Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 5
(1882)– [tijdschrift] Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap– Auteursrechtvrij
[pagina 353]
| |
Origineele brieven betreffende de onderhandelingen van Geldersche heeren over sauvegarde te Brussel.
| |
[pagina 354]
| |
gaders d'instructie daerbij gevoecht etc., die heymraden op de schouwe gecommuniceert, en̄ sal V E. desen daerop ter vrundtl. antwoort niet verhalden, dat men voor alsnoch bedenckel. ymande wt desen Ampte te committeren om derwarts te gaen, soo lange men niet en weet off de wedersaetschapGa naar voetnoot1) voortganck sal hebben ofte niet. Dewijl dan ick eerstdaeghs na 's Grauenhage sal verreysen ende aldaer commende vernemen, off daertoe apparentie is, ende verstaen hebbende geen te wesen, sal mitten eersten 'tselue ouerschrijuen, in welcken geval men oock van meynonge iemande te dien eynde te committeren. Maer alsoo het poinct inde instructie vermelt, om de verhooginge van contributie als die van Tielreweert aentegaen, 'tselue soude voor desen Ampte geheel beswaerlick vallen, aengesien tselue veel hooger na aduenant andere zijn beswaert. Belangende de contributie, die voor date van̄ trefues vervallen, connen niet anders verstaen dan dat men daertoe ongehouden, vermits 'tselue bij de prouisionele trefues was affgehandelt, waervan 't dispuyt bij de hooge Ouericheyt behoort gedecideert te werden. Ende wat belanght de contributie, na date van̄ trefues vervallen, acht men dat daertoe oock met onvoegen soude gevordert werden, door dien d'Ampten als vijanden zijn getracteert en̄ tot nochtoe geen effect van sauuegarde en hebben genooten, sulcx dat in aensienonge van dien de Gecommitteerden van desen Ampte mit andere instructie sol versien werden. Doch indien de wedersaetschap aff is, sal niet laten mijn debuoir te doen pasport, soo voor de Gecommitteerden van V E. Ampte als oock voor de geene die volgens van desen Ampte sal gecommitteert werden, te procureren van deser zijde. Waer mede desen eyndigende, zijt Godt in | |
[pagina 355]
| |
genade beuolen. Wt Doodweert desen viijen Octobris āo 1623. V E. veelgunstige broeder, Caerl Vijgh.
Superscriptie: Edelen, erentvesten, wijsen ende zeer discreeten Diederick van Lyenden, Heer tot Hemmen ende Blitterswijck, Amptman in Ouerbetuwe, mijnen insonders veelgunstigen Broeder tot Hemmen. | |
Edele, ehrntfeste, discrete, veelgunstge, lyfe broeders, nefen ende vrunden.Vt V Ed. missive vanden 27. October hebben wij mit leetwesen verstaen des viants exploiten op die ingesetenen van Ouer- en Nederbetowe, mit den vorderen inhout dar in vermelt. Hebben dien volgents mit v 1. geordeilt, dat die vorgestelde wehrsaet tot Brussel veel lankwijligheit ende behindering heft, ende dat die vtkomste onseker is. Sijnde darum nyt buten reden, dat die versekerung onser inwohnderen op andere wege versocht werde; tot welcken einde wij ander Scholtes van Brouchem schrijfen ende hem herwerts to kom̄en mit erste gelegenheit versoecken sullen. Doch bemerckende dat wij tot ghener hant lijdelicke conditien sullen kom̄en, ten sye dat man des viants onderdanen eerst doet klagen, so hebben wij dese sake mit alle omstanden an sijn Ex. ende Raet van State tot den einde bij monde ende geschrifte vorgestelt ende dieselue bewegt dat hier nefens vt heur Ed. Mog. naem anden Ontfanger Ommeren geschrefen is, als vt bijgaende copie to vernemen is. Sullen oick vorders benerstigen, so fern die van 't Rurmontsche quartier binnen den gestelden tijt van 14 dagen nyt procuriren (gelijk sij vt kragt vande sauuegarde an heur verlehnt to doen schuldig sijn), dat die vant Nijmegsche quartier int geheel onder eene sauvegarde, op conditie ende taxe van contri- | |
[pagina 356]
| |
butie als vor den treufe, angenomen werden, dat den vors. Ontfanger gelast mach werden datelik mit die executie vort to varen sonder enige naerder ordre to verwachten, vt orsake dat die vant vors. quartier vor desen dukmals tot voltreckunge desselfen gesom̄iert sijnde, tot noch toe in gebreck geblefen ende onse inwohnders dar ouer beschadigt sijn geworden. Wij bevinden oick dat Hochg. sijn Ex. ende Raet van State nu van alles ten besten bericht sijnde, nyt sullen laten, so nodig, ons tot den einde vorder assistentie to doen. Darum sehr dynlik geacht wort dat die verlehnde executie nu einmael sonder vtstel voltogen ende die sake bequamelik vtgevoert werde, op dat wij ons seluen nyt vorders in spot ende schade brengen. Wij hebben oick den Outfanger Ommeren, hier tegenwordig gewest sijnde, geneugsam bericht ende willig bevonden. Wat vorders die sake belangt sullen wij achtervolgende v 1. goede meinung Browert ende Cesar schrijfen mit erste gelegenheit ende van ons wedervaren verwittigen. Gott almachtig biddende V E. in goede gesontheit lang to willen bewaren. Datum Hage den 14/4 Nouembris āo 1623. V E. bereytwillige broeders, neffen ende goede vrunden, Caerl Vijgh, A. vā Randwijk.
Superscriptie: An die edele, ehrntfeste, wijse, vorsynige Amptman en Ridderschap van Ouer- ende Nederbetow, onse veelgunstige lyfe broeders ende vrunden.
Ga naar voetnoot1) Mijn her van Hemmen v 1. Soo ick seker schrifens van den heren van Soelen hebbe geecregen desen avont | |
[pagina 357]
| |
lat, als dat den vayant dese nacht sal ons commen beesoeken, dat mijn her geeliefen op sijn hoede tee wesen. Actvm snovGa naar voetnoot1) den xxiiij Jannevary 1624. Coruelis Jansen Vullder. | |
Edele, ehrntfeste, discrete, voorsynige, vruntlick lyfe neef.V E. missiue vanden 3. Feb. is mij deur Stefen wel verhantreickt. Ick sal nyt laten, achtervolgent derselfe goede meinung, alle nerstigheit to doen tot beforderung der sauuegarden vor beide Ampten, verhopende dat ick in wenig dagen van Browerts naerder bericht vnd antwort sal bekommen, datwelcke ick alsdan nyt laten sal E. 1. datelick to verstendigen, vm sich daer nae to richten. Mij is leet dat die inwohnderen dus lang in onseckerheit verblijfen, sonderling ten ansyen van desen harden vorst. Sijn Ex. heft sich op die ontfangen aduisen gants tot den optocht gereit gemaekt vm op die erste tijdunge van des viants bewegung to vertrecken. Hier mit eindigende bidde Gott V E. in lange gesontheit to willen bewaren. Datum Hage den 6. Febr. āo 1624. V E. dienstwillige nef, A. vā Randwijk.
