Fabrikanten van gemaakte bloemen
De commentaar en het rapport na de grote provinciale tentoonstelling uit 1880 in Brugge bij 's Lands halfeeuwfeest der onafhankelijkheid, in 1881 gedrukt bij Edw. Gailliard, geeft op blz. 199-200 meer uitleg over de twee Brugse exposanten met gemaakte, kunstmatige bloemen.
Het werkhuis van juffr. Louise Masschelein in de Kuipersstraat in Brugge wordt daar opgegeven als ‘eene der voornaamste fabrieken van kunst-bloemen die men in West-Vlaanderen vindt; het bestaat sedert een tiental jaren en verschaft winter en zomer werk aan een veertigtal meisjes’. Ze kon concurreren met de producten die uit het buitenland bij ons ingevoerd werden.
De andere exposante was M.J. Vanden Berghe, Zuidzandstraat te Brugge. Deze firma van kunstbloemen werd gesticht in 1850. Ze was vooral vermaard ‘voor het opmaken van alle soorten kunstige bloemen, alsook voor het verveerdigen van trouw-bloemtuilen, coiffuren, paruren en alle andere kleedversierselen in gemaakte bloemen, verders ook nog autaar- en andere kerkversierende bloemen en gewassen, rouwbloemen, lijkkronen, enz.’
Ze stelde tentoon, samen in één enkele vitrine, met de juffrouwen De Cock, die vooral bekend waren om hun fijne en kunstige producten in kant.
Vermoedelijk was de kunstbloemenmakerij een industrietak die uitsluitend met meisjes werkte en net zoals de kantnijverheid het dienstpersoneel uiterst lage lonen uitkeerde. Zodat ze in die jaren nog konden concurreren met gelijkaardige producten uit het buitenland.
L.V.A.