ga naar voetnoot2), ende anderen heeren mit vierhondert lichte perden binnen Amersfort gecommen, blyvende die leger dien nachtGa naar voetnootc) leggende op die dorpen daeromtrent; ende zijn die twee vendelen van den regimente van den grave van Boussu weder uuyt Amersfort gethogen naerGa naar voetnootd) den huysman; endeGa naar voetnoote) zijn oicGa naar voetnootf) tenselven daghe binnen Utrecht deur ordonnantie van den grave van Bossu gemaeckt ettelycke dusent eyssporen, omme die by tleger in Hollant te bezygen, soe het een sterke vorst was ende die van Hoorn ende Enkuysen mit alle haer oirlochschepen omtrent Muyden int eys bevroren laghen; die men wel | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 122]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
soude hebben cunnen gecrigen, indie(n) men in tijts daernae gestaen hadden, gelijck die van Amsterdam deur haerlieder gedeputerden genooch te kennen gaven; twellic een groot avantaige voir dese landen geweest soude hebben, indie(n) men die saecke geaccelereert hadde gehadt, als men geern gesien hadde; dan zijn die schepen mit brecken van grote fortse van het eys ewech gecommenGa naar voetnoota)Ga naar voetnoot1). Den 29 November is die leger mit het geschut voirts gethogen naer Neerden ende oic die heere van Norcarmes mit vierhondert lychte peerden, die tenselven daghe die stadt van NaerdenGa naar voetnootb) uuyt den naem van den Coninc opgeeyst heeftGa naar voetnootc). Den 30 November is don Frederico uuyt Amersfort gethogen int leger voir Naerden. Den 1 Decembris hebben die Spaengaerts die stadt van Naerden mit gewelt overvallen, sonder daer oyt (fol. 95.) op geschoten te hebben (nietjegenstaende die van de stadt haer presenteerden in handen van den Majesteyt over te geven). Ende hebben alle die soldaten, die daerbinnen laghen, ende veel borgeren, vrouwen ende kynderen duersteken ende vermoert ende voorts die stadt geplondert ende in brant gestekenGa naar voetnootd)Ga naar voetnoot2), tracterende zeer qualicken ende abomina- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 123]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
belic mitteGa naar voetnoota) vrouwspersonen, soe gestelic als werlic, die zy het leeven lieten behouden. Ende is daernaeGa naar voetnootb) deur ordonnantie van den Hertoge van Alva by den huysluyden van Goylant die stadtGa naar voetnootc) gedemanteleert ende zijnGa naar voetnootd) die goederen ende privilegiën van de stadt by sententie van den Hertoge ende den Raedt neffens hem wesende in de stadt van de GraveGa naar voetnoote)Ga naar voetnoot1) verclaert tot behoef van den MajesteytGa naar voetnootf) geconfisqueertGa naar voetnootg)Ga naar voetnoot2). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 124]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(fol. 95.) Begin van het beleg van Haarlem. (fol. 97.) Lumey en Entens gearresteerd, Mislukte poging tot ontzet van Haarlem.
(fol. 97v.) Den 20 JanuarijGa naar voetnoot1) des avonts tusschen thien ende elff ure soude die rebellen van Buren den dijck deurgesteken hebben omtrent Scalckwijck, daerdeur het ganse lant van Utrecht geinundert soude hebbenGa naar voetnoota), tenware tzelve belet hadde geweest by den hemraeden, alsdoen op den dijck wesende, overmits tgrote water; die tzelve gewaer woordende, terstont ettelicke enechten, soe van Wijck als van de Vaert, daer garnison leggende was, doen commen hebben; deur wyens assistentie het deursteken van den dijck belet is gewoorden, zulcx datter aen beyde zeyden ettelicke doden zijn geblevenGa naar voetnootb) ende oic sommighe gevangen gewoordenGa naar voetnoot2). Ende omme voirts in toecommende tyden het deursteken van de dycken te hebben moegenGa naar voetnootc) beletten ende den Rinstrom te veyligen, soe isGa naar voetnootd) by den Hoove van Utrecht, alsdoen representerende die Staten, op behagen van den Hertoge van Alva (soe die saecke haestGa naar voetnoote) eyschende was) toegemaeckt ge- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 125]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
weest twee royschepenGa naar voetnoota) ofte galeyenGa naar voetnootb), daer op ellickeGa naar voetnootc) van dien geleyt zijn geweestGa naar voetnootd) thien schutten mit ettelicke bussen ende dubbelde haecken ende een capitein voir een overste. Ende om doncosten van dienGa naar voetnoote) te vervallen van deselve galeyen, soeGa naar voetnootf) zijn zeker penningen uuytgeset op alle comenscappe den Rijn nedercommende, die mitte voirs. galeyenGa naar voetnootg) geconvoyert soude woorden, achtervolghendeGa naar voetnooth) zeker placaetGa naar voetnooti) daervan gemaeckt. Welcke galeyen die Hertoghe van Alva zeer bequaem vindende tot bevryinge van de stroem, heeft geordoneertGa naar voetnootj) die van Wijck, Renen, Culenborch ende Aerhem, omme alsoedanige galeren van gelijcke mede toe te rusten tot bewaernisse van de stroom, soe int op als int affGa naar voetnootk) varen.
(fol. 98.) Voortgang van het beleg van Haarlem. Bemiddeling van Amsterdam.
(fol. 98v.) Den 16 Februarij is een vendel enechten uuyt Utrecht gethogen naer Wijck, alwaer omtrentGa naar voetnootl) noch ander vendelen uuyt Gelderlant bycommen souden, ommeGa naar voetnootm) te samen weder inne te | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 126]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nemen zeker sterckte ofte oudt blockhuys, gelegen tot Ravesway op die diepte van de stromGa naar voetnoota), twellic die rebellen van Buren innegenomen ende begonst hadden te beschansen, omme alsoe den Rinvaert te beletten ende den stroom te besluten, daer zy die stadtGa naar voetnootb) van Utrecht zeer mede belet ende beschadichtGa naar voetnootc) souden hebben, soe daer gheen schepen den Rijn neder en souden hebben connen commenGa naar voetnootd)Ga naar voetnoot1). (fol. 99.) Den 17 Februarij heeftGa naar voetnoote) die heere van Hierges, Gieles van BarlemontGa naar voetnootf), gouverneur van Gelderlant, mit die grave van Meghen, zijn broederGa naar voetnoot2), ende ettelicke vendelen cnechtenGa naar voetnootg) weder innegecregen hetGa naar voetnooth) blockhuys tot Ravesway; soe die rebellen, haerlieder compts vernemende, daeruuyt gescheyden ende weder naer Buren gethogen zijnGa naar voetnooti). Ende heeftGa naar voetnootj) die heere van Hierge aldaer in garnison laten leggenGa naar voetnootk) vier vendelen van zijn regimente, omme den Rijnstroom te bevryen, die dagelicx den huysluyden groote overlasten deden in den landen van Utrecht van roven, brantscatten ende ruytenGa naar voetnootl). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 127]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(fol. 99.) Voortgang van het beleg van Haarlem. (fol. 100.) Strijd op de Haarlemmermeer. Poging tot ontzet van Middelburg.
(fol. 100.) Den 4 Aprilis zijn voirby Utrecht gepassert vierhondert pioniers mit omtrent 40 peerden, die uuyt Flaenderen quamen ende naer tlegerGa naar voetnoot1) toghenGa naar voetnoota). Den 5 Aprilis zijn voir die vier poorten van Utrecht gecommen ende geloygert vijff vendelen Bourgoingons, die den Rijn nedergecommen waren ende den huysluyden groot gewelt ende overlast aendeden, treckende den 7 Aprilis voirts naer tlegerGa naar voetnoot2).
(fol. 101.) Allerlei gevechten in Holland.
(fol. 102.) Den 23 Junij is een vendel cnechten van grave van Boussu gethogen binnen Montfort; ende heeftGa naar voetnootb) die grave een schansche doenGa naar voetnootc) maceken op den Hondtdijck, op dese zeydeGa naar voetnootd) van WoordenGa naar voetnoot3), omme daermede te beletten dexcursiën van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 128]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die van Worden, die daer desniettemin nietGa naar voetnoot1) en geschiedenGa naar voetnoota). Den 24 Junij zijn binnen Utrecht gecomen dusent Spaengaerts, alle harquebusiers, die by de Hertoge van Alva, wesende binnen Niewmegen voirheene, naer het leger voir Haerlem gesonden woorden, die hy uuyt 24 vendelen doen nemen hadde, die stracx uuyt Italien quamen, daer zy mit Don Jan Daustrice jeghens den Turck gedient haddenGa naar voetnoot2). Ende eenen nacht binnen Utrecht gelogeert hebbende, zijn des (fol. 102v.) anderen daechs op den 25 Junij mit schepen van Utrecht gebracht naer Amsterdam ende soe voirts naar het legerGa naar voetnoot3), soe die Prince van Ourangen groote diligentie dede van alle zyne macht te velt te brengen omme Haerlem te ontzetten ende te victailleren. Den 30 Junij zijn voir die vier poorten van Utrecht gecomen ende aldaer geloigert 24 vendelen Spaengaerts, die die Hertoge van Alva uuyt Italien doen commen haddeGa naar voetnootb), daer die voirs. dusent harquebusiers uuyt genomen waren. Den 1 JulijGa naar voetnootc) zijn van de voirs. 24 vendelenGa naar voetnootd) acht vendelen verthogenGa naar voetnoote) naer Haerlem. Ende op den 4 Julij die resteGa naar voetnoot4). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 129]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(fol. 103.) Overgave en plundering van Haarlem.
(fol. 103v.) Den 16 Julij zijn binnen Utrecht gecommen sommighe sammereusenGa naar voetnoot1) ende grote schepen, geladen mit 10 grote stucken geschutz ende ontallicken veel cloten, veel tonnen met buyscruyt, lonten ende diergelycke munitie van oirloghe omme naer Haerlem te voeren, twellic geconvoyert woorden mit een vendel Spaengaerts ende drie vendelen pyoniers; dan alsoe Haerlem opgegeven was, soe is die voirs. munitie ende vendel Spaengaerts binnen Utrecht gebleven, verwachtende die comste van de Hertoghe van Alva, die nae Haerlem reysen wilde. Ende woorden die pyoniers op het platte lant geloyertGa naar voetnoota). Den 18 Julij is die Hertoge van Alva van Nyemegen gecommen binnen Utrecht, by hem hebbende die heere van BarlemontGa naar voetnoot2), cappitain Scipio VitelliGa naar voetnoot3), | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 130]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Don Jan de Mendoza, die naderhant binnen Antwerpen maeckende den amoureus voir een jonffrouwe venster, van een paygen doersteken woorden, mit meer anderen, ende een vendel cnechten Hoochduytschen, dat in den borgeren huysen gelogiert woorden, mit een bende ruyteren, die die Hertoge op den huysman dede leggen. Den 24 Julij is don Fredrico van Haerlem binnen Utrecht gecomen, mit die heere van Norcarmes, den rytmeester Schenck ende die heer van Byly, gouver-(fol. 108.) neur van Frieslant, alwaer consulte gehouden isGa naar voetnoota), waer dat die leger voirts gaen soudeGa naar voetnoot1). Den 26 Julij is binnen Utrecht gepubliceert zeker missiveGa naar voetnootb) van den Herthoge van Alva van date den 16 Julij by forme van placateGa naar voetnootc), adresserende aen de gerevolteerde steden, by dewelcke hyGa naar voetnootd) hemlieden | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 131]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vermaende, omme weder te keren onder dobedientie van den ConinckGa naar voetnoota), hemliedenGa naar voetnootb) toeseggende ende belovende pardon ende vergyffenisse van tgunt zy enichsinsGa naar voetnootc) misdaen hadde, wesende dieselve missive van date den 16 Julij 1573Ga naar voetnootd)Ga naar voetnoot1).
(fol. 104 vlg.) Pardon van Alva, 16 Juli 1573Ga naar voetnoot2). (Bor, fol. 327 vlg.)
(fol. 108.) Den 27 Julij is don Fredrico mit zijn geselscap weder uuyt Utrecht naer het leger gethogen, denwelcken tenselven daghe gevolcht is diversche munitie mit het convoy daerby wesendeGa naar voetnoote); maer commende tot Amsterdam, is aldaer gebleven, overmits die mutinerie van de Spaengaerts, diewelcke gedurende dabsentie van don Fredrico begonst hebbenGa naar voetnootf) te mutineren, willende geheel op betaelt wesen, aleer zy elders voir die vianden trecken wilden, soe men haer 38 maenden schuldich was, als zy seyden; twellick gecausert heeft, dat het gehele leger ses volle weecken int midsen van de somer gans styl heeft blyven leggen, waerdeur den dinst van Zyne | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 132]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MajesteytGa naar voetnoota) zeer vercoort is geweest ende verachtert, soe die ander gerebellerde stede hem inmiddel van tyde provanderden ende versagen van victuaille, munitieGa naar voetnootb) ende volckGa naar voetnoot1).
(fol. 108.) Muiterij der Spanjaarden. Alva te Haarlem. (fol. 109.) Beleg en ontzet van Alkmaar. Allerlei gevechten. Vertrek van Medina Celi. (fol. 110.) Slag op de Zuiderzee.
(fol. 110.) Den 29 October is die Hertoge van Alva weder van Amsterdam gecomen binnen Utrecht mit don Fredrico ende anderen heeren, latende den leger in Hollant, daer die Spaengaerts innegenomen hebben Den Haghe, Maeslantsche-sluysGa naar voetnoot2), Leyerdam ende meer ander plaetsen, daer zy die stede van Delft (daer die Prince van Ouraengen zijn meeste residentie hadde, als oic dede die van den Raede ende Rekencamer) mitsgaders Leyden, Der Gouwe, Rotterdam ende andere stede zeer mede benoudt hebbenGa naar voetnoot3). Ende die Hertoghe van Alva, alsdoen binnen Utrecht wesende, heeft aldaer die tydinghe ontfangen, dat die MajesteytGa naar voetnootc) hem in Spaengen gerevoceert ende | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 133]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van zijn commissie ontslegen hadde, daer die Hertoghe niet wel mede tevreden en was, schydendeGa naar voetnoota) mit gramme moede uuyt UtrechtGa naar voetnootb)Ga naar voetnoot1). (fol. 110v.) Den 30 October zijn op den huyse van Vredenborch mitten zweerde geëxecutert vier capitainen, Franchoisen, onder denwelcken men seggen wilde, dat een jonghe grave van St. Pol was, die binnen Haerlem gevangen waren geweest, ende die Hertoghe mede mit hem binnen Utrecht gebrocht hadde. Den 1 November is die Hertoghe van AlvaGa naar voetnootc) mit don Fredrico, zyne soenGa naar voetnootd), die heer van Barlemont ende het geheel hoof van Utrecht, naedat hy sommighe van de wedt dien dach qualycken aengesproken haddeGa naar voetnoote), vertoghen nae Brabant. Latende die Hertoghe binnen Utrecht die heer van Norcarmes, Philippus de St. Allegonde, voir een stadthouder over Utrecht ende Hollant ende capitain generael over het leger in de plaetse van den heer van Boussu. Ende die Hertoghe gecomen wesende binnen Antwerpen, is die heere van SenlyGa naar voetnoot2) uuyt Franrijck (die | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 134]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op het castel van Antwerpen langhen tijt gevangen geseten hadde ende in de slach voir Berghen in Henegouwe gevangen was gewestGa naar voetnoota)) aen een seer heete coortse gestorven (als men zeyde).
(fol. 110v.) Aankomst van Requesens. (fol. 111.) Requesens te Antwerpen. Supplicatie van Oranje en de Staten van Holland en Zeeland aan den Koning. (Bor, fol. 364 vlg.) (fol. 126.) Slag bij Reimerswaal.
(fol. 126.) Den 5 FebruarijGa naar voetnoot1) is don Fernando de Lannoy, grave de La Roche, gouverneur van ArthoisGa naar voetnootb), alsmede gesteldeGa naar voetnootc)Ga naar voetnoot2) gouverneur over Hollant ende Utrecht ende capitain generael over des Majesteyt leger, alsdoenGa naar voetnootd) in Hollant leggendeGa naar voetnoote), binnen Utrecht gecommen in de plaetse van de heer van Norcarmes, die binnen Utrecht cranck lach; dieGa naar voetnootf) den huysluyden ende den dorpen, in den landen van Utrecht gelegen, mit diverscheGa naar voetnootg) leninge ende schattinghe alsoeGa naar voetnooth) getravaillert heeft gedurende sijn gouvernemente, soe tot hoy ende haver voir zijn perden, als | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 135]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
totGa naar voetnoota) leninghe ende betalinghe van de soldaten; wesende die voirs. grave al teGa naar voetnootb) goet van nature, (fol. 126v.) die hem van sommighe (die hy voir zijn raetsluyden gebruyckteGa naar voetnootc)) liet abuseren int onderteyckenen van veel dinghen ende ordonnantiënGa naar voetnootd), die hy niet gelesen en hadde; ende hem oic soe verre liet beleyden, dat hy veel dinghen passerden ende oicGa naar voetnoote) ordineerden, die in zijnder macht niet en waren, twellic een groot deesordre gecausert heeft binnen Utrecht endeGa naar voetnootf) in den landen van dien, soe int faict van der justicie, politie als discipline militaire; waerdeur die hopluyden ende soldaten in alsulcke ongeregeltheyt van gewelt, fortse ende overdaet gecommen zijn, dat hy daerover gheen authoriteyt, straff ende punitie en heeft cunnen gebruycken, zulcx dat die zaecken in alsu(l)ck verloop gecommen zijn, dat men tzelve qualycken salGa naar voetnootg) cunnen remedieren, verlopende die saeckeGa naar voetnooth) dagelicx hoe langer hoe quaerGa naar voetnooti)Ga naar voetnoot1).
(fol. 126v.) Middelburg capituleert. Poging om Antwerpen enz. te verrassen.
(fol. 127.) Den 5 Martii is die heer van Norcarmes, Philips van St. Allegonde, binnen Utrecht gestorven, vergeven zijnde (als men seggen wilde)Ga naar voetnootj)Ga naar voetnoot2). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 136]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 11, 12 ende 13 Martii sijn deur het lantGa naar voetnoota) van Utrecht gepassert tweedusent soldaten, soe Spangaerts als Walen, die uuyt het leger uuyt Hollant quamen ende naer Brabant thogenGa naar voetnootb), overmits die vergaderinghe, die grave Lodewijck maeckte omtrent Maestricht op die Maescant. Den 20 Martii is voirts die geheele leger uuyt Hollant gethogen, verlatende Den Haghe, Maeslantsche-sluys, Vlardingen, Schiedam ende voirts alle die anderen schanschen ende stercktenGa naar voetnoot1), die zy in Hollant innegenomen hadden. Ende isGa naar voetnootc) commenGa naar voetnootd) tsamenGa naar voetnoote) leggen in den landen van Utrecht, daer zy gebleven is by de drie weecken, sterck wesende soe te voet als te perdt over die vijftich vendelen, als 26 vendelen Spaengaerts, 10 vendelen Walen, 10 vendelen Hoochduytschen ende 6 benden ruyteren; (fol. 127v.) beroevende den kercken, abbayen, closteren ende allen den huysluyden in manieren ende noch arger, off zy vianden, jae TurckenGa naar voetnootf) geweest hadden, loogerende doir alle die dorpen van Utrecht, zoedat zy tgehele lant ontsprekelic bedorven, geruynert ende gespoliert hebben; waervan die 26 vendelen Spaengaerts op den 14 Aprilis vertrocken zijn nae de Betuwe, omme te gaen jeghens den hoop van grave Lodewijck, die al verslegen was eer die Spaengaerts in de Betuwe quamen, soe zy zeer traech | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 137]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voorttoghen, blyvende die ruyteren, Hoochduytschen ende Walen in den landen van Utrecht noch legghenGa naar voetnoota).
(fol. 127v.) Slag op de Mookerheide. Muiterij der Spanjaarden.
(fol. 128v.) Denselven 14 Aprilis zijn die drie Staten van Utrecht, die by sententie van den Hertoge van Alva gepriveert ende gecassert waren geweest, deur expresse ordonnantie van den MajesteytGa naar voetnootb) van date den 12 Martii van te voirensGa naar voetnootc) binnen Madriel gegeven, by provisie weder gerestitueert in allen haer privilegiën ende preëminentiën ende gestelt in alsulcke state, als zy van te voirens geweest hadden; ende hebben van dien tijt affGa naar voetnootd) daministratie van dienGa naar voetnoote) naer ouder gewoente weder aenvertGa naar voetnootf)Ga naar voetnoot1). EndeGa naar voetnootg) zijn oic naderhantGa naar voetnooth) die van de stadt van Utrecht weder gerestituert allen haer privilegiën, chartren, pampieren ende munimenten, die deur ordonantie van den Hertoghe van Alva op den huyse van Vredenborch gebrocht waren geweest, deur toedoen van Francisco Baldeze, die een groote haet ende nijdt jeghens die stadt van Utrecht (uuyt ranceur van zijn eygheen giericheyt ende ambitie) geconcipiert haddeGa naar voetnoot2). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(fol. 128v.) Muiterij te Antwerpen.