D'wijl ick heb geacht dat desen brieff alleen soude melden van̄ contributie, so heb ick die vrijicht gebruyckt en heb denseluen open gebroken. V E. huyssvr. en suster | |
[pagina 358]
| |
is dese middach wt vrese .........Ga naar voetnoot1) moeder nae Tiel vertrocken, doch temelicke wel te vrede. Vale. datū Soele ........Ga naar voetnoot1) Feb. 1624.Ga naar voetnoot1) V E. bereytwillige broeder, Caerl Vijgh.
Mon cousin, ick schrijue hierneffens een brieffken aen Doctor Biel, diewelcke wonachtich is in mijn Ampt tot Wurdt.Ga naar voetnoot2) Ick meene dewijle men haestich niet en can gebruiken dat hij, als een neutrael persoon sijn̄, den besten man sall sijn, so V E. tselvige goetdunckt, so wilt desen bijgaenden sluyten en̄ den boode strax laten na Wurdt loopen. Hiermede V E. in schuts des Almachtigen empfelent, Nijmegen den 12en February. V E. dienstwillige neeff, Bernart van Welderen.
Dese persoon beualdt mij seer veel also hij hiertoe heel bequaem is. V E. ghelieue dese te sluiten ende datelick af te senden. Diderick van Lijnden.
Superscriptie: Edelen, erntfesten en̄ seer discreten Jr. Dirck van Lienden, Heer tot Hemmen, Amptman in Ouerbetuwe, mijnen vruntlicken neeff. | |
Edelen, erntfesten, manhaften, onsse heere Amptman inde Overbetuwe, Heer tot Hemmen ende Blittewijck.Alsoo uwer Ed. aende Burm̄rs van Herwen, sampt gemeene naburen, geschreuen heeft, soo ist toe weten als dat wij van uwer Ed. een miss. ontfangen hebben, die gedateert is den 25. Januā, ende het inhout wel verstaen. | |
[pagina 359]
| |
Soo ist toe weten als dat die Burm̄rs en̄ sampt gemeene naburen daerop geantwoort hebben ende geuen tot antwoort, alsoo dat daer noch ettelijcken redute ledich staen, dat die eerst hooren beset toe wesen met soldaten. Ende belangende als dat die naburen inde kerck soude waken, daer en dorven sij haer niet in betrouwen, overmits dat die niet versien en sijn om groote werGa naar voetnoot1) uyt tedoen. Ende voorts soo ist versoeck vande Burm̄rs, soo wel van Herwen en̄ van Aert, als dat uwer Ed. onssen Richter daer toe sol constrengeren, dat hij bij ons in sijn bevolen ampt sal comen ende helpen, raet ende daet daer toe geuen vermogens het atvys vanden Ed. heeren Amptman. Met bevelinge Godes, die will sijn Edelheyt in lange gesontheyt sparen. Datum Herwen desen 27 Januā 1624. V E. onderdanige, Johan Roelants, uyt den naem van̄ Burm̄rs tot Herwen ende Aert ende gemeene naburen.
Superscriptie: Edelen heere mijn heer van Hemmen ende Blitterwijck, heer Amptman, Richter ende Overdijckgreff inde Overbetuwe. | |
Monsieur mon Cousin.Vwer E. schreiuens heb ick ontfanghen ende derseluer goede meinungh verstaen, ende dient deesen V E. ter andtwordt als dat des nachtz voer saterdag die Waell heft beestaen te krueien, ende hebe strack wacht op den dick doen cummen; het is van Bemmel tot Loenen open ende noch bynnen schars, ende soe het water auer die werden grot ruemten heft, meine ick dat onse dicken voer dit maell gheen sonderl. peericken toe verwachten en hebben, wyllen alsoe ten besten hoepen ende in myddels onse moegeelicke vliet niet sparen. Hier met eindende wyll ick V W.E. nae mijne goedtwyllighe erbeidongh in schutz | |
[pagina 360]
| |
des Almechtigen beeuelen. Datum Oisterholt den 21 Februarij ao 1624. Vwer W. Ed. frundtwyllich neeff, Henrick van Bronchorst.
Superscriptie: Den well Edelen eeruntuesten Diederick van Lynden, Heer tot Hemmen vndt Blitterswijck, Amptman vnd Rychter in Ouerbetuwe, mijnen gunstigen lieuen neeff. Tiell. | |
Wel Edele, Erentfeste, veelgunstighe, lieue neeff.Ick heb V Ed. scriuens de dato den 20en deses wel ontfanghen en̄ sal niet nhaelaten mijn deuoir te doen. Het ys begunt van tijt tot tijt een weenigh te gaen, maer is ouerall noch tegenwoordich gheen noot; meyn oick dat (sonder Gods grootte ongenaed) gans gheen noot doen sal. Soet eenighe grootte noot doen mocht, gelick ick verhope neen, sal ick soe doenlick opt spoedichste V Ed. verwittighen, en̄ verhopen̄ V Ed. sampt V Ed. huysfr. goede dispositie. Beuele V Ed. semptlick inde bescherminghe des Allerhooghsten, neffens mijn dynstvrundtlicke gebydenis. Bemmel den 21en Febr. āo 1624. V Weledele dynstvrundtwillighe lieue neeff, J. vā Bronchorst.
Adres: Weledelen, erentfesten, wijsen, voorsininghen en̄ zeer discreten Dederick van Lijnden, Heer tot Hemmen en̄ Blitterswijck, Amptman, Richter en̄ Dijckgraeff inde Ouerbetuwe, mijnen veelgunstighen lieuen neeff. Tot Thiell.
Edele, erentveste, ...........Ga naar voetnoot1) goede vrunden.
