Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 12
(1889)– [tijdschrift] Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 281]
| |
Bijvoegsel.Aangaande enkele in de hierboven afgedrukte stukken genoemde personen kan ondergeteekende nog eenige mededeelingen doen. Abrahamus Gallus wordt in een brief van G.v.d. Heyden aan Arnoldus Cornelii (bij van Lennep, Gaspar van der Heyden, Amst. 1884, blz. 221) uit het jaar 1574 genoemd, ‘minister Cubanus, Weesleus natione, Petri Anthonii conterraneus.’ Hij was in 1577 predikant te Haarlem (Veeris, Vernieuwt kerkelyk Alphabeth, Enkh. 1750, blz. 74.) Hubertus Sturmius Eifflius, als student te Heidelberg ingeschreven 28 Apr. 1565 (Handel. en Meded. der M. der Ned. Letterk. 1886, blz. 46); predikant te Moers in de Pfaltz in 1573 (v. Lennep, a.w., blz. 209); ingeschreven als student te Leiden 7 Juni 1578 (z. het Album Academicum); hoogleeraar te Gent 1579; aangesteld aan de Leidsche academie 30 Nov. 1579 (Soermans, Academisch Register, Leyden 1704, blz. 95); zie overigens Meursius, Athenae Batavae. Lucas Clayssone komt voor in het jaar 1570 als proponent te Londen (Kerkeraads-Protocollen der Hollandsche Gemeente te Londen, door Dr. A. Kuyper, Utr. 1870, blz. 123.) Daniel Ottho, Gandavus Flander, komt voor als in- | |
[pagina 282]
| |
geschreven te Heidelberg 14 Nov. 1589 (Handel. en Meded. 1886, blz. 84.) Lucas van Peene, ouderling te Londen 1569 (Kerkeraads-Protocollen blz. 3, waar ten onrechte Lucas van Reene staat, zie aldaar blz. 205); predikant te Londen 1586, waar hij in het volgende jaar sterft (Geschiedenissen ende handelingen, enz. verg. door Symeon Ruytinck enz., Utrecht 1873, blz. 143.) Matthys van den Broucke komt voor op eene geschrevene lijst van predikanten der classis Schouwen (in mijn bezit) als pred. te Tholen vóór of in 1583. Sedert (of vroeger) schijnt hij te Loo Christi en sinds het laatst van 1582 te Meenen gestaan te hebben. De heer van der Baan noemt hem (Van Alphen, Nieuw Kerk. Handb. 1885, blz. 128) pred. te St. Annaland 1586 † 1605. Jan van Noorthout, door Jean Ballin (Janssen, Kerkhervorming te Brugge, II, 290) Jan van Noothaut genoemd, van 1576-1578 pred. te Anthoniepolder (Cl. Dordrecht, zie de Acta dier classisGa naar voetnoot1)) en vertrok daarop naar Deinse. Hij werd evenwel pred. te Thielt (Janssen, Kerkherv. in VI. II, 201, 208 en boven blz. 270.) In Maart 1581 was hij daar niet meer (Janssen, a.w., II, 72), maar wschl. te Wingen, waar Jean Ballin (t.a.p.) hem plaatst. Sinds 1584 stond hij als pred. te Streefkerk, waar hij 6 Febr. 1588 overleed (Acta Deput. Cl. Dordr. Ms.). Zijne weduwe Janneken Roelandts verkreeg in 1590 een pensioen (N. Kerk. Handb. 1890, Suppl. blz. 181.) Johannes de Wevere is de ook in de Acta der Cl. Dordrecht nu en dan voorkomende naam van Johannes Textor, door Janssen ten onrechte Joes Teptor genoemd | |
[pagina 283]
| |
(Kerkh. in VI. II, blz. 230 v.). Kwam deze c. Jan. 1580 te Kieldrecht, uit Lemberge en Gronterve, dit komt volkomen met de getuigenis van J. de W. (boven blz. 272) overeen. In 1584 werd hij als predikant geplaatst te Giessen-Oukerk, in 1586 te Puttershoek, waar hij in 1613 overleed (blijkens Acta der Cl. Dordrecht, MS.)Ga naar voetnoot1) Willem Pressius. Behalve het bij Janssen, Kerkh. in Vl. I, blz. 35 vv. en Bescheiden (in WW. der Marnix-Vereeniging, serie III, Dl. III), blz. 66 v. vermelde en wat boven verhaald wordt, vergel. men nog de Classikale Acten in WW. der Marnix-Vereeniging, Serie II, Dl. II, blz. 94, 98 v.) waaruit men ziet dat hij vóór 1580 pred. te Hasselt in Brabant geweest is, welke gemeente verlangde dat hij zoude teruggeven al wat hij haar ‘onthalden’ had. Het geschil daarover kwam ook voor de Synode te Middelburg (Rutgers, Acta van de Nederlandsche Synoden der zestiende eeuw, 's Gravenh. 1889, blz. 369, 429.)
H.G. Kleyn. |
|