Petrus Flaman, wonende in den Elant, een deugniet, en wiens vrouw de hoer speelde.
Hendrik v. Rijssen, een falsaris, die naderhand om zijn falsiteyten uyt de Vroedschap is geraakt.
Johan v. Baarle, een panders zoon.
Schadenbroek, deze man heeft groot berouw gehad en woude onder de teykenaars niet genaamt zijn.
Adriaan van Dijk, een wiltsanger en asijnbrouwer.
Rombout v. Vechoven, Notaris.
Smout, silversmit, voor deze niet alte opregt befaamd.
V. Waay, een borger man, wonende tot Bunnik.
Anthony v. Voorst, borger man.
Roemer, suyker backer en die 's morgens niet wiste wat gedaan hadde, doordien 's avonts dronken na bed was gegaen.
De Kruyf, dronkert en kouse verkoper.
Adrian Gentman, zoon van Ds. Gentman.
Oosterhout, zuyker backer.
Groenendaal, apotecaris.
Goris v. Vollenhoven, een steenhouwer.
David de Waall, een deugniet, in den fransen tijd, en naderhand tot Soesdijk gaan woonen en herberge houden.
Jacob v. Doeyenburg, boekebinder in de Flesse.
Rudolph Swaardecroon, Notaris.
Willem v. Bunnik, grasborger buyten Tollesteegpoort en rademaker in de Ganssteeg.
Gijsbert v. Brienen, overgewonnen baster in 't Rad van Avonturen, waar van de dogters van juffr. van Brienen zijn getrout geweest:
De oudste aan Do Lantman in den Haag, die deze Provintie zo beroert heeft.
De tweede aan Lidt de Jeude.
De derde aan Harscamp, Secretaris van 't Geregt tot Utrecht.
De vierde aan Paulus Voet van Winsen, Vroetschap, Burgemeester, en naderhand Secretaris van Staten.