(fol. 129.) Den 1 May zijn uuyt die Betuwe weder voir die vier poorten van Utrecht gecomen ende aldaer gelogeert 19 vendelen Spaengaerts, wesende dieghene, die lest uuyt Italiën gecomen waren ende tot Antwerpen mitten anderen niet geweest en haddenGa naar voetnoota), daer nu colonel af was Francisco de Baldeze, die oic tenselven daghe binnen Utrecht gecommen was. Ende hebben die SpaengaertsGa naar voetnootb) op denselven avont sommighe huysinghe buyten die vierGa naar voetnootc) poorten aen brant gestekenGa naar voetnootd), dreygende die voirsteden geheel aff te willen branden ofte in die stadt te willenGa naar voetnoote) commen, omme aldaer haer betalinge (als zy seyden) te willen hebben; twellic een groot rumoer ende vrese deur alle die landen van Utrecht gecauseert heeft, te meer soe capitaen Baldeze hemlieden beloeft hadde binnen Utrecht te doen commen ende aldaer haer volle betalinghe te halen, het waer mit gemack ofte ongemaeckt; die oicGa naar voetnootf) ettelicke Spaengaerts, harquebusiers, deur consent van den grave van LanoyGa naar voetnoot1) deur die Werdtpoorte, voir zijn gwarde innehaddeGa naar voetnootg), laten commen, waerdeur bynae een oploepe onder die borgheren in die stadt gecommen soude hebben; daer | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 139]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
alsdoen vierGa naar voetnoota) vendelen Hoochduytschen van den regimente van Fronsbergen binnen laghen, die die (fol. 129v.) grave van Lanoy tot verzekerheyt van de stadt, ten versoecke van deselve stadtGa naar voetnootb) (gesien hebbende texempel van die van AntwerpenGa naar voetnoot1), die nochtansGa naar voetnootc) ee[n]sdels deur den Duytschen verraden waren geweestGa naar voetnootd)) aldaer doen commen hadden uuyt sommighe dorpen van den landen van Utrecht, daer die noch gebleven waren ende geloigeert laghenGa naar voetnoot2). Den 2 May, siende capitain Baldese, dat hy die Spaengaerts binnen Utrecht niet cryghen en conde ende willende nochtans zijn beloefte volbrengen ende die van Utrecht (in recompentie van voirgaende weldaden) eenen hoemoet aandoen, soe heeft hy mit consent van den grave van Lanoy, die hy daertoe lichtelick te induceren hadde, soe het een goet man was, den Spangaerts wel toegedaen sijnde, die voirs. Spaengaerts, tellicken mit een vendel alleen, deur St. Catharinen-poorte ende alsoe deur een eyndt van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 140]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de stadtGa naar voetnoota) op Vredenborch doen commen, daer hy die gemonstert heeft, doende die weder uuyttrecken als die gemonstert waren, ende dat ter presentie van denselve grave. Twellic op nyewes een grote vrese in die stadt gemaeckt heeftGa naar voetnootb)Ga naar voetnoot1). Den 9Ga naar voetnootc) May is zeker missive, gescreven by denGa naar voetnootd) Prince van Ouraengen van date den 7 May gescreven aen grave Jan van Nassauwe, zijn broeder, geïnterpiciert mit den boede tusschen Niemmege ende Aerhem ende overgesonden den CommandeurGa naar voetnoot2), daerinne die Prince beclaecht den nederlach van Moeckerhey ende die doot van zijn broeders ende van Hertoch Cristoffle, hem adviserende wat totter saecke voirts dienelick is, gelijck men sien mach uuyt den brieff hiernae volghende, geteyckent A 10Ga naar voetnoot3). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 141]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 11 May zijn die 19 vendelen Spaengaerts, die van den 1 May voir die vier porten van Utrecht gelegen hadden, verthogen naer CapelGa naar voetnoota), Lopick, Polsbroeck ende Benscop, daer zy gebleven zijn tot op den 24 May, spolierende ende berovende den huysluyden viantsgewijs, totdat zy haer weder in Hollant deur ordonnantie van den Commandeur begeven hebbenGa naar voetnoot1). Den 25 May is capitain Francisco Baldeze mit twee bende lichte ruyteren ende ettelicke vendelen Walen, die een tijt lang in den lande van UtrechtGa naar voetnootb) gelegen hadden, uuyt Utrecht gethogen, hem voeghende by de voirs. 19 vendelen Spaengaerts, treckende mitte selven weder in Hollant. Ende is op denselven dach deur Amersfort mede naer Hollant gepassert die ritmeester Schenck mitGa naar voetnootc) vierhondert perdt, commende uuyt GelderlantGa naar voetnootd), daer hy mede op die Moeckerheyde in de slach op den 14 AprilisGa naar voetnoote) geweest hadde, omme hem mit zijn ruyteren by tleger, dat weder in Hollant geleyt soude woorden, te voeghenGa naar voetnootf). Den 26 May heeft het regiment van Fronsberghe, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 142]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waervan vier vendelen binnen Utrecht laghen ende vijf ten platten lande, beginnen te mutineren, willende oic ten vollen betaelt wesen, soedat die vier ven-(fol. 130.) delen uuyt die stadt weder niet trecken en wilden. Ende zijnGa naar voetnoota) oic die ander vijf vendelen voir die poorten commenGa naar voetnootb) leggen, omme mede by de anderen in de stadtGa naar voetnootc) te zijn, zulcx dat die poorten ettelicke daghen gesloten stonden; dan zijn ten laesten (siende dat zy niet binnen en moechten) weder verthogen naer haer dorpen, daer zy noch langen tijt gelegen hebben, levende genoechsaemGa naar voetnootd) mit den huysman naer haer discretieGa naar voetnoot1).
(fol. 130.) Hernieuwing van het beleg van Leiden. Karel IX sterft. Hendrik III. (fol. 131.) Alva's standbeeld weggenomen. Generaal pardon van 8 Maart 1574. (Bor, II, fol. 27 vlg.) (fol. 135v.) Staten-Generaal te Brussel. Krijgsbedrijven. (fol. 136.) Remonstrantie der Staten-Generaal aan Requesens, met apostille van dezen. (Bor, II, fol. 33 vlg.)
(fol. 140.) Den 22 Junij is van den stadthuyse binnen Utrecht ter presentie van don Fernando de LanoyGa naar voetnoote), grave van La Roche, die heere van Schampainge PerrenotGa naar voetnootf)Ga naar voetnoot2), gouverneur van Antwerpen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 143]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(die een dach twee ofte drie van te voirens binnen Utrecht gecommen ende van den Commandeur major gesonden was, omme te tenteren off hy enich accordt ofte stylstant, als hy liet verluyden, deur toedoen van van Aldegonde die op den huyse van Vredenborch gevangen satGa naar voetnoot1), mitte Prince van Ouraengen endeGa naar voetnoota) Hollantsche gerebelleerde steden soude hebben cunnen maeckenGa naar voetnoot2)), die president van Utrecht ende die wet van de stadt gepubliceert het voirs. pardon van den 8 Martii, daer terselver tijt vier personen uuyt ge-(fol. 140v.) secludert, geëxcipeertGa naar voetnootb) ende geëxcludert woorden, als Floris van Boetzelaer, Cornelis van Nyenroede, Philips b(astert) van Renesse ende Jelis Spaens ende noch vier personen, die binnen Amersfort te woennen plaghen, sonder meer in den landen van UtrechtGa naar voetnoot3). Welk pardon oic sommighe personen nader- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 144]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hantGa naar voetnoota) genoten hebben, die weder binnen UtrechtGa naar voetnootb) ende in de landen van dien ende in haer goederen, die noch in esse waren ende tgebruyck van dienGa naar voetnootc), gecommen zijn, naerdat zy haer den officier van der plaetse ende den biscop diocesain verthont ende absolutie van hemGa naar voetnootd) vercregen hadden, volghende die regel ende orden, dieGa naar voetnoote) op de brieven van pardon, deur last van den Commandeur major binnen BrusselGa naar voetnootf) gemaeckt ende by tzelve pardon gevoecht zijn geweest van date den 23 Aprilis anno eodemGa naar voetnoot1). Den 8 Julij zijn van Vredenbo[r]ch naer Vianen gebracht acht grote stucken geschutz mit cruyt ende loot, omme voirts te brengen naer Leerdam, daer het leger voir trecken soude. Den 11 Julij is tleger van den Majesteyt gecommen voir Leerdam, dair des anderen daechs het geschut voir gerecht worden. Den 13 Julij, ipso die Margarete, heeft men die stadt van Leerdam beschoten van smorgens te vier ure tot drie uren des nae die noens; ende alsoe men alsdoen apparaet maecktenGa naar voetnootg) om die stadt te be- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 145]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stormen, hebben die van binnen, tselve siende, die stadt opgegeven op ghenade ende onghenade van Zyne Majesteyt, treckende des Conicx volck daerinne ende die ander daeruuyt mit pasporte, omme te moeghenGa naar voetnoot1) trecken naer Hollant ofte den landen van CleeffGa naar voetnoota). Ende is tleger daernae weder vandaenGa naar voetnootb) gethogen eensdels omtrent Gorcum, daer het te voirens gelegen hadde, ende eensdels in de Dortsche-weerdt ende nae de Nyport ende daeromtrent, daer het die geheele somer gans stil is blyven leggen sonder eyt uuyt te rechten ofte enighen exploicten te doen tot omtrent halff October daeraenGa naar voetnoot2). Den 14 Julij is die heere van SampaingheGa naar voetnoot3) mit Philips van St. Aldegonde, gevangen op Vredenborch, uuyt Utrecht gethogen naer MontfortGa naar voetnoot4), daerGa naar voetnootc) dat (fol. 141.) hy menichmael mit hem denselven accoorde aengaendeGa naar voetnootd) op Vredenborch gecommuniceert hadde. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 146]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ende omme te verstaen, waer dat desen handel eerst uuyt gesproten is, soe staet te considererenGa naar voetnoota), dat, naedat Philips van Marnix, heer van St. Aldegonde, tot Utrecht in die gevankenisse zijnde, met verlof ende oic deur bevel van den heere van Norcarmes, alsdoen gouverneur van UtrechtGa naar voetnootb), op verscheyden tyden aen die Prince van Ouraengen ghescreven hadde, om middelen te vinden, waerdeur men moechte tot een samensprekenghe commen, om een eynde van ditGa naar voetnootc) jeghenwoordighe oorloghe te maecken, soe weerdt die zaecke oic nae die doot van die heer van Norcarmes soe wijdt gebracht, dat die personen genoempt werden die men tot desen handel soude gebruycken. Dan naedat graef Lodewijck van Nassauwe middelertijt die nederlaghe op Mokerheyde hadde, soe en werdt het aengevanghene middel des vredehandels van den Grooten CommandeurGa naar voetnoot1) niet goetgevonden, ende dat onder een dexel, dat het soude gheschenen hebben, dat hierdoor des Conincx authoriteyt eenichsins soude vercleynt hebbe gewest: soedat die voirs.Ga naar voetnootd) Commandeur sichGa naar voetnoote) liet duncken, dat het beeter soude gevoecht hebben, dat die Hollantsche ende Zeelantsche steden eerst den Coninc oetmoedelick inGa naar voetnootf) maniere van requeste aengesoocht hadden, opdat hetGa naar voetnootg) besluyt des verdrachs, hetwellic daeruuyt moecht commen, des Conincx milde genade veeleer toegescreven weerde dan enighe recht | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 147]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oft gerechticheyt van onderlinghe samensprekinghe. Twellic was die oorsake, dat die aengevanghene vredehandel voor een wijl tijts achterbleefGa naar voetnoot1), totdat die heer van Sampagny, naedat hy eerstGa naar voetnoota) eenen brieff aen Carolum Boisot, gouverneur van Middelborch, van date den 14Ga naar voetnoot2) Junij 74Ga naar voetnootb) uuyt Cantecroy geschreven hadde, hem van ouder vrintscappe vermanende, (fol. 141v.) dat hy tot welvaren van den landen (aengesien die Majesteyt hem nu soe gevoechelic in alles thoenden, omme dieselve weder in de oude ruste ende vrede te brenghen ende den ondersaten, die hem affgeweecken waren, weder in genade tontfanghen) zijn beeste soude willen doen, dat doer zijn corresponditie het arme lant van soe grooten elende ende jammer, daerme[n]t aen alle canthen in sach, verloost soude moeghen woordenGa naar voetnoot3). Ende alsoe | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 148]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die voirs.Ga naar voetnoota) Carolus Boisot dier tijtGa naar voetnootb) niet tot Middelborch, maer deur bevel van den Prince van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 149]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ouraengen in Engelant gesonden was, soe heeftGa naar voetnoota) Loys Boisot, zijn broeder, den voirs.Ga naar voetnootb) heer van Sampainge op den 17 Junij daerop uuyt Middelborch voirGa naar voetnootc) antwoordt gescreven, als dat het eenen yver was, eenen Christelicke prince weerdich, gelijck Zyne Majesteyt wilde bewysen, in het begeren van de ruste ende vrede van Zijnder ondersaten, ende dat daer gheen mensche en was, die daer beter inne te vreden soude zijn dan die Prince van Ouraengen, gelijck hy breder verstaen soude moeghen van den grave van La Roche, zijn schoenbroeder, tot Utrecht wesende, die alle die zaecken wiste, die desen aengaen(de) tevoorens gehandelt waren, ende oic noch die brieve daervan hadde, die daervan gescreven waren, daerby | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 150]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voeghende dat hy naer zijn cranck oordel gheen middel en wiste om die beroerte te stillen, tenware dat men die vremdelinghe uuyt den lande dede vertrecken; want ghelijck men over langhe wel geweeten, ende oic nu in verscher memoriën wederom geleert hadde, dat zy gheen luyden en waren, die woort ofte beloeften hielden noch daer men op betrouwen ofte staen moechte, ende in heuren zaecken duysentderhande uuytvluchten wisten te vinden, die oic den concilio van Constants ghelijckformich waren, hetwelck zy altijt in die mont hadden, waerdoer hy in hemlieden gheen midden van verzekerheyt en conste (fol. 142.) sien, soe langhe zy in den landen waren. Daerby scryvende dat hy denselven brief aen den Prince van Ouraengen gesonden hadde, opdat Zijn Excellentie soude moeghen sien ende bekennen die goede begeerte, wille ende affectie, die hy seyde in Zyne missive tot die gemeyne ruste ende welvaren van den landen te draghenGa naar voetnoot1). EndeGa naar voetnoota) die heer van Sampagny, dese missive ontfangen hebbende, heeft hem deur ordonnantie als boven naer Utrecht by de grave van La Roche, zijn schoenbroeder, begeven, om denselven behulpelick te wesen om het pardon, dat dier tijt gepublicert was, in het werckt te stellen, gelijck hy zeyde, ende die landen weder in ruste ende vrede te helpenGa naar voetnootb) brenghen ofte om enighe andere zyne particuliere saecken. Ende binnen Utrecht wesende, heeft hy van den voorverhaelden vredehandel mitten voirs.Ga naar voetnootc) grave de | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 151]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
La Roche ende Philips van Marnix, die op dier tijt op Vredenborch noch gevangen sat, zeker proposten gehadt ende gehouden. Ende alsoe hy hemGa naar voetnoota) daertoe zeer genegen vondt, ende dat hyGa naar voetnootb) hem oic selver aensoocht ende gheduerichlick badt, dat men om die voirverhaelde swaerricheyt alsoe loflicken aengevangenen werck voir het gemeyne beste niet achter en soude laten, aengesien hy hem genoech liet duncken, dat soewel die Prince van Ouraengen als die Staten van Hollant ende Zeelant veel liever wat van heuren rechte souden wycken, dan dat zy eyt van den Conincklicke Majesteit tonrecht naer hun souden trecken, soe heeft die heere van Sampagny goetgevonden den heer van St. Allegonde daertoe teGa naar voetnootc) gebruycken; ende heeft hem naer Rotterdam by die Prince gesonden, om te handelen van de wisselinghe der ghevangenen, opdat hyGa naar voetnootd) mit eenen ondertasten soude wat hy in het voorverhaelde soude moeghen te weghen brenghen; ende beval hem voornamelick twee poincten, te weeten, dat des Conincx authoriteyt bewaert werde, (fol. 142v.) ende dat van der religie niet vermaent en soude woorden. Dan alsoe een weynich te vooren door het toelaten van den heer van Sampagny tot Rotterdam gecomen waren joncker Johan van Matenes, heer van RiviereGa naar voetnoot1), | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 152]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ende Mr. Jan van Treslong, advocat eertijts voir den Hoove van HollantGa naar voetnoot1), dewelcke met die ghedeputeerde van de Staten enighe mondelinghe communicatie diensaengaende (hebben) gehadt; ende der Staten meeninghe ende antwoorde gehort hebbende, soe zylieden die niet en verstonden te wesen onredelijck, endeGa naar voetnoota) begeerende tselfde thebben in geschryfte, om by hem overgebracht te worden, soe is hemlieden sulcx by geschrifteGa naar voetnootb) medegegeven in manieren naevolghende, twellic zy den heer van Sampagny binnen Montfort verhandtreyckt hebbenGa naar voetnootc)Ga naar voetnoot2).
(fol. 142v.) Antwoord der Staten van Holland op de vredesvoorslagen van Requesens. (Bor, II, fol. 43.)
(fol. 143v.) Dan alsoe dese antwoordde van de voirs. gedeputerden der Staten van Hollant ende Zeelant den heere van Sampagny niet en behaechde, ende dat hierentusschen die heere van St. Aldegonde noch tot Rotterdam by de PrinceGa naar voetnootd) was, soe heeft die heer van Sampagny aen die voirs. Van St. Aldegonde op den 21 Julij 74 uuyt MontfortGa naar voetnoote) op dese saecke den naevolghendeGa naar voetnootf) missive gesonden, daerinne hy opentlic zij[n] meninge verclaert heeft. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 153]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(fol. 143v.) Brief van Champagney aan Marnix (Bor, II, fol. 43.)
(fol. 144.) Door desen brieff handelde die heere van St. Aldegonde noch breder met den Staten voirs., soedat zy tevreden waren heur verthooninghe in maniere van een requeste in alder ootmoedicheyt den Coninck over te geven, sonder den name van Staten (fol. 144.) op dat pas te willen uuytdruckelick gebruycken, ende oic sonder speciale vermaninghe van de religie te doenne. Dan versoochten alleenlick in alder ootmoet, dat het Zijnder Majesteyt door Zijn authoriteyt ende advys van den Algemeynen Staten, in alles ordene beliefden te stelle, naedat hy die vremdelinghe (den landen soe zeer schadelic) hadde doen vertrecken, ende onderwierpen hun voorts alle hetgene, dat Zyne Majesteyt ende die voirs. Staten beliefde te ordonneren, breder blyckende by die requeste hiernae volghendeGa naar voetnoot1).
(fol. 144v.) Request der Staten van Holland aan den Koning. (Bor, II, fol. 44.)
(fol. 146.) Welcke requesteGa naar voetnoot2) die voirs. Aldegonde den heere van Champagny (als zynen gesetten tijt uuyt was, nae diewelcke hy hem weder in gevanckenisse moeste stellen) tot Montfort selffsGa naar voetnoota) gebrocht ende gehandtreycktGa naar voetnootb) heeft, daer in de plaetse van Aldegonde in ostaige soe langheGa naar voetnootc) gecommen waren | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 154]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Floris van Boetselaer, heere van CarnisGa naar voetnoot1), ende Doctor Johan JuniusGa naar voetnoot2). Ende zijn op den 24 Julij die voirs. Schamphangy ende AllegondeGa naar voetnoota) tsamen weder binnen Utrecht gecomen, gaende Aldegonde in de gevangenisse op Vredenborch ende Sampamgy ten selven daghe naer BrabantGa naar voetnoot3), naerdat hy belooft hadde die voirs. requeste voor zeker aen Zyne Majesteyt in Spaenghen te sullen seynden. Dan een weynich tijts daernae, hebbende die heere van Shampagny geweest tot Brussel, ende dese requeste ende saecke aengaende gecommuniceert met den Commandeur Major, heeft hy op den 13 Augusti uuyt Antwerpen seker missive gesonden aen de voirs. Junius, gouverneur van der Veer (die hy oic in dese saecke gebruyckende was), denselfden by de voirs. missive wederom seyndende den voirgaende requeste, hem adverterende die oorsake, waeromme hy dieselve requeste aen Zyne Majesteyt niet gesonden en hadde, als men sien mach uuyt die missive hiernae volghende.
(fol. 146.) Brief van Champagney aan Junius. (Bor, II, fol. 44 vlg.)
(fol. 147v.) Welcke missive ende requeste die voirs. Junius ontfanghen ende mitten Staten van Hollant ende Zeelant gecommuniceert hebbende, heeft deur laste ende bevel van deselfden zekere antwoorde den heere van Sampangy daerop gesonden, mitsgaders zeker discours ofte coort verhael van selve missive, in maniere naevolghende: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 155]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(fol. 147v.) Antwoord van Junius aan Champagney. (Bor, II, fol. 45.) (fol. 148v.) Daarbij behoorend ‘Discours ofte Verhael’. (Bor, II, fol. 45 vlg.) (fol. 163.) Verschillende krijgsbedrijven. De Turken veroveren La Goletta. (fol. 164.) Nood in Leiden. Oproer in Aragon. Pest in Nederland. Dood van den Sultan. De Turken bedreigen Spanje.
