Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 3
(1880)– [tijdschrift] Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap– Auteursrechtvrij
[pagina 352]
| |
Advies betreffende de gelegenheid der West-Indische compagnie in het najaar van 1640Ga naar voetnoot1).
| |
[pagina 353]
| |
met de quantiteyt van ontrent 1900 soldaten, doch om somwijlen bij occasie etc. Ende comt hierbij in consideratie (dewijl doch de affairen in Brazyl apparent sijn hier naer meer eygens te sullen hebben met de commercie als met den oorloch), off men tot verlichtinge van oncosten sijn Excie Graeff Maurits niet en soude accorderen sijne lange versochte demissie, naer het expireren van sijnen verbonden tijt etc.
(Voornoemde memorie is bij de Presidiale Camer van de West-Ind. Compe tot Amsterdam de respective Cameren nevens de tegenwoordige pointen van beschrijvinge toegesonden). |
|