Wij hebben nae het .............Ga naar voetnoot1) saecke van onse ........Ga naar voetnoot1) int werck gestelt ende de bijgaende requeste terminis generalibus geconcipieert, door middel van Me- | |
[pagina 361]
| |
vrouwe de Gravinne van Isenburch aen̄ Infante gepresenteert, daerop stracx d'appostille aenden audiencier Verreyken gevolght is. Middelerwijl hebben wij met den Tresorier Kinschot gesproken ende tot verscheyden reysen metten Cancellier Peckius. Het schijnt dat wij niet veel en sullen mogen marchanderen, ende om dienst te connen doen, dat men resolutelick moet spreken. Op het geven vande sauvegarde en wort gheene swaricheyt gemaect, maer de geheele saecke bestaet int geldt. Wij hebben geraedsaem gevonden daervan openinge te doen voort letste vande verhooging vant derdepart en̄ behouden 't gheene de restanten aengaet om dat te disputeren. Tegen morgen sijn wij geaddresseert aenden Hertog van Croy, hooft vande financien, en̄ en sullen niet nalaten alle goede en̄ resolute informatien te geven. Het loopt hier, tot ons leetwesen, wat lange aen; maer wij verhoopen het beste en̄ een goet succes, waervan wij V Ed. verstendigen sullen, belieft het Godt. De verscheydentheyden vande collegien, besoignen en̄ jaloesien causeren veele retardementen. Hier en is niet nieuws dan dat op gisteren, swoonsdaegs, omtrent vijff uyren een grooten brandt geweest is int palleys van Orange...... Cardinael de la Cuëva ...... van Spaignen, zulcx dat het...... vant selue afgebrant is, met...... meublen, en̄ dat de Cardinael hem ......Ga naar voetnoot1) conde salveren, wordende daerin inden nachtabbart gedragen. Hiermede Edele, erentveste heeren en̄ bijsondere goede vrunden, bidden wij den Almogenden V Ed. in sijne heylige hoede te nemen. Uyt Brussel den 14 Martij 1624, nieuwen stijl. V E. dienstwillige vrunden, Godefroy van Ghent, Joh. Biel. Adres: Den edele, erentueste, seer voorsienige heeren den Amptman ende Jonckeren des Ampts van Overbetuwe. | |
[pagina 362]
| |
Monsieur mon Cousin. Ick ben deesen morgen met gesontheyt weder t'huys gecoomē en̄ heb de sauuegarde voort Ampt metgebrocht. V Ed. sal daerom gelieuen de Jonckeren te verschrijuen hoe eer hoe beter, op dat ick rapport mach doen van mijn moyelicke reyse ende besongnes. Mij dunct (onder correctie) dat het best tot Lent waer, op dat den Burchgraeff met daer waer, om van sijn Ed. te verstaen, in wat vuegen Jacob van Haefften de contributie van 't RijckGa naar voetnoot1) ouermaect, om op gelicke voet met hem te handelen. Men can Jacob van Haefften dan oock ontbieden; doctor Biel most oock verscreuen sijn. Hier mede eynden sal ick V Ed. Godtlicker almacht beueelen. Loenen desen 4. Aprilis 1624, alde stijle. V Ed. dienst- vnde vruntwillige neeff, Godefroy van Ghendt.
Adres: Den edelen vndt eerentfesten Jr. Diederick van Linden, Heer tot Hemmen ende Blitterswick, Amptman-Richter ende Dijckgraeff van Ouerbet. mijnen veelgunstigen lieuen neeff. Tot Hemmen.
Monsieur mon Cousin. Gister̄ tot Aernhē voor mijn priué sijnde, ben ick ontbooden op de Cancelrij te coomē; ben ick derwaets gegaē, wordē mij doe bij dē Cancelier gesecht dat de heerē verstaē haddē dat ick om sauuegarde voor 't Ampt van Ouerbetuw wt war geweest, wilde gern weetē watter in gedaē war; heb daer op geantwoort, de sauuegarde verworuē en̄ de contributie gemaect te sijn. Secht dat sij wel wildē mijn commissy, instructie en̄ de sauuegarde siē. Seyde haer, die niet bij mij te hebben, dat ick sij wel wilde scickē. Antwoordē dat ick sij morgē wilde metbrengē, 't welck ick sechte te sullē doē. Vraechdē mij oock, oft de Nederbetw oock sauuegardē becoomē had, | |
[pagina 363]
| |
seyde ick jae. Ende alsoo ick morgē tijtlick nae Aernhē ryde om 't geene voorsc. sal V Ed. gelieuen morgē tegens 8 vurē daer oock te sijn, op dat wij gelickelick op de cancelrij moegē gaē. Mijn broeder van Meynerswijck, die daer is, sal ick oock metnemē. Mij tot V Ed. comste aldaer verlaetē, sal ick V Ed. Godtlicker almacht beueelē. Loenē desē 13. Aprilis 1624, alden stijle. V Ed. dienst vndt vruntwillige neeff, Godefroy van Ghendt.
De saeck sal geē swaricheyt hebbē.
Adres: Den edelē vndt erentfestē Jr. Diderick van Linden, Heer toe Hemmen en̄ Blitterswijck, Ampman, Richter en̄ Dijckgraeff in Ouerbetw, mijnen veelgunstigē lieuen neef. Tot Hemmen. Tegenwoordich tot Vtrecht op de Ganschenmerckt int Poortgen, Vtrecht. Cito cito. Den bode 4 st. | |
WelEdele, erentfeste, veelgunstige, gebiedende heere.Ick ben met groote moeyten ende perijckelen tot hiertoe geraeckt, ende nochtans wel gerencontreert de persone van Jr. Jacob van Brienen, mij gerecommandeert, die welcke in 't gene waertoe ick gesonden ben alreede soo hadde gebesoigneert, dat mijn compste meene onnoodich soude sijn geweest, dan alleenlijck dat ick sijne vigelantie secundere, ende aenmane omme principalijcken te doen expediéren V W.E. sauuegarde, daertoe sijne weerde alreede hadde ouergegeuen requeste, diewelcke ouermits tot noch toe geen vergaderinge van den Raede van State is gehouden, men oock tot geene expeditie van dien en kan geraken, dan verwachten alle dage dieselue versamelinge, ende sullen V WelEd. wijders van alles met d'eerste gelegenheyt aduerteren. Dit is lopend ende met de haest | |
[pagina 364]
| |
geschreuen, den 3en May 1624, naden nyen stijl, uyt Brussel. Met den nasten sal alles wijders voerschrijuen. V W.Ed. bereytwillige dienaer, Peter de Race.