(fol. 164v.) Den 2 SeptemberGa naar voetnoot1) zijn die gecommitterden van de drie Staten des lantsGa naar voetnoota) van Utrecht, als te weten heer Engelb[ert] van Bruhezen, Domheer, ende N. Montzema, canonic van OudemunsterGa naar voetnootb), van weghe die geestel[icken], Frederick uuyten Enghe van weghen het ridders(chap), ende Jan Taets van Amerongen, burgemeester van UtrechtGa naar voetnootc)Ga naar voetnoot2), van weghe die stadt, steden van denGa naar voetnootd) landen van UtrechtGa naar voetnoote), gereyst naer Brussel, by hemlieden hebbende Mr. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 156]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Floris Thin, haerlider advocatGa naar voetnoota)Ga naar voetnoot1), by de Commandeur MajorGa naar voetnootb), omme haer antwordt finalyckenGa naar voetnootc) te geven op de petitie van de 7 Junij, daertoe zyGa naar voetnootd) expresselic van Zijn Excellentie tot meermael overGa naar voetnoote) verscreven waren, hebben dienvolghende deur last ende (fol. 165.) bevel van deselve Staten Zijn Excellentie haer antwordt ende resolutie by gescrifte overgegeven, by dewelcke die voirs. Staten (naerdatGa naar voetnootf) zy int langhe in specie van point tot pointGa naar voetnootg) gededuceert haddenGa naar voetnooth) die groote onsprekelycken costen ende overlasten, die zy gedurende den binnenlantse oirloghenGa naar voetnooti) deur diversche garnisoenen tot meermaelGa naar voetnootj), soe binnen die steden als ten platten landen, geleden hadden ende alsnoch lydende warenGa naar voetnootk), deur tochten van ruyteren ende cnechten, die naer het leger gegaen ende wedergekeert waren ende noch dagelicx quamen ende keerdenGa naar voetnootl), opbrenginge van diversche merckelickeGa naar voetnootm) grote somme van penningen, bedraghende mer dan Ic Lm guldenGa naar voetnootn), die den soldaten ende capitainen volghende heurlider quytantieGa naar voetnooto) tot leninge | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 157]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gegeven ende verstreccktGa naar voetnoota) waren, diversche leveringhe van grote menichte van coorn, haver, gebacken broot ende andere victuaille, die zy int leger hadden moeten bestellen, daervan zy noch niet en waren gerembourse[er]t ende hemlieden beloeft was aen de eerste petitie te sullen laten coortenGa naar voetnootb), die menichfuldighe grote oncosten ende lasten, die die huysluyden gehadt hadden int opbrengen van ontallycke waghens, peerden ende pyoniers, die zy int leger ende elders omme aldaer te schanschen hadde moeten bestellen, roveryen, brantschattinge, pilleryen, inbreckenghe van diversche dijcken, affbrandinghe van huysen, dorpen, closteren ende kercken, mit diergelijcke andere grote ontallijckeGa naar voetnootc) onsprekelycke onkosten, schaden, oppressiën, exactiënGa naar voetnootd) ende lasten (breder vermoghens die voirs. deductie), belopende ende bedraghende voir zeker ende mitter waerheyt naer inhouden van diverschen duechdelijcken, oprechten ende warachtighen informatiën, by de wettenGa naar voetnoote), rechteren ende officieren van der pleckenGa naar voetnootf) daervan behoirlicken genomen ende besworen, over die driehondertdusent gulden, soedat die steden, landen ende ingesetenen van dien geheel ende gansselic bedorven, geruynert ende tot extreme necessite ende armoede gecomen, uuytgeputGa naar voetnootg) ende verlopen waren) Syne Majesteyt, nietjeghenstaende tgunt voirs. isGa naar voetnooth), noch gepresentert hebben tweeGa naar voetnooti) hondert endeGa naar voetnootj) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 158]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dusent guldens in redemptie van de 10e, 20e ende honderste penninckGa naar voetnoota), mit expresse conditiën, dat daeraen affslach wesen soude tgunt die voirs. Staten ende landen ende inwoenders, soe geestelic als werlicGa naar voetnootb), in gerede ende geleende penningen voor Zyne Majesteyt opgebracht endeGa naar voetnootc) verschoten hadde, ende dat oic Zijn Excellentie het Spaens garnisoen, leggende op den huyse van Vredenborch, daeraff doen vertrecken soude, mit noch sommighe andere duechdelycke ende raisonnable conditiën, conform dieghene, die die Staten van Brabant ende Vlaenderen geproponert haddenGa naar voetnootd)Ga naar voetnoot1). Dan Zijn Excellentie, willende mitteselve duechdelycke ende redelickeGa naar voetnoote) presentatie niet tevreden zijn, dan alleen simpelic ende sonder enighe conditiën tadmitteren, soedatGa naar voetnootf) hincinde ten beyde seyde diversche scrifturen overgeven ende (fol. 165v.) gelevert zijnGa naar voetnootg), by maniere quasi van proces verbael elcx in heur regard persisterende by tgealligeerde. Twellic gecauseerd heeft, dat die gecommitterden aldaer zijn blyven lig(gen) totten 15 dach van May daeraen volghendeGa naar voetnoot2), tot grote costen van den | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 159]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
landenGa naar voetnoota), ende dat oic in middel van tijt het Spaingens garnisoen is blyven leggen binnen Amer[s]fort, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 160]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wijck ende R(henen), ende oic 13 vendelen Hoochduytsche ende ettelicke vendelenGa naar voetnoota) Walen deur het | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 161]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
platte lant van Utrecht, als tot Emen(es), Baern, Sintemertensdijck, Weestbroeck, Bru(kelen), Woudenberch, Luesden en daeromtrent, ende daernae deur het gansche lantGa naar voetnoota) tot onsp[r]ekelicke grote costen ende bedervenisse van denselven landenGa naar voetnootb). Den 2 Octobris is Philips van Marijncx, genaemtGa naar voetnootc) Aldegonde, van Vredenborch uuytgegaenGa naar voetnoot1) jeghens capitain Mondragon ende anderen, die binnen Middel[borch] gevangen waren geweestGa naar voetnootd), ende mit ettelicke schutten gebrocht naer Schoenhooven; wiens verlossinghe naderh[ant] groote oirsaecke gewest is, dat het accordt tus[schen] den Majesteyt ende den Prince van Ourangen, Staten ende steden van Hollant ende Zeelant mit haerlieder geconfedererden in de jare 75Ga naar voetnoote) niet voertgegaen en is, soe hy zeer groot quaet dede int poinct der religie aeng[aende], als van joncx op een discipel CalviniGa naar voetnootf) binnen Genefen geweest ende aldaer langen tijtGa naar voetnootg) gewoendt hebbende, die oic die Prince van Ouraengen soe verre gebrocht heeftGa naar voetnooth)Ga naar voetnoot2). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 162]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(fol. 165v-166v.) Ontzet van Leiden.
(fol. 167.) Omtrent desen tijt hebben die Spaengaerts, van Leyden vertroecken wesende, in Den Haghe tot Noortdwijck ende daeromtrent weder beginnen te mutineren, willende voolop betaelt wesen, nemende haren capitain Baldese gevangen; twellic al (fol. 167v.) gemaeckt ende simulat werck was, willende van hem betaelt wesen van de groten rooff, die hy uuyt Hollant soe mit brantschatten, compositiën, paspoorten, licentenGa naar voetnoota) ende andere exactiën geh(adt) ende gecregen hadden, eligerende eenen nyewen elect voir haerlieder capitain, die zy geswooren h(adden)Ga naar voetnoot1). Den 25 Octobris des avonts in de schemering zijn over die driehondert Spaengaerts innegelat[en] binnen Culenborch van andere Spaensche solda[ten], die aldaer in garnisoen laghen, ende hebb[en] die principaelste huysen van de stadt mit gewelt opgeslaghen ende geplondert ende zijn alsoe mitten rooeff weder daeruuyt gethog[en]. Ga naar voetnoot2) Den 29 November zijn die gemutineerde Sp[aengaerts], jeghens de wille van den commandeurGa naar voetnootb) verlaten hebbende oic den Maeslantsche-sluys, daer | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 163]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zy tvier in gesteken hadde, ende andere s(teden) daeromtrentGa naar voetnoota) in Hollant, by den anderen vergadert wesende in Den Hage ende gecoren hebbende eenen nyewen elect, die sy oic gesworen hadd(en)Ga naar voetnootb), tsamen daeruuyt gethogen, daer zy niet anders dan vianden, ja errigher, geleeft en had[den], willende binnen Utrecht wesen, omme aldaer haer betalinghe thebben, twaer mit gemaeckt of[te] ongemaeckt; by hemlieden gevangen hebben[de] (twellic oic al een simulaet ende opset werck wa[s]) donGa naar voetnootc) Francisco de Baldese, haerlieder capitain, ende don Rodrego de Zapato, die aen hemlieden [deur den] Commandeur Major gesonden was om hemlieden tappaiseren, hoewel zy niemant hooren en wildenGa naar voetnootd); denwelcken alle het ander gar[nisoen], soe Duytschen als Walen, dat mede in HollantGa naar voetnoote) geleghen hadde, gevolcht is, soe die daer alleen niet blyven en wilden. Ende gecommen wesende voir Sparrendam, daer zy deur wilden passeren, zijn aldaer mit gewelt ende groff geschut uuyt gehouden ende gekeert gewoorden van sommighe vendelen cnechten, die daerbinnen laghen van weghen den Majesteyt (fol. 168.) in garnisoen, soedat zy ettelycke scharmutsinghe mitten anderen aldaerGa naar voetnootf) gehouden hebben. Ende zijnGa naar voetnootg) die Spaengaerts voirts voir die stadt vanGa naar voetnooth) Haerlem gethogenGa naar voetnooti), menende daerbinnen te commen, daer zy ock uuyt gehouden woorden. Ende | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 164]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zij(n) ten laesten mit die heere van Hierges, als capitain generael over tleger, wesende terselver tijt binnen Haerlem, veraccordeert ende overcommen, als dat men die Spaengaerts alleen deur Sparrendam soude laten passeren omme te trecken naer Brabant, mits dat men hemlieden aldaer soude doen bestellen scepen omme te varen op Muyden, ende dat die Duytschen in Beverwijck ende daeromtrentGa naar voetnoota) soude blyven leggen den tijt van 10 daghen, totdat die Commandeur Major daeraff veradverteert soude weesenGa naar voetnoot1). Ende alsoe die heer van Hierghes beduecht ende bevrest was, als oic gebuerde, dat, alsGa naar voetnootb) die Spaengaerts tot Muyden gecommen soude zijn, gheen geloeff houden, maer haren wech naer Utrecht nemen souden, soe heeft dieGa naar voetnootc) daeraff die van Utrecht veradverteert ende oic verordonneertGa naar voetnootd) voir die poorten van Utrecht terstont doen commen vier vendelen cnechten, soe van den syne als van den regimente van den grave van Boussu, omme alsoe dinvasie van de Spaengaerts op de stadt, soeverre zy aldaer quamen, te beletten; die daernae tsamen in de Weerdt gethogen zij(n) omme aldaer beteer(!) bewaerdt teGa naar voetnoote) wesen, soe die van Utrecht (hoewel sommighe sulcx gheern gesien hadde ende daer veel omme deden) gheen cnechten binnen hebben en wilden. EndeGa naar voetnoot2) is oic op den 4 Decembris Sinte Katharinen- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 165]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
poorte van binnen met messie, eerde ende bomen toegebolweerckt, soe die die cranckste was ende men oic suspitie voir Vredenborch hadde, gesien hebbende texempel van die van AntwerpenGa naar voetnoot1). Latende die (fol. 168v.) vanGa naar voetnoota) Utrecht allen nacht goede wacht h[ouden] mit ettelicke vendelen van de burgheren. Ende die Spaengaerts, tot Sparrendam gepassert zijnde, mits[gaders] 13 vendelen Duytschen, wesende tregiment van Jorien van Fronsberghen, die hemlieden volchdenGa naar voetnootb), houdende die SpaengaertsGa naar voetnootc) haer gelo[eff], als zy plaghen, zijn te samen op den 7 December in GoylantGa naar voetnootd) in den landen van Utrecht gecommen, te weten die Duytschen aen St. Mertensdijck, Wouwenberch ende LuesdenGa naar voetnoote) ende die Spaengaerts tot Hilfersom ende LoosdrechtGa naar voetnootf) ende Wcestbrock tot Emmenes ende Baern, levende alomme viantsgewijs. Den 12 December zijn voirts die gemutineerde ende quaetmoedighe Spaengaerts, sterck wesende over die 16 hondertGa naar voetnoot2), tsavonts omtrent vier ure v[oir] die stadt Utrecht gecommen omtrent die Weerdt ende St. CatharinenpoorteGa naar voetnootg), van meninghe sijnde hemlieden in de stadt te forieren ende mitten in[woen]ders derselven naer heuren appetijt ende wille te [doen], | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 166]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zulcx dat dien nacht gewaeckt hebben ses vendelen borghers mit het vendel van tHooff ende die g[eestelic]heyt in haer collegiën. Blyvende die Duytschen in St. Mertensdijck, die hemlieden die zaecke van de Spaengaerts niet en moe(i)den ofte onderwonden, d[at] zy noch een dach vier ofte vijff tsamen gebleven, totdat sommighe vendelen van hemlieden verl.. woorden, soe in de Weestbroeck, Emmenes, Baern, Woudenberch, opt Hoochlant deur den gerechte van Luesden ende daeromtrent, daer zy stil zijn blyven leggen, eetende den huysman van eynden aen op, soe het een groten armen hoop was, die gheen betalinge en crechGa naar voetnoota) totten 15 Aprilis daeraen volghende, ten wel[cken] daghe zy verthogen zijn, soe het aldaer gans op [ende] bedorven was, nae die cleye, als Scalckwijck, Lambrock, Doorn, WerckhovenGa naar voetnootb), Bunnic, Odijck, GoyGa naar voetnootc), Houten, Vecht[en] ende voorts daeromtrent, nietjeghensstaende dies[elve] quartieren tot meermael grote somme van penn[ingen] opgebracht hadde, omme die Duytschen daer n[iet] te cryghen, als oic gedaen hadden die andere voirgaende quartieren omme van de Duytschen omslegen te moegen woerden; ende zijn in de cleye blyven leggen (fol. 169.) totten 15 Julij 75 totdat zy verthogen zijn naer Brabant, hebbende die coyen, ossen, schapen, vercken ende andere besten alsoe vernielt ende die berghenGa naar voetnoot1) soe geleecht ende den huysman soe bedorven, datter gaer niet gebleven en is, twellic een jammer geweest is om sien, nietjeghenstaende | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 167]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wat remonstrantien die Staten van Utrecht in middel van tydeGa naar voetnoota) deur haerlieder gedeputeerden, tot Brussel wesende, den commandeur Major hebben cunnen doenGa naar voetnoot1). Den 13 December hebben die gemutineerde Spaengaerts, als zy des avont te voirens voir die poorten van Utrecht gecommen waren (wesende die heere van Hierges, gouverneur van Utrecht, binnen Amsterdam), des smorghens tusschen acht ende negen uren haer uuyterste nersticheyt gedaen, omme een van de voirstede derselver stadt, genaempt die WeerdtGa naar voetnoot2), die alsdoen mit drie vendelen cnechten, die daerbinnen waren geleyt (omme op een voet mit een hasticheyt in de stadt te hebben cunnen laten) bewaerdt woorden, mit gewelt inne te nemen, stichtende tot dien eynde aen de poort van den OordtGa naar voetnootb)Ga naar voetnoot3) derselver voirstadt vier mit peeckvaten ende stroy omme die aff te branden, ende alsoe mit luttel moeyten tot heure willeGa naar voetnootc) daerinne te commen; dan zijn van de chnechten ende inwoenders derselver vromelic binnen een corten tijt daeraff gekeert, latende daer op die plaetse over de 30 doodenGa naar voetnoot4), die geschoten warenGa naar voetnootd), behalven die gequetsten; ende | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 168]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
souden daer noch meer gelaten hebben, tenware don Jan Osorio mit capitain IselaGa naar voetnoota), die nochGa naar voetnootb) van den Commandeur gesonden wasGa naar voetnootc) om hemlieden tappaiseren, gecommen wesende binnen UtrechtGa naar voetnootd) mit anderen, zulcx nietGa naar voetnoote) belet en haddeGa naar voetnoot1). En woorden alsdoen maerGa naar voetnootf) twee Weerdenaers geschoten door zeker spygaten, daer zy den hoopGa naar voetnootg) deur zienGa naar voetnooth) wildenGa naar voetnoot2). Ende hemlieden dit eerst exploict qualijck luckende, zij(n) vandaer gethogen, hem begevende eensdels buyten (fol. 169v.) St. Catharinenpoort ende eensdels buyten die Tol[steeg]- ende Witte[vrouwen]Ga naar voetnooti) -poorten, daer zy dien dach ende voirts des and[eren] daechs, wesende den 14 December, gans s[til] blyven leggen zijn, sonder enich rumoer te [maecken]. Bedervende ende mit zeer sware onsprekelycke lasten ende tormenten quellende den inwoenderen, doende aldaer in Tollestege wederGa naar voetnootj) haerlieder gecoren [elect] eenen nyewen eedt.
(fol. 169v.) Aanslag der Staatschen op Antwerpen.
(fol. 169v.) Den 15 December des schavonts te | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 169]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ses ureGa naar voetnoot1) is die heere van Hierges deur groote sollicitatiën der Gedeputeerden der drie Staten van Utrecht, die by hem tot Amsterdam gesonden waren, (fol. 170.) weder binnen Utrecht gecomen, by hem hebbende die capitainen Francisco Baldese ende Rodrego de ZapatoGa naar voetnoot2), die die Spaengaerts tot Sparrendam wederGa naar voetnoota) hadden laten gaen. Ende omtrent 8 urenGa naar voetnoot3) daeraen in denselven avont hebben die gemutineerde Spaengaerts haer weder laten hooren, ende hebben buyten St. Catharinenpoort, diewelcke vast aen het castel derselver stadt leggende isGa naar voetnoot4), een allarm bestaen te slaen, schitende zeer dapper mit haer roeren ende musquetten endeGa naar voetnootb) een groot rumoer, geruchtGa naar voetnootc) ende gecrijs maeckende, in manieren off zy die stadt souden hebben willen overvallen, soedat terstondt alle die inwoenders derselver stadt, niet wetende wat daer gaens wasGa naar voetnootd), haer op die been ende in wapenen onder haer vendelenGa naar voetnoote) begeven hebben, soe geestelick als weerlick; als insgelicx gedaen hebben die supposten van tHooff, die haer onder haer vendel voir die cancellarie, wesende haer lopplaetse, gevondenGa naar voetnootf) begevenGa naar voetnootg) hebben. Dan en isGa naar voetnooth) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 170]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dien avont daer anders niet nae gevolcht. Ende hebben die voirs. Spaengaerts dienselven nacht in de morghenstont omtrent naer ses uren, wesende alsdoen den 16 Decembris, gelycke valsche allarm weder gemaeckt op dieselve plaetse mit schieten, geruecht ende groot gecrijs. In twellic doende soe die trommelen soe binnen als buyten die stadt zeer vresselick gaende ende slaende waren ende men niet horen en conde, overmits medeGa naar voetnoota) het groot rumoer, dat zy maeckten, soe mit schieten als mit leelickt ende omminschelic crijssende, zylieden mit gewelt opgelopen hebben twee poortkens, wesende het eene van het clyncketGa naar voetnoot1) ende het ander van de middelste groote poorte, waerdeur zy ses grooten leeren, die zy uuyt St. Job-gasthuysGa naar voetnoot2) ende eldersGa naar voetnootb) gehaelt hadden, gebrocht hebben mit hauwelen, balcken, bylen en anderen instrumenten, dienende om die principale binnenpoorte open te cryghen; welcke leeren ende (fol. 170.) instrumentenGa naar voetnootc) zylieden onder des stadts grachten geborghen hebben, soedat men zulcx niet en heeft cunnen gewaer gewoorden; e[nde] is daermede de voirs. allarm gecesseert, zulcx dat hetGa naar voetnootd) daernae dach gewoorden isGa naar voetnoote). Ende terwylen die Spaengaerts aldus buyten die poorten leggende [waren], soe was hemlieden by haerlieder pagadorGa naar voetnoot3), we[sende] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 171]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
alsdoen binnen Utrecht, gepresentert te geven dus[ent] Philips daelders mit conditiën, dat zy soude vertr[ecken]. Twellic gecommen zijnde tot kennisse van den heer van Hierges, ende dat zy in weygeringhe waren geweest van die te willen ontfanghen, soe heeft hy, den dach aengecomen zijnde, deur anderen personen, soe hy haer selfsGa naar voetnoota) niet spreken en wilde, twellic zy nochtans gheern gesien hadden, mit haer gehandelt ende hemlieden naer den mithdaech deur den capitain Isala doen aentellen 36 hondert gulden, belovende daerbeneffens hemlieden noch te doen bestellen by die van de stadt ettelicke provande van bier, botter, kaes ende broot, die hemlieden oic buyten gebrocht is, mit conditien dat zy sonder vertreckt van daerGa naar voetnootb) soude gaen, als zy oic beloefden te d[oen]. Ende terwylen dat capitain Isala mit hemlieden tracterende was, zijnder twee van de soldaten gew[eest], die hem al heymelicken elcx een briefken in [die] handt staken, waerdeur zy hem waerschuy[den] van denGa naar voetnootc) aenslach, die die Spaengaerts jeghens des anderen daechs smorghens op handen hadd[en]. Welcke briefkens die voirs. Isala terstondt mit die heere van Hierges (ende) den capitain van VredenborchGa naar voetnoot1) gecommuniceert heeft, opdat daerinne omme alle inconvenienten te schouwen by tijts voirsien soude moeghen waerden. Ende soude die heere van Hierges by avonture daerinne wel anders versien hebben dan geschiet is geweest, en hadde die vrese ge[weest], | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 172]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die hy hadde van den capitain des voirs. cast[els], die een Spaengaerts was, te verthoornen, diewelcke, zulcx (fol. 172.) geschiedende, zoude lychtelycke die gemutineerde Spaensche soldaten deur het castel in die stadt, daer men groote vreese voir haddeGa naar voetnoota), hebben moeghen laten commen; twellic een oirzake soude hebben moeghen geweest van een generale ruyne der ganser stadt ende allen inwoenderen van dien, soe dat mit gemack niet toegegaen en soude hebbenGa naar voetnootb); soedat die heere van Hierges mit alle beleeftheyt zoe mitten voirs. gemutineerden als mit den capitain van tcastel heeft willen handelen, denselven capitain mondelinghe toeseggende, ter presentie van sommighe van der wedt van Utrecht, als hy hemGa naar voetnootc) oic van te voirens uuyt Amsterdam gescreven hadde, als dat hy hem alle goet ganselyc toebetrouwende was ende dat hy oic niet en twijffelde ofte hy soude, achtervolghende het bevel ende scryven van den Gouverneur Generael, den gemutineerden Spaengaerts uuyt die stadt mede helpen keeren, soeverre zy die poorten ende muren van dien beclimmen wilde, in welcken gevalle ende anders niet die van de stadt gepermitteert woorden haer te hebben moeghen defenderen. Dan die principaelste vrese was, dat die SpaenscheGa naar voetnootd) soldaten van Vredenborch, collusie ende verstandt mit die van buyten hebbende, haren capitain hadden moeghen vanghen ende hem die sluetelen affdwinghen ende die anderen alsoe daerbinnen thebben moeghen latenGa naar voetnoote), soe men int zeker veradvertert was, dat daer al sommighe op den huyse | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 173]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waren, die mit hemlieden daervanGa naar voetnoota) conspiratiën gemaeckt haddenGa naar voetnoot1). Den 17 December zijn die voirs. gemutineerde Spaengaerts smorgens vroch voir ses uren weder te hoop ende by den anderen gecommen buyten Sinte Catharinenpoorte ende hebben aldaer, als die clocke ses geslagen hadde en terwylen op Vredenborch die wachte naer ouder gewoente affgeslagen ende versetGa naar voetnootb) woordenGa naar voetnoot2), weder een groot rumoer gemaeckt mit (fol. 172v.) trommelen, schieten ende crijssen, in twellic doende zy die verborghen instrumenten endeGa naar voetnootc) leeren voirts voortgehaeltGa naar voetnoot3) ende teghens die binnenpoorte van buyten opgerecht endeGa naar voetnootd) aengeset hebben, deen aen dander tot sessen toe mit een bloeck vast- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 174]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gemaeckt zijnde; twellic die wachte van binnen aen die poorte sittende, overmits tgroot geruchte, dat die Spaengaerts maeckte, niet hooren en conden. Ende die leeren alsoe opgerecht zijnde en een groote getalle van hemlieden tusschen het clincket ende die voirs. poorte al bereyt staende om met een gedruys tesamen in die stadt te vallen, soe zijn sommighe van hemlieden op die poorte geclommen; diewelcke gecommen zijnde op het bovenste van de poorte, alwaer zy breet was ende veel volcx draghen moechte, hebben terstont een zeer groote leere van buyten opwaerts tot hem gethoghen, die zy wederGa naar voetnoota) van binnen neder hebben laten dalen; daer der vier ofte vijff mede van binnen neder geclommen zijn in die stadtGa naar voetnoot1), eer dat die borghers, die daer doen omtrent 14 int getalle die wacht hilden, dat gewaer hebben cunnen gewoorden; onder diewelcke eenen sergents major was, genaempt Blanco, die die principaelste rumoermeester wasGa naar voetnoot2) ende hemlieden beloeft hadde ende gesworen voir 9 uren in die stadt te brengen ofte daerinneGa naar voetnootb) doot te blyven, hebbende by hemlieden twee trommelen. Ende beneden gecomen zijnde, hebben haer beste beginnen te doen, als oic mede dede die van buyten, omme die poorte open te cryghen; dan soe hemliedenGa naar voetnootc) sulcx soe haestelic | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 175]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
