Het Medicyn boexken van chirurgijn Willebald David, 1765
Het Enchiridion medicum oft medicyn boexken was een populair handboekje in de volkstaal. De auteur bespreekt remedies om dagelijkse ziekten te bestrijden: druppelpisse, flericyn, vieredaegsche koortse, verstoptheit in de milte, graveel (blaas of niersteentjes). Ook de chirurgische praktijk is aan de orde: verschillende plaesters en het behandelen van onder meer gescheurtheyt, verbrantheyt en roose. Ten slotte waagt hij zich ook op het vlak van de farmacie. De auteur put uit 60 jaar medische praktijk om vastgeroeste gewoontes in vraag te stellen en alternatieven naar voor te schuiven. Toch verkiest hij anoniem te blijven. Het boekje ontleent wel zijn gezag aan de approbatie door vier gerespecteerde geneesheren.
Een exemplaar van de tweede editie (Antwerpen: Jean Francois Lucas, 1724) kwam terecht in zuidelijk Vlaanderen. De handgeschreven provenance luidt: Che livre apartient a Willeb[ard] Jaq[ues] David d'Ostende maitre chirurgien a Wevelghem l'an 1765 12 may. Chirurgijn David was wellicht maar korte tijd actief in Wevelgem. Eerder was hij bedrijvig in Zonnebeke (1763), later nog in Roeselare (1775). Tijdens zijn Roeselaarse periode kwam hij ook in het bezit van een Franse vertaling van een gynaecologisch handboek van de Noord-Nederlandse geneesheer Hendrik van Deventer (Observations importantes sur le manuel des accouchements, Parijs: Pierre-François Giffart, 1734). Op het titelblad van dit exemplaar dat later in de bibliotheek van de Brugse gynaecoloog Isaac De Meyer terecht kwam (nu: BRUGGE, Openbare Bibliotheek) staat: Ex libris J.W. David roularii obstetrisque chirurgus... 1789.
Dat het Medicyn boexken in handen kwam van W.J. David is wellicht representatief voor de gebruikers ervan: een plattelandschirurgijn met enige praktische medische scholing die behoefte had aan concrete handleidingen in de volkstaal. Dat chirurgijn David afkomstig was van Oostende werd toegevoegd door een latere hand. De Oostendse origine van David verklaart wellicht dat dit boekje veel later een plaats kreeg in de bibliotheek van de Oostendse auteur Karel Jonckheere (1906-1993), vervolgens van zijn gelijknamige neef die het schonk aan de Openbare Bibliotheek Brugge.
LV