Adres: Den WelEdelen, erentfesten Diederick van Lijnden, Heer tot Hemmen ende Blitterswijck, Amptman, Richter ende Dijckgraue in Ouer-Betuwe. | |
Mijn Heer.Ick ben verwondert van 't gene mijn dagelicx voorcompt, als dat sommige mijn dagelicx aencomen vragende off ick nyet en weet vande belofften die de Gedeputeerde vande Betuwe (notanter nyet nomende Ouer- ofte Neder-Betuwe) gedaen hebben aenden Hartoch van Croy, te weeten van zijne Exe vier carotspeerden vuyt Hollandt hier te leueren en̄ te schencken ofte vereeren, en̄ also ick hier op niet en weet te antwoorden, alleen segge ick dat nyet weet die Gedeputeerde van Ouer-Betuwe sulcke belofften gedaen te hebben, wat die Neder-Betuwe belangt dat ick daer veel weynicher van weet. Off nu die van Neder-Betuwe yet beloofft hebben, off V Ed., is mijn onbekent; dan ick sie dat alhier daer op geleth wordt: derhaluen soude wel nodich wesen eens te vernemen off die vande Neder-Betuwe sodanige belofften gedaen hebben off nyet, off indien sulcx bij V Ed. geschiet is en̄ Doctor Byel mijn daer van eens metten eersten te aduiseren en̄ ouerschrijuen. Die acte voor den Amptman is noch nyet gedaen; dan voor Bronchorst is geaccordeert, wacht alleen dat d'selue op het comtoir van Lafaille gedepescheert mach worden. Die acte vande heeren van̄ finantie is noch nyet gedaen ouermits een seker consulte, gelijck voorgaende, eerst moet aen̄ Infante gebrocht worden die geconcipeert, geschreuen en̄ van som̄ige heeren van̄ finantie geteykent is, en̄ sal mergen gesonden worden naer Rijssel aen het | |
[pagina 365]
| |
twee (sic) hoofft van̄ finantie, genaempt Copenye, sulcx dat het weder inden seluen laborint (sic) is, gelijck als het was doen V Ed. hier waert, en̄ om dat dit twee mael moet geschieden en̄ nieuwe depeschen zijn, die Clercken als oock den Secretaris zijn nyet wel te vreden; hebbe ouersulcx genoch te doen om haer met woorden te contenteren. Dan, so ick hoor, sal d'selue acte verleent worden als ick versocht hebbe; dan ick hebbe een request aen̄ heeren van̄ finantien moeten maken, en̄ wat soeter van woorden als die gene was die V Ed. mijn in handen gelaeten hadde om aen hacre Hoocheyt te presenteren, want hoewel ick die aen zijn Exe Graeff Hendrick van̄ Berghe gebrocht en gerecommandeert hadde, so is euenwel daer op nyet gedaen. Mijn heer, de heeren van̄ finantien zijn noch al wel gesint tot die Betuwe, hopende, gelijck ick voor seker weet, dat V Ed., zijnde te huys, haer zult yet doen vereeren; maer voorseker, crijcht den Hartoch van Croy zijn belooffde peerden nyet, so weet ick nyet wat hier naer daer van comen wil, gelijck ick hier hoor, daer om mach V Ed. hier op letten en̄ met die van̄ Neder-Betuwe eens spreken en̄ mijn hier op, zo V Ed. belieft, antwoort schrijuen. Ick sal nyet laeten zo haest het mogelijck is V Ed. die acte voor Bronchorst en̄ voor den Amptman en̄ het hele Ampt, als die gedaen zijn, ouersenden. Ende mijn hier mede voorts recommanderende tot V Ed., sal desen eyndigen en̄ bevelen V Ed. inde beschermenisse Godts en̄ zal blijuen, Edele, erentfeste heer, V Ed. dienstwillige dienaer, Jacob Vanbrienen.
Mijn heer, ick heb desen expres gesonden om te weten wat ick sal antwoorden, want ontwijffel. wordt daer op geleth, belangende belofften, en̄ den tresorier, gelijck ick | |
[pagina 366]
| |
vuyt Hagens can verstaen, verwacht oock noch al wat van V Ed. Brussel den xxj Aprilis 1624.
Adres: Edelen, erentfesten Jr. Godefroy van Gendt, Heer tot Loenen, mijn goetgunstige heer, tot Loenen in de Ouer-Betuwe. Port met een expresse bode vanden Bosch. | |
Mijn Heere.Ick ben naer veel moeytens ende perijckels uytgestaen te hebben, opten May-auont, naden nieuwen stijl, des auonts alhier tot Brussel gearriueert ende stracx mij vervoucht bij Jacob van Brienen, om na de gelegenheyt van alles te vernemen, ende beuonden dat d'acte, gemelt inde sauuegarde van Ouer-Betuwe, in handen vanden Graue van Warfusée was gestelt om die consulte, bij die vanden Raede van State alhier daerop gehouden, geteyckent te worden, diewelcke oock huyden eerst is bij denseluen geteyckent ende ouergeleuert, omme daeruyt de acte voor d'Ouer-Betuwe te maken ende te concipieren. Ick en laet niet alle dagen tweemael soo des voor- als namiddags de Secretaris ende Clercken t'importuneren om die aff te veerdigen; dan 't schijnt dat noch wel een acht dagen werck sal geuen. Aenlangende V E. heeft Brienen request ouergegeuen, daervan hij de copie met mij gecommuniceert heeft, ende vinde die wel gestelt te sijn, soo maer den Raedt van State de verclaringe volgens dien doen, d'welcken ick verhoope wel sal geschieden; dan den Raedt en is tot noch toe niet vergadert geworden, sulx datmen voor datse vergaderen daer niet kan toe gedoen. Wij en sullen niet laten alle neersticheyt aen te wenden om op 't spoedichste gedepescheert te worden. De clercken en̄ dienaers moeten wij al wat schencken om beter expeditie te hebben. Ick dencke 't en sal op een rijcxdaler twee off | |
[pagina 367]
| |
drye min of meer niet aenkomen, om die daer te employeren daer 't van nooden sijn sal. De acte van jr Gerard van Bronchorst is gedepescheert ende sijn versouck geaccordeert, daer van Brienen bouen 't gene hem gelaten was, oock de Clercken een besundere vereeringe heeft moeten doen. Vanden Major Bronchorst en hebben wij noch niet gesproken, vindende niet raedtsaem alles ouer hoop te halen, wandt de expeditien hier so moeylijck vallen te procureren ende men veel moet naloopen. Ick sal oock mogelijcken noch gelt van doen hebben om d'acten te lichten; dan weet noch niet hoe veel. Ick hoop tegens dat den bode de naeste reyse weer doet, V WelEd. wat naerder particulareteyt te laten weten. Met haest, uyt Brussel den 23 April/3 May 1624. V WelEd. bereytwillige dienaer, Peter de Race. Adres: Den WelEdelen Diederick van Lijnden, Heer tot Hemmen ende Blitterswijck, Amptman, Richter en̄ Dijckgraue in Ouer-Betuwe. | |