niet moegelic en was om doenGa naar voetnoota), soe die poorte van binnen mit bomen ende messie toegebolwerckt lach, daervan zy gheen kennisse en schenen gehadt (te) hebben, soe heeft eenen van hemlieden eenen trom, die (fol. 173.) hy mede affgebracht hadde, terstont geruert ende geslagen, roepende: ‘Hispania, Hispania, victoria, victoria,’ menende dat hemlieden sommighe Spaengaerts, die alsdoen binnen Utrecht wel tot drie ofte vierhondert toe al heymelic van te voirens uuyt Amer(s)fort, Renen, Wijck, Culenborch, Vianen, Leerdam ende der Nypoort, daer zy in garnison laghen, gecommen waren, bystandt gedaen souden hebben, daerop zy haer sonder twiffelGa naar voetnootb) betrouwende warenGa naar voetnoot1); dan dieselve, vresende den gemeente, zijn in haer logemente gebleven, sonder haer op die strate te begeven, noch niet wetende, hoe het mit het castel vergaen wilde; hoewel die gemutineerde Spaengaerts hemlieden gansselijck op het castel betrouwende waren, hem latende voirstaen, datGa naar voetnootc) die vant castel hemlieden te minsten niet jeghens wesen en soude, zulcx dat zyGa naar voetnootd) te stouter haren aenslach aen dien oort van de stadt onder het castel bestaen hebben. Dan die capitain van Vredenborch, Francisco Harnando DavalaGa naar voetnoot2), hebbende dien nacht in | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 176]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
persoen selver die wachte gehadt in een van de wachthuyse, staende op het rampasGa naar voetnoot1), responderende op St. Catharinen poorte, ende ten tyde van den voirs. allarme noch in tselve wachthuys in een veenster leggende ende in sommighe huysinghe buyten die stadt onder die poorte meer lychts siende, dan hy op zulcke ure van den dachGa naar voetnoot2) aldaer gewoenlic was te sien, heeft terstont zeer neerstelic toegehoordt; ende merckende, dat se in groote menichte aldaer tusschen die poorten stonden ende mede mit haer instrumentenGa naar voetnoota) doende waren omme die open te cryghen, heeft terstont zijn Spaensche soldaten bevolen, dat se sonder verthoeven in den hoop schieten souden; ende siende, dat sommighe van hemlieden wat traech int schieten waren, heeft mit eenen grammen moet zij(n) rappier uuytgethogen ende denselfden gedwonghen, (fol. 173v.) dat se schieten soudenGa naar voetnoot3), bevelende oic den Nederlantsche soldaten van denselve castele, dat zy mede haer debvoir soude doenGa naar voetnoot4), diewelcke beneden uuyt die strickweerreGa naar voetnoot5) haer debvoir mit het geschutGa naar voetnootb) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 177]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wel gedaen hebben ende beter dan die Spaengaerts daerGa naar voetnoota) boven, soe die sommighe van dien mit pampier alleen ende die andere onder dieGa naar voetnootb) borgheren in de wacht, als men int zeker weet by goede informatieGa naar voetnootc), geschoten hebbenGa naar voetnoot1), soe daer sommighe van de borgheren gequest ende oic vijfGa naar voetnootd) geschoten zij[n] gewoorden; denwelcken niet moegelic en ware geweestGa naar voetnoote), dat men van buyten soude hebben cunnen geschieten ofte geraecken, soe het wachthuys staende wasGa naar voetnootf) besyden die poorte teghens die stadtmuren aen, responderende jeghens het castel over, daerinne men veel schuten van roeren bevonden heeft. Ende hebben die Nederlantsche soldaten onder uuyt die voirs. strickwerre veel van de gemutineerde soldaten, die tusschen het clyncket ende die poorte staende waren, met het geschut gequetst ende geschoten. Heeft oic die capitain Davala mit assistentie vanGa naar voetnootg) noch anderen capitainen, die dien nacht op Vredenborch geslapen hadden, als die colonel donGa naar voetnooth) Harnando de Toledo, Francisco Baldeze ende donGa naar voetnooth) Rodrego de ZapatoGa naar voetnoot2), mit noch anderenGa naar voetnooti) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 178]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
selver een stuck grooff geschuts in den hoop loosgeschoten. Ende die voirs. vier ofte vijff soldaten, over die poorte in die stadt beneden geclommen zynde, als voirscreven is, ende die borgheren, die aldaer die wacht houdende waren, niet wel cunnende zien, overmits het noch doncker ende oic mistich ende nevelachtich weer was, dan horende den tromslach ende het roupen van den Spaengaert ‘Spaengen, Spaengen, victoria, victoria’ ende het geschut van het castel, hebben hem terstont uuyt het wachthuys begeven ende hem jeghens den SpaenjaertsGa naar voetnoota) ter werre gestelt, vallende hemlieden dapperGa naar voetnootb) aen, stotende terstontGa naar voetnootc) die leere omverre, soedat daer noch een Spaengaert op staende van boven neder int water gevallen is, die stekende mit een hellebardeGa naar voetnootd) (fol. 174.) die tromme van den Spaengaert, soedat se gheen geluyt meer geven en conde, doen(de) voirtsGa naar voetnoote) haer beste om diegheenen, die binnen geclommen waren, aff te maecken ende die noch op de poorte stonde, al bereyt omme op het wachthuysGa naar voetnootf) neder te climmen, mit spiessen ende lanck geweer aff te strecken; ende hebben ten laesten haer debvoir soe gedaen, naedat zy langen tijt mitten anderen hantgemeen hadde geweest, dat die vijff Spaengaerts, die nedergeclommen waren, op die plaetse doot zijn blyven leggen. Ende die ander wacht, daerby op die walle ende in den eersten toorn wesende, vernomen hebbende het rumour, hebben mede terstont | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 179]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ettelicken bussenGa naar voetnoota), haecken ende roeren losgeschoten, daer zy mede die ander Spaengaerts, die oic gepast hadde op die poort te climmen, van de brugge gekeert hebben. Ende alsoe die wacht vrese hadde voir het schieten van de Spaengaerts van Vredenborch ende oic sommighe van hemlieden al geschoten waren, als voirs. is, wesende die wachte swack int getalle, soe enighe van hemlieden naer huys gegaen warenGa naar voetnootb), soe hebben zy wat beginnen te wijckenGa naar voetnoot1); dan die heere van Hierges, commende naer die poorte, heeft hemlieden weder teruggegedreven, doende terstont aencommen een vendel van borgheren, dat op die Nuede stont, mit enighe andere vendelen, omme te gaen daer zy by haren overste verscheyden souden woorden. Es mede het vendel van tHooff in alle diligentie darwars gethogen, soe het dien nacht op tHooff die wachte gehadt hadde, twellic die heere van Hierges by het castel gemoetende, wesende te peerdeGa naar voetnootc), seyde: ‘Goede mannen, treek aen, treck aen; het gelt hier ons allen, ons croppen, ons goet ende bloet’Ga naar voetnoot2). Ende dede terstont die heere van Hierges die Domsclocke Salvator cleppe ende allarm slaen, soedat alle die gemeinte van de stadt in corte stonde in wapenen zijn geweestGa naar voetnoot3). Begevende die (fol. 174v.) van de geestelicheyt, ridderscap ende | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 180]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die van de stadt haer by den anderen op die Plaetse voir het stadthuyse, treckende die andere seven vendelen van den borgheren ronsom die stadt aen die vestenGa naar voetnoota), muren ende poorten, omme die te besettenGa naar voetnoot1). Ende alsoe die Spaengaerts op nyews apparaet maeckten ende te hoope quamen aen die poorte, omme die stadt beclimmen, soe hebben die van Vredenborch op deen zyde ende die van de wacht van de stadt uuyt die tooren ende spygaten op dander zyde, alsoe daeronder geschooten, dat daer over die hondert Spaengaerts geschoten ende meer dan 80 gequest zijn gewoorden, die naderhant meestal gestorven zijnGa naar voetnoot2). Twellic die Spaengaerts siende ende horende die clocke cleppe, vresende, dat hem oic die huysluyden van achteren overvallen souden moeghenGa naar voetnootb), hebben terstondt die poorte verlaten, roepende alle te samen mit luder stemme: ‘Misericorde, misericorde’, begerende dat men niet meer schieten en soudeGa naar voetnoot3) ende dat zy enighe van den heuren soude moeghen zeynden aen die heere van Hierges ende den capitain van Vredenborch, om mit hemlieden te spreken ende haer dooden te moegen begravenGa naar voetnootc). Twellic hemlieden terstontGa naar voetnootd) geaccordeert is geweest, naerdat die capitain van Vreden- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 181]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
borch hemlieden van de muren vant castel zeer vilainycken toegesproken hadde. Ende die stadthouder, siende oic, dat zy die poorte verlatende waren ende dat daer noch veel geschapen waren geschoten te hebbenGa naar voetnoota) moeghen woorden, soe die borgheren, hoorende het clockgeslach ende allarm, dat zy in 46 jaren binnen Utrecht niet gehoort en haddeGa naar voetnoot1), meer ende meer mit haer geweer aenquamen, soe heeft hy terstont by trommeslach op lijfstrach doen verbieden allen ende een eygelijck van den borgeren ende inwoenderen van dien niet meer te moeghen schieten. Twellic indien niet verboden en hadde gewoorden, daer weynich Spaengaerts aff gecommen souden hebben. (fol. 175.) Ende die zaeke aldus staende, soe heeft die stadthouder hem onder die borgheren by de voirs. poorte begeven, alwaer hy, die voirs. vijff Spaengaerts bevindende op der strate doot leggende, bevolen heeft dieselve van der strate in een huysinghe te doen brenghen, omme die te laten begraven; gelijck die oic des naemiddaechs op het kerckhooff van de Minderbroeders honorifice mit toorssen be- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 182]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
graven zijn gewoorden. Gaende voirts van daen op den huyse van Vredenbo[r]ch, daer hy mit den capitain van tcastel den Spaengaerts van de muren toegeropen heeft, hemlieden van weghen Zyne Majesteyt bevelende, mitterdaet van daen te trecken ende die stadt te verlaten, ofte dat hy anders mit het grooff geschut onder hemlieden soude laten schieten; daer die gemutineerde Spaengaerts op ter antwoorde gaven, dat zy haerlieder betalinghe (soe hem zulcx by haerlieder oversten belooft was) van die van Utrecht, die niet dan groote LutheranenGa naar voetnoot1) ende verraders van God ende den Coninc waren, hebben wilden. Daer die capitain op seyde, dat zyluyder selver Luteranen ende verraders van God, den Coninc ende zijn landen waren, dat zyluyden daeromme van selfs vertrecken soude ende haren weech nemen naer Scalckwijck, daer men mit hemlieden soude commen handelen. Ende naer meer ettelycken woorden, die zy ten beyden zyden hielden, hebben ten laesten gratie ende genade versoecht, seggende, dat hemlieden den duvel van der helle ende die voirs. Blanco mit enighe van haer principalen hooffden daertoe gebrocht hadden, begerende, dat haer georloft soude woorden haer dooden te moeghen begraven. Twellic hemlieden gegonst is geweest, mits conditiën, dat zy terstont vertrecken souden, als zy oic beloefden. Ende hebben mit alle vliet allen haer dooden begraven op | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 183]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den Allendighen kerckhooffGa naar voetnoot1) ende oic in der kercke, ende alle haer gequesten gebrocht in Sint Job-gasthuys, soe dat men het getal van de dooden niet perfectelic en heeft cunnen gewetenGa naar voetnoot2). Terwijlen desen allarm gebuerden aen Ste Catharinen-poorte (fol. 175v.) ende die stadthouder mit hemlieden spraecke houdende was, wesende doen ter tijt omtrent acht uren, soe hebben oic sommighe Spaengaerts, leggende in Tollesteghe, haer vervordeert mit haer musquetten te schieten in de wachte, wesende op die Tollestech-poorte ende op die veesten daeromtrent, zulcx dat die wacht wederomme ettelicke bussenGa naar voetnoota) ende haecken lossschietende, sommighe van de Spaengaerts geschoten ende gequest hebbenGa naar voetnoot3). Omtrent twee uren nae die michdach zijn die Spaengaerts tsamen vertrocken naer Bunnic, daer zy dien nacht gebleven zijn, naerdat hem gepermittert was haer crancken ende gequesten, die zy daer laten souden, niet misdoen te wordene, ende dat menGa naar voetnootb) hemlieden haer bagaigen, die zy in de stadt hadden, soude laten volghen, mitsgaders zeker quantiteyt van broot, kaes ende bier. Ende heeft men dien nacht noch al evenwel ende sterck in de stadt gewaeckt, vresende dat die Spaengaerts gheen gelooff houden | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 184]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en souden, mer in de nacht weder souden hebben moeghen commen ende deur enich verraet van binnen enighen aenslach te hebbenGa naar voetnoota) moeghen maecken. Ten tyde voirs. waren binnen Utrecht veel Spaengaerts van den regimente van Lombardien onder den colonel Ernando de Toledo, die allenskens ende een dach vijff ofte ses van te voirens uuyt Amersfort, Wijck, Renen, Culenborch ende Vianen, daer zyGa naar voetnootb) hyberneerden, gecommen waren, wesende die colonel mit veel capitainen alsdoen mede binnen Utrecht. Den aenslach (als die gequetsten, die naderhant storven, confesserden) was desen: dat, als soe haest die gemutineerde Spaengaerts in de stadtGa naar voetnootc) gecommen soude zijn, zylieden terstont mit twee trommelen, die zy mede soude brenghen, allarmme soude hebbenGa naar voetnootd) doen slaen ende dat alsdan die andere Spaengaerts, die binnen die stadt van te voirens waren, dat hoorende, van gelycke op diversche orden, daer zy vergaderinghe gemaeckt hadden, mede souden hebbenGa naar voetnoote) (fol. 176.) doen doenGa naar voetnootf), treckende alsoe jeghens den anderen aen, omme alsoe die borgheren van de weerre ende straten te doen vertrecken ende in haer huysinghe te doen lopen. Ende dat zylieden alsdan by den anderen gecommen zijnde, tsamen innegenomen souden hebben die Nuede mit die PlaetseGa naar voetnoot1). Ende meester van de stadt gewoorden zynde, zy alsdan het al vermoert souden hebben, geestelick ende | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 185]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
weerlickt, jonck ende oudt, wat zy in wapenen bevonden hadden, waernae zy die stadt geplondert ende voirts aen vier hoecken in brant gesteken souden hebben, treckende alsoe weder mit haeren roeff ende buyt daeruuyt. Als die Spaengaerts vertroecken waren, heeft men buyten die poorten in sommighe plaetsen, als menGa naar voetnoota) oic gedaen heeft binnen die stadt, gevonden ettelicke coorden, toegemaeckt in maniere van stroppen, daermede zy gepast hadden den borgheren op te hanghen ende halff te worghen, omme alsoe aen haerlider gelt ende schat deur die peine te geraeckenGa naar voetnoot1). Terwyle die gemutineerde Spaengaerts mitten voirs. aenslach op die stadt besich waren, soe hadden haer veel andere Spaensche soldaten uuyt den omlegghende steden, daer zy in garnisoen laghen, al heymelic omtrent die stadt Utrecht begeven, op hoepe, dat zy gemeint hadde daerinne mede te commen; dan siende, dat het niet geluckt en was, soe zijn zy weder al heymelic (elcx zijns weechs) vercropenGa naar voetnoot2). Twellic gecommen sijnde tot kennisse van den borgheren, naderhandt zeker haedt ende nyet gecaussert heeft tusschen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 186]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den voirs. borghers ende Spaengaerts, in de omleggende steden leggende, alwaer die borghers commende zeer qualycken by de SpaengaertsGa naar voetnoota) gehandelt ende getractert zijn gewoorden, denselven stotende ende smitende, nietjeghenstaende men dieselve binnen die stadt dagelicxGa naar voetnootb) vrielicken liet gaen ende commen, sonder dieselve ter cause voirs. eyt te misdoen ofte te misseggenGa naar voetnoot1). (fol. 176v.) Den 18 December zijn alle die gequeste Spaengaerts tot omtrent 80 deur ordonnantie van de heer van Hierges mit schuten gebrocht naer Culenborch, daer zy meest al int gasthuys gestorven zijn soe miserabelic ende deerlic, dat het wonderlic was om sienGa naar voetnootc)Ga naar voetnoot2). Tenselven daghe zijn voirts die gemutineerde Spaengaerts van Bunnic verthoghen naer Seyst, Doorn, Leersum ende Amerongen, daer zy alomme die kercken (daer die huysluyden haer goederenGa naar voetnootd) inne gevluchtGa naar voetnoote) hadde) gespolieert ende den dorpen viantsgewijs beroeft hebben. Is mede tenselven daghe jeghens den avont die heer van Hierges uuyt Utrecht verthogen naer Aernhem, veradvertert zijnde, dat die Spaengaerts derwerts trecken ende van gelycke aldaer attenteren wildenGa naar voetnoot3). Den 19 December zij(n) die Spaengaerts voirts gethogen naer Woudenberch, Luesden ende Scharpenzel, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 187]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daer zy eenen nacht gebleven hebben ende haer aengestelt, als zy op de voirgaende plaetsen gedaen haddenGa naar voetnoota). Den 20 December zijn zylieden tesamen voirby Amersfort, latende die van Amersfort deur haerlieder stadt passeren haerlieder baigaigen, gepassert nae der Nyekercken, daer zy stil zijn blyven leggen tot op den 18 Januarij. Ende heeft die heer van Hierges den huysluyden op Veluwe, die in grote getalle wel tot vier dusent by de anderen vergadert waren omme die Spaengaerts van de Weluwe te schutten ende te houden, op grote pene verboden ende geinterdiceert den Spaengaerts enich empeschement ofte hynde[r] te doen, hemlieden ordonnerende dieselve te laten passeren ende aldaerGa naar voetnootb) tontfanghen. Terwylen die Spaengaerts ter Nyekercken leggende waren, heeft die Commandeur MajorGa naar voetnootc) deur zekere gecommitterden den Spaengaerts tevreden doen stellen, hemlieden (fol. 177.) vergevende ende remitterende, tgunt zy misdaen moechten hebbenGa naar voetnoot1).
(fol. 178.) Anno 1575. - Alsoe alle die omleg- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 188]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gende landen ende provintien, jae als gans Duytslant, BeemenGa naar voetnoot1), Hongerie ende OostenrijckGa naar voetnoota) deur die Nederlantsche intestine ooirloghe grotelic geinteressert waren, overmits die oude train der coomanscappe deur het belet der vrye navigatie zijn voirtganck niet hebben en moechte, soe heeftGa naar voetnootb) die keyser Maximiliaen soe doir dien als anderen redenen ende oirsaecken, hem daertoe moverendeGa naar voetnootc), grote instantie aen den Coninc van Spaengen gedaenGa naar voetnootd), omme die Nederlanden weder in hare oude ruste, tranquillite, repos ende vrede te brenghen, ende den prince van Ouraengen mit die Staten ende steden van Hollant ende Zeelant als [voet?] ende lytmaten van tRijckGa naar voetnoote), ende haerlieder geconfedereerden mit zyne Conincklicke Majesteyt, haer natuerlicke princeGa naar voetnootf), te verenighen ende te veraccorderen, hebbende tot dien eynde den Hertoghe van Beyeren ende vier anderenGa naar voetnootg) in ambaissade gesonden gehadtGa naar voetnooth) aen Zyne Majesteyt in SpaengenGa naar voetnoot2), te meerGa naar voetnooti) soe die Prince van Ouraengen, edelen, Staten ende steden van Hollant ende Zeelant mit haerlieder geconfedererden Zyne | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 189]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
KeyserlickeGa naar voetnoota) Majesteyt oicGa naar voetnootb) ten eynde voirs. selfsGa naar voetnootc) diversche requesten hadden doen presenterenGa naar voetnoot1), als zy oic gedaen hadden aen Syne Majesteyt in SpaenghenGa naar voetnootd)Ga naar voetnoot2). Soe heeft Zyne ConincklickeGa naar voetnoote) Majesteyt in principio Januarij 1575 den Commandeur Major belast ende geordonneert te convoceren ende doen vergaderen ettelycke heeren van dese landenGa naar voetnootf), soe geestelic als weerlyck, (by Zyne Majesteyt daertoe specialycken ende nominatim gecommittert,) omme mit die van den Raede van Staten samentelickGa naar voetnootg) te aviseren ende determinerenGa naar voetnooth), off het Zyne Majesteyt ende den landen oirborlic ende profitelijck wesen souden ommeGa naar voetnooti) tot enich accordt te willen verstaen ende hoe men daerinne soude moegen procederenGa naar voetnootj)Ga naar voetnoot3). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 190]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ende is naer langhe voirgaende communicatie ende rype deliberatie daerop gehadtGa naar voetnoota), eendrachtelycke gesloten ende geaviseert oirbaerlic ende oic den landen ganselickGa naar voetnootb) notelick te zijn een accordt te maecken om veele ende diversche merckelicken redenen, oirsaecken, middelen ende motiven. Ende omme tselve te effectueren achtervolghende die goede meninge van Zyne MajesteytGa naar voetnootc), zijn vanweghen Zyne Majesteyt gecommittertGa naar voetnoot1) die heere van Rassinghem, gouverneur van Rysel, die cancellaer van Gelderlant, Mr. Arnoult Zasboudt, die president van Hollant Mr. Cornelis ZuysGa naar voetnoot2), ende Doctor Albertus LeoninusGa naar voetnoot3), die haer op den 15 Februarij vinden souden binnen (fol. 178v.) OosterhoudtGa naar voetnoot4), daer den dach (van denwelcken die adversarisen veradvertert warenGa naar voetnootd)) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 191]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aenbeteyckent was ende daerGa naar voetnoota) die gedeputerden van weghen die Prince van Ourangen, Staten ende steden van Hollant ende Zeelant mede alsdanGa naar voetnootb) compareren soude(n) omme in communicatie te treden den voirs. accorde aengaende ende te verstaen die wille ende resolutie van Zyne Majesteyt, soewel op haer eerste requeste als andere poincten, die zy aen deselve Zyne Majesteyt soude willen versoecken ende begerenGa naar voetnootc)Ga naar voetnoot1); dan is naderhant die tijt geprorogeert tot den derden Martii ende die plaetse verandert tot Breda. Ende heeft den Majesteyt van den Keyser, als daertoeGa naar voetnootd) hebbende speciale commissie van den Coninc omme tzelve accordt te doen vervorderen, inGa naar voetnoote) dese landen gesonden die grave van Zwartsenborch, des princen swagherGa naar voetnoot2), omme te wesen tusschen partien een mediateur. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 192]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 18 Januarij zijn die Spaengaerts verthoghen van der Nykercken weder terugge naer Amerongen ende soe voirts naer Renen, daer zy den Rin gepassert zijn, treckende naer Maestricht, by hem hebbende een zeer grooten roeff van alderhande beesten ende ander goet, soe zy alle die dorpen, kercken, cloesteren ende huysen, daer zy gepassert waren, als vianden gespolieert haddenGa naar voetnoot1). Den 25 Januarij zijnGa naar voetnoota) in Hollant gearrivert die graveGa naar voetnootb) van Swartzenborch, mit sijn huysfrouw, des princen suster, vergeselscapt wesende mitGa naar voetnootc) die grave van Oldenborch, die grave van Gleychem, die grave van Wittum, die grave van Holach, oic des princen swagerGa naar voetnootd), ende die heere van LossensteinGa naar voetnoot2), als gecommittert zijnde van den Majesteyt van den Keyser ende het RijckGa naar voetnoote), omme te wesen een intercesseurGa naar voetnootf) ende bewegherGa naar voetnootg) van taccordt, dat tusschen den Majesteyt van den Coninck ende die Prince van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 193]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ouraengen mit zijn geconfedereerden gemaeckt soude moegenGa naar voetnoota) woorden.
