| |
| |
| |
Naschrift, in te voegen op blz. 125.
Kort nadat het Recueil met mijn voorbericht was afgedrukt werd ik aangenaam verrast door de volgende mededeeling van den heer Grothe.
‘Het zal u wellicht interesseeren, in verband met het in uwe inleiding voor de nu uitgegeven “quatrième partie” gezegde omtrent de Hs. van het Recueil, de herkomst te vernemen van de beide Hs. vroeger in mijn bezit.
Voor tal van jaren werd ik onderhands eigenaar van een groote verzameling van Hs., en bloc overgenomen van de familie d'Yvoi. Onder die verzameling behoorde eene collectie Hooftiana, Hs. van Hooft zelven en van den Muiderkring, door Leendertz en Van Vloten gebruikt en uitgegeven. In die collectie bevonden zich ook de beide Hs. van het Recueil. Naar aanleiding van het door u vermelde, dat Hooft en Baek daarvan elk een exemplaar bezaten, quaeritur: kunnen de twee door u geziene ex. niet juist die twee zijn, en het door u uitgegevene het volledige exemplaar van Baek? Het heeft voor mij een groote graad van waarschijnlijkheid.
Het spijt mij wel dat ik voor het afdrukken u daarop niet attent kon maken....’
| |
| |
Ook mij kwam het vermoeden van den heer Grothe terstond waarschijnlijk voor. Om het tot zekerheid te brengen had ik slechts te onderzoeken, of Hooft ook het vervolg van het Recueil gekend had. Ik bevond dat hij het had gekend en gebruikt. Ten bewijze mogen de volgende plaatsen strekken uit het Recueil en uit de Historiën, onderling vergeleken.
Ve Partie, ch. 1 (p. 130). |
IVe Boek fo 164. |
|
Et ne trouvant ledict Duc resistence aulcune entra paysiblement audict pays, et venant à Bruxelles, lieu de residence de Son Alteze, insinua à icelle sa commission et charge et commença à mettre la main à aulcuns Seigneurs et Gentilhommes principaulx, et establit un propre conseil lez luy, qu'on appella le Conseil des Troubles, auquel il institua pour chef un licencié Espaignol appellé Juan de Vargaz, avecq aulcuns principaulx des consaux de pardeça, qui toutesfois y eurent bien peu d'authorité, sinon de dire leur advis et opinion, soubs la superintendence dudict Vargaz, à la relation du quel seul ledit Ducq sententia et signa le tout. |
Want Alva, waanende nu alles in bedwang te hebben, steld' een vierschaar op, genaamt de Raadt der beroerten; en tot hooft der zelve Jan de Vargas, Liçentiaat, dier plaatse zeeker waardigh, als zynde geacht onder zijn' landsluiden zelve, in toorne, ongenaê, en wreedtheit, alle menschen te booven te gaan; en afgezet voor zulx, van zeeker rechterampt, in Spanje; jaa (zoo de spraak ging) gebannen. Anderen beschryven hem, daar neevens, zoo Godtvergeeten, dat hy een weeskindt van zyn eighe maaghschap verkracht had; en daarom die straffe gedraaghen. Deez docht den yverighen Hartoghe 't bequaamste gereedschap |
| |
| |
Et combien que du commencement l'on usa audict Conseil de quelques ceremonies avecq les aultres conseilliers, toutesfois à la fin toutes choses se faisoyent absolutement par l'authorité dudict Vargas, lequel desia estoit reputé (par ceulx de sa nation) le plus cruel, rigoureux et colerique qu'on scavoit trouver, ayant esté à ceste cause privé parcydevant audict Espaigne de l'office de judicature et, comme aulcuns disoyent, banny d'illecq. Et ayant semblé à Son Excellence qu'il failloit user d'une espée bien tranchante pour desraciner le mal des heresies et rebellion, avoit trouvé ledict Vargaz fort à propos pour executer son intention, luy ayant semblé que ceulx du pays useroyent de trop de dissimulation ou respect à la punition des coulpables. |
tot handthaavingh van den Godsdienst, en een' scharpe spaade, om de kettery met haaren wortel uit te rooyen. Hij voeghd'er by etlyke buiten- en binnenlanders, tot twaalf in 't getal. Doch weinigh gezaghs hadden deeze, uittende slechtelyk hun gevoelen ten overstaan van Vargas, op wiens verslag alle vonnissen van den Hartogh gevelt en geteekent werden. Eintlyk, dewyl d'anderen meest niet ongeirne zaaghen, dat men hen in dus haatelyk een stuk verby ging, quam 't zoo wyd, dat men Vargas alleen met het heele werk beworden liet. |
Ve Partie, ch. 2 (p. 133). |
IVe Boek fo 170. |
|
Et ceulx qui ont eu la principale entremise ont persuadé au Roy, que le |
Deez' dreeven het teeghendeel, hem opvullende met de hoope van een |
| |
| |
proufict des confiscations estoit si grand que sembloit avoir gaigné un grand pays, combien qu'il a esté par eulx bien abusé, n'estant aprez la chose monté à beaucoup pres si hault qu'ils avoyent pourjecté, pour les grands arrierages, dont lesdicts biens demeuroyent chargez. |
ander Indië, in 't aanslaan der verbeurde goederen, opgedaan te hebben: hoewel 't, mits de lasten daarop staande, nerghens naa zoo breedt uitviel. |
Ve Partie, ch. 5 (p. 142). |
VIIe Boek fo 268. |
|
Et le Conseil d'Estat a aussy grandement esté desauthorisé et presques anneanty, tellement qu'a peine n'ont ilz retenu place en court pour se retirer ou assembler, sinon quelques fois, se trouvans quelques uns dudict conseil vers Son Excellence, icelle leur a communicqué tels affaires qu'il luy a pleu, sans aulcune forme de conseil comme anciennement l'on souloit. Bien a ledict Ducq depuis la venue du Duc de Medina Celi recommencé de les assembler en la chambre anciennement dediée pour ledict Conseil d'Estat. |
Niettemin, sint de koomst van Medina, had hy begost wat gevoeghlyker te gaan, erkennende eenighszins den Raadt van Staate, die te vooren naauwlyx plaats te hoove behield. |
| |
| |
Uit deze plaatsen blijkt, dunkt mij, ten stelligste, dat Hooft in het door hem gebruikte exemplaar ook het thans voor het eerst gedrukte vervolg vóór zich heeft gehad. En daar wij dit tot nog toe in geen ander handschrift hebben aangetroffen dan in de twee, die gezegd worden van hem afkomstig te zijn, hebben wij alle reden om aan te nemen, dat het eene, waarvan slechts fragmenten tot ons zijn gekomen, het zijne is geweest, en het andere, het volledige, dat van zijn zwager Baek, waarnaar hij, gelijk wij opmerkten, het zijne verbeterd wenschte te hebben.
R.F.
|
|