WelEdelen, Erentfesten.Also den heer van Loenen mijn belast hadde voor V Ed. request te presenteren aen haere Hoocheyt, ten eynde het commandement dat V Ed. heeft ouer die soldaten, liggende int Ampt van Ouerbetuwe, nyet en soude prejudiceren V Ed. p̄soon, belangende het genieten van sauuegarde, onlancx aen het voorsch. Ampt verleent, dient daerom desen: naerdien dat den heer van Loenen mijn daer wederom van geschreuen heeft en̄ dat V Ed. dienaer hier gecommen is, gestadich hier te voren als oock nu noch tegenwoordich, soo voor het geheele Ampt als principalick voor V Ed. p̄soon, dagelicx en̄ continueerlijck hebbe aengehouden en̄ alles versocht; maer om d'absentie nu van̄ eenen als dan van̄ anderen is, sedert het vertreck van̄ heer | |
[pagina 368]
| |
van Loenen en̄ Doctor Biel, maer eens Raedt van Staedt geweest en̄ alsdoen, om dat den Raedt nyet lange vergadert en was, en is op die request van V Ed. nyet geresolueert. Sal nyet laeten met V Ed. dienaer mijn debuoir te doen; maer van Jr. Johan van Bronchorst te versoecken, voor en̄ aleer voor V Ed. gedaen en̄ geresolueert is, vynde ick (onder correctie) nyet raetsaem, ouermits dat woordt (wachtmester) vijantschap continueerlijck in hem besluyt Ick hebbe oock aen̄ heer van Loenen voor desen geschreuen als dat den Hartoch van Croy vier peerden vermeent te hebben, seggende dat die Gedeputeerde van̄ Betuwe d'selue beloofft souden hebben, daer van ick gans nyet en weet, ist dat se bij den heer van Loenen beloofft zijn (gelijck ick gelooff neen), off bij die van̄ Nederbetuwe, wilde dat V Ed. daer naer liet vernemen ende mijn ouerschrijuen, want voor seker ick sorge, die selue peerden ofte belofften nyet voldaen offt geleuert zijnde, sal mogelijck hier naer enich inconuenient causeren. Daer en bouen hebbe ick geschreuen aen mijn heer van Loenen, dat ordre moeten gegeuen worden van̄ Secret. van̄ Finantie ende die Clercken te contenteren, ouermits dese saken nu al op nieuws hebben moeten geschieden ende alles op nieuws schrijuen, teyckenen en̄ anders, gelijck zijn Ed. wel zal verstaen, ouermits die acte, daer die saunegarde haer toe refereert, volgens mijn versoeck aen̄ heeren van̄ finantien is verandert en̄ op nieuws van̄ Infante geteyckent en̄ noch meer andere p̄ticulierteyten aen zijn Ed. geschreuen. V Ed. voorsekerende dat aen mijn debuoir, gelijck tot noch toe nyet en is, sal gemanckeert worden sonder in V Ed. regard en̄ p̄soon. En̄ desen eyndigende, bevele V Ed. inde beschermenisse Godes, ende sal blijuen, Edele, erentfeste, V Ed. dienstwillige dienaer, Jacob Vanbrienen. | |
[pagina 369]
| |
Om d'absentie van veele heeren sal voor V Ed. nyet so haest geen expeditie van V Ed. sake connen comen; doch vermeyn dat die sake geen swaricheyt sal hebben, so ick tot noch toe hebbe connen verstaen; dan wij moeten met patientie die sake vervolgen en̄ resolutie verwachten. Brussel den 3en May 1624, stilo nouo.
Adres: WelEdelen, erentfesten Jr. Dyrick van Linden, heer tot Hemmen en̄ Blitterswijck, Amptman, Richter ende Dijckgraeff vande Ouer-Betuwe, mijn goetgunstige heer tot Hemmen. | |
Mijn Heere.Ick hebbe tot noch toe niet gelaten dach op dach, des voor ende namiddachs, te importuneren ende te solliciteren bij den heeren de la Faille V W.E. sauuegarde, mitsgaders bij de Secretaris de Bye de acte gepasseert bij die vande finantie, welcke acte eyndelijcken op gisteren eerst is affgekomen ende bij d'Infante geteyckent, sonder dat die eenichsins verandert is, naer de meyninge vanden heere van Loenen, maer gebleuen op de inhout dat die sauuegarde maer is voer een jaer, sonder van eenige voordere conformiteyt van die van 't Rijck of Trelreweert mede te brengen. Derhaluen met Brienen gesproken hebbende, niet raedsaem gevonden de acte daervan bij den Secretaris de Bye te doen depescheren sonder V W.E. daervan voor eerst aduertentie gedaen te hebben. Wij sijn oock daerop geweest bij den Hertoch van Crouy, diewelcke verclaerde dat daer geen veranderinge in en konde geschieden, maer datmen voor 't uytgaen van 't jaer bij tijts nieuwe sauuegarde ofte verlenginge versouckende, 't licht soude te vercrijgen sijn, daertoe sijn Excellentie al behulp presenteerde. Edoch hem gethoont sijnde de missiue aen Brienen lest geschreuen, ende dat volgens dien hem de handt gevult | |
[pagina 370]
| |
worde, Hagens oock de sake gecommuniceert hebbende, seyde tot aduys, alsoo hier anders daer toe niet en was te doen, dat men soude sien te bearbeyden ofte die van 't quartier van Ruermunde doen verstaen dat tegens dien seluen tijdt oock hare sauuegarde soude afgeschreuen ende ontseyt worden, meynde ouersulx dat die van 't selue quartier wel voor onse continuatie souden aenhouden. Belangende de verclaringe van V W.E. vrijheyt en heeft alsnoch niet gedient, alsoo tot noch toe geen vergaderinge vanden Raedt van State en is geweest, ende dagelijcx verwachten dat die vergaderen sullen. Het is alhier te solliciteren het verdrietichste ter werelt, ouermits daer weynich vergaderinge ende veel heylig dagen werden gehouden, ende datmen dan van den eenen tot den anderen versonden wordt ende een yeder staet dan de handt open, sulx dat de gene die hier veel te doen hebben, wel qualijck daeraen sijn, gelijck ich selfs nu wel experimentere. Den Secretaris la Faille heeft ons geseyt dat op morgen den Raedt vergaderen soude, ende maeckt weynich swaricheyt of ons versouck sal wel geaccordeert worden. Wij hebben hem belooft eene vereeringe, ten eynde hij de sake ten beste ende op 't spoedichste derigere. Ick verwachte met groote verlangen dat ick die acte van V W.E. mochte bekomen, ende soude alsdan sonder naer die andere te wachten vertrecken, diewelcke Brienen in absentie wel sal vervorderen. Ende tegenwoordich niet anders hebbende te schrijuen, sal desen eyndigen met beuelinge Godes ende daerentussen blijuen V W.E. dienst ende bereytwillige dienaer, Peter de Race. Inder haest uyt Bruessel den 30 April/10 May 1624. Adres: WelEdelen, erentfesten Diederick van Lijnden, Heere tot Hemmen ende Blitterswijck, Amptman, Richter en̄ Dijckgraue in Ouer-Betuwe, mijnen gebiedende heere. Cito cito. | |