(fol. 179.) Kroning en huwelijk van Hendrik III. Calvinisme in Brunswijk en Saksen.
(fol. 179.) Den 3 Martii zijn binnen BredaGa naar voetnoot1) by den anderen vergadert geweest, omme in communicatie te commenGa naar voetnootb) den voirs. accorde aengaendeGa naar voetnootc) in presentie van de grave van Swartzenborch, die voirs. heere van Rassinghem mit die andere gecommitterden van weghen Zyne Majesteyt, by hemlieden hebbende den secretaris De la Torre ter eenre ende Chaerles Bosot, admirael van der zeeGa naar voetnoot2), doctor J. JuniusGa naar voetnoot3), Aert van den DorpeGa naar voetnoot4), Willem van Nyevelt van AersberchGa naar voetnoot5), schoutet van Dordrecht, Mr. AdriaenGa naar voetnootd) van der Myle, eertijts raedt in den Hoove van HollantGa naar voetnoot6), Mr. Pauwels Buys, advocat | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 194]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van tlant ende pensionaris van LeydenGa naar voetnoot1), N. Forest, burgemeester van AlckmaerGa naar voetnoot2), mitsgaders twee schepenen der stede van Leyden, alle gecommitterden van weghen den Prince van Ourangen, edelen, Staten ende steden van Hollant ende Zeelant mit Bommel ende Buren, haerlieder geconfedereerden, ter andereGa naar voetnoot3). Ende ten eynden die voirs. gedeputerden ten beyden (fol. 179v.) seydenGa naar voetnoota) van haerlieder personen verzekert soude moegen weesenGa naar voetnootb), soe zijn allvoirensGa naar voetnootc) zeker ostaigiers, soo van deen als van dander zyde, overgegaenGa naar voetnootd); als te weeten die van Coninx weghen, onder diewelcken warenGa naar voetnoote) die broeder van de grave van Boussu, die heere van D'AussyGa naar voetnoot4), Juliaen Romero | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 195]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ende capitain MondragonGa naar voetnoot1) naer Dordrecht, ende die van des Princen weghen naer BrusselGa naar voetnoota)Ga naar voetnoot2), daer zy elcxGa naar voetnootb) in bewaerder handt gebleven zijn, totdat die vergaderinghe der gecommitterden tot Breda gescheyden is geweest. Ende die voirs. gecommitterden ettelicken daghen mitten anderen getracteert hebbende, is die communicatie overmits die sieckte van denGa naar voetnootc) grave van Swartsenborch voir een tijt van 8 ofte 9 daghenGa naar voetnootd) gesuspendert, zoedat zylieden dagelicx by den anderen niet en vergaderden ofte communiceerdenGa naar voetnoot3). Den 12 Martii die voirs. gecommitterden van beyden seyde(n) weder by den anderen vergadert zijnde, hebben die gecommitterdenGa naar voetnoote) van weghen die Prince van Ouraengen, Staten ende steden van Hollant ende Zeelant mit haerlieder geconfedereerde, omme den anderen te beter te verstaen ende een zeker voet thebben om te procederenGa naar voetnootf), den gedeputeerdenGa naar voetnootg) van Zyne Majesteyt geëxhibeert zekere gescrifte, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 196]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daerinne zyluyden onder anderenGa naar voetnoota) alsnoch persisteerden by haerlieder requeste, die syGa naar voetnootb) in Augusto van te voorens den Majesteyt haddenGa naar voetnootc) doen presenteren, versoeckende, dat Syne Majesteyt gelieven soude hemlieden taccorderen tversoeck, in dieselve requeste gedaen, ofte dat men van weghenGa naar voetnootd) Zyne Majesteyt andere bequame middelen soude moeghenGa naar voetnoote) proponeeren, daermede die Nederlanden weder in haer oude ruste ende welvaert gestelt soude moeghen woordenGa naar voetnoot1). Den 14 Martii hebben die gecommitterden van Zyne Majesteyt binnen Breda opt voirs. geschrifte dese naevolghende antwoorde geproponeert endeGa naar voetnootf) overgegeven, onderteyckent wesende by J. de la Torre ende P. BuysGa naar voetnoot2).
(fol. 180.) Memorie van 's Konings gemachtigden te Breda aan die van Holland en Zeeland, 14 Maart 1575. (Bor, II, fol. 88 vlg.)
(fol. 182.) Den 22 Martii hebben die gedeputeerden van weghen die Prince van Ouraengen, Staten ende steden van Hollant ende Zeelant mit Bommel ende Buren, haerlieder geconfedererde, op de voirs. pro- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 197]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
positie, van weghen Zyne Majesteyt gedaen, overgegeven het naevolghende geschrifteGa naar voetnoot1).
(fol. 182.) Antwoord der Gedeputeerden van Holland en Zeeland. (Bor, II, fol. 89 vlg.)
(fol. 187.) Den 1 Aprilis hebben die commissarissen van weghen Zyne Majesteyt op het voirgaende gescrifte geëxhibeert dese naevolghende ampliatie ende breder presentatieGa naar voetnoota), onderteyckent wesende J. de la Torre, P. BuysGa naar voetnoot2).
(fol. 187.) Repliek van 's Konings gemachtigden. (Bor, II, fol. 91 vlg.)
(fol. 191.) Den 4 Aprilis hebben die gedeputeerden van weghen die Prince van Ouraengen, Staten ende steden van Hollant ende Zeelant, Bommel ende Buren mit heuren geassocierden opt voirgaende gescrifteGa naar voetnootb) geëxhibert dit naevolghende, onderteyckent D. Rechtere.
(fol. 191.) Dupliek der gedeputeerden van Holland en Zeeland. (Bor, II, fol. 92 vlg.)
(fol. 192.) Ende alsoeGa naar voetnootc) die communicatie des vredehandels den tijt van een maent als totten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 198]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3 MayGa naar voetnoota) uuytgestelt woordenGa naar voetnoot1), soeGa naar voetnootb) zijn die gedeputeerden ten beyden zyde(n) daernaeGa naar voetnootc) uuyt Breda gescheyden, treckende elcx by den heuren ommeGa naar voetnootd) zy huerGa naar voetnoote) rapport als.....................Ga naar voetnootf) wasGa naar voetnootg) gedaen hebben van alle samensprekinghe, handel ende communicatie, die zyluyden brederGa naar voetnooth) mondelinghe mitten anderen gehadt hadden ende by gescrifte niet overgegeven waren. EndeGa naar voetnooti) zijn alsdoen mede die hostegiers uuyt Dortrecht vertrocken, daerGa naar voetnootj) haer weder jeghens den 13 May aldaer vinden souden. Gedurende dese stylstant des vredehandels heeft die grave van SwartsenborchGa naar voetnoot2), omme die saeke te vervoorderen, gheen arbeyt, moyte nochte diligentie gespaert ofte ontsien omme zijn commissie, hem by den Keyserlicke Majesteyt gegeven, te moeghen effectueren, ten eynde die Nederlantsche intestine oorloghe mit goede, bequame ende erlicke conditien ende middelen gepacificeert moechten woerdenGa naar voetnoot3). Trec- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 199]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kende over ende weder over, te kennen gevende beyde die partiënGa naar voetnoota) die oorsaken ende redenen, die den Majesteyt van den Keyser beweghet hadden haerGa naar voetnootb) daertoe specialicken te committeren, als hemlieden oic kennelic was ende zy wel verstaen hadden uuyt die commissie, hem by den Majesteyt van den Keyser gegeven, die hemlieden oicGa naar voetnootc) verthoont was, dieGa naar voetnoot1) den troubelen der Nederlanden soeseer moverende ende ter harten gaende waren, versoeckende dat zy haerGa naar voetnootd) toch gevoechgelycken daerinne souden willen laten vinden, opdat hy niet geoorsaeckt en ware, sonder eyt uuytgerecht te hebben, weder nae den Majesteyt van den Keyser te vertrekken, als hy anders van meninghe was te willen doen, soe een eygelick, diet gesien hadde, kennelick was het devoir ende avancement der affairen, die hy in desen aen beyden syde gepleecht haddeGa naar voetnoote), ende mit hem te (fol. 192v.) nemen ende by den Majesteyt van den Keyser te brenghen ettelycken gedeputeerden van Hollant ende ZeelantGa naar voetnoot2), volghende die bevelen van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 200]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zyne Keiserlicke Majesteyt, hem in dien gevalle gedaen. Ende alsoe die questie van de religie die gansche gehele saeke alsdoenGa naar voetnoota) was retarderende, soedat die soe haestelick niet affgedaen ende veraccordeert en conste woorden, soe heeft die grave van Schwartzenborch als mediateur, omme die pacificatie te beter te beweghen, goetgevonden, daervan hy oic den Commandeur Major op den 6 Aprilis by missive uuyt Breda veradvertert heeft, als dat zeker bestant van ses maenden, soe te water als te lande, mit abstinentie van wapenen ten beyden syde gemaeckt soude moeghenGa naar voetnootb) woordenGa naar voetnoot1), denwelcken die Prince van Ouraengen met die zynen ockGa naar voetnootc) wel soude approberen, mits dat die religie blyven soude moeghenGa naar voetnootd) soe die alsdoen was, gemerckt die soe lichtelick op die staende voet uuyt der menschen herten (daer zy soe ingeplant endeGa naar voetnoote) ingeseten was) niet te extirperen en soude zijnGa naar voetnoot2). Daerby voeghende, dat, hoewel by | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 201]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
partien op den 4 Aprilis overcommen was, jeghens den 3 May weder op die pacificatie te sullen vergaderen ende den hostagiers tot Dordrecht weder te laten commen, dat nochtans veel ende diversche impedimenten alrede schenen te occureren, die tselve souden moeghen beletten, sulcx dat daeromme wel te considereren ende te letten stondt, wat groot omgemackt, perikel ende inconvenienten den Nederlanden aenstaende ende verwachtende waren, soeverre tvoors. bestant niet gemaeckt en woorden, soe die saeke wel soeverre soude moeghen verlopen, dat die landen in handen van eenen vreemden heere soude moeghen comen ende getranspoort woorden ofte in noch meerder ende swaerder perikel. Welck ongemack hy gheerne (als den Majesteyt van den (fol. 193.) Coninck mede by eede verplecht ende verbonden zijnde) verhoedt ende geremedieert saghe. Twellic die grave deurdien alsoe was scryvende, soe die van Hollant ende Zeelant openbaerlic lieten verluyden ende oic vrymoedich verclaerden, dat het jegenwoordighe.....Ga naar voetnoota). Versoeckende, dat soeverre hem Commandeur als Gouverneur generaal dese conditien van bestande redelyck doechten, hy hem tselve binnen twee daghen by missive soude willen verwittighen, ofte dat hy anders zijn vertreck nae den Keyser mit sommighe gedeputeerden uuyt Hollant ende ZeelantGa naar voetnootb) niet qualycken en soude nemen, soe een eygelic kennelick waren die groote moyten, arbeyt ende costen, die hy om dese reyse willen gedraghen ende alhier soe langhen tijt geweest hadde, mits terugghestellende zijn eyghen affairen, te meer soe hy (niet sonder droeffenisse) verstaende was deur | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 202]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dese saeke in hate gecomen te zijn van sommighe van grooten nameGa naar voetnoot1), zulcx dat hem crymen van suspitie opgewoorpen woorde, die nochtans verre altijt van hem (als daervan geheel onschuldich zijnde) geweest was ende blyven moeste, soedat hy daeromme nootsakelicke nae den Majesteyt van den Keyser keeren ende van zijnGa naar voetnoota) legatscap renuntieren wilde, niet twyffelende, off die Majesteyt van den Keyser (het bestandt gemaeckt sijnde) salGa naar voetnootb) die saecke soe dirigeren, dat die gewunste ruste gerestitueert ende die landen in obedientie ende getrouwicheyt van den Coninck van Spaengen gestelt sullenGa naar voetnootc) woorden, daertoe hy hem met alle arbeyt, bystant, hulp ende diligentie emploieren wilde, tot conservatie van dese Zyne Majesteyts landen ende ingesetenen van dien, wyens benevolentie hy tot meermael geëxperimenteert hadde. Versoeckende mede (alsoe die Majesteyt van den Keyser hem belast hadde enighe gedeputeerden uuyt Hollant ende Zeelant mit hem by Zyne Keyserlicke Majesteyt te brenghenGa naar voetnoot2), omme metten selven (fol. 193v.) veerder ende wyder van den vredehandel ende conditien van dien te tracteren), dat hy Commandeur denselven gedeputeerden vrygeley, salfconduyct ende passeport deur Conincklicke Majesteyts landen soude willen gunnen, omme met hem derwers te trecken, twellic den Majesteyt van den Keyser zeer aengenaem wesen soude. Belovende dieselve niet | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 203]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
sinisterlick, fraudulenter, nochGa naar voetnoota) doloselyck, nochGa naar voetnootb) jeghens het gemeen welvaren te sullen doen. Op welcke missive van den grave van Swartzenborch die Commandeur Major op den 8 Aprilis uuyt Antwerpen voor antwordt gescreven heeftGa naar voetnoot1), dat het voirs. bestant in maniere verhaelt Zyne Majesteyt niet diendelick en soude zijn ende dat hy daeromme zijn opinie niet en conde veranderen, wesende nietemin tevreden te consenteren in een bestant van twee maenden, mits dat die religie ende exercitie, die in Hollant ende Zeelant geplecht woorde, cesseren ende die ministers van dien hem daeruuyt elders begeven souden, ende dat het oic zijn officie niet toe en stondt den rebellen van Zyne Majesteyt te gunnen ende consenteren salfconduct ofte passeport omme deur Zyne Majesteyts landen vryelick te vertrecken, soe daer andere weghen waren, die zy wel op ander stondenGa naar voetnootc) tot meermael gebruyckt hadden. Daerby voeghende, dat zijn vertreck nae den Keyser hem zalich ende gelucklijck mits Goedts gratie vergaen moeste, hem voirts uuyt den naem van de Conincklicke Majesteyt bedanckende van de moyten ende arbeyt, die hy tot noch toe voor die gemeyne salicheyt ende welvaren des lants gedaen ende gehadtGa naar voetnootd) hadde.
(fol. 194.) Verschillende krijgsbedrijven.
(fol. 194v.) Den 26 AprilisGa naar voetnoote) heeft dieGa naar voetnootf) Com- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 204]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mandeur Major uuyt AntwerpenGa naar voetnoota) zekere missive van date den 17 Aprilis gesonden aen den Hoove van UtrechtGa naar voetnootb), als hy van gelycke gedaenGa naar voetnootc) hadde aen alle anderen provincialen Hooven ende Raden, den- (fol. 195.) selven daerby overseyndende die geëxhibeerde scrifturen, die ten beyden syde(n) binnen Breda in die communicatie des vredehandels overgelevert waren, ordonnerende dieselve onder den gemey[n]te te doen divulgeren ende verspreyen, opdat een eygelijck notoor soude zijn ende weten soude die schoone presentatiën, die Zyne MajesteytGa naar voetnootd) den Prince van Ouraenghen, Staten ende steden van Hollant ende Zeelant mit haerlieder geconfidereerde doende was, ende men daeruuyt verstaen soude, by wyen het toequam, dat die pais sijn voortganck niet en hadde, als men sien mach uuyt dieselve missive, hiernae volghende, geteyckent A 5oGa naar voetnoote)Ga naar voetnoot1). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 205]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 27 AprilisGa naar voetnoot1) is die grave van Swartzenborch mit zijn huysfrouwe ende die anderen graven ende heeren, die mit hem gecommen waren, weder van Doordrecht gereyst naer Duytslant op zeker Rijcksdach (als hy seyde)Ga naar voetnoota), die den 13 May tot Woorms wesen soude, met hem nemendeGa naar voetnootb) ettelicke gedeputerden uuyt Hollant, omme die by den Majesteyt van den Keyser te brenghenGa naar voetnoot2), die den Keyser selver op het onverstantGa naar voetnoot3) van den vredenhandel | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 206]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hooren wildeGa naar voetnoota), blyvende die grave van Holach by de Prince in HollantGa naar voetnootb)Ga naar voetnoot1). Den 3 May zijn die gecommitterde van weghen Zyne Majesteyt weder gecompareert (volghende tvoirgaende affgescheyt) tot Breda, alwaer die gedeputeerdeGa naar voetnootc) van de wederpartie alsdoen niet erschenenGa naar voetnootd)Ga naar voetnoot2). Den 7 May zijn binnen Geertruydenberghe gearrivert (als specialicken daertoe van weghen die Prince van Ouraengen, Staten ende steden van Hollant ende Zeelant mit haerlieder geconfedereerde gecommitteertGa naar voetnoote) zijnde) Aert van den Dorpe, Willem van Nyevelt van Aertsberch, Mr. Adriaen van der Mylen ende | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 207]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cornelis Adriaensz. Backer, pensionaris van ZirrixseGa naar voetnoot1), die by missive ten selven daghe den gecommitteerden van Zyne Majesteyt, wesende binnen Breda, veradverteert hebben, dat zyluyden aldaer uuyt crachte van zekere speciale commissie overmits die occupatie van den anderen voirgaende gedeputeerden van Doordrecht gecomen waren, mit hemlieden brenghende antwoorde op het geschrifte van den eersten AprilisGa naar voetnoot2), versoeckende, dat zy eymanden van den (fol. 195v.) heuren aldaer tot Geertruydenberghe seynden souden, omme daervan copie authentique te lichten ofte dat syluyden selver tot Breda die metbrenghen wilden, mits alvoirens weder overseyndende die ostaigiers, die heere van Haussy, dieGa naar voetnoota) capitainen Juliaen Romero ende Mondragon. Op welcke missive hemlieden den 8 May voor antwoorde gescreven woorden, dat alsoe men tot noch toe gedient hadde van principale scryfturen sonder copie, dat zy daeromme een ofte twee van hemlieden deputeren soude(n), omme die principale antwoorde over te leveren, onder verzekerheyt van het generaele passeport, hemlieden geaccordeert by den Commandeur Major voor tbeginsele van dese communicatie, ofte onder die particuliere passeporten, hemlieden in den maenden van Februario ende Martio overgesonden ten tyden als daer questie was op het faict van den ostaigiers, ofte, soeverre zy daermede niet tevreden wesen en | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 208]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wilden, mits eenen van den heuren tot Breda seyndende, zy weder voir ostaigier overseynden souden den heere van Beury. Ende alsoe die gedeputeerden verclaerden, sonder die voirs. ostaigiers niet te cunnen doen volghende haerlieder speciale commissie, omme die voirs. antwoorde selver over te leveren ende die communicatie des vredehandels te continueren, soe is daervan die Commandeur Major veradvertert geweest, ten eynde hem gelieven soude die voirs. hostaigiers mitten eersten naer Geertruydenberghe te seynden, opdat alsoe die gedeputerden mit haer antwoorde tot Breda soude(n) moeghen commen. Dan alsoe die Commandeur op den 9 May by missive hem liet beduncken, dat, gemerckt die swaricheyt (fol. 196.) geleghen was op het wederseynden van den ostaigiers ende hem niet geraden en doechte die te seynden, voor ende aleer men weten soude, wat die antwoorde soude wesen, soe is die secretaris De la Torre op den 10 May naer Geertruydenberghe gesonden ende weder den 11 May binnen Breda gecommen, mits alleen medebrenghende copie authentique, by de voirs. vier gedeputeerden onderteyckent. Wesende die principaele antwoorde bezegelt mit alle die zegelen van den steden van Hollant, Zeelant, Bommel ende Buren van date den 6 May uuyt Dordrecht, inhoudende in substantie tgunt hiernae volchtGa naar voetnoot1): | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 209]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dat zy persisterden by haer overgegeven requeste in Augusto 74Ga naar voetnoot1), te weten dat die Spaengiaerden verthooghen sijnde, die Generaele Staten wettelicke ende vrylicken vergadert zijnde, sullenGa naar voetnoota) moeghen vrymoedich advyseren ende besluyten hetghene tot conservatie van een vasten vrede ende vereenicheyt der provintiën ende redintegratie van den vertredenen privilegiën ende lofflicken coustumen derselver landen nootdelyck zalGa naar voetnootb) zijn. Dat sonder het vertrekken van de Spaengiaerden gheen rust noch vrede, jae gheen beginsele van rust noch vrede in den landen gebracht en canGa naar voetnootc) weerden. Soedat die Staten verclarden gheenderhande twist oft geschiel jeghens eenige andere omlegghende landen oft provintiën te hebben; dan kennelick te zijn, dat zy haer mit wapenen geopposeert hebbenGa naar voetnootd) alleenlick om die hoveerdighe, ongoddelycke ende onverdrachgelycke regieringhe der uuythemschen ende haren aenhangeren, soedat, syluyden vertroocken sijnde, die vrede sonder twyfele wederom te verwachten isGa naar voetnoote) ende bij de Generaele Staten, die ompartydich (fol. 196v.) zijn ende allen saeken best kundich, in alles geremedieert te weerden als boven. Niet twyffelende, off zy sullenGa naar voetnootf) wel verstaen, dat die Staten van Hollant ende Zeelant mit goede redenen hem zijn opposerende niet alleen jeghens die Spaensche Inquisitie, dan oic jeghens die rigoreuse ende on- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 210]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
goddelycke placaten, op stuck van de religie in dese Nederlanden geëxerceert. Sonder dat die Staten van Hollant mitten heurenGa naar voetnoota) nochtans begeren oft oyt van meninghe zijn geweest yemant, die van de Roomsche religie is, te bedwinghen tot haer religie, soe dat geloef een gave Godts is. Verclaerden daeromme oick wel expresselick, dat zij niet en verstaenGa naar voetnootb), dat men haer, als aengenomen hebbende die Gereformeerde, Evangelische, warachtighe religie, uuyt haer oude woonplaetsen ende vaderlant salGa naar voetnootc) doen vertrecken, soe doch ock tselve sonder uuyterste ruyne van den landen ende groote verminderinghe van de Conincklicke Majesteyts hoocheyt ende domeynen niet geschien en canGa naar voetnootd). Ende dat die Staten niet en segghenGa naar voetnoote) op die gepresenteerde versekerheyt als van de Keyserlicke Majesteyt, vorsten ende potentaten ende die Generael Staten, die haer als borghen voor die onderhoudinghe des vredes souden stellen, tselve en isGa naar voetnootf) niet geschiet, dat zij sulcx voorbijgaende warenGa naar voetnootg), dan uuyt oorsaken, dat die Staten van Hollant ende Zeelant noodeloes dunckGa naar voetnooth) daerop te disputeren, soelanghe als men in die opinie isGa naar voetnooti), dat men haer uuyt die landen wilGa naar voetnootj) doen vertrecken; ende ten anderen, dat die Staten goet vertrouwen hebbenGa naar voetnootk) tot Zyne Majesteyt beroerende die versekerheyt, hoewel zy | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 211]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nochtans wel achterdencken behoorden te hebben, aengesien dat verscheyden voorschryften van den Keyserlicke Majesteyt ende anderen vorsten den graven van Egmondt ende Hoorn ende den heere van Montingys (nietjeghenstaende haer groote diensten) van den schandelycken ende ontschuldighen doot niet en hebbenGa naar voetnoota) connen bevryen; dat oick die nyewe gouverneur onlancx den gesanten van Hollant ende Zeelant gheen passeport en heeftGa naar voetnootb) willen gunnen, omme deur Conincx landen naer den Keyser te treckenGa naar voetnoot1), nietjeghenstaende die Keyserlicke Majesteyt alsulken gesandten versoocht ende begeert haddeGa naar voetnootc) om by hem te commen; ende insonderheyt oick overmits die Coninck absent isGa naar voetnootd) ende die clachten van zynen (fol. 197.) ondersaten aenhoorde ende daerop disponeerde by ooren ende monden van denghenen, die die eere ende reputatie van Zyne Majesteyt noch het welvaren van den landen niet ter herten en hebbenGa naar voetnoote)Ga naar voetnoot2). Wetende anders ende wyders gheen voorder verclaringhe te doen, segghende evenwel op die versoochte verclaringhe, wie dat der Staten van Hollant | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 212]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ende Zeelant geassocieerden zijnGa naar voetnoota), dat syluyden voor haer geassocierden altijts gehouden hebbenGa naar voetnootb) ende noch houdenGa naar voetnootc) allen vasallen ende ondersaten van (den) Zyne Majesteyt ende haren eerfgenamen, die om oorsake van den troublen zedert den jare 66 uuyt den landen gebannen, geweecken ende geëxecuteert zijnGa naar voetnootd); dat zy dieselve met allen anderen, die haer rechverdighe sake geassisteert hebbenGa naar voetnoote), uuyt des vredes handelinghe niet en cunnenGa naar voetnootf) buytensluyten. Protesterende, dat ingevalle dat men op haer voorgaende overgegeven requeste gheen ander insien en nemptGa naar voetnootg) ende dat die oorloghe mochte blyven continuerende ende dat ter oorsake van dien eenighe alteratiën ofte veranderinghe tot mishaghen ende schade van de Majesteyt comen mochte, dat men sulcx niet den Staten van Hollant ende Zeelant mit haerlieder geconfedereerde, dan haer wederpartye wyten ende imputeren soudeGa naar voetnooth)Ga naar voetnoot1).
Den 12 MayGa naar voetnoot2) is die voirs. copie van antworde | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 213]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
by den commissarissen van Zyne Majesteyt den Commandeur Major, wesende tot Antwerpen, overgesonden. Ende is die heere van RassinghemGa naar voetnoot1) op den 13 May uuyt Breda gethoghen, omme op de voirs. antworde den Commandeur te consulteren, soe die gedeputeerden tot Geertruydenberghe naer bescheyt wachtende waren. Den 14 May hebben die commissarissen van Zyne Majesteyt deur last van den Commandeur Major, soe het voirs. gescrifte soe haest niet beantwoort en conde woorden, als requererende wyder communicatie mitten heurenGa naar voetnoota), sulcx dat by aventure.......Ga naar voetnootb) (fol. 197v.) tijts daer dat van noode soude zijn, daervan veradverteert soude wordenGa naar voetnootc), by missive versocht, dat men tusschen Breda ende Geertruydenberge op die sake des vredehandels noch wyder communicatie soude moeghenGa naar voetnootd) houden. Ende is veraccordert, alsdat men weder tot Breda soude vergaderen, mits weder overseyndende tot versekerheyt van den gedeputeerden sommighe ostaigiers. Ende zijn dienvolghende op den laesten May als ostaigiers naer Getruydenberghe gesonden die heer van St. Remy, capitain van den huyse totGa naar voetnoote) Breda, ende die heer van Beury, in de plaetse van dewelckenGa naar voetnootf) Aert van den Dorpe ende Mr. Adriaen van der Mylen dieGa naar voetnootg) haer weder nae Breda begeven hebben als | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 214]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
specialicken gecommitteert zynden, omme van weghen die Prince van Ouraengen metten synen den vredehandel te continueren ende teweghen te brenghenGa naar voetnoot1). Ende naer enighe communicatie hebben die gedeputeerden voirs. op den eersten JunijGa naar voetnoota) verclaert onder anderenGa naar voetnootb), mits dat men alvoorens uuyt den landen dede vertrecken die Spaengiaerden ende allen anderen vremde natiën, als zy van gelycke beloofden | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 215]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mede aen heure zyde te sullen doenGa naar voetnoota) effectueren, dat zy in sulke gevalle tevreden waren ende consenteerden die gehele zaeke ende vredehandel, soewel betreffende die religie als anders, tsamen in handen te willen stellen van de Generale Staten van herwerstovereGa naar voetnootb)Ga naar voetnoot1). Soedat die Commandeur tot dien eynde wederGa naar voetnootc) heeft doen convoceren die principaelsten prelaten, heeren ende edelen van den landen (die voir het beginsel des vredehandels tot Brussel doir last van Zyne Majesteyt geconvoceert waren gewest) omme op als te hebben ende verstaen haerlieder advis ende meningheGa naar voetnootd), sulcx dat die saecke weder uuytgestelt woorden totten 20 JunijGa naar voetnoote). Ende gedurende dese convocatieGa naar voetnoot2) soe heeft die Majesteyt | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van den Keyser andere twee gesanten in dese landen gesonden, daer die Commandeur Major hem bij gevonden heeft te Brecht tusschen Antwerpen ende HoostratenGa naar voetnoot1). Is oic ten tyde voirs.Ga naar voetnoota) weder uuyt Spaengen gearriveert Adrianus Montanus, theologusGa naar voetnootb)Ga naar voetnoot2), die den Majesteyt van den Coninck deur last van den Commandeur MajorGa naar voetnootc) die gelegentheyt ende gesteltenisseGa naar voetnootd) van den landen ende communicatie des (fol. 198.) vredehandels geremonstree(r)t haddeGa naar voetnoote), sulcx dat ter selverGa naar voetnootf) tijt die sake van den pais op een goede voet, als het scheenGa naar voetnootg), staende wasGa naar voetnoot3); dan soe men siennelick voor ooghen const bemercken, soe woo(r)de dieselve soe van deen als van dander zyde mit practique geprotaheert ende verthooghen, spelende elcx haer personaige omme in het gouvernement te blyven, meer soeckende haer eyghen proffijt ende grote statenGa naar voetnooth) dan den dienst van(den) Zyne Majesteyt ende het welvaren van den landen, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waerdeur die landen in groot verloop gecomen zijnGa naar voetnoota)Ga naar voetnoot1). Den 15 May zijn die gedeputeerden van Utrecht weder van Brussel gecomen, daer zy van den 29 September geweest haddenGa naar voetnoot2), sonder eyt gevordert thebben, soe die Commandeur zijn volle petitie hebben wilden, nietjeghenstaende wat remonstrantiën men hem gedaen hadde. Den 16 May heeft die Commandeur in den landen van Utrecht noch gesonden drie benden ruyteren, omme mitten voirs. 13 vendelen Hoochduytschen mede op den huysman te teeren, daer zy zeer avonteurlick mede geleeft hebben, hebbende haer leger genomen te Cortehoof, Ankeveen ende daeromtrentGa naar voetnootb)Ga naar voetnoot3). Den 19 May zijn die 9 vendelen Spaengaerts, die een tijt lang in de Betuwe geleghen hadden, gecomen tot Vluten, naerdat zy gepocht hadden mit gewelt inne te hebben willen nemen die Vaert, zulcx dat die heer van Hierges om tselve te beletten derwerts heeft moeten trecken; ende zijn op den 21 May van Vluten voirts gethogen nae Loenen ende van daer naer Beverwijck, omme zeker exploict te doen op Waterlant; denwelcken die heere van Hierges | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uuyt Utrecht gevolcht is op den 23 May. Zijn oic vijff vendelen Hoochduytschen van het regimente van Focker van AusborchGa naar voetnoot1), die langen tijt by Breda gelegen haddenGa naar voetnoota), op den 25 May gecomen aen St. Mertensdijck in den landen van Utrecht, omme mede te gaen naer Waterlant; dan en hebben van daer niet (fol. 198v.) willen vertreckenGa naar voetnootb), voor ende alleer zy haer betalinghe (daer zy veel aen ten achteren waren) ontfanghen hadden, zulcx dat zy aldaer stil zijn blyven leggen totten eersten Junij; ten welcken daghe zy voirts gethogen zijn naer Coortehooff, Ankeveen, Overmeer ende Ter Hoorst, daer zy voirts stilGa naar voetnootc) zijn blyven leggen sonder voorder te hebben willen treckenGa naar voetnoot2). Ende die heer van Hierges, gecommen wesende tot Amsterdam, heeft aldaer omtrentGa naar voetnootd) doen comen die voirs. drie benden ruyteren mit noch anderen vendelen, soe van het regimente van den grave van Boussu als van den zyne legghendeGa naar voetnoote); daer hy mede gethogen is naer Beverwijck, alwaerGa naar voetnootf) hy oic veel Spaengaerts hadde doen commen uuyt Amersfort, Wijck, Renen, Culenborch, Vianen ende Nyport, daer zy in garnisoen laghenGa naar voetnootg), zulcx dat aldaer veel volcx by den anderen vergadert was omme tselve exploictGa naar voetnooth) te doen; daertoe ock veel | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 219]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
leeren, schuppen, spayen, hauwelen, bijlen ende diergelycke instrumenten derwers gebrocht waren, soedat het scheenGa naar voetnoota), dat zy in corten tijt haer wille van Waterlant deur zeker verraet, dat zy gesticht haddenGa naar voetnootb), gehadt souden hebben. Dan die heere van Hierges mit den colonel BaldeseGa naar voetnoot1) ende andere capitainen, besichticht hebbende die schanschen ende sterckten, die die Waterlanders geleyt hadde noortwaerts boven Alckmaer tot Schoorl, Crabbendijck, aen den Slapert ende Calff, die zy deur tvoirs. verraet gepast hadden inne te gecrighenGa naar voetnootc), zijn subitelick mit alle het volck, siende, dat zy niet uuyt en souden rechten, soe den aenslach ende verraet gefaillert wasGa naar voetnootd), op den 7 Junij weder uuyt Beverwijck gethogen naer Goylant (naedat daer oicGa naar voetnoote) groote penninghe van brantschattinghen, als men seggen wilden, omgegaen waren) omme tvoirs. exploict te doen beletten, soe die Spaengaerts deur toedoen, advis, raedt ende erstelicke sollicitatie van die van Amsterdam geresolvert waren het gehele platte lant aff te hebben willen branden ende spolierenGa naar voetnoot2). Ende zijn alleGa naar voetnootf) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 220]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die voirs. Spaengaerts op den 8 Junij voirtsGa naar voetnoota) gethogen (fol. 199.) uuyt Goylant mit alle diligentie ende gepassert voirby Utrecht, logerende dien avont tsamen in Jutfaes ende int WaelGa naar voetnootb), treckende voirts des anderen daechs smorghens te drie uren, wesende den 9 Junij, gelyckelycken over den Rijn naer Buren, dat zy terstont belegeerden. Daer die heer van Hierges hen ten selven daghe oic uuyt UtrechtGa naar voetnootc) by begeven heeft, hebbende commissie als capitaingenerael aldaer over het leger; alwaer die voirs. ruyteren hem oic gevonden hebben, gepassert zijnde by Wijck over den Rijn, als van gelycke gedaen hebben die vijff vendelen Duytschen van den FoockerGa naar voetnoot1), die op den 10 Junij weder van Cortehooff teruggegecomen zijn naer Jutfaes ende van daer voirts op den 11 Junij voir Buren int leger, daer die heer van Hierges noch andere vendelen uyt die omleggende quartieren mede byGa naar voetnootd) hadde doen commen, soedat aldaer weder groot volck by den anderen vergadert wasGa naar voetnoot2). Dan wat bevelen die 13 vendelen van Jorien van Fronsberghen, die in den landen van Utrecht laghen, gedaen woorden omme mede op te trecken ende hem by den hoop voir BurenGa naar voetnoote) te begeven, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 221]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en hebben sulcx niet willen doen, verclarende wel expresselick uuyt den landen van Utrecht niet te willen vertrecken, voor ende aleer zy ten vollen op betaelt waren; daertoe men gheen raedt met allen en wiste, soe men hemGa naar voetnoota) een grote somme schuldich was; zulex dat zy daer in weerwil van den gouverneur ende achterdeel van den dienst van(den) Zyne Majesteyt ende den landen stil zijn blyven leggen, daer zy nuGa naar voetnootb) meer dan een halff jaer gelegen hadden. Het leger weder uuyt Waterlant vertrocken sijnde, is daer groote ende (s)traffe affgrisselyckeGa naar voetnootc) executie gebuert over veel huysluyden ende anderen, die die voirs. schanschen ende sterckten verraden ende ettelicke (fol. 199v.) steden van Waterlant op diversche orden in brant souden hebben helpen stekenGa naar voetnoot1).
(fol. 199v.) Huwelijk van Oranje en Charlotte van Bourbon. (fol. 200.) Rapport over de vredesonderhandelingenGa naar voetnoot2).
(fol. 204.) Den 25 JunijGa naar voetnoot3) des smorgens heeft men die stadtGa naar voetnootd) BurenGa naar voetnoot4) mit het groof geschut beginnen te beschiten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 222]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 26 Junij, wesende SonnendachGa naar voetnoota), smorgens te ses ure zijn die Spaengaerts geclommen over die muren van Buren, daer zy niemants inne gevonden en hebben dan sommighe oude personen ende oic noch anderen, die zy meestal dursteken hebbenGa naar voetnootb), soe alle die cnechten ende borgheren, niet willende den storm verwachtenGa naar voetnootc), mit haer huysfrouwen ende kynderen op het castel geweken waren, daer zy oic meest alle hoer goet van te voirensGa naar voetnootd) op gebracht haddenGa naar voetnoot1). Ende is het castel van Buren op den 27 Junij, sonder oyt schuet daerop verwacht thebben, op seeckere conditienGa naar voetnoote) opgegeven, treckende op den 28 Junij des Conincx soldaten daerbinnen ende die ander wederGa naar voetnootf) daeruyt, sterck wesende over die 200Ga naar voetnootg), mit haer zijtgewer ende alGa naar voetnooth) tgunt zy draghen ende medenemenGa naar voetnooti) conden (naerdat die capitain Vogelsanck, die thuys van te voirens ingenomen hadden uuyt den name van den Prince van Ouraengen, die slutelen van castel mit hetGa naar voetnootj) vendelen ende trommelenGa naar voetnoot2) in handen van den heere van Hierges overgelevert hadden), die mit twee vendelen enechten van daerGa naar voetnootk) geconvoyeert woorden nae Tuyl, by haer | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 223]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hebbende ettelicken waghens, daer zy haer goet mede ewech brochten, daervan sommighe van de achterstenGa naar voetnoota) by den Duytschen gespoliert zijn geweestGa naar voetnootb). Ende isGa naar voetnootc) die capitain Vogelsanck (hem menende te salveren op het huys te Loefvestein) gevangen gebrocht binnen GorcumGa naar voetnootd), daer hy geëxecutert ende als een verrader gevierrendelt soude zijnGa naar voetnoot1), soe hy die stadt mit het castel verraden souden (fol. 204v.) hebben, hebbende selfs doen deurschieten den capitain ClaudeGa naar voetnoot2), die de Prince aldaer als capitain gestelt haddeGa naar voetnoote) ende die stadt in zijn bewaernisse gegevenGa naar voetnootf) hadde. Ende die van Gorcum, Bommel ende andere gerebellerde steden, niet willende innenemen die cnechten van Buren, maer deselve als verraders scheldende, soe hebben dieselve cnechten (cunnende nergens innecomen) groote excursiën van ruyten, roeven, schotten ende branden op het StichtGa naar voetnootg) van Utrecht gedaen, soedat die weghen noch meer ende meerGa naar voetnooth) onveyliger zijn gewordenGa naar voetnoot3). Den 2 Julij is die heer van Hierges mit die grave | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 224]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Meghen, naerdat hy ordre tot Buren gestelt hadde, weder gecomen binnen UtrechtGa naar voetnoota). Den 4 Julij heeft die Commandeur MajorGa naar voetnootb) zeker placat gedepeschertGa naar voetnootc) van date den.....Ga naar voetnootd)Ga naar voetnoot1), twellick op den 16 Julij binnen Utrecht gepubliceert is geweestGa naar voetnoote), daerby op verbuerte van lijff ende goet verboden woorden mit die rebellen van Zyne Majesteyt niet te moeghen communiceren, handelen, spreken ofte enich verstant thebben, in wat maniere dat het oic wareGa naar voetnootf). Den 9 Julij is Carolus, des Conincx twee(de) soen, gestorven in SpaengenGa naar voetnoot2). Den 12 Julij is die Conininne van Spaengen weder verlegen van een ander soen, geheten JanGa naar voetnootg)Ga naar voetnoot3). Den 14 Julij zijn tot Breda van den anderen gescheyden (hebbende die zake niet cunnen eens woorden) die commissarisen, soe van weghen Zyne Majesteyt als die gedeputerdenGa naar voetnooth) van weghen die | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 225]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Prince van Ouraengen, Staten ende steden van Hollant ende Zelant mit haerlieder geconfedereerden, wesende die zake weder in state gestelt tot AlderheyligenGa naar voetnoot1), omme in middel van tijt den Majesteyt van den gansen handel te veradverteren ende zijn goede gelieven daerop te verstaen ende oic in middel van tijt by den adversarysen te adviseren andere alsulke assurance ende versekerheyt, als zy soude(n) willen proponerenGa naar voetnoota), naedat die van Hollant ende Zelant weder gepresentert, als zy noch op diversche andere voirgaende daghe soe by gescrifte als by monde gedaen hadde(n), die gehele zake, soe van de versekerheyt als van de religie, uuyterlick te hebbenGa naar voetnootb) willen verblyven aen de Generale StatenGa naar voetnoot2). Niet cunnendeGa naar voetnootc) verstaen, waertoe dat dienen soudeGa naar voetnootd) het restablissement van haerlieder privilegiën volghende die presentatiën, hemlieden van weghen Zyne Majesteyt (fol. 205.) gedaen, die sy oic voir goet ende redelick hilden, als zy al evenwel uuyt den landen souden hebbenGa naar voetnoote) moeten vertrecken ende haer vaderlant | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 226]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verlaten. Dan gemerckt, dat hetGa naar voetnoota) hemlieden voir dien tijt noch niet gelegen en was geweestGa naar voetnootb) sulcx te doen ende mede dexercitie van haerlieder religie te verlaten, soe versoechtenGa naar voetnootc) zy oitmoedelick, dat het Zyne Majesteyt gelieven soude deur zijn genade, clemence ende goedertierenheyt te doen cesseren ende ophouden den brant ende het swert in der saecke belanghende die vrye conscientie, daermede men tot noch toe soe wreet ende straffelick den ondersaten van desen landenGa naar voetnootd) vervolcht hadde. Belovende in allen anderen saecken ende affairen politicquen te obedieren ende Syne Majesteyt alsoe by te staenGa naar voetnoote) ende meer te doen, als zy oyt van te voirens Zyne Majesteyts predecesseurs gedaen hadden. Segghende op de geoffereerde assurance haer te refererenGa naar voetnootf) tot heurlieder gescrifte van den 6 May, den commissarissen van Zyne Majesteyt op denGa naar voetnootg) 11 May gelevert, ende die bitteren exemplen, by hemlieden aldaer verhaelt, die genoch verclarenGa naar voetnooth), hoe die beloeftenissen gehouden souden woorden, te meer regardt genomen op de restrictiën ende limitatiën, by deselven assuranciën gevoecht; ende bysonder als die steden, fortressen, schepen ende artelleriën gerestituert soude wesenGa naar voetnooti) voir het vertrekt der vremder natiën ende aleer oic die Generael Staten goede ordre gestelt souden hebben, omme een goede ende vaste pais | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 227]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ende vrede te houden Zulcx dat dieselve presentatie van assurance onder die gelimiteerde restrictiën niet en condeGa naar voetnoota) dienen omme enichsins daerdeur tot een goede ende begeerlicke pais ende vrede te cunnenGa naar voetnootb) geraecken. (fol. 205v.) Daerby voeghende, dat zylieden (omme alle wantrouwe ende diffidence te schouwen ende ewech te nemen) gheen beter middel en wistenGa naar voetnootc) omme tot een goede versekerheyt te commen, dan dat men soewel van deen als van dander zyde den vremdelinghen ende uuytlandighen soudenGa naar voetnootd) doen vertrecken, volghende tversoeckt, by hemlieden gedaen soe by haerlieder requeste als voirgaende gescriften, twellick voiral een beginsel wesen soudeGa naar voetnoote) omme alle troublen te hebbenGa naar voetnootd) doen cesseren ende den anderen van beloeftenisse te hebbenGa naar voetnootf) moeghen voldoen. Ende ten eynde dat men ten beyde syde soude vrylycken hebbenGa naar voetnootg) moeghen betrouwen, omme te beter te verstaen tot alle redelicken conditiën, soe soude diennelick geweestGa naar voetnooth) zijn, dat men die wapenen ende alle hostelité aen beyden zyde dedeGa naar voetnooti) cesseren, terwylen die vremdelinghe haer verthogen haddenGa naar voetnootj) ende die convocatie der Generael Staten geschiedeGa naar voetnootk) omme vrylicken op als tadviseren. Ende om hem- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 228]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lieden te quyten voir God ende den werldt ende te verthonen, dat zy niet en begerenGa naar voetnoota) haer eyghen particuliere prouffijt, hoewel nochtans dat die van der Gereformeerde religie liever souden hebbenGa naar voetnootb) willen verliesen lijff ende goet dan dieselve verlaten, - soe zijnGa naar voetnootc) sylieden nochtans tevreden gewestGa naar voetnootd), dat, soeverre Syne Majesteyt het poinct derselve religie hemlieden niet en soude hebbenGa naar voetnoote) willen permitteren ende toelaten, dat alsdan tselve poinct, mitsgaders die sake van de assurance ende alle anderen poincten, in different zijnde, getractert ende gewydert soude hebben moeghenGa naar voetnootf) woerden by de Generael Staten, legittimement geconvoceert ende librement vergadert zijnde, wel verzekert wesende, dat deur het vertreck der vremder natiën allen foutten, exactiën ende concussiën souden cesserenGa naar voetnootg) ende die landen weder commenGa naar voetnooth) in goede pais, repos ende transquillite, daerby voeghende, dat zy altijts overbodich ende oic geheelGa naar voetnooti) gewillich waren gewest tot alle redelicke conditiën van tbegin aff te hebben willen verstaen, (fol. 206.) omme tot dieselve pais te hebben moeghen commen, mits dat men alvoirens die vremdelinghen uuyt den landen hadde doen vertrecken. Oic mede niet twiffelende, gelijck alle die werldt ende haer partie selver wel conde verstaen ende niet en souden dorven ontkennenGa naar voetnootj), dan dat die vergaderinghe der | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 229]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Generael Staten voir dien tijt wasGa naar voetnoota) geheel nootelick ende den landen proufitelyck. Hebbende mede op nyewes geprotestert, dat soeverre enich inconvenient verrese, van dat die landen wel in handen van eenen vremden heere souden moeghen commen, dat men hemlieden niet zulcx, maer haer wederpartie soude moeghenGa naar voetnootb) imputeren. Haer mede beclaecht hebbendeGa naar voetnootc) van het lang trainnement, simulatie ende bedecktheyt, die men jeghens hemlieden in desen vredehandel gebesicht haddeGa naar voetnoot1). Protesterende die gecommitterde van weghen Zyne Majesteyt ter contrarie, als dat die partie ende adversarysen oirsake waren van de separatie ende schijdinghe der vredehandel, diewelcke, wetende den wille van Zyne Majesteyt, die saeke tot een goet, vruchbaer eyndt niet brengen en wilden, ende dat die faulte van de zyde van de Majesteyt ofte zyne gedeputerdeGa naar voetnootd) niet en quam, maer van de zyde van de ministers ende consistoriën der sectarisen, die een soe groet gratie, presentatie ende beneficie belettende waren deur alsulcke ombillike ende exorbitante eyschen ende petitien, als zy den Majesteyt voirhoudende waren, die hemlieden soe mildelicken zijn gratie mit volle mate gepresentert hadde, die volghende die voetstappen van zyne voirouderen ghee(n)sins veranderinghe van religie toelaten en conde, wesende nietemin | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 230]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tevreden andermael den Majesteyt van als tadverteren, daertoe zy tijt begeerden tot Alderheyligen, omme op als daervan te verwachten zijn goede beliefte ende determinatieGa naar voetnoota)Ga naar voetnoot1). Den 15 Julij is het regiment, te wetenGa naar voetnootb) die 13 vendelen Hoochduytschen van Jorien van Fronsberghen, datGa naar voetnootc) van 7 Decembris 74 in den landen van Utrecht continuelick gelegen ende op den huysman die vrye cost gehadt ende groote penninghen denselven huysluyden affgeschat ende affgedwonghen hadden, daer het lant grotelicx deur beschadicht is geweest, verthogen uuyt denselven landen naer Brabant. Den 16 Julij is binnen Utrecht gepublicert zeker placaet van date den 4 Julij, daerby op verbuerte van lijff ende goedt verboden worden mit die rebellen van Zijn Majesteyt niet te moegen communiceren, handelen, spreken ofte enich verstant hebbe(n), in wat maniere dat het oic waereGa naar voetnootd)Ga naar voetnoot2). Den 19 Julij is die heere van Hierges mit die grave van Meghen gethogen voir Oudewater mit het leger, die tenselven daghe uuytgevallen zijn mit 4 vendelen, daer ten beyden seyde wat volcx gebleven isGa naar voetnoote)Ga naar voetnoot3). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 231]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 28 Julij hebben die van Waterlant tot Bunschoten die schanschen verbrant ende ettelicke cnechten verslaghen ende veel ossen ende besten medegenomen. (fol. 206v.) Den 29 Julij is het geschut, dat voir Buren geweest was, voirby Utrecht gepasseert naer Oudewater mit meer ander ontallycke munitie van cruyt, loot, clooten, schuppen, hauwelen, spayen ende diegelycken instrumenten, dat uuyt Brabant ende van elders gebrocht woordenGa naar voetnoot1). Den 5 Augusti zijn tot Dordrecht van Eemden gearriveert ettelicke carvelen, daer vijff vendelen cnechten inne waren, die die Prince tenselven daghe heeft doen vertrecken naer Der Gouwe, menende daermedeGa naar voetnoota) die noch binnen Oudewater te seynden ofte mit assistentie van noch anderen die stadt daermede tonsettenGa naar voetnoot2), soe die Prince doen ter tijt anders gheen volck en hadde, die hy ontberen moechte, overmits hy alle zijn macht alsdoen employeren mooste omtrent den Clundaert, den Fynaert ende Rughenhille by Zevenberghen, daer des Conincx volck alle die schanschen (die by de wederpartieGa naar voetnootb) aldaer geleyt waren) ingenomen hadde; hebbende die Commandeur Major aldaer veel garnison gesonden, van meninghe sijnde die passaige van Hollant op Zeelant te willenGa naar voetnootc) belettenGa naar voetnoot3) ende die twee provin- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 232]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tien van den andere te scheyden, mits innenemende Oelkensplaet, Duvelant ende tlant van SchouwenGa naar voetnoota), mit assistentie van veel schepen, die die Commandeur soe tot Antwerpen, Bergen-op-Zoom als elders daeromtrent tot dyen eyndeGa naar voetnootb) toe dede rusten. Ende is die Prince op den 7 Augusti die voirseyde vendelen gevo(l)cht uuyt Dordrecht, commende tenselven daghe op die middach binnen Der GouweGa naar voetnoot1), terwylen Oudewater bestormpt woorden, niet vermoet hebbende, dat die storm soe haest geschiet souden hebben. Ende die Prince, siende dat Oudewater gewonnen was, heeft het volck voirts gesonden binnen Woorden, beduecht wesende, dat het leger terstont daervoir hadde moeghen commen. Den 6 Augusti is Oudewater beschoten mit 32Ga naar voetnoot2) stucken groff geschuts, die die heere van Hierges (fol. 207.) van diversche plaetsen aldaer voir hadde doen brenghenGa naar voetnoot3), naedat die heer van Hierges als opperste veltheer die stadt tot drie ofte vier reysen uuyt den naem van den Coninck op hadde doen eyschen, daer die van binnen altijts op ter antworde gaven, dat zy den Prince van Ouraengen gesworen hadden ende dat zy die stadt tot den lesten man toe | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 233]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
houden wilden, daertoe zy oic den anderen gesworen hadden, versoeckende, dat, soeverre die stadt innegenomen woorden, dat men haer vrouwen ende kynderen salveren wilde, die daertoe geen schult en hadden, ende niet doen en souden, als men binnen Buren gedaen hadde, daer men sommigen vrouwen ende kynderen, die soe haest op het castel niet lopen en conden, zeer schendelick vermoert haddeGa naar voetnoot1). Den 7 Augusti, wesende Sonnendach, is Oudewater op die middach by 10 vendelen Spaengaerts, die die storm hadden, wesende die tierce van Lombardie, mit gewelt innegenomen op den eersten stormGa naar voetnoot2), die omtrent een ure duerde, daer groot weer uuyt gedaen woorden; daer over die 150 SpaengaertsGa naar voetnoot3) op die storm doot bleven ende weel 400 gewondtGa naar voetnoot4), wesende binnen Oudewater vier vendelen enechten, als twee vendelen Gascoenen, tweeGa naar voetnoota) vendelen Schotten ende een vendel Duytschen ende wel 300 borgerenGa naar voetnoot5). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 234]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ende die Spaengaerts die storm gewonnen ende op die vesten gecomen zijnde, hebben die van binnen selfs die stadt op vier ofte vijff plaetsen onder die wint aen brant gesteeken, opdat die Spaengaerts van den but niet hebben en soudenGa naar voetnoot1), zulcx dat die stadt geheel uuytgebrant is, behalven die grote kerck mitten toorn ende noch ses ofte sevenGa naar voetnoota) cleyne huysenGa naar voetnoot2). Die Spaengaerts voirts in de stadt gecomen zijnde, hebbent al dootgeslegen ende deursteken, (fol. 207v.) dat zy daerinne vonden, soe soldaten, borgeren, vrouwen ende kynderen, uuytgesondert weynich, die zyGa naar voetnootb) gevangen namen; onder diewelcke mede gevangen woorden haerlieder capitain, genaempt Munter, die in zijn arme gequest zijnde, hem in zijn huysinghe begeven had, wesende dieselve Munter een scipper van zijn neringhe, die genoempt plach te woorden Capitain Scharrebier, als plaghende scharrebier te vercoopenGa naar voetnoot3), diewelcke daernaerGa naar voetnootc) gebrocht zijnde op het huys te Vianen, isGa naar voetnootd) aldaer in gevanckenisse gestorvenGa naar voetnoot4). Ende hebben voirts | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 235]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die stadt geplondert, soe zy best conden, overmits den grooten brant, die hemlieden in de weghe was. Indien daer goede ordre onder den enechten ende borgheren hadde geweest, soude noch veel meerGa naar voetnoota) quaets onder den Spaengaerts hebben cunnen gedoen, eer zy daerbinnen hadden cunnen commen, mit gebrant olye, gesmouten thin ende loot, heet water ende calck, grooten balcken mit yseren pinnen ende anderen instrumenten, die zy jeghens den storm op den wallen al gereet hadden, omme over ende van de vesten te werpen, als zy oic al veel gedaen hadden; dan die quade ordre, die onder hemluden was, soe zy meestal droncken waren, heeft sulcx beletGa naar voetnoot1), te meer soe haer hooftweringhe affgeschoten waren ende oic soe zy gheen strickwerringheGa naar voetnoot2) en hadden ende niet sterck genoech van volck en waren ende op twee orden bestormpt woorden; daer die grave van Meghen, Lanchelot van BarlemontGa naar voetnoot3), hem in persoen mede onder gevoecht hadde, dryvende weder die Spaengaerts terugge, die eens op het wycken waren. Die stadt innegenomen sijnde, zijn veel gequetste capitainen ende anderen Spaensche gequetste soldaten binnen Utrecht ende anderen omleggenden | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 236]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
steden gebrocht, die meestGa naar voetnoota) aldaer gestorven ende begraven zijn geweest. Ende hebben naederhant die Spaengaerts veel vrouwen, jonghe dochteren, jonghens ende kynderen, die zy gevanghen genomen hadden (fol. 208.) ende gheen gelt ofte rantsoen opbrenghen en conden, sommighen van dien deursteken, vermoert, int water geworpen ende opgehangen, jae vrouwen, die op het uuyterste van kint gingen ende genoech den arbeyt op den hals hadden, ende die anderen vercoocht als slavoenen, jae oic om cleyne pryse van een reael drie ofte vier, twellic onder den Christenen noyt gehoort en is geweestGa naar voetnootb)Ga naar voetnoot1). Den 11 Augusti heeft die heer van Hierges die stad Woorden mit 1500 buschutten ende ettelicke perden doen berunnen, hebbende die van Worden een dach twee ofte drie van te voirens uuyt die stadt doen vertrecken alle die vrouwen ende kynderen, van meninghe sijnde die stadt teGa naar voetnootc) willen houden. Ende zijn die voirs. schutten ende peerden op den 12 Augusti des morghens weder van daer vertrocken int leger voir Oudewater, verlatende die stadt van Worden, daer alsdoen acht vendelen cnechten behalven die borgeren binnen warenGa naar voetnoot2). Denselven 12 Augusti zijn alle die Spaengaerts in der nacht van Oudewater gethogen voir Schoenhooven; ende isGa naar voetnootd) een dach ofte twee daernae die | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 237]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
reste van tleger gevolchtGa naar voetnoota); daer oic alle het geschut ende munitie, dat voir Oudewater geweest was, gebracht woorden; daervan 18 stuckenGa naar voetnoot1) op het veer jeghens Schoenhoven overGa naar voetnootb) geset woorden, daer men die havene van de stadt mede conste bedwingen, datter niemant uuyt noch inne en moechte. Ende dede die heer van Hierges aldaer comen vijfftich samoureusenGa naar voetnoot2), diewelcken die van Schoenhoven voirby die stadt lieten passeren sonder daernae te schieten, twellick anders ommogelic soude hebben geweest, sulcx dat tselve niet sonder suspitie van verraet toegegaen en isGa naar voetnootc); daermedeGa naar voetnoot3) hy een brugge dede maecken over den Rin voir het huys te LiesveltGa naar voetnoot4), wel bewaert ende vast aen den anderen gemaeckt sijnde mit anckeren ende groote yseren (fol. 208v.) ketenen ende anderen instrumenten; hebbende mede daeromtrent wat neerwerts dwers deur den Rijn doen maecken een staketsel van grooten balcken ende mastbomen, met yseren ketenen in den anderen gevlocht zijnde; daer vijff stucken geschuts op den dijck by geset warenGa naar voetnootd), soedat daer gheen ontset van Dordrecht ofte Rotterdam mit schepen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 238]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van beneden opwers commen en conde omme die stadt tontsetten. Ende wildenGa naar voetnoota) ettelicke schepen van Dordrecht sulcx attenterenGa naar voetnootb), aleer die brugge mit het voirs. staketsel gemaeckt was, daervan drie in de gront geschoten ende twee genomen zijn gewoorden. Ende woorden omtrent den dijck by de Lopickerpoort geset noch 10 stucken geschuts, daer die stadt op die zyde mede beschoten is geweestGa naar voetnoot1). Den 19 Augusti des snachs soude ettelicke quaetwillighen binnen Amsterdam zeker verraet gesticht ende die stadt in vier hoecken in brant gesteken hebben, daervan 17 personen gevangen ende op den 23 Augusti daeraen geëxecuteert zijn gewoordenGa naar voetnoot2). Den 23 Augusti des naechts te twee ure is die stadt Schoenhoven (naedat die des avonts te voirens weder opgeeyscht was gewest) beschoten op de voirs. twee orden mit 28 stukken geschutsGa naar voetnoot3). Ende geduerende tselve tot des anderen daechs in den dageraet, wesende den 24 Augusti, zulcx dat daer een zeer groote bresse inne gemaeckt is geweest, daer men mit een slachorde deur hadde moegen trecken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 239]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Twellic die soldatenGa naar voetnoota) van binnen siende, die meestal Engelschen, Franchoisen ende Schotten waren, begerende den storm niet te verwachten, soe zy boven die vyffhondert niet sterck en waren ende gheen ontset en vernamen ende die borgheren, die die stadt altijt op hadden willen geven, niet vechten en wilden, (fol. 209.) soe hebben zy gepresentert die stadt op te geven behalven lijff ende goetGa naar voetnoot1). Ende heeft dienvolghende die heer van Hierges mit hemlieden doen handelen, zulcx dat zylieden op denselven 24 Augusti, wesende St. BartolomeusdachGa naar voetnoot2), die stadt in zynen handen overgegeven hebben, die omtrent die noene daerbinnen gesonden heeft drie vendelen Spaengaerts van het regiment van Lombardie, treckende daernae die ander cnechten wederGa naar voetnootb) daeruuyt mit haer werenGa naar voetnootc) ende goetGa naar voetnoot3), passerende over het water naer het veer ende van daer voirts neerwerts. Ende zijn alle die borgheren ende ingesetenen in gratie genomen, zulcx dat daer niemant eyt quaets gedaen is geweest, soe die borgheren altijt wel vant beginsel die stadt op souden hebben willen geven, indien zy van den cnechten niet gedwonghen en hadden gewoorden van sulcx niet te doen. Den 26 Augusti zijn die gedeputeerden van den drie Staten van Utrecht, heer Engelbert van Bruyhezen, van weghen der geestelickheyt, joncker Hendrick van Essestein, van weghen het ridderscap, ende Jan | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 240]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Taets van Amerongen, van weghen die stadt ende stedenGa naar voetnoota) van UtrechtGa naar voetnoot1), weder gereyst nae den Commandeur Major omme mit hem te veraccorderen van de petitieGa naar voetnootb) van 200 dusent gulden, byGa naar voetnootc) hemlieden gedaenGa naar voetnoot2). Den 27 Augusti in der nacht hebbenGa naar voetnootd) ettelicke Spaengaerts van den tierce van Lombardie tot omtrent vijfhondert, leggende noch int leger voir Schoenhoven, gelyckelycken haer musquetten ende roeren losgeschoten, maeckende eenen alarm, daermede zy weder begonsten te mutenGa naar voetnoote), willende betaelt zijn, hoewel men haer weynich schuldich was, ende oic haer soldie geaumentert hebben, soe het van de besoinges waren, die noch onlancx voir (fol. 209.v) jonges gedient hadde, willende oic niet langer int velt leggen, maer binnen Utrecht wesen, vergramt sijnde, dat haer de but van Schoonhoven ontgaen wasGa naar voetnootf); zulcx dat het gansche leger in roeren geweest is, soedat die van Schoenhoven, menende dat die vianden voir die stad waren, haer op die bresse begeven hebben, daeruuyt mit groof geschut schitende, sulcx dat daer ses Spaengaerts, wesende jeghenover op het veer, geschoten woordenGa naar voetnoot3). Ende hebben die heere van Hierges, die grave van Meghen ende die heer van Treslong, capitain generael van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 241]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de artillerie, die in der Nyport gelogeert laghen, mit gewelt in der nacht moeten ontlopen nae Vianen ende soe voirts binnen Utrecht comenGa naar voetnoota), ofte die Spaengaerts souden hemlieden voir haer betalinghe verzekert hebben; dan is die mutinerie weder geappaisert, zulcx dat die voirs. heeren op den 28 Augusti des avont weder int leger gecomen zijn. Den 29 Augusti is die heer van Hierges mit ses stucken grooff geschuts ende tweedusent harquebuysiers gevaren van Schoenhoven den strom neder by CrimpenGa naar voetnootb) naer zeker schans, die des Princen volck geleyt hadden te ElshoudtGa naar voetnootc) jeghens Crimpen over, daer die rebellen op den 31 Augusti des na(ch)ts uuyt verlopen zijn; daerGa naar voetnootd) die heer van Hierges wederGa naar voetnoote) zeker garnisoen ingelaten heeftGa naar voetnootf) tot bevriinge van den strom, kerende weder mit het volck naer tleger voir Schoenhoven, soe die Spaengaerts (vresende, dat het oorloch te drae gedaen soude wesenGa naar voetnootg)) onwillich waren int eylant van Charloes ofte RyderweertGa naar voetnooth) te willenGa naar voetnooti) trecken ende dat inne te nemen, daer doen ter tijt luttel garnison binnen lachGa naar voetnootj); waerdeur men die stadtGa naar voetnootk) van Dordrecht, van BrilleGa naar voetnootl), vanGa naar voetnootm) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 242]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rotterdam ende Der Gouwe tsamen van den anderenGa naar voetnoota) hadde cunnen separeren; waervoir die van Dordrecht bevrest zijnde, is aldaer in der stadtGa naar voetnootb) zeker commotie onder den gemente verresen, soe die magistrat omtrent die stadt nyewe schanschen geleyt wilde hebben, daertoe die borgeren onwillich warenGa naar voetnootc), soedat zy Willem van Nyvelt, haren schout, uuyt die stadt gejaecht hebben, twellic deur tusschenspreken van den Prince weder terneder geleyt woordenGa naar voetnootd)Ga naar voetnoot1).
(fol. 210.) Executie van Pedro de Maldenado te Antwerpen. Tocht van Johan Casimir van de Paltz en den hertog van Paltz-Tweebruggen naar Frankrijk. Aanval van Requesens op Zeeland.
(fol. 210v.) Den 8 SeptemberGa naar voetnoot2) is het leger van Schoenhoven gethogen voir Woerden, ter groter requisitie van die van AmsterdamGa naar voetnoote)Ga naar voetnoot3), omme aldaer blockhuysen ofte schanschen voir te slaen ende te leggen; daer het lant van Utrecht op nyewes weder | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 243]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
grote costen af gehadt heeft van schansgelt, waghens ende pyonierengeltGa naar voetnoota), opdat die passaige te water tusschen Utrecht ende Amsterdam bevrijt soude zijn van de roveryen, excurtiën ende affsettinghe van de schuten ende waghens, die die van Worden dagelicx aldaer doende waren, daerdeur zy veel coopluyden ende anderen personen gevanckelick medenamen; twellic zy daernae noch alevenwel deden, nietjeghenstaende aldaer die schanschen laghenGa naar voetnootb); daer zy zeer groote somme van penninghen by maniere van rantsoen dagelicx affGa naar voetnootc) genietende waren, soe die Commandeur geresolvert was (mit advis van denGa naar voetnootd) Spaenschen Raedt) voir dat jaer ende somerGa naar voetnoote) gheen (fol. 211.) steden meer te beleggen ofte geschut daervoir te doen brenghen, willende hem contenteren mitte victorie, die hy........Ga naar voetnootf) vercreghen hadde, sorghende, dat anders die fortune ende victorie (die nu soe schoen stondt) haer soude moeghen verkeren, nietjeghenstaende die Commandeur eerstGa naar voetnootg) belast hadde die stadt vanGa naar voetnooth) Woerden te beleggen ende het geschut daervoir te brengen, soe het nochGa naar voetnooti) vroch genoch int jaer was als, alsdoen nochGa naar voetnootj) wesende in deGa naar voetnootk) maent van Augusto. Twellic jammer was, dat zulcx niet en geschieden, overmits het sedert | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 244]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het innemen van Schoenhoven tot lang naerGa naar voetnoota) Alderheylighen alsulck schoen, droech weder was, alst by menschegedencken in veel jaren geweest hadde, oic soe die van Woorden niet van meninghe en waren het geschut te hebben willen verwachten (als men uuyt sommighe gevangen verstaen hadde), voir ooghen gesien hebbende het exempel van die van BurenGa naar voetnootb), Oudewater ende Schoenhoven, die deenGa naar voetnootc) ongelijck dandereGa naar voetnootd) getracteert waren geweest. Ende zijn die schanschen aldaer blyven leggen totten 24 Augusti anno 1576, sonder eyt uuyt te rechten, anders dan dat zy tlant van Utrecht dagelicx ommenselick bedervende waren mit ruyten ende roven, soedat die huysluyden haer hoofsteden ende ackeren hebben moeten verlaten, sonder die hebben bewonen ofte besayen cunnen, soe haer perden hemluden benomen worden, als zy ten velden brochten, die zy weder hebben moeten rantsoenneren van de hoopluyden ende enechten, in de schansche van Worden leggende, al off het vianden geweest waren; twellic al omgestraft bleeff, wat clachten men daer oic over dede, userende die hoopluyden ende cnechten van alsulcke vryheyt, dat zy, met die van Woorden verstandt hebbende, hemlieden uuyt ende in die stadt vrylicken lieten passeren, latende hemluden al dat zy wilden, oic haer gevangen in die stadt brengen sonder hemlieden dat te benemen off tontsegghen, twellic zy wel bequamelick hadden cunnen doen; in somma daer het pertiën tsamen eens zijn, daer moeten die naebueren, die men met opset wil bedienen, dat ontschelden, als die overicheyt, die haer helpen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 245]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
souden, haer ten besten geven, als men aldaer wel opentlick sach, daer die heer van Hierges een goet roervinck aff wasGa naar voetnoota)Ga naar voetnoot1).
(fol. 211.) Rijksdag te Regensburg.
(fol. 211.) Den 19 September zijn uuyt Utrecht naer Crimpen gebrocht drie grote stucken geschuts mit veel munitie van cruyt, loot ende clooten; zijn mede uuyt het leger van Woerden derwers gethogen 7 vendelen Spaengaerts ende 7 vendelen Hoochduytschen van het regiment van den FoockerGa naar voetnoot2). Welcke Hoochduytschen gecomen wesende in Jutfaes, hebben aldaer gemutinert, willende niet voirtstrecken, voir ende aleer zy gans op betaelt waren, soedat zy aldaer voir een tijtGa naar voetnootb) stil zijn blyven leggen, willende Juliaen Romero niet volghen, soe hy hemlieden zeer vilainicken toegesproken hadde, alsoff zy honden waren geweestGa naar voetnootc); wesende Juliaen Romero van meningheGa naar voetnootd) (die alsdoen die superintendentie over tleger haddeGa naar voetnoote) in de plaetse van den heer van Hierges, die binnen Utrecht cranck lachGa naar voetnootf)) ende hem die nature van (fol. 211v.) den landen niet en verstondeGa naar voetnootg), te | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 246]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
willen innenemen jeghens tadvis van een eygelick, soe hy niet uuytrechten en soudeGa naar voetnoota), mit assistentie van meer volcx, dat tot Crimpen ende daeromtrent legghende was, het eylant van Ryderwert, gelegen jeghens Crimpen over; daer die huysluyden mit assistentie van die van Dordrecht ende Rotterdam alsdoenGa naar voetnootb) in het dorp te Ryderkerck een geweldighe schansche geleyt hadden, daer oic ettelicke vendelen cnechten inne laghenGa naar voetnootc), tot bevrydinghe van den strom tusschen Dordrecht, Den BrieleGa naar voetnootd), Rott[erdam] ende Der Gouwe, die mit het innemen van deselve werdt van den anderen geseparert soude woorden. Hebbende Juliaen Romero, die alsdoen binnen Utrecht was ende veel apparaets dede maecken, derwerts doen gaenGa naar voetnoote) veel samoureusenGa naar voetnoot1) ende anderen grooten schepen, omme alsoe een brugge te maecken ende mit een smoeck ende gedruys van CrimpenGa naar voetnootf) aen het eylant te vallen, daer een grote schat van koyen ende beesten inne was; dan siende, dat die schansche te geweldich was, is daernae mit het volck weder van daer vertrocken, affbrandende ettelicke dorpen tusschen Roterdam ende Der Gouwe. In twellic doende ettelicke Spaengaerts ende Duytschen by de rebellen verslegen zijn gewoorden. Ende heeft die Commandeur daernae die Spaengaerts weder gesonden binnen Amersfort, Wijck, Culenborch ende | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 247]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vianen, om aldaer in de steden haer winterleger te houdenGa naar voetnoota)Ga naar voetnoot1). In dese maent van September is zeker poste van den Commandeur Major, gaende naer Utrecht, op die wech affgeworpen, die veel brieven by hem hadde, die den Prince van Ouraengen, alsdoen tot Dordrecht wesende, gelevert woorden. Uuyt sommighe van dewelcke die Prince verstaen heeft zeker verraet, dat op die stede van Dordrecht ende Zirixce geconcipieert was, ende oic die namen van denghenen, die tselve verraet te weghe gebrocht souden hebben. Welcke brieven die Prince openbairlick in zijn presentie doen lesen hebbende in jeghenwoordicheyt van den Magistraet van Dordrecht, zijn aldaer sommighe van den presentten bevonden gewest, die van de complicen waren ende in de brieven by namen ende toenamen geëxprimert stonden. Waerdeur die Prince zeer vergramt zijnde ende hem in colere stellende, geprotesteert heeft voir God ende die werldt, dat hy tot haerluyder ernstelycker versoucke ende tot zijnder grote coste, schade, moete, arbeyt ende achterdeelGa naar voetnootb) hem in Hollant begeven hadde, omme haerlieder protector ende beschermer te wesen jeghens die ongoddelycke ende onverdrachgelicke regieringhe der uuythemschenGa naar voetnootc) ende Albanisse tyrannie, daertoe zy | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 248]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oic den anderen eedeplechtich waren. Versoeckende (fol. 212.) acte, soeverre sy hem niet langher en begeerden, wel bereyt ende oic van meninghe sijnde hem terstondt weder uuyt Hollant te willen begeven, wel wetende, dat zy selfsGa naar voetnoota) hem ten laesten souden verraden, zulcx dat hy hemlieden voirtsaen niet veel goets toebetrouwen en conden, mit meer anderen diergelycken proposten. Twellic die voirs. complicen hoorende ende haer faulten terstont bekennende, hebben op haer knyen vallende gratie ende misericorde versocht. Ende zijn dieselve mitterdaet gevankelicke gestelt ende sommighe van hemlieden (onder diewelcke die heer van Papendrecht, Oom, mede wasGa naar voetnootb)) daernaeGa naar voetnootc) geëxecuteert, als van gelycke oic gedaen is binnen ZyrixeGa naar voetnoot1).
(fol. 212.) Tocht der Spanjaarden naar Zeeland. (fol. 213.) Beleg van Zieriksee. Engelsche gezanten in Antwerpen en in Holland.
(fol. 215.) Den 26 November heeft die stadt van Utrecht den heere van Hierges moeten beloeven ende geven 20 dusent gulden, ofte hy soude binnen die stadt gebrocht hebben deur ordonnantie van den Commandeur Major (als hy seyde), daer hy hemlieden mede dreychden, hoewel sulcx onwarachtich was, seven vendelen Hoochduytschen van des FoeckersGa naar voetnoot2) regimente, die van den 29 September in Jutfaes gelegen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 249]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hadden ende Juliaen Romero naer Crimpen niet volghen en wilden. Ende die van Utrecht dieselve 20 dusent gulden beloeft ende daervan 10 dusent gereet opgebracht hebbende, die zy uuyt den gemeente soe geestelick als werlijck by leninghe gecollectert hadden, soe heeft die heere van Hierges op den 29 November dieselve seven vendelen uuyt Jutfaes doen vertrecken naer Gelderlant, leggende die aldaer in garnisoen tot Zutfaen, Grool, Dueticom ende LochumGa naar voetnoot1). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 250]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 8 December hebben die van Der Gouwe opgeslegen zeker schansche tot Haestrecht, daer zy twee vendelen cnechten van den regimente van den grave van Boussu gesleghen ende uuyt verjaecht hebben. Den 26 December is die ambassadeur uuyt Engelant weder vertrocken uuyt Antwerpen naer Engelant. Int laeste van December soude sommighe Spaengaerts het castel van Vrendenborch verraden ende des Princen volk van achteren opgelaten hebben; waervan die capitain kennisse gekregen hebbende, zijn sommighe van den complicen gevangen ende al heymelick aldaer geëxecuteert gewoorden, die deur inductie van den heere van Aldegonde, die langhen tijt aldaer gevangen geseten hadde, sulcx te weghe gebroocht souden hebbenGa naar voetnoot1).
(fol. 216.) 1576. Zieriksee ontzet. Jubileum te Mechelen. Champagney naar Engeland gezonden. 's Prinsen volk bezet Krimpen. (fol. 217.) Muiterij te Brussel. Dood van Requesens. De Raad van State. Gezantschap aan den Koning. (fol. 218.) Intrigues van den Spaanschen gezant te Parijs. Pogingen om de Spaansche soldaten te doen vertrekken. (fol. 219.) Spaanschgezinde Nederlanders. Oproeping aan Aerschot. Verschillende krijgsbedrijven.
(fol. 219v.) Den 9 May hebben die van Waterlant, sterck wesende over die tweedusent personenGa naar voetnoot2), wel toegerust wesende, die gelycht waren uuyt Alckmaer, Hoorn, Enckuysen ende anderen Waterlantschen plaetsen ende steden, daer overste aff was | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 251]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dirrick Snoy, gouverneur van Enckuysen, in den morghenstondt innegenomen die stede van Muyden, daer zy mit schepen ende ettelicken galeren mit een stercken noordenwint voir gekomen waren, daer doen ter tijt binnen lach een vendel Hoochduytschen cnechten, die, haren comst vernemende, tsamenGa naar voetnoota) daeruuyt verlopen waren. Soedat die heere van Hierges, binnen Utrecht die tydinghe ontfanghen hebbende, terstont derwerts doen comen heeft alle die schutten, soe van Spaengaerts, Walen als Duytschen, die tot Amersfort, Wijck, Renen, Culenborch, Vianen, die Nyport ende in anderen omlegghenden steden endeGa naar voetnootb) plaetsen in garnisoen leggende waren; daer hy hem by gevonden heeft op den 10 May aen Ste. Mertensdijck, daer hy hemlieden tsamen verscheyden hadde; mitten welcken hy ten selven daghe gecommen is tot Muyerberch, omme dieselve Waterlanders te verjaghen uuyt die stede van Muyden ende tonsetten tcastel, daer Harman van LindenGa naar voetnoot1), hopman van (fol. 220.) een vendel cnechten van den regimente van den grave van Boussu, doen ter tijt op was, by hem aldaer gesonden wesende omme ordre van als te stellen, soe die bailliu van thuys van Muyden in Hollant gevanghen sat ende men oic al over langhe vrese gehadt hadde, dat die Geusianen aen die quar- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 252]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tieren van der Zuyderzee op den landen van Utrecht een invasie souden hebben moeghen doen; hebbende die heere van Hierges denselven van Linden altijt gebruyckt gehadt voir een van zynen principaelsten raedt, als van gelycke gedaen hadde die heere van Lanoy, grave de La Roche, voirgaende gouverneur van Utrecht; wesende dieselve Linden een van de principaelste hopluyden, die den huysluyden ende dorpen van den landen van Utrecht altijt mit grote, onsprekelycken exactien ende concussien van leningheGa naar voetnoota), brantschattinghe ende roveriën gequelt ende getravailleert hadde, soe mit gewelt als dreygementen, hem niet ontsien hebbende den huysluyden ende dorpen by zyne missiven te sommeren te veur ende te swerde omme ter ordinantie van de stadthouder (als hy seyde) grote somme van penninghen te furneren. Ende die heere van Hierges, wesende tot Muyerberch, is op den 11 May mit zijn volck voirts gethoghen naer Muyden. Ende dairvoir doen stellen hebbende twee metalen stucken geschutz, die hy mede van Utrecht doen brenghen hadde, daer hy mede in de galeren dede schieten, daervan terstondt een in de gront ende een in brant geschoten worden, ende ettelicke Spaengaerts van achteren deur het water by den schout van Muyden op het huysGa naar voetnoot1) gebrocht wesende, soe zijn die Spaengaerts die stadt mit gewelt aengevallen, zulcx datter by de vijffhondert personenGa naar voetnoot2) binnen die stadt versleghen worden ende over die hondert gevangen, nemende die reste die vluchte naer haer schepen, werpende van hemlieden int lopen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 253]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
haer roeren, harnas ende geweer; van dewelcken by (fol. 220v.) de tweehondert personen noch verdroncken, die by de schepen (overmits het leghe water, dat mitten oostenwindt verlopen was) niet commen en conden, soedatter by de 1100 roerenGa naar voetnoot1) soe binnen als buyten die stadt gevonden zijn geweest, mit veel stormhoyen, harnassen, spiesen ende ander diergelijck geweer. Hebbende die Geusianen voir die compste van den heere van Hierges die kercken ende beelden gescheent ende gebroecken ende die stadt genoech geplondert gehadt. Indien die Geusen soe haest van daer niet verdreven en hadde geworden, als men uuyt den gevangenen verstaen heeft, soe souden uuyt Waterlant daer noch by gecommen hebben ettelicken vendelen enechten onder den coronel BartelentGa naar voetnoot2), die voir een tijt op den eylanden van Tessel, Vlielant, Schellinck ende Amelant geleghen haddenGa naar voetnoot3) ende van oosten tot dienste van den Prince van Ouraengen gecommen waren, die gepast hadden den landen van Utrecht geheel te plonderen ende gans te verbranden ende inne te nemen Diemermeer ende Sparrendam, omme alsoe Haerlem ende Amsterdam weder van den anderen te scheydenGa naar voetnoot4).
(fol. 220.) Vrede in Frankrijk. (fol. 221.) Barthold Entens in Groningen en Fries- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 254]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
land. Krijgsbedrijven in Zeeland. Terugkomst van den afgezant van den Raad van State uit Spanje. (fol. 222.) Zieriksee geeft zich over. Groote muiterij der Spanjaarden. (fol. 223.) Vervolg. Benoeming van don Jan tot landvoogd. Voornemens van den Koning tot pacificatie van de Nederlanden. (fol. 224.) Pogingen van den Raad van State tot stuiting van de muiterij. (fol. 225.) Voortgang van de muiterij. Onderhandelingen met de muiters. (fol. 226.) De muiters bezetten Aalst. (fol. 227.) Spaansche wreedheden. (fol. 228.) Vergadering der Staten-Generaal te Brussel bijeengeroepen. (fol. 229.) Don Jan in Spanje.
(fol. 229v.) Den 24 Augusti in den morghenstont is die leger voir WoordenGa naar voetnoot1) (die aldaer vant beginsel van September anno 1575 gelegen ende gans niet uuytgerecht en hadde) opgebroken, verbrandende alle haer hutten ende schansen. Treckende alle die vendelen, soe Duytschen als Walen, die daervoir gelegen hadden, deur ordonnantie van den heere | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 255]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Hierges tsamen, deen hier ende dander daer op die dorpen doir het gansche lant van Utrecht, dat zy jammerlick zeer beschadichden, soe het recht midden in den bouwe was ende die Staten van Gelderlant niet lyden en wilden, dat die stadthouder aldaer enighe enechten zeynden soude, als hy oic niet en dorste doen. Indien die leger noch een weynich tijts voir Woerden hadde blyven leggen, soude die stadt haer van armoede, hongher ende commer op hebbe moete geven, als men uuyt die borgheren naederhant verstaen heeft, die deur het opbrecken vant leger verlost zijn gewoorden ende groote blyscap gemaeckt hebben. Heeft oic die heere van Hierges omtrent terselver tijt alle die sterckten ende schanschen, die in Waterlant geleyt waren, op doen brecken ende verlaten, doende alle die vendelen mede voir die vier porten van Utrecht commen tot onsprekelicke grote coste ende schade van den landen van Utrecht ende inwoenderen van dien. Twellic al mit opsette wil gedaen worden om die van Utrecht ganselick te bederven ende hemlieden geheel arm ende mat te maecken in recompence van den goeden dienst, die zy altijts bewesen ende gedaenGa naar voetnoota) hadde, daervan den danck zeer sober wasGa naar voetnoot1).
(fol. 231.) Rassinghem naar Spanje gezonden. De Raad van State gevangen genomen. (fol. 232.) Justificatie der Staten van Brabant, 8 Sept. 1576. (Bor, II, 169 vlg.)
(fol. 234.) Den 12 September des avonts te seven | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 256]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ure zijn binnen Utrecht gecommen ende mit gemack innegelatenGa naar voetnoota) drie vendelen cnechten, die die heere van Hierges als gouverneur van Utrecht mit gewelt daerbinnen hebben wilden, nietjeghenstaende wat goede remonstrantiën ende presentatiën hem gedaen werdenGa naar voetnootb), ofte hy soude die over Vredenborch mit geweltGa naar voetnootc) dien nacht daerbinnen gebrocht hebben, als hy mit grammen moede verclaerdenGa naar voetnootd), mit assistentie van ettelicken anderen vendelen, soe van zijn regimenten als van grave van Boussu ende Meghen, die tot dien eyndeGa naar voetnoote) voir die vier porten alsoicGa naar voetnootf) omtrent die stadt legghendeGa naar voetnootg) ende by hem aldaer doen commen waren, hebbende haren leger opgebrocken voir Woerden, als insgelicx mit assistentie van de Spaengaerts, tot Amesfort, Wijck, Culenborch, Vianen ende Schoenhoven nochGa naar voetnooth) in garnisoen legghende ende by hem ontboden sijndeGa naar voetnooti), die al op den tocht gereet ende alGa naar voetnootj) eensdels by hemGa naar voetnootk) omtrent die stadt gecommen waren, meynende die alsoe inne te gecryghen, mits in de stadt mit groff geschut van Vredenborch schietende; twellick hy geerne gesien hadde, belastende zulcxGa naar voetnootl) den capitain sulcx te doenne, die daervan in weygeringhe was, hebbende die saecke | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 257]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wat wyder innegesien dan die heere van Hierges, die seer vergramt was, uuyt oirsaken (als te vermoeden is) dat hy bedeucht was, dat die gemeente van Utrecht hem hadden moeghen vanghen ende (fol. 234.) naer Brussel by zynen vaderGa naar voetnoot1) brenghen, soe hy int zeker wiste, dat die Staten van Brabant die Staten van Utrecht zeer versoeckende waren, dat zy haer mede in haerlieder confederatie begeven souden ende gheen garnisoen van den heere van Hierges ontfanghen, soe zy haer by hem bedroghen souden vinden, als wesende dieghene, die gepast hadde die quartieren daeromtrent legghendeGa naar voetnoota) mit garnisoenen te besetten ende inne te houden tot behoeff van den Spaengaerts ende haren aenhanck, omme alsoe Hollant ende Zeelant uuyt Utrecht te becrachtighen ende den pays, die voirhanden wasGa naar voetnoot2), te beletten ende die zaeken van den landen weder in een nyewe beroerten te stellen, als sulcx sonder twyfel zijn meyninghe was, indien God die Heere tselve naederhant deur zijn Goddelicke gratieGa naar voetnootb) niet versien en haddeGa naar voetnoot3). Den 14 September zijn alle die Spaengaerts, die tot Amersfort, Wijck, Culenborch, Leerdam, Vianen, Schoenhooven ende Haerlem den gansen somer in garnisoen gelegen hadden, uuyt den landen van Utrecht, daer dieGa naar voetnootc) heere van Hierges henGa naar voetnootd) tsamen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 258]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
by den anderen doen commen ende vergaderenGa naar voetnoota) waren, verthogen naer Brabant omme hemlieden te voeghen by den anderen Spaengaerts, die omtrent Antwerpen jeghens die Staten van Brabant veeltleger slaen wilden; denwelcken die heere van Hierges tenselven daghe mit die grave van Meghen ende die heere van Floyon, zijn broeders, gevolcht is tot Wijck, omme ordre onder hemlieden te stellen, wesende die heere van Hierges zeer versocht van Juliaen Romero, den president van den Troubelen Raedt RodaGa naar voetnoot1), die op het castel tot Antwerpen mit meer anderen Spaenschen capitainen gevloden waren, als dat hy in Brabant mit hemlieden commen ende haer hooft ende generael wesen wilde, soe zy niemant en hadden, daer zy mede communiceren conde, die die nateure van den landen kende ende hare tale verstonden; dan die heere van Hierges en dorst alsdoen zulcx noch niet wel bestaen, hoewel die wille van hem anders daertoe goet was, sorghende, dat zijn.....Ga naar voetnootb) |
|