[pagina 371]
| |
Edele, erentfeste.V E. schrijuens 17/7 Aprilis is mijn wel behandicht den eersten May, nyen stijl. Sal volgens den inhouden ick nyet laeten, gelijck ick tot noch toe gedaen hebbe, mijn debuoir te doen, gelijck ick V Ed. voor desen oock geschreuen hebbe; maer om die belooffde peerden, ick weedt nyet bij wien beloofft, hebbe ick groote moyten gehadt en̄ weynich assistentie van Hagens, doch is nu so verre, dat volgens mijn gegeuen reqt aen̄ heeren van̄ finantien daer een nieuwe consulte gemaeckt, van̄ heeren voorschr. en̄ d'Infante op huyden geteyckent, daer vuyt gemaeckt moet worden d'acte waer naer V Ed. en̄ de Ridderschap hun sullen hebben te reguleren volgens V Ed. accoordt en̄ contract. Sal nyet laeten 't selue verveerdicht zijnde ouer te zenden, maer het can noch wel veerthien dagen aenlopen, ouermits hier tegenwoordich noch Cancellier, noch den Hartoch van Croy, noch Copiny en̄ meer anderen hier nyet en zijn tegenwoordich. Die acte voor den Amptman hebbe ick met aller diligentie soeckeu vuyt te brengen; maer 't is maer eens sedert V Ed. vertreck Raedt van Staet geweest en̄ daer en worden dat mael nyet gedaen dan alleen een reqt voor Jr. Gerrit van Bronchorst gelesen, die geappoincteert worden, en̄ daer is geen apparentie dat daer haest Raedt van Staet sal zijn, ouermits alle die heeren absentie in verscheyden quartieren. D'acte voor Jr. Gerrit van Bronchorst sende ick hier mede, dan heb noch 30 st. aen̄ clercken voor deselue meer moeten geuen als V Ed. mijn in handen gelaten hadde, 't is wel veerthien dagen geleden dat d'selue veraccordeert is geweest en̄ nu eerst den 30en Aprilis gedepescheert. Die Clercken van̄ Bie, zijnde bij Hagens geseyt wat haer toeleyt was, zijn zeer onwillich geweest, ouermits dese nieuwe besoingiens; doch hebbe geseyt dat se nyet en sullen laeten haer debuoir te doen, dat ick maken zal dat | |
[pagina 372]
| |
se bij V Ed. gerecompenseert zullen worden, want dit altemael op nieuws heeft moeten in den Raedt van̄ finantien gedaen worden. Hagens heeft mijn tot verscheyden reysen gevraecht, off V Ed. nyet van meyninge waert ordre te geuen, t'huys zijnde, om aen̄ Tresorier en̄ den Cancelier yet van een aem wijns te vereeren, daer op ick geantwoordt hebbe dat ick sulcx nyet en weet, als mijn daer van nyet gesproken hebbende. Die instructie bij Edelen en̄ Ridderschap aen Race gegeuen en̄ als datmen daer op soude voor Jr. Johan van Bronchorst acte declaratoir versoecken, vynde sulcx nyet geraden ten zij dat voorden Amptman eerst affgedaen is, om reden die requeste oock te presenteren vuyt den naem van̄ Edelen en̄ Ridderschap; den Amptman belangende, vynde oock nyet goet voor alsnoch te presenteren, ten zij dat het op den Amptmans naem, gelijck ick mijn request ouergegeuen hebbe, wordt affgeslagen; dan ick gelooff dat die sake geen swaricheyt sal hebben, en̄ ick meen vastelijck dat het met d'eerste vergaderinge zal gedaen worden, want d'selue request ymant vande heeren in handen gestelt is, om daer op te sluyten d'eerste bijcompste, gelijck meer andere requesten; doch coste wel gebeuren dat den Gouuerneur van 's Hartogenbosch, die nu tegenwoordich hier is, zijn Ed. aduis daer op gevraecht worden, 't welck ons nyet sal tegen gaen, want zijn Ed. mijn geseyt heeft dat ick vrijlick bij hem sal comen, so hij yet voor die Ouer-Betuwe doen can. Dit is voor desen mael dat ick V Ed. weet te schrijuen, wilde wel dat V Ed. mijn hier op en̄ op mijn voorgaende antwoorden, om mijn daer naer weten te reguleren; ijlens. Brussel den 3en May 1624, nijen stijl. V Ed. dienstwillige dienaer, Jacob Vanbrienen. Adres: Edelen, erentfesten Jr. Godefroy van Gendt, Heer tot Loenen, mijn goetgunstige heer. Tot Loenen. | |
[pagina 373]
| |
Mijn Heer.Ick hebbe V WelE. voor desen geschreuen, hoe tragelijcke de saken hier gedepescheert worden ende dat de Secretaris de la Faille was belast in onse saken eenige debuoiren te doen, ende hebbe hem euentwel daerom niet ongemolesteert gelaten, om dat eens een eynde van die debuoiren worde, ende heeft mij noch huyden ter antwoorde gegeuen, dat ick noch een dach drie of vier moet patienteren, derhaluen ick alsnoch niet voorder en kan, en sal dien tijdt ende de Pincxter dagen moeten uytwachten ende vernemen wat van die debvoiren werden wil. Ick heb V WelEd. voor desen geschreuen, dat dieselue ter oirsake dat in twijffel is of derseluer persone oock soude in de sauuegarde begrepen sijn of niet, soude gelieuen wat voorsichtich te wesen, tot dat ick eens mach vernemen wat meyninge sij alhier met die debuoiren hebben. Ick soude somtijts iets nieuws ouerschrijuen, dan sorg bij interceptie van brieuen het qualijck mochte geinterpreteert worden. Niettemin om wat te schrijuen: den Vorst van Nieuburg is hier, soomen segt, verwachtende eenige committeerde van̄ Staten, om te handelen ouer de deylinge der landen van Gulich, Cleue, Berg en̄ Marcken met den Keurvorst van Brandenborch, mitsgaders ouer de neutraliteyt derseluer landen. Hier is oock een Ambassadeur van Dennemarcken en̄ reyst van hier naer Spagnien; van sijn intentie hebbe ick niet konnen vernemen. D'Hollandse oorlochschepen hebben eenige Duynckerckersche schepen geslagen ende oock een deel van̄ bagagie van don Diego de Mexia gecregen; hoe 't wijders daermet afgeloopen is, meen ick, salmen beters uyt Hollandt vernemen. Ende daermede voor dit mael eyndigende, sal niet ophouden te blijuen V WelEd. dienst en̄ bereytwillige dienaer, Peter de Race. Brussellen den 24/14 May 1624, | |
[pagina 374]
| |
Adres: Den WelEdelen, erentfesten Diederick van Linden, Heere tot Hemmen ende Blitterswijck, Amptman, Richter en̄ Dijckgraue in der Ouer-Betuwe. | |
WelEdele, Erentfeste Heer.Mijn heer, het schrijuens van V Ed. en̄ wegen die Ridderschap en̄ Edelen des Ampts van Ouerbetuwe, in date den xxen Aprilis lestleden, is mijn wel behandicht, daerop V Ed. en̄ WelEd. sal belieuen te verstaen als dat ick den iijeu deses hebbe geschreuen aen V Ed. en̄ den heer van Loenen, hoe dat ick verstaen hadde dat die consulte van wegen die heeren van̄ finantien 's Conincx, geteyckent zijnde en̄ geaccordeert, volgens die ouergegeuen supplicatie, en̄ dat sulcx ook bij de Doorluchtige Infante soude geaccordeert en̄ geteyckent zijn. Maer also mijn affgevraecht worde off ick volgens die voorn̄ consulte acte wilde gedepescheert hebben, gaff daer op voor antwoort, als dat ick wel eerst die consulte wilde sien, ende also 't selue nyet verweygert conde worden, hebbe ick gesien in effect dese woorden geschreuen int Spaensche met d'eygen handt van̄ Hartoginne: ick en vinde niet goet langer als voor een jaer, waer aff ick verwondert zijnde, om dat d'heeren van̄ finantien voorn̄t, volgens die gegeuen request, accordeerde ons versoeck, ben gegaen met Mr. Peter de Race bij den Hartoch van Croy ende den heer Secretaris la Faille, die welcke alle beyde daer in geen swaricheyt en maeckten, seggende datmen den tijt van ses ofte seuen maenden soude verbeyden en̄ dan weder prolongatie van sauuegarde versoecken; edoch voor ende aleer ick die voorn̄ acte voor 't geheel Ampt sal lichten, verwachte ick van V Ed. met d'eerste gelegentheyt antwoort, waer naer ick mijn wijders zal reguleren; doch sal nyet laeten met Mr. Peter voor V Ed. alle mijn debvoir en̄ neersticheyt te doen; dan tot noch toe is daer geen Raedt van Staet | |
[pagina 375]
| |
geweest; edoch vynde voor V Ed. p̄soon, so ick can verstaen, geen swaricheyt. Myne dat 't selue met d'eerste vergaderinge sal affgedaen worden, en̄ desen eyndigende bevele V Ed. inde protectie Godts, en̄ zal blijuen, WelEdele, erentfesten, V Ed. dienstwillige dienaer, Jacob Vanbrienen. Brussel den xen May 1624, nyen stijl.
Adres: WelEdelen, erentfesten Dyderick van Linden, Heer tot Hemmen en̄ Blittersweyck, Amptman, Richter ende Dijckgraue van Ouerbetuwe, mijn goetgunstige heer. | |
Mijn Heere.Ick heb eyndelijcken soo lange naer geloopen dat den heeren Secretaris de la Faille mij gelooft heeft op morgen te doen resolutie. Is die dan conform het versouck, sal ick haest gedaen hebben, want ick de Brusselsche locht al moede ben. Den bode van̄ Bosch heeft hier dese weecke de tijdinge gebracht, als dat opten gehalden Landtdach de contributien souden affgedaen sijn, niet alleen in Ouerende Neder-Betuwe, maer oock in Tielreweert, d'welcken ick niet en kan gelouen; soude in sulcken geval alle mijn soliciteren te vergeefs sijn, ende soude oock niet vermoeden, off V WelEd. souden mij daer van doen veraduerteren, omme mij daernaer te reguleren. Ick ben oock seer verwondert, dat op alle mijn schrijuens niet eens antwoorde is gekomen, d'welcke mij te meer doet twijffelen, of daer eenich misuerstant inde contributien soude sijn, ende soude wel behooren dat ick daervan geinformeert ware. Soo V WelEd. alsdan voor desselfs particulier ende familie paspoert begeerden, omme te mogen kommen alomme ten platten lande, daer de contributien ten wedersijden gaet, die soude wel, soo ick meyn, te crijgen sijn voor een jaer, maer soude wel een hondert gulden kosten. V WelEd. sullen gelieuen mij van alles te willen doen | |
[pagina 376]
| |
verstendigen, edoch soo 't bescheyt, dat ick morgen hoope te crijgen, goet is ende conform ons versouck ende ick mijn depeeche kan gecrijgen, naer d'antwoorde op desen sal ick niet wachten, maer euenwel dien doen addresseren aen Doctor Jacob van Brienen, woonende ten huyse van Peter van Berck in 't Warmoesbrouck, diewelcke alle saken in mijn absentie wel sal verrichten. Ick hebbe hem inden beginne, eer ick kennisse hadde aen de gene daer ick mij aen hadde t'adresseren, oock moeten gebruycken, daervan hem oock al wat ter recompense voor sal behooren, d'welcke ick hem toegeseyt hebbe van d'Amptswegen hem sal gedaen worden, ende oock dat d'Ampt in comende meer alhier te verrichten mochte hebben, om kosten te schouwen van ymanden daeromme te senden, datmen hem daertoe sal mogen gebruycken. Ick heb ouer de Brusselsche straten al een paer schoenen versleten, als maer wat vordeels daermede gedaen is, soude het mij niet verdrieten; maer anders 't is wel een sware penitentie voor de gene die hier wat hebben te soliciteren. De vrouwe alwaer den Heeren van Loenen cum suis is gelogeert geweest, spreeckt noch van sestich guldens, die haer bewesen waren van Hagens te ontfangen, dat Hagens haer, nu de heeren wech sijn, met excusen betaelt, seggende dat hem de heeren eenich gelt te cort hebben bewesen: oft heeft ontfangen, ick en heb geen kennisse vander sake, derhaluen dient wel eens aduis daervan ouergeschreuen te worden, op dat den heeren reputatie nochte de weerdinne niet vercort en worde. Ende dese hier mede eyndende sal Godt bidden V WelEd. te willen nemen in sijne protectie. Vuyt Brussel den 20/30 May 1624. V WelEd. dienst ende bereytwillige dienaer, Peter de Race. Adres: Den WelEdelen, erentfesten Diederick van Linden, Heere tot Hemmen ende Blitterswijck, Amptman, Richter en̄ Dijckgraue inde Ouer-Betuwe. | |
[pagina 377]
| |
Huyden desen morgen eer de bode vertogen was, quam mijn heer de la Faille op 't Hoff tegen; ick vraegde sijn E. naer onse sake; seyde dat d'acte voor V WelEd. persoon met eenig restrinctie bij den Raedt van State van hare Hoocheden was geaccordeert, dan ick en weet niet wat restrinctie. Ick sal mij best doen dat ick de minute bij de clercken wat help dirigeren en̄ op 't claerst stellen, ende soo haest d'acte verveerdicht ende bij haere Hoocheyt geteyckent sal wesen, sal ick sonder naer de andere acte te beyden, van hier vertrecken. Datum Brusselles den 21/31 May 1624. V WelEd. dienst en̄ bereytwillige dienaer, Peter de Race. | |
Mijn Heere.Ick en hebbe geene occasie laten passeren omme te soliciteren de saken, waertoe ick ben gecommitteert, de Raedtsheeren ende Secretarissen t'importuneren om expeditie te hebben; dan de saken hebben hier sulcken voortganck dat Godt de gene die hier wat te vervorderen hebben, wel dient met goede patientie te versien: anders ware 't onmogelijck te dragen alle moeyten ende fatiguen diemen moet aenwenden, eermen tot gehoor kan gekomen. 'T en ware ick oock met monsr Brienen geassisteert ware, ick soude d'espereren inde sake: immers ist soo veern gekomen, dat ons den Secretaris Laffaille heeft tot bescheyt gegeuen, dat hem belast is onser saken haluen eenige debuoiren te doen, ende gesegt wel een dach seuen of acht te sullen aen loopen, eermen daervan sal kunnen bescheyt hebben, sulx datmen dien tijdt noch met gedult sal moeten af wachten. Wij vermoedden dat onse requesten om aduis na 't Hoff van Ruermunde sijn versonden, ende dat daerom dien uytstel wert genomen. Grootfelt sal eerstdaegs schrijuen om de verschenen maendt contri- | |
[pagina 378]
| |
butie, kondemen die voor een acht off thien dagen met beleefthen affsetten, ouermits men die acte noch niet en heeft, op dat hij selfs alhier daerom mocht anhouden, soude mij geraden duncken, oock dat sich V WelE. midlerwijl wel versie wat nadien de sake des vrijdoms uwes peroons wert gedisputeert en̄ ruchtbaer worde, soude in dese gelegenheyt soo veel eer daerop mogen werden geattenteert. Wij sijn verwondert tot noch toe op onse menichvuldige schrijuens geen antwoort te hebben bekomen, daer wij nochtans seer naer verlangen, om te beter te mogen weten waer naer sich te reguleren: want ick naer mijn vermogen soude geerne bethoonen te wesen den genen die ick ben, te weten V WelE. dienst ende bereytwillige, Peter de Race. Dat. Brussel den 10/20 May 1624.
Adres: WelEdelen, erentfesten Diederick van Linden, Heere tot Hemmen ende Blitterswijck, Amptmon, Richter ende Dijckgraue in Ouer-Betuwe. | |
Edele, erentfeste, vrundtlycke, lieue neeuen ende gunstige goede vrunden.Ick hebbe volgens V E.E. begeeren geweest in 's Grauenhage, omme te bearbeyden, dat de contributien ende volgens dien V E.E. neffens d'andere deses Ampts inwoonderen sauuegarde ende vrijdom van d'ander sijde mochte in treyn blijuen; dan hebbe niet raedsaem gevonden dese sake in 't generael, ouermits de verscheyden humeuren, voor te dragen; maer hebbe met sommige van de heeren Staten ende sonderlinge met den Raedtsheer Randwijck in 't particulier daerouer gecommuniceert, diewelcke wel verstonden, dat die contributien deses Ampts stilswijgens ende bij oochluyckinge, maer nimmermeer met openbaer | |
[pagina 379]
| |
ende gemeyn consent soude werden getolereert. Derhalven V E.E. hun genouchsaem konnen versekeren (niet tegenstaende eerlang bij de Generaliteyt sullen placcaten daertegens uytgegeuen worden) in 't heymelijck onder de vercregene sauuegarde te sullen mogen blijuen continueren, maer angaende mijn persoon, en kan in dieselue amptshaluen niet begrepen worden. Nochtans sijnde tot V E.E. ende deses Ampts inwoonderen gemeyne ruste ende welvaren, meer als tot mijn eygen particulier profijt genegen, hebbe lieuer mij in een versekerde plaetse te begeuen, dan dat sulcx daer door verhindert soude worden. Niettemin op dat ick dit Ampt in alle voorvallende occasien soude mogen dienen, hebbe mij beraden binnen der stadt Nijmegen te vertrecken, van waer ick V E.E. end desen Ampte in alle gelegenheiden, soo wel als van mijnen huyse in Betuwe sal konnen bijplichten end assisteren, mitsgaders verrichten alle 't gene dienthaluen voorkomen mochte. Ende nadien de beurte nu voorhanden is dat van desen Ampt eenen in 't Collegie der heeren Gedeputeerden des Nijmeegschen quartiers, in plaetse vanden afgaenden heere Burchgraue, werde gecommitteert ende Jor. Johan van Bronchorst V E.E. gunsten ende nominatie daertoe is ansouckende, hebbe ick niet konnen nalaten V E.E. te kennen te geuen, dewijle ick uyt oorsaken als bouen mij in persone te Nijmegen gedurende dese gelegentheyt sal verhouden, het al wat ongerijmt soude sijn, dat aldaer in mijne tegenwoordicheyt ymanden anders in 't voornoemde Collegie van desen Ampte soude werden gedeputeert, derhaluen ick V E.E. daervan wel hebbe willen aduiseren ende met eenen versoucken (gelijck ick oock niet en twijffel ofte dieseluige sullen raedsaem vinden ende tot des Ampts beste te strecken) niemanden anders als mijne persoon tottet selue gedeputeerdschap te sullen willen nomineren ende volgens committeren. Waeraen ik V E.E. gunste ende genegenheyt tot mij sal speuren, d'welcken | |
[pagina 380]
| |
ick wederomme tegens een ygelijcken van V E.E. in alle voorkomende gelegenheyden sal trachten te verschulden. Ick soude hierop V E.E. semptlijcken wel hebben verschreuen, dan om de costen des Ampts soo veel mogelijcken te vermijden, hebbe brenger deses mijnen schrijuer met desen opene missiue aen V E.E. afgeveerdicht, omme die met dieseluige in 't particulier te communiceren. Vertrouwende dat V E.E. daermede sich genouchsaem geinformeert ende gecontenteert sullen houden. Ende mij hierop gantschelijcken tot V E.E. verlatende, sal daerop bij brenger deses derseluige schriftelijcke antwoorde verwachten, met beuelinge Goddelijcke Almacht. Datum Hemmen den vijen Junij xvjc ende xxiiij. V E.E. vrundtwillige neeff ende goede vrundt,Ga naar voetnoot